't VLIEGEND BLAADJE.
Algemeen» Nieuws-
en Advertentiebode
VOOR DEN HELDER EN OMSTREKEN.
Oplaag 4000 Ex. Prijs 1 Cent.
Woensdag 21 April 1875.
Derde Jaargang.
Advertentiën van 15 regels 25 Cent. Elke regel meer 5 Cent. Groote letters naar plaatsruimte.
I afgespeeld; aan het einde van eerst
genoemd stuk viel den leden dan
ook een luid applaus ten deel.
BAKERS-AVONDMIJMERING.
Advertentiën.
50-Jarip Mtvraipii
i\o. 227.
Verschijnt
DINSDAG en VRIJDAG.
Uitgevers
BERKHOUT Co.
Abonnement per drie maanden 30 Ct., buiten deze gemeente, franco per post, 50 Ct.
Vertrekdagen der Mails.
Naar Oost-Indië
Eiken Donderdag, 's avonds 6.50.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 20 April 1875.
Zaterdagmiddag geraakte een
knaapje in het Heldersche kanaal;
de heer A. B. Weber, daar juist
passeerende, begaf zich op het nood
geschrei oogenblikkelijk te water en
mocht het geluk smaken een men-
schenleven te behouden.
De werkende .leden van den
burgerkring Harmonie" gaven Zon
dagavond jl. in Tivoli, tegen matig ge
stelde entree, een tooneelvoorstelling.
Even als de voorstellingen voor liefda
dige doeleinden, werd ook deze door
een vrij talrijk publiek bijgewoond.
De opgevoerde stukken: »De Rij
zweep," tooneelspel in 9 tafereelen,
en »Een Huwelijk door een duel,"
blijspel in 1 bedrijf, werden flink
De minister van marine brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat
bij de marine kunnen geplaatst wor
den 6 serg -schrijvers. Aan die be
trekking is boven het genot der ge
wone scheepsvoeding, een maande-
lijksche soldij van f 30 verbonden, en
bij het tot stand komen der verbin
tenis voor 5 jaren, geniet de belang-
hebberfde een voorschot van 3 maan
den soldij.
Onder de Indische berichten
leest inen: De fuselier Roghair, de
te Atchin blindgeschotene, is den 10
Maart met de Prins Hendrik" naar
Nederland vertrokken. DeheerBrond-
geest, secretaris van het commité van
het Roode Kruis, heeft dien blinde
bij zijn vertrek een wissel ad f200
ter hand gesteld, om bij aankomst
in Nederland onmiddelijk geholpen
te zijn. Voor dezen fuselier is in
Indië veel geld bijeengebracht, waar
door men heeft getoond veel over te
hebben voor lieden, die, voor het
vaderland strijdende, ongelukkig zijn
geworden.
Het bericht, dat onlangs de
ronde deed in de couranten, als zou
de werving voor het Indische leger
slechte resultaten opleveren, is wel
eenigszins overdreven,, aangezien op
het oogenblik, naar men ons meldt,
te Harderwijk ongeveer 300 man op
vertrek wachten en dagelijks nieuwe
personen worden aangenomen. (H.)
Onze visschers klagen zeer ovel
den verregaanden moedwil, dien zij
bij de uitoefening van hun bedrijf,
van de Engelsche visschers te verduren
hebben. Deze ruwe lieden vergenoe
gen zich niet alleen met hunne groote,
goed bemande loggers, door de uit
staande netten van onze visschers
heen te varen, of ze, zoo die hen
hinderen, door te snijden, maar ze
zijn zelfs brutaal genoeg de visch-
schuiten te enteren en doorgaans
vergezeld van zeer groote honden,
aan boord te komen, om zich meester
te maken van wat hun aanstaat. Onze
visschers zijn met hunne kleine botters
en zwakkere bemanning niet tegen
hen opgewassen en maken zich, by
de nadering van zulke Engelschen,
dadelijk uit de voeten, 't Wordt tijd,
dat paal en perk aan dien moedwil
gesteld worde. »N. v. d. D."
In den laatsten tijd werd te
Hilversum herhaaldelijk inbraak ge-
Eens plunderde men het
meubelmagazijn van den heer Frank
en nam daaruit een pendule, spiegels,
eüz. mede; driemalen brak men op
brutale wijze in bij tapijtfabrikanten,
nam daar op de behendigste manier
tapijten van het weefgetouw af, het
welk naar het zeggen van deskundigen
bijna niet dan door wevers van pro
fessie kon gedaan worden snuffelde
verder de fabriek nog eens door
eigende zich nog een paar rollen
ganglooper toe en vertrok weder, de
meest duidelijke sporen van inbraak
en diefstal, doch niet de minste van
indentiteit achterlatende. Eenig goed
was verkocht te 's Graveland en te
sesp, een tapijt werd niet ver van
de gemeente op den openbaren weg
rondende politie deed wat zij kon
zij stelde zich onmiddelijk in het bezit
van een en ander, dat door de belang
hebbenden als hun eigendom werd
erkend, doch daarbij bleef het ook
voorloopigde daders kon men niet
vinden. Natuurlijk rezen er on
middelijk vermoedens, en wel tegen
zekeren A. D.voor eenige jaren
juist bij diezelfde fabrikanten werk
zaam, die door zijne antecedenten
reeds een paar maal met de politie
en justitie had kennis gemaakt en
daardoor in de plaats een treurige
vermaardheid heeft. De politie deed
ml liet mogelijke, doch kou hem niet
op het spoor komen; thans is hij
echter te Amsterdam gearresteerd en
Vrijdagavond per spoor te Hilversum,
als vermoedelijke dader gevankelijk
binnengebracht. »Vad."
In het Brabantsch dorpje Stip
hout heeft men veel last van brand;
er werd zelfs een detachement ma
réchaussees heen gezonden,omdat men
vermoedde dat kwaadwilligheid in 't
spel was. Nauw was dit detache
ment vertrokken, of het huis van
Van Dijk werd met den geheelen
inboedel, vee, enz.in de asch ge
legd. Natuurlijk denkt men ook nu
weder aan moedwil.
In den Zuidlandschen polder
is een arbeidersvrouw van haar 24e
kind bevallen; de vrouw is 42 jaar
oud en 25 jaren gehuwd.
Te Lithoyen viel een stuk van
een muur, die opgemetseld werd,
omverde eigenaar, die naar het werk
stond te kijken, kreeg het brok op
zijn lichaam en werd zoo gekwetst,
dat hij kort daarna overleed. Een
ander persoon aldaar geraakte onder
een mestkar, waarvan de paarden
waren doorgegaan, en bleef bijna
oümiddelijk dood.
Sedert lang werden er op de
lijn van den Grand Central Beige
telkens vrachtgoederen op vrij groote
schaal ontvreemdmen kon de daders
niet ontdekken. Eindelijk is de po
litie er achter gekomen, dat het kwaad
aan het station Roozendaal schuilde.
Vijf sjouwerlieden zijn in arrest ge
nomen, een is naar België gevlucht
het was een georganiseerde bende.
De koninklijke Engelsche com
missie, die benoemd is om middelen
ter voorkoming van het in zee gaan
van onzeewaardige schepen te bera
men, heeft voorgesteld, gemeenschap
pelijk met andere landen een herzie
ning der wetgeving op dezeeassurantie
te beproeven. Het ministerie van
koophandel heeft het wenschelijk ge
acht, eerst de wetgeving der andere
landen over de punten, die twijfel of
moeielijkheden opleveren, te onder
zoeken en tot dit doel 24 vragen
opgesteld, die aan de vertegenwoor
digers van Engeland in Frankrijk,
Duitschland OostenrijkRusland
Zweden en Noorwegen, Nederland,
België, Italië en de Ver. Staten ge
zonden zullen worden, om die nauw
keurig te beantwoorden.
Uit Parijs meldt men de vol
gende ware gebeurtenis, waarvan een
slaperige maar eerlijke koetsier de
held is. Een reiziger stapte aan
een der spoorwegstations in een fiacre,
om zich naar een hotel te laten rij
den, waar hij kamers besteld had.
Onder weg bemerkte hij evenwel, dat
de koetsier in slaap was gedommeld.
Hij maakte hem wakker, maar dat
hielp slechts voor eenige oogenblikken,
want spoedig begon de man weer te
knikkebollen. De reiziger, die op
deze manier kans had tot in het on
eindige te rijden, stapte uit den
wagen en zette zijn tocht te voet;
voort. Het paard vervolgde zijn
sukkeldrafje. Twee uur later werd
de koetsier wakker np een boulevard
aan 't andere einde van Parijs. Hij
herinnerde zich zijn reiziger, opende
het portier, maar in plaats van den
man vond hij een portefeuille met
geldswaarde, die op de bank was
achtergelaten. De brave koetsier liep
bij 't aanbreken van den dag dade
lijk naar een polilie-bureau, waar
reeds aanvrage was gedaan' door den
reiziger, die deze djad van eerlijk
heid ruimschoots beloonde.
Woensdagochtend om halfne-
gen heeft te Parijs een jonge vrouw,
door gebrek tot wanhoop gebracht,
een poging gedaan om zich van 't
leven te berooven. Zij is naar de
brug de la Concorde gegaan, met
haar kind yaii tien maanden in den
arm en wierp zich van daar met haar
zuigeling in 't water. Men heeft
evenwel beiden nog levend opge-
vischt. In het politie-bureel ver
klaarde Marie Talbot, dat haar man
haar en hare vier kinderen verlaten
had en zij niet langer zoo kon leven.
Zij had, voegde zij er aan toe, die
zij 't liefste had, uitverkoren om met
haar te sterven.
't Baart in Petersburg niet
weinig opzien, dat dezer dagen een
der rijkste financiers, Oszschanikoff,
in hechtenis genomen is. Men brengt
dit feit in verband met het af branden
van den grooten meelmolen bij het
Warschauer station. In dien molen
was sinds drie dagen vóór den brand
geen mensch geweest, en toch bra
ken de vlammen aan alle hoeken te
gelijk uit. Het schijnt gebleken te
zijn dat in den molen groote hoeveel
heden bedorven meel opgehoopt wa
ren en dat de molen zeer hoog ver
zekerd was.
De aanhouding van zulk een rijk
en aanzienlijk man, het hoofd van
den graanhandel in Pefcersburg tot
dusver, heeft ter beurze een diepen
indruk gemaakt, vooral omdat de
rechtbank geweigerd heeft een waar
borg van zeven millioen aan te nemen,
welke de gearresteerde onmiddelijk
wilde uitbetalen. Ook de eerste be
diende van dat kantoor is gevat. Er
worden nog vele namen van verschil
lende aanzienlijke financiers genoemd
als bij deze zaak betrokken. Sommi
gen willen weten, dat het hier niet
het afbranden van een molen, maar
wel een reeks valschheden betreft.
Koning Yictor Emanuel heeft,
zooals men weet, ontzaglijk groote
snorbaardenvolgens de Parijsche
Figaro," ieder 50 centimeters lang.
Die snorbaarden zijn groote hinder
palen bij het eten en daarom heeft
Victor Emanuel, alweer volgens de
Figaro," zich voorgenomen aan of-
ficieele tafels niet meer te eten. Als
de koning een officieel diner heeft,
dan gebruikt hij zijn maaltijd vooraf.
Een bediende bindt hem dan een
zijden servet om den hals, waarvan
een gedeelte perpendiculair over de
snorbaarden tot bij de slapen van
het hoofd wordt gelegd, en een ander
deel de enorme kin baard bedekt. Na
den maaltijd begeeft de koning zich,
alsof er niets gebeurd was, aan den
officieelen disch, waar hij dan van
de spijzen niets gebruikt.
Zie zoo, liet werk is aan een kant
Mijn breikous neem ik nu ter hand;
De moeder en de kleine knaap,
Zijn beiden nu in diepen slaap.
De stand van baker is niet kwaad;
Maar, men moet weten hoe men praat.
Is men daarmede bij de hand,
Men brengt het ver in Nederland.
Ziat 't jeugdig kind het levenslicht,
Ik merk terstond aan zijn gezicht:
Het lijkt zijn pipa op een haar,
Hetgeen ik dan ook luid verklaar.
Is 't kind ook leelijk als een aap,
Ik zeg: „het is een fraaie knaap,
Of wel een meisje, wonder lijn.
Dat later een beauté zal zijn;
Want, prijs ik 't kind als knap en mooi,
Dan geeft papa een goede fooi.
Met fooien, 'k zeg het tot mijn spijt,
Ging 't beter toch in vroeger tijd.
De dames wisten beter toen,
Wat werd geëischt van. haar fatsoen.
Zoo'n kraamvrouw heeft het toch mnnr goed,
Krijgt lekkers vaak in overvloed:
Een berg van taartjes, chocolaad,
Ook groote taarten, malsch gebraad,
Verschc eieren, soezen en bouillon,
Zoo lekker men het wensehen kon.
Het kraam vertrek, naar mijn verstand,
Heeft veel weg van luilekkerland.
Wanneer het mensch slechts 't tiende at,
Zij dra een indigestie had.
'k Behoed haar voor die nare plaag,
Want 'k heb, goddank, een goede maag.
Al heeft mijnheer ook nog zoo 't land,
Twee uren zit ik voor de mand,
Wanneer ik aan het jeugdig wicht,
Met bakerzorg mijn werk verricht.
Val ik dan daarbij soms in slaap,
Dat hindert niet aan 't kleine schaap,
Want, schoon ik ook mijn oogen sloot,
Ik houd het stevig in mijn schoot.
Laatst vroeg mijnheer: „Die brandewijn,
Waar mag die toch gebleven zijn?
Ik denk, dat 't wasschen van zoo'n kind,
Toch niet een kan per week verslindt?"
Mijn antwoord klonk, door toorn ontgloeid,
,,'k Weet niet, waar zich mijnheer mee moeit
Van zulke dingen weet een man,
Hoe knap hij is, geen zier toch van!"
't Maakt ook wat nit, of na en dan,
Ik zelf een glaasje drink daarvan.
Maar 't mooiste oogenblik komt aan,
Wanneer meu zal ter kerke gaan.
'k Zit dan voor iedereen te kijk.
Terwijl 'k in volle staatsie prijk.
Het beste voor my komt weldra,
Op 't doopmaal, dat er volgt daarna.
Zijn al de gasten heengegaan,
Dan breekt voor mij het tijdstip aan,
Waarop door mij het lieve geld,
Dat ik ontving, wordt nageteld.
Dan is mijn werk hier afgedaan;
Tevreden kan ik huiswaarts gaan,
Maar eer ik ga, vraag ik beleefd
Uw gunst, als men mij noodig heeft.
Geruit J.
Burgerlijke Stand. Helder.
Van 16—20 April 1875.
ONDERTROUWD: J. J. Mol, banketbakker
en J. M. Wagenaar. J. B. de Broek, stoker
bij de marine en W. C. Grasser. J. M. den Hoed,
ziekenoppasser by de marine, weduwnaar van L.
van Lingen en D. Bontes, weduwe van L. H.
Schooneman.
GEHUWDGeenc.
BEVALLENT. Peters geb. Koudenburg, D.
D. Braaf geb. Schaap, D. C. Graaff geb.
Timmerman, Z. S. Govera geb. Smit Z. V.
Koning geb. van Wijngaarde, Z.
OVERLEDENC. Bakker geb. Smit, 62 j.
J. Visser, 10 m. A. Slumnn, 47 j. C. Wisse-
kerke, bijna 8 m.
287ste Staats-Loterij.
Prijzen van f 100 en daarboven.
5e Klasse. Ie Lijst.
No. 1376 f 1500. Nos. 5239 en
9785 elk f 1000. Nos. 321,11730,
13791 en 17123 elk f400. No.
162 f 200. Nos. 889,4221, 8012,
8449,8971 9422,9968,10502,12170,
14849, 15524, 17466 en 20397 elk
f 100.
van
WILLEM FREDERIK SLEE
CATHARINA van BOYENE.
Utrecht, 20 April 1875.
VAN
PIET VAN TONNINGEN
en
CATHARINA DENKER.
Nieuwediep, 20 April 1875.
Hunne dankbare Kinderen.
Getrouwd
J. F. MERCHIE
en
H. E. NEIJTS.
Antwerpen, 13 April 1875.
Algemeene kennisgeving.
HELDERSCHE MOPPEN.
DAT WAS RECHT BELEEFD.
Waren er onder de Vaderen kloeke mannen,
ook onder onze tijdgenooten ontbreken ze niet
geheel. Toen in het gevecht bij Hasselt (7 Ang.
1831) de flankeur Greve, hij de Noord-Hollandsche
schutterij, in die mate aan de rechterhand gewond
werd, dat de daim afgezet moest worden, stond
hij niet alleen de pijnlijke operatie kloekhartig
door, maar reikte den chirurgijn-majoor, die het
lid had afgezet, terstond na den afloop de linker
hand, met te zeggen„Ik dank je, heer majoor,
excuseer mijn linkerhand I"
BEZOEKEN EN TEGENBEZOEKEN.
Zeker iemand, die steeds gezond was, werd eens
ongesteld in een gemeente, waar hij zich op zijn
onden dag metterwoon had nedergezet, en liet
den plattelands-geneesheer, tevens artsenijmenger,
zooals daar doorgaans het geval is, roepen. De
zieke herstelde en ontving na nieuwjaar een re
kening wegens geleverde geneesmiddelen en afge
legde visites. „Zeg aan nw meester," sprak
hij tot den bediende, die hem de rekening over
handigde, „dat ik hem de medicijnen prompt zal
voldoen." En de visites?" „Daarvoor zal
ik even zoo veel contra-visites bij den docter
afleggen; zoo betalen wij elkander met gesloten
beurzen."
Voorspoedig bevallen van een wel
geschapen Zoon, S. GOYERS, geb.
Smit.
Helder, 17 April 1875.
Algemeene kennisgeving.
Voorspoedig bevallen van een wel
geschapen Zoon, V. KONING, geb.
van Wijngaarde.
Helder, 18 April 1875.
Bevallen van een
Zoon, C. TIMMERMAN, geliefde
echtgenoote van
K. GRAAFF.
Helder, 17 April 1875.
Heden ontving ik de droevige
tijding, dat mijn geliefde vriend G.
BLAAKMANS, Matroos le kl. bij de
Kon. Ned. Marine, oud 32 jaar en
5 maandenin den oorlog tegen
Atjeh, na eerst verschillende wonden
bekomen te hebbendoor de vijanden
is gevangen genomen en door ben
een smarielyken dood beeft onder
gaan.
Helder, 15 April 1875.
Zijne Vriendin,
J. C. NIEMAN.
Algemeene kennisgeving.
Mevr. LASTDRAGER,
Aukerpark,
■^',1 vraagt met 1 Mei of later
een zindelijke en bekwame
DIENSTBODEvan goede
getuigen voorzien.