LP
W'
1
1
tocht van 1985. Die was magisch, de
vorige was 22 jaar geleden. Ik kan de
hele dag nog naspelen. Het begon in
de ochtend al met dooi. Bij miezerre-
gen, temperatuur boven nul, stond ik
om 9 uur aan de start.
Om 6 uur was ik in Franeker, het be
gin van ‘de hel van het noorden’. Het
was inmiddels pikkedonker, nog 70
km te gaan. Onderweg waren inmid
dels alle bruggen afgesloten, vanwe
ge de dooi. Je moest klunen, het talud
opklauteren en aan de andere kant
er weer af. Dat was een heel aparte
belevenis. Je hoefde je handen maar
uit te steken en je werd van hand tot
hand doorgegeven door vrijwilligers.
Ik merkte op dat het allemaal vrou
wen waren. Ja, onze mannen rijden
allemaal mee en wij willen zoveel
mogelijk mensen naar de finish hel
pen. Weer het ijs op, de duisternis
in, je ging het krassende geluid van
anderen achterna want je kon niets
zien. Ik ben wel 50 keer onderuit
gegaan, buikschuivers door plassen
dooiwater van 5 cm. De solidariteit
onderling was enorm. Viel er iemand
dan waren er altijd wel een paar an
deren die stopten om te kijken of het
wel goed met je ging.
Dan eindelijk Dokkum, het keerpunt
in de route. Je komt de haven bin
nenrijden, omzoomd door duizen
den toeschouwers, die ook de groot-
In 1986 was het een makkie, mooi ijs,
strakblauwe vrieslucht, ik ben on
derweg regelmatig gestopt om een
dansje te maken bij de talloze blaas
kapellen.
De laatste is nu alweer 25 jaar ge
leden, op 4 januari 1997. Of hij ooit
weer komt, wordt mij vaak gevraagd.
De enige zekerheid die ik heb is dat
hij elke dag weer een dag dichterbij
komt.
ste krabbelaars toejuichen als in een
Romeinse arena.
Het kan nu niet meer stuk, opgeven
is geen optie. Nog 20 km naar de
Bonkevaart. Ik was om 23.00 binnen,
ruim voor sluitingstijd middernacht.
worden heeft zo zijn voordelen. Ik ga
dan een fotoreportage maken, en zie
wel hoever ik kom.
Je moet altijd klaar zijn voor de start,
de tas met spullen staat klaar, inclu
sief een pot watervrije vaseline om je
gezicht in te smeren en een zeem
leren lap voor het klokkenspel. Ook
de camera ligt klaar. Het enige wat
ik nog moet kopen is een extra accu,
want het zal koud zijn.
“Het begon voor mij in 1963, ijs
vrij van de lagere school. De tocht
kijken op televisie onder de eetta
fel bij meester Kuiper. Ene Reinier
Paping uit Ommen wint de twaalf
de heroïsche tocht. Daar ‘s zomers
in een vakantiehuisje het Elfste
denvirus te pakken gekregen. Zo’n
Elfstedenkruisje wilde ik ook eens
binnenhalen.
Met zijwind na Hindeloopen, probe
ren in een waaier te schaatsen. Recht
achter elkaar kan ook, als ieder maar
in hetzelfde tempo doorschaatst. Dat
lukte mij een tijdje, achter alleen een
Friese boer op laarzen en doorlopers.
In Witmarsum word ik aangemoe-
digd door supporters van de Limmer
IJsclub. Vanaf Harlingen naar het
oosten is windkracht zeven voor het
eerst echt flink tegen. Bij aankomst
in Franeker om 15.30 uur is 130 km
afgelegd. Het is daar groot feest. Even
bijkomen, een half uur sfeer proeven
en bijtanken. Gauw doorgaan, het is
nog licht. Eén oog is wazig. Bevro
ren? Nee, droge ogen. Bij een EH-
BO-post haal ik mijn lenzen eruit.
Ik zet mijn bril op. Die beslaat af en
toe en hindert mijn voortgang. Nu
kan ik geen scheuren meer zien. Val
partij onder een lage brug. Vergeten
dat ik een rugtas droeg. De concen
tratie is verslapt. De keien kunnen
er nu wel uit. Tegen de wind schaats
je vanzelf achterop. Het is aarde
donker, doodstil en de storm straf
tegen.
Op het wisselpunt in Bartlehiem een
kwartiertje meedeinen met de mas
sa. De Dokkumer Ee barst van de
scheuren in lengterichting. Er ligt
ook sneeuw. Veel verlichting. Bouw
lampen zijn verblindend. Heb nog
genoeg tijd. Doe rustig aan, maar val
regelmatig en krijg andere schaat
sers over mee heen. In Birdaard een
interview met Radio Friesland en een
foto voor de krant. Ook Dokkum is
hel verlicht. De gezelligheid vergoedt
veel. Uurtje bijkomen en eten. Snert
als ondergrond voor straks om het
volbrengen van de tocht te vieren.
Terug uit Dokkum vóór de wind. Met
slappe poten proberen de controle te
bewaren. Weer die rotlampen langs
het ijs. Helikopters schijnen bij. Een
apocalyptisch effect. Op het ijs en
het weiland liggen sneeuwduinen.
Je ziet geen verschil. Volop valpar
tijen. Ik val in de sneeuw en duik een
paar keer in het riet. Eindelijk weer in
Bartlehiem en met de wind weer van
opzij naar Oentsjerk.
Na nog een geheime controle (de
derde) rechtsaf de Bonkevaart op.
Met mijn schaatshoezen scherm ik
mijn ogen af tegen de tv-lampen. Ik
recht mijn rug en kan bijna niet rem
men voor mijn laatste stempel. Het is
21.30 uur. Moe maar voldaan. Dank
zij de vele vrijwilligers. Kruisje kreeg
ik via de post. Zaterdagavond ge
vierd in de kroegen van Leeuwarden.
De volgende dag op tijd terug voor
de kerk en maandag weer te werk.
Missie volbracht na tien jaar trainen
bij de Limmer IJsclub en dankzij de
stenentruc!
Ik ben nog steeds lid van de Vereni
ging De Friesche Elfsteden. Die is
op het onverwachte voorbereid. Er
liggen dikke draaiboeken klaar en
verspreid over heel Friesland liggen
in magazijnen alle noodzakelijke
spullen opgeslagen. Die worden op
het moment van ‘it giet oan’ uit de
kast getrokken om binnen 36 uur
van start te kunnen gaan. Of ik weer
meedoe? Jazeker, want die verslaving
gaat nooit meer over. Alleen 200 km
zit er niet meer in. Ik heb al een plan
B bedacht. Mijn starttijd is inmiddels
naar 6 uur in de ochtend gegaan. Dat
gaat volgens anciënniteit dus ouder
Begin 1997 opende Kroes het nieuwe
jaar met: “It giet oan!” Prachtig na
tuurijs tijdens het kerstreces ervoor.
Zo’n 200 km aan tochten gedaan.
Vlug nog even door West-Friesland,
een tocht van 75 km. Geen tijd voor
nieuwe schaatsen. De overnachting
in Leeuwarden was snel geregeld,
15 min. lopen van de Frieslandhal. ‘s
Avonds alles klaarleggen en na wat
neuten Berenburg vroeg proberen
te slapen. Om 05.30 uur eruit voor
de start op tv. Ik moest om 07.30 uur
gaan voor de 200 km. Met minder
kleren aan en minder kleren mee dan
in 1985, ga ik samen met Aad Hoetjes
op stap. Proberen zuinig te rijden
en minder te zweten. Achter op de
schaatsen zitten. Voor de wind ga je
makkelijk over op de punten. Mijn
truc was: een tasje met kasseien on
der mijn kont. Zwaartepunt achter
op. Vanaf de Zwette richting Sneek
veel rechtopstaand voor de wind mee
gaan. Dat schiet op. Gelukkig waren
de scheuren in het ijs hier overdwars.
Ij
r
i]
J
f
UITKIJKPOST 12 JANUARI 2022
9
i
[I
De stempelkaart - Jaap Sombroek
onder'de kont'-
Mijn stempelkaart uit 1997. -
Ton Thomassen
Jaap Sombroek - De truc van de
Elfstedentocht 1997
Een tasje met kasseien
Jaap Sombroek
i*r
51MTV-
FKilM
I'm
ih-n
lAWtV
moment niet door.
,oet houden. Foto: Ton Thomassen
5WtL
UWT
was de 16e tocht dichtbij, maar die ging op het laatste
.eds levend mc-
de Volkskrant uit 2012. Toen
je de hoop op een volgende tocht ste
DetocïTisvolbracht, links Jaap, rechts Aad Hoetjes. - Jaap Sombroek
Een mooie foto van
Het illustreert maar weer dat je
-weg op natuurijs. Dat deed ik vaak. - Ton Thomassen
r-
lil
ih
i >i
Kt
-ii 'i -ViT
a- -