Mevrouw De Jager (88):
flooit honger gekend tijdens de oorlog
1
Speuren naar geschiedenis
mM)
■n
ii
i 1: i
Opvallend in zijn collectie is de
Kübelwagen type 82 uit 1943,
waar hij met mooi weer nog
weieens een rondje mee toert.
Mevrouw De Jager was 8 jaar
toen de oorlog begon. Zij her
innert zich dat op een dag een
oom bij haar moeder kwam en
zij een ernstig gesprek hadden.
Mevrouw De Jager vermoedt
dat haar oom aan haar moeder
vertelde dat het oorlog was.
Mevrouw De Jager: "Wij woonden in een
huis aan de Kennemerstraatweg, schuin
tegenover Betsy's Hof. Wij hebben nooit
honger gehad. Er moesten 9 monden
gevuld worden, vader, moeder, 6 kinde
ren en het dienstmeisje. Wat ik mij her
inner is dat het dienstmeisje 2 keer per
dag een emmer met aardappelen schilde
en mijn moeder soep en eten maakte.
Ook voor mensen die langsliepen en niets
te eten hadden. Mijn moeder maak
te ook kaas. Hiervoor kreeg zij strem
sel van de boerin aan de overkant van
de Kennemerstraatweg. Mijn vader ging
regelmatig met mijn broers naar het
noorden om graan te kopen.
Hij kwam dan vaak terug met ongemalen
graan. Ik ging dan als jong meisje op de
fiets, zonder banden, naar de molen van
Piet om het graan te laten malen. Gelukkig
s i'
Ll«l
Tekening, gemaakt door Jan Pannekeet, van het toenmalige huis van mevrouw De Jager.
ben ik nooit aangehouden en altijd weer
met het gemalen graan thuisgekomen.
Mijn vader werkte bij een exportbe
drijf dat veel naar Engeland exporteerde.
Tijdens de oorlog heeft hij gesolliciteerd
naar de functie van hoofd luchtbescher
ming. Hij werd aangenomen. Dat kantoor
ging ook over de bonkaarten voor voedsel.
Op een dag werd tegen mijn vader gezegd
een dagje vrij te nemen. Waarom begreep
hij pas later. Op de dag dat hij vrij was
werd het ondergrondse kantoor overvallen
en zijn de bonkaarten meegenomen.
Aan het eind van de oorlog hadden mijn
broers de leeftijd om meegenomen te
worden door de Duitsers. Als er een razzia
was werd mijn vader gewaarschuwd zodat
de jongens zich in de bollenschuur konden
verstoppen. Ook herinner ik mij dat we in
huis de houten planken van de vloer weg
konden halen zodat de jongens zich
konden verstoppen onder de vloer."
Naast angst voor overvliegende vliegtui
gen, beschietingen en bommen en diverse
nachtmerries heeft mevrouw De Jager ook
goede herinneringen aan de oorlog.
"Er reed geen auto op de Kennemer
straatweg. Als kind konden we eindeloos
spelen en hinkelen midden op straat. En
de dag dat de Canadezen binnenreden
vergeet ik nooit meer. We hadden slingers
van bloemen gemaakt en gooiden die bij
de auto's die langsreden naar binnen."
Wat mevrouw De Jager wel iets minder
netjes vond is dat na de oorlog joelend
achter meiden aangelopen werd die zich
'in dienst' hadden gesteld van de vijand.
"Ik deed daar ook zelf aan mee maar ach
teraf heb ik toch mijn bedenkingen. Deze
meiden werden naar het plein voor het
gemeentehuis gebracht en kaalgeschoren.
Natuurlijk was het niet goed wat ze deden
maar ze wilden en moesten ook de oorlog
overleven."
Mevrouw De Jager woont nog steeds
in Heiloo, niet meer in het huis aan de
Kennemerstraatweg. Maar als herinnering
heeft zij een prachtige tekening van het
huis, gemaakt door Jan Pannekeet.
René Albrink, 36 jaar, woont in Heiloo en
is werkzaam als hovenier. Zo op het eerste
gezicht zie je niets geks aan hem, maar hij
heeft een bijzondere hobby. Hij is namelijk
al van jongs af aan geïnteresseerd in de
Tweede Wereldoorlog.
Het begon allemaal toen hij als 5-jarig jongetje een
soldatenverkleedpakje kreeg en een oude huls. Zijn
interesse was gewekt. En waar andere kinderen
op voetbal gingen, trok hij naar rommelmarkten
of slagvelden van de Tweede Wereldoorlog om te
speuren naar overblijfselen.
Duizenden voorwerpen
Zijn indrukwekkende verzameling telt inmiddels
enkele duizenden voorwerpen. Denk aan broodzak
ken, gasmaskers, helmen, veldflessen, ransels,
munitietasjes, verrekijkers, schoeisel, kranten,
bonnenboekjes, persoonsbewijzen en
diverse uniformen.
De meest bijzondere spullen uit zijn collectie zijn
niet per definitie ook de duurste. De items die een
verhaal vertellen, en die hij soms nog uit de eer
ste hand heeft kunnen horen, zijn voor hem van
onschatbare waarde. Het zal niet lang meer duren
voordat dat niet meer kan, dus neemt hij graag de
tijd voor een praatje met mensen die de oorlog nog
hebben meegemaakt.
Druk met speuren
Voordat de coronacrisis de wereld in zijn greep
kreeg was hij druk bezig een selectie te maken om
tentoon te stellen in het Historisch Museum Heiloo.
Wie weet is er later dit jaar of volgend jaar tijdens
de herdenkingsperiode rond 4/5 mei een nieuwe
kans om daar zijn spullen te laten zien of heeft een
ander museum interesse in een tijdelijke expositie.
Tot die tijd blijft hij druk met speuren naar nieuwe
items en mooie verhalen zodat deze belangrijke
periode in de geschiedenis niet vergeten zal worden.