Jan van Stijgeren:
"Je wist wie goed en fout was"
Jan Dekker
plantenziektekundige dienst en een
bekende van de heer Dekker. Het voer
tuig heeft er niet verdekt of verscholen
gestaan, maar dankzij het feit dat er in de
oorlog nooit een inval of iets dergelijks
heeft plaatsgevonden in het pakhuis heeft
de heer van Stijgeren na de oorlog zijn
auto weer kunnen ophalen.
De gebruikelijke locatie voor trainingen
van de gymnastiek- en atletiekvereni
ging Dovers in die tijd was het gebouw
voor Kunst en Sport van de VVV aan de
Holleweg. Maar net als veel andere gebou
wen werd ook dit gymnastieklokaal door
de Duitsers gevorderd. Door het bestuur
van Doves is toen naarstig gezocht naar
vervangende ruimte en men vond die in
het zaadpakhuis. Zo kon het dus gebeuren
datje voor je wekelijkse gymnastiekuur in
het zaadpakhuis terechtkwam.
Er is op enig moment ook van Duitse zijnde
van het pakhuis gebruikgemaakt, er werd
een flinke hoeveelheid stro opgeslagen
voor de paarden, die her en der in Heiloo
waren gestald. Daar was de heer Dekker
echter minder gelukkig mee en daarom
heeft hij zich bij de verantwoordelijke
autoriteiten gemeld. Die bevonden zich in
een woning aan de Kennemerstraatweg,
tegenover de Laarmanstraat. Daar zat een
kleine Ortskommandantur van jonge kerels,
die namens hun baas in Alkmaar de zaken
in Heiloo bestierden. Het argument, dat
de aanwezigheid van stro voor muizen erg
aantrekkelij k was en daarom voor een pak
huis waar zaden werden opgeslagen uit den
boze was, bleek voor de Duitsers afdoende
en de opslag van stro is daarna snel
beëindigd.
Een andere functie die het pakhuis heeft
gehad is als opslagplaats voor inboedels.
De vele gezinnen uit de kuststreek, die
als evacués naar Heiloo kwamen, hadden
vaak een deel van hun inboedel mee.
Ook Heilooërs die daarvoor plaats moes
ten maken, omdat ze niet economisch aan
Heiloo verbonden waren en gedwongen
werden naar elders te vertrekken, hadden
soms een plek nodig om hun spullen vei
lig op te slaan. Van ongeveer 10 gezinnen
was uiteindelijk de inboedel op de zolder
van het zaadpakhuis opgeslagen. In een
later stadium kwamen daar nog radio's bij,
waarvan men niet wilde dat ze in Duitse
handen vielen.
Omdat de familie Dekker zelf ook zijn huis
heeft moeten afstaan, is het kantoor van
de firma gedurende de rest van de oor
log ook in het pakhuis gevestigd geweest.
Daar vonden dan ook bijeenkomsten
plaats van de ondergrondse en bovendien
is het de plaats waar het illegale blad Telex
werd vermenigvuldigd. Omdat de elektri
citeit afgesloten werd zwegen de radio's.
Drie jongemannen, Jan Dekker, Jaap van
Westrienen en Piet Wallaart namen begin
november 1944 daarom het besluit om de
bevolking op de hoogte te houden van de
ontwikkelingen in de wereld.
Jaap van Westrienen woonde achter
Nijenburg, zijn vader was tuinbaas
van Nijenburg. Langs hun huis liep de
bovengrondse elektriciteitskabel, die de
bakkerij van de Duitsers in het bos aan
de Westerweg van stroom voorzag. Daar
stond dus nog wel spanning op. Van
Westrienen tapte wat stroom af waarmee
hij zijn radio in bedrijf kon houden. Op
die manier kon hij de nieuwsberichten van
de Engelse zender ontvangen en die zette
hij op papier. Piet Wallaart haalde de
berichten op en ging ermee naar het zaad
pakhuis, waar schrijfmachine en stencilap-
paratuur aanwezig waren, zodat de tekst
kon worden getypt en vermenigvuldigd.
De stencilmachine was aanvankelijk van
geen nut bij het gebrek aan geschikt
papier, dus werd er met doorslagpapier
gewerkt.
Als je hard genoeg aansloeg konden er
zeven of zelfs acht kopieën tegelijk
worden getypt. Later slaagde de heer
Dekker erin om aan stencilpapier te
komen. Bepaalde relaties waren bereid en
in staat papier te ruilen voor etenswaren
die Dekker kon leveren vanuit zijn zaad-
handel. Was eerst de oplage beperkt, met
de stencilmachine kon het aantal exem
plaren aanmerkelijk groter zijn. Bij die
grotere oplage werd de distributie ver
zorgd door J. Egeter en Piet Zwaag, die
veelal werden geholpen door jongedames
zoals Riekje Duinmayer en Dina Dekker,
'bekenden van de redactie'.
Door de lezers van het blad werd een
financiële bijdrage geleverd, zodat de
uitgave in een ruime oplage kon blijven
verschijnen. Het blad is in totaal 178 keer
verschenen, op 9 mei 1945 verscheen het
laatste exemplaar.
O Tekst uit "Heiloo, een dorp in oor
logstijd". Met dank aan Jaap de
Graaf, Mevr. M. Dekker-Evers en
Teus Twigt. Meer informatie over de
GESCHIEDENIS VAN HET PAKHUIS STAAT
BESCHREVEN IN HET BOEK "PAKHUIS
Dekker, een monument in Heiloo"
door Teus Twigt en is verkrijgbaar
via www.pakhuisdekker.nl
bin la d« Xraajp-irf* Lp «i#r rrfMl
hjuTtJiit li 11 f dvx'l L fcr«" CAE aL-É- ^üI CJ* Cr vrpPB M P i I Z 3 i Ea 1
i -M ?MHnpp 4" PiSiM ft*"! ia*,
■sar 9<r+T£^i-p c-ff dïiliLa bws h pin Eunolalh P-23>l£-H.Brir>
ft» éfr»f Ir a*i «lïll.aé* LA ftr -£ ft L-r rl hê- -ALi*
4-~.«rjiLi «b *t"Lri«L frLplw&Mf:» «n 4p#« Mlï n'n
1» Anu Dril*?Ufcl U Mfciiha»W- Eb B£d«? £««rn,.rui SAK üL« I T\J fcUlEr-
t«n 4* £iMMni#Ca htlf nul-. ha ft au 4»
fe*L2L*«nbHL Ti vf-f t :«hi Ks'ïi* L*': [-ras aKKtlïccüag. m: lp uni^sr ria
i*. unI, i..i lm.* akAM -lib. _,L, U '.-Ei sl
aS'L'.Alaiiitrpc 13 Ctr: Óf wi hl t-jPPirr» MLli hM H ['liiiKM
Ui ivrc i.-r£ 7.in Tm. nrit* S«3'rLi&iH iL: nu Ër &K crU
4UUl>%lfr Vrl J ii I r -i- L jirU, l-TT (4 rf.tV-ar*!; ft» f«-l« êil
"»m.Jim4»
Es. |il»l iVi.rJ .-u3T.P- »A! Li" ft* «Wt* U U»M «aftuict, P» 104 4* 2» lm.
trutj j vmx buc, >i pj. Lh Lu iBAPr ftra ■•ui" -4*5, sLih
«t*n<.PF" ru, aUrutl Lm, ZiJ»cidi ftLfl £0 >3ifc-far.jE rwtfva I"ji +i «1 gpilLL-
■4T-j' D KH] '?Jj ifS "I"» «j I' iAil, Öit UiC u^-iiU i CA*
ir l'riK'iAML Cil *4 Y-r T L £-l£i.£ PUHri 4S AMPrS-
■.-<««*1 «ul-drl. ir* ir ClmA.Wrlfcfc, «TOK 1« ■MOMUft»
1 p optir pb m1*.4p dl la 4 M" If I hl «i
ri"mii a^AErJi r, Bij In. ".SIPS.," i*Ci.
Ill «l«ft| S - r Us J rpf
In de ruimte achter de witte deuren werd door het verzet vergaderd
Jan van Stijgeren, inmiddels 92 jaar, woont niet meer
in Heiloo. Hij is verhuisd naar Almere maar weet zich
de bevrijding nog goed te herinneren.
jan van Stijgeren: "Ik was in Heiloo, Duitsland had gecapi
tuleerd. Vanuit Limmen kwamen met 30 kilometer per uur
de Canadezen Heiloo binnengereden. We kregen proviand
en kleding uitgereikt. En de onderduikers konden weer vrij
rondlopen. Alles was heel vreugdevol. Natuurlijk was er
ook angst dat mensen die naar Duitsland en de concentra
tiekampen waren vervoerd niet meer terugkwamen. Ik kan
me nog herinneren dat de NSB'ers en de 'moffenmeiden'
werden afgevoerd. Die laatsten werden opgepakt en voor
het gemeentehuis kaalgeschoren. Eigenlijk kon dat niet
maar de haat was zo enorm groot ten opzichte van die
meiden. Op een gegeven moment kwam meneer Dekker
uit de deur van het gemeentehuis tevoorschijn. Hij schoot
in de lucht en riep: "Stoppen!" Dat werd toen gedaan.
ledereen in het dorp wist van elkaar of hij/zij goed of fout
was, een middenweg was er niet. Tijdens de oorlog zag je
leed en hoop niet, iedereen was bezig met overleven.
Ik weet nog dat onze auto 4 jaar lang bij Pakhuis Dekker
heeft gestaan, achter balen stro zodat de Duitsers hem
niet zouden zien."