Ank van Rijn (91): "UJeetjj nog hoe een sinaasappel smaakt?" Ank van Rijn: "De familie De Smet waren onze buren. Meneer De Smet was psycholoog bij de Willibrordstichting. Toen dr. Barnhorn, directeur van de stichting, naar Vught vertrok werd meneer De Smet geneesheer/directeur. De familie De Smet verhuisde naar een huis op het terrein van de stichting. Omdat wij ons huis uit moesten voor de Egmonders is mijn moeder naar mevrouw De Smet gegaan met de vraag of zij woon ruimte wist voor ons gezin. Wij zijn toen bij de familie de Smet gaan wonen. Tot aan het einde van de oorlog heb ben we daar gewoond. In eerste instantie was het gebouw aangesloten op de centrale verwarming van het hoofd gebouw waar de Duitsers zaten. Later is dat ontkoppeld. Wij hadden een woonkamer, slaapkamer en kinderkamer tot onze beschikking. Mijn moeder mocht koken in de Ank van Rijn woonde sinds 1935 samen met haar ouders in Heiloo. In 1943-1944, het exacte jaar weet zij niet meer precies, moest het gezin hun huis aan de Van Catsstraat ver laten. Hun huis moest afgestaan worden aan Egmonders die uit hun eigen woonplaats verbannen werden door de Duitsers. De hui zen in Egmond werden ingenomen om zo beter de kust in de gaten te kunnen houden. Het gezin woonde al jaren naast NSB'ers. bijkeuken. Grote pannen soep. Niet alleen voor ons maar ook zeker voor de zielige mensen die in lange rijen aan de stichting voorbijtrokken. Ik heb vele hongertochten voor bij zien komen. Vaak ging ik om 4 uur 's ochtends voor suikerbieten of rogge naar boeren langs de Kanaalweg. Mijn moeder maakte daar suikerbietensiroop van en van de pulp koekjes of brood. Ook aten wij tulpenbollen. Deze kregen wij van Klaas Blokker." Ank volgde de hbs in Alkmaar. Tijdens de oorlog werd de school gesloten. Haar vriendinnen gingen wel naar school in Heiloo. Noodgedwongen ging Ank ook naar de mulo in Heiloo. In 1945 zat zij al in de hoogste klas en deed exa men, voor zij na de oorlog terugging naar de hbs. "Mijn vader was forens. Hij werkte in Amsterdam. Tot het moment dat de treinen stopten met rijden is hij op-en-neer blijven reizen. Een tijdlang heeft hij voor een familielid insuline vanuit Amsterdam gesmokkeld. Ik leverde de insuline af en daarvoor kregen we bonnen waarvoor we aardappelen kochten." "Mijn moeders zus was getrouwd met oom Jaap, hij was van joodse afkomst. Oom Jaap is afgevoerd naar Bergen-Belsen maar gelukkig is hij teruggekomen." Vele herinneringen heeft Ank van Rijn. De hele koude winters in de oorlog, het luisteren naar Radio Oranje, de tarweboterhammen van Sijtje Waaiboer, voedseldrop- pings en zwaaien naar de piloten die de droppings uit voerden. En last but not least het gekookte eitje! "Er werd me aan het eind van de oorlog gevraagd wat ik voor mijn verjaardag wilde hebben. Ik zei tegen mijn moeder: "Ik wil zo graag weer een eitje proeven." En dat eitje kreeg ik voor mijn verjaardag, wat was dat smullen." "Met vriendinnetjes droomden we wel eens over weer alles te kunnen eten. Op een dag vroegen wij ons af: "Weet jij nog hoe een sinaasappel smaakt?" "Tijdens de bevrijding werd er alleen maar gefeest. Met een vriendinnetje uit Bergen ging ik eten bij de Canadezen die hun kamp hier hadden opgezet. Het klinkt gek maar ik had de tijd niet willen missen. Ik heb geleerd met weinig tevreden te zijn en ik heb eigenlijk niet echt nare dingen meegemaakt."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Uitkijkpost : nieuwsblad voor Heiloo e.o. | 2020 | | pagina 26