't VLIEGEND BLAADJE.
Algemeen® Nieuws-
en Advertentiebode
VOOR DEN HELDER EN OMSTREKEN.
Oplaag 4000 Ex. Prijs 1 Cent.
Miai SctomMneclit.
Twee SchoenMersjonpns
No. 175.
Woensdag 21 October 1874.
Tweede Jaargang.
Advertentiën van 1—5 regels 25 Cent. Elke regel meer 5 Cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën.
LEERLINGEN
zindelijke Dienstbode.
fatsoenlijk Meisje,
zindelijke Dienstbode,
Verschijnt
DINSDAG en VRIJDAG.
Uitgevers
BERKHOUT Co.
Abonnement per drie maanden 30 Ct., buiten deze gemeente, franco per post, 50 Ct.
Vertrekdagen der Mails.
Naar Oost-Indië:
Via Brindisi 22 Oct. 's avonds 6.55.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER20 Oct. 1874.
Naar wij vernemen zal binnen
eenige dagen alhier op plechtige wijze
de uitreiking der ridderorden plaats
hebben aan de officieren en manschap
pen der zeemacht, die zich wegens
betoonde moed gedurende de le en
2e expeditie tegen Atchin die onder
scheiding hebben waardig 'gemaakt.
Deze plechtigheid zal worden bijge
woond door de ridders der Millitaire
Willemsorde in deze gemeente en zal
worden opgeluisterd door het houden
eener groote parade.
Maandag jl. hebben met goed
gevolg examen in de gymnastiek af
gelegd de heeren H. W. Disper,
hulponderwijzer alhier en J. Veenman.
Het gezelschap Ernst en Scherts
zal Donderdagavond een eerste Bui
tengewone vergadering in dit seizoen
houden. Bij die gelegenheid zal wor
den opgevoerd het drama Joan Wou-
tersz., door H. J. Schimmel.
Zondagavond zal de Burgerkring
Harmonie eveneens hare Tooneelma-
tige voordrachten beginnen, met de
opvoering van het Tooneelspel Zoo
werd hij rijk, door A. Ruisch. Van
het werkend personeel van beide gezel
schappen mag men verwachten, dat
zij ook dit winterseizoen hunnen leden
menigen genoegelijken avond zullen
verschaffen.
Aan den ingenieur der le kl.
bij de Marine J. W. Calten, is met
ingang van den ln November a. s.
de personeele rang van hoofdingenieur
verleend, buiten bezwaar van 's Rijks
schatkist.
Het stoomschip Prins van
Oranje," kapt. T. J. Aukes, van Ba
tavia naar hier, arriveerde 17 dezer
's morgens 8 uur te Aden en zou
van daar denzelfden dag vertrekken.
Het stoomschip Prinses Amalia,"
kapt. E. W. Fabritius, van Batavia
naar hier, arriveerde 17 dezer 's avonds
te Napels voor het ontschepen van
passagiers en zou den morgen van
den 18n vertrekken.
Het stoomschip »Conrad," kapt. J.
de Ridder, passeerde 17 dezer 's mor
gens Gibraltar.
Omtrent den brand in een party
hars te Rotterdam, wordt gemeld, dat
400 a 500 vaatjes zijn vernield. De
hitte was zoo hevig, dat men er dik
wijls niet dicht genoeg bij kon komen
om te blusschen. Twee spuiten moes
ten door de bedienende manschappen
verlaten wordeneen daarvan is door
het vuur vernieldde andere bleef
ongeschonden.
Volgens telegram van Batavia,
is het schip »Susanna Johanna," be
laden met steenkolen voor Atchin, op
38° ZB. en 2° WL. verbrand. Kapitein
en equipage zijn te Anjer aangekomen.
In het Engelsche kanaal kwamen
twee ijzeren schepen, naar Australië
bestemd, met elkander in aanvaring.
De Kingsbridge, van 1496 ton, is 3
minuten na het ongeval gezonken.
De kapitein, zijne vrouw en 19jarige
dochter, benevens acht man der equi
page, zijn in de diepte verdwenen
twintig personen redden zich op het
andere schip, de »Candahar," dat bo
ven water bleef, omdat het schip in
vier waterdichte compartimenten was
verdeeld.
Men telegrafeert uit Londen van
Zondag. Een groote fabriek van
spoorwegrails te Sheffield heeft eenigen
honderden werklieden gedaan gegeven,
omdat de concurrentie met het vaste
land niet meer vol te houden is.
In het Quartier Latin te Parijs
zijn twee koffiehuizen door de politie
gesloten, omdat daar meisjes den dienst
van kellners deden.
Voor de houders van aandeelen
in premie-leen in gen is het zeker niet
onbelangrijk te vernemen,'wat onlangs
met een lot in de stedelijke leening
van Brussel voorviel. De prijs vau
fr. 100.000 was er op gevallen, doch
de houder had verzuimd de laatste
storting op zijn aandeel te voldoen,
zoodat zijn nommer eigenlijk niet
mede mocht loten. Het Gemeente
bestuur heeft uitgemaakt, dat de hou
der zijn recht verloren had en dat de
som toekwam aan het syndicaat van
bankiers. Te gelijker tijd echter heeft
het hun aangeraden zich in deze niet
te streng aan de letter der bepaling
te houden en aan den houder den
prijs te betalen.
Een zonderling voorval had de
zer dagen plaats in een der rijtuigen
van de Tramway te Brussel. Een
der dames-passagiers begon eensklaps
hevig te gillen en gaf allerlei teeke-
nen van vreeeolijke angst. Oogen-
blikkelijk liet men haar uitstijgen en
in de wachtkamer overbrengen. Een
andere dame, die mede was uitgeste
gen om hulp te bieden, nadert, maar
geeft op haar beurt een gil en valt
in zwijm. Eindelijk ontdekte men,
dat een gestreepte slang (striped) om
de chignon der dame was gerold.
Men heeft het beest gedood, maar
tot dusver niet ontdekt, hoe het in
den waggon is gekomen.
Zekere Odiot, een knecht die
te Cambrezé te huis behoorde, kreeg
met den herbergier te Chate-Gonthier
twist onder het kaartspelen en ontstak
daarbij in zoo hevige woede, dat hij zijn
tegenpartij, Divay genaamd, op den
grond wierp, hem de keel toekneep en
zijn hoofd op de steenen verbrijzelde.
Ook de vrouw, die haar man te hulp
wilde komen, wierp hij neder eu ging
toen op de vlucht. Spoedig werd hij
in een andere herberg gearresteerd.
Te Saint-Maurice (Isère) heeft
een jongmensch, die verslaafd was
aan den drank, in een vlaag van
dronkenschap zijn vader en zijn moe
der vermoord.
Mgr. Theodoli, kamerheer van
den Paus, is door de roover3, die hem
hadden gevangen genomen, weer in
vrijheid gesteldechter niet dan
nadat hij de geëischte 50.000 francs
had betaald.
De »New-York Tribune" van
29 September verhaalt een wonder
lijke geschiedenis. Een jongen stal
uit een openstaande brandkast in een
kantoor, waar hij een boodschap deed,
een grooten bundel Amerikaansche
»Five-twenty obligatiën van 1000
dollars. De politie kwam den dief
eindelijk op het spoor en deed huis
zoeking in het armoedig zolderka
mertje, waar hij woonde. De inspecteur
van politie zag aldaar het kostbaarste
behangsel, dat hij ooit aanschouwde.
Al de vermiste obligatiën waren keu
rig netjes geplakt tegen den witten
muur. Met veel moeite werden de
obligatiën, met een dikke laag pleister
er aan vast, van den muur af gekre
gen. De jongen werd in hechtenis
genomen en gestraft, doch zoo men
onwetendheid beloonde als eerlijkheid,
had hij een schitterende belooning
verdiend. Hij had ze enkel gestolen
ter wille van de prentjes.
Eenigen tijd geleden waren drie
Spanjaarden op den straatweg nabij
het dorp Conilhac bezig met het stuk
slaan van keien. Een hunner, zekere
Villars, bijgenaamd »de roode muts,"
die daar pas voor een paar dagen
aan het werk was, had de onvoor
zichtigheid by het koopen van brood
zijn portemonnaie aan zijn makkers te
laten zien, waarin een paar biljetten
van 20 francs waren.
Terstond vatten dezen het plan op
zich van dat geld meester te maken,
zonder zelfs terug te schrikken voor
het denkbeeld aan een misdaad, waar
door hun slachtoffer uit den wegmoest
worden geruimd. Zij noodigden hem
dus na afloop van hun dagwerk uit
om met hen mee te gaan naar een
molen in de nabijheid, waar zy het
een en ander moesten koopen. Het
begon reeds donker te worden, toen,
by het omslaan vaq een hoek, de ont
werper van het moordplan, Carrera,
hem met een zwaren hamer zoo he
vig op het hoofd sloeg, dat hij bloe
dend en met gespleten schedel neer
viel.
Niet tevreden hun slachtoffer zoo
verminkt te hebben, werd het werk
der moordenaars hier niet gestaakt,
maar bleven zij het lijk van den on
gelukkige met een ongelooflijke wreed
aardigheid mishandelen. Carrera
stootte hem een mes in den hals en
het blijkt, dat ook zijn makker, Es-
piès, hem verscheidene wonden heeft
toegebracht; de geneeskundigen, met
het onderzoek belast, hebben althans
verklaard, dat het lichaam met groote
en diepe wonden overdekt was, en
dat inzonderheid het hoofd geheel
onkenbaar was gemaakt; waarschijn
lijk hadden de woestelingen gehoopt,
op die wijze de justitie op een
dwaalspoor te leiden.
Zij waren echter spoedig gevat en
tot bekentenis gebracht. Espiès be
weerde, dat hij alleen op last van
Carrera en onder den invloed der
vrees, die hij voor dezen gevoelde, ge
handeld had. Hij trachtte dus alle
schuld op dezen te werpen.
Na den eisch en de verdediging
gehoord te hebben, gaf de jury een
toestemmend antwoord op alle vragen,
met aanneming van verzachtende
omstandigheden, alleen voor Espiès.
Daarop werd Carrera ter dood, Es
piès tot levenslangen dwangarbeid
veroordeeld.
Lieve zoon! Wees duizendmaal gegroet;
kom echter maar liever weer naar huis, want
in Weenen kunt gij toch niet veel verdienen,
zoo schreef onlangs eon bewoner van het plaatsje
Mirkow, in Bohemen, aan zijn zoon, die in Weenen
werk was gaan zoeken. Deze liet het zich geen
tweemaal zeggen eu was spoedig op weg naar
zijne geboorteplaats. Op een paar uren afstands
rustte hij uit in een dorp en gebruikte eenige
versterking in de herberg, 't Was er onwille
keurig laat geworden; reeds was de nacht aan
gebroken, toen hij zijn dorp bereikte. Om zijne
familie niet in den slaap te storen cu tevens
nan niemand zyne tegenwoordigheid te verraden,
liep hij naar dc hoeve van zijn voormaligen
meester en zocht een plaatsje iD de hem wel-
bekcude hooischelf, waar hij spoedig insliep.
Zijn ontwaken was vreeselijk. Het dak boven
zijn hoofd en de kleederen die hij droeg, stonden
in volle vlam. Als wanhopig snelde hij naar
de naastbijzijnde bron en sprong er in om zoo
de vlammen aan zijn lichaam te blusschen. Ofschoon
de bron diep was, ondervond hij geen letsel van
zijn sprong. Toen hij weder tot bezinning kwam,
trachtte hij met groote moeite, met behulp van
dc voegen in de muren, omhoog te klimmen.
Een vrouw in de nabijheid zag hem en riep
omniddelijk uit:
„Daar is de schurk, de brandstichter; hij heeft
zich in dc bron verscholen!"
Woedend stortten eenige personen, die juist
met blusschen bezig waren, op den schijnbaren
misdadiger en stieten hem met hooivorken en
vuurhnken in de put terug. Onder een hevigen
gil stortte de ongelukkige in de diepte; daarop
werd het doodstil.
Er werd een ladder gehaald en een van degenen,
die het meest tegen den ongelukkige geijverd
hadden, daalde in de bron ueer, greep het lichaam
bij de haren, bond hem onder verwenschingen
een strop om den hals, waaraan deze vervolgens
opgotrokkon werd.
Nadat de brand gebluscht was, keerde men
tot den brandstichter terug, om te zien wie en
wat hij was. Hij die bij de bron zich het ijve
rigst geweerd had en het lichaam aan den strop
omhoog getrokken had, was ook thans de nieuws
gierigste. Hij haastte zich om bij het lijk te
komen en gaf een gil van ontzetting. Hij
zag het door smart verwrongen gelaat van zijn
eigen zoon!
HELDERSCHE MOPPEN.
DE DAGELIJKSCHE VECHTPARTIJ.
Een man, die zijn vrouw alle dagen sloeg, had
eens gasten. Toen zij aan tafel zouden gaan,
vroeg de vrouw haar man: „Hoe is het van
daag, gebeurt het vóór of na het eten?" De man
sehaamde zich en vergreep zich nooit weêr aan
zijn vrouw.
HET TWISTENDE ECHTPAAR.
Een predikant deed een echtpaar, waar de
wittebroodsweken reeds lang voorbij waren, op
merken, hoe verkeerd zij deden met steeds te
twistendaar man en vrouw één moesten zijn.
„Ach!" antwoordde de man, „heer predikant,
als gij maar eens nu en dan voorbij ons huis
gingt en luisterdet, dan zoudt ge zeker denken,
dat wij met ons twintigen waren."
Een schoolopziener, die voor bijna iederen aan
vangsklinker van een woord een h voegt, was
onlangs bjj een examen. Een jongen had
„Weennen". geschreven; de schoolopziener vroeg:
„Weet gij niet, dat in Weenen maar één hen
is „Dan worden er ook zeker niet veel eieren
gelegd, mijnheer 1" antwoordde de knaap.
Brief van Flok aan Flik.
Beste Flik, 'k voel mij gedrongen
Eens te schrijven, kameraad!
'k Ben nieuwsgierig, oude jongen,
Hoe het toeh wel met je gaat.
'k Heb n reeds in vele weken
Niet gesproken of gezien,
En daarom lang uitgekeken,
Of go eens schrijven zoudt misschien;
Maar 't was vrucht'loos, al mijn wachten,
Want de post bracht mij geen zier,
En gij hebt, naar mijn gedachten.
Vast gebrek aan postpapier.
Als dat waar is, beste Flikje,
Kom, beken het dan maar gaaf,
En 'k zend in een oogenblikje
U een riem per telegraaf.
Flik! de reden van mijn schrijven,
Is om u te melden, maat,
Dat m' een ziekte thuis doet blijven.
Flik, weet gij daarvoor geen raad?
'k Heb van alles ingenomen:
Malz-Extract, ja, half d' ap'theok
Is reeds in mijn maag gekomen.
Maar dat alles helpt geen steek!
Vriendlief! geef mij toch een raadje.
Als het baat, geloof mij, vent,
'k Maak uw naam in 't Vliegend Blaadje,
Dankbaar dan alom bekend.
'k Moet u echter eerst nog zeggen,
Waarvan 'k ziek werd, oude maat!
Maar 't geen ik u bloot zal leggeu,
Maak daarvan volstrekt geen praat,
'k Heb dan, vriendlief, moet ge weten,
Nu de vleeschpvijs is gedaald,
Enkel door het biefstuk eten".
Mij si 't leed op 't lijf gehaald.
Ja, gij klaagdet eenmaal, maatje,
Over 't vleesch, en op die klacht,
Die men las in 't Vliegend Blaadje,
Is de prijs teruggebracht.
Maar nog zijn uw idealen
Niet bereikt in cénen stond.
Men deed nog den prijs niet dalen
Tot een kwartje voor een pond.
Och, pardon! 'k heb mij verschreven,
Ik bedoel: half kilogram,
't Vlecsch werd nog niet weggegeven.
Toen 'k laatst bij den slager kwam.
Neen, mijn Flikje! neen mijn waarde,
Weet, de kleine burgerman
En de werklui dezer aarde,
Blijven er nog nuchter van.
Flik, wanneer gij raad mocht weten,
Meld mij dien dan toch terstond,
'k Ben zoo suf ter neergezeten
En ik was zoo graag gezond.
'k Blijf verlangend antwoord waehteu,
Maar 'k moet sluiten, want de klok
Wijst reeds op kwartier voor achten.
Wees gegroet vnn
Uw Vriend,
FLOK.
Burgerlijke Stand
Gemeente Helder.
Opgave van 16 20 Oct. 1874.
ONDERTROUWD: J. W. Groeneijk, officier
van anministratie bij do Mariue en C. de Winter.
GEHUWD: Gecne.
BEVALLENH. Krijnen geb. Grciner, D.
M. Joosten gcb. Bijl, D. M. Wilner geb. Kuiper,
Z. A. E. Hubrcgtscn geb. dc Vos, Z. F.
Jacobsz geb. Leen, D. J. Sluisman geb. de
Lange, Z. E. Seholten geb. Mak, D. M.
van der Sluijs gcb. Fransen, D. L. Boogaard
geb. Harder D. M. Rab geb. Kweldam, D.
M. J. Hellcaers geb. van Elburg, D.
OVERLEDEN: W. Bakker, 2 j. en 8 m.
C. do Man Trotz, 15 j. en 11 m. M. Spoor, 2 m.
Bevallen van een welgeschapen
Dochter, M. RAB, geb. Kweldam.
Nieuwediep, 18 October 1874.
Bevallen van een DochterM. J.
HELLEGERS—van Elburg.
,17 October 1874.
Bevallen van een welgeschapen Zoon,
MARIA CLAZINA REI NH ART
geb. Straghoüw.
Helder, 20 October 1874.
Algemeene kennisgeving.
Heden ontvingen wij bet treurig
bericht, dat onze geliefde Echtge
noot, Zoon en Broeder, C. 't HART,
aan boord van bet schip Nederland
en Oranje, den 14 April jl. zijn dood
in de golven gevonden beeft. Zwaar
treft ons allen dit verlies, doch wij
hopen in Gods alwijs bestuur te
berusten.
Helder18 October 1874.
Wed. C. 't HART,
geb. Schraa.
C. 't HART, Vader.
G. KENNIPHAAS, Moeder.
G. 't HART, R
D. 't HART, I Broeders-
Allen die iets ver
schuldigd zijn aan den
Heer S. W. STOO-
K E R, te Helderworden bij deze
beleefdelijk verzocht daarvan BETA
LING te doen ten kantore van den
Heer W. APPEL Jr., Makelaar, aan
de Kerkgracht, No. 346, te Helder
met de liquidatie van den boedel belast.
Wordt gevraagd: een
FATSOENLIJKE
"WEIRIKISTIEDB.
Adres Spoorstraat P. 382.
Er wordt gevraagd: een
Adres Jb. RAB Jr. Burg op Texel.
worden gevraagd, bij
J. H. KATER, Hoofdgracht.
Bij Mej. de Wed. RAN,
in de Hoogstraat, kunnen eenige
geplaatst worden, die in hét Naaisters
vak wenscben opgeleid te worden.
Juffrouw HARMS,
Spoorstraat, vraagt eene
Loon f 1.50 per week.
Men verlangt: een
om in een nette zaak werkzaam te zijn,
waar ook huiswerk verricht moet
worden.
Informatiën met brieven, onder lett.
M. N.bij BERKHOUT Co.
Tegen primo of lialf
November,
wordt verlangd een flinke
niet beneden 25 jaar, kunnende ko
ken en met de wascb omgaan.
Loon f70 tot f80.
Adres in persoon of met franco
Brieven, onder letter K.bij den
Boekhandel. J. H. MOOJEN, a/d.
Burg op Texel.