t Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN.
IVo. 385.
Dinsdag 24 October 1876.
Vierde Jaargang.
AGENTEN
ra
VOOR DEN
Oplaag 4000 Exemplaren.
ES -Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden.j
k-INf-' Afzonderlijke nummers 1 Cent.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
te HELDER.
ADYERTENTIËN
Van 15 regels25 Centen, elke regel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
iht.!
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
voor dit Blad zijn de Heeren:
VAN OS, Boekh. te Schagerbrug
W. METS Tz.te Texel.
A. van HARTEVELT, Wieringen.
Bij wie Advertentiën en Abonne
menten worden aangenomen.
v.
Onophoudelijk ont-
MHB? vangen wij van een
aantal geabonneerden
Iklachten over te late bezorging van ons
■blad. Wij moeten hun echter doen op-
_Q_.imerken, datdoor het enorme aantal ge-
abonneerden, aan wie 't blad des namid
dags in onze uitgestrekte gemeente moet
Iworden bezorgdhet niet mogelijk is
allen even tijdig te bezorgen.
I Tevens verzoeken wij inzenders van
Advertentiën beleefdelijk deze zoo vroeg
tijdig mogelijkuiterlijk voor 10 uur,
i te willen inzenden ten einde voor een
\goede plaatsing te kunnen zorgen.
Uren van vertrek en aankomst der
Spoortreinen te Helder.
WINTERDIENST.
1 VERTREKAANKOMST
's morgens 6,20. 's morgens 9.47.
8.40.| 12.31.
*11.52. namidd. *3.29.
namidd. 1.55. 7.39.
6.30. 10.5S.
*Alleen Vrijd. en Zatcrd. *Alleen Vrijd. en Zaterd.
Vertrekdagen der Mails.
Naar Oost-lndië:
Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
7) DE "WILDDIEF.
De houtvester was in aangename stem
ming. Hij kwam in het dichte kreupclbosch,
dat het woud als in een gordel omsluit.
"Ha! dat doet mij goed," zeide hij,
met cenen diepen zucht. „Ik dacht te stik
ken, toen ik in mijne kamer zat. Ik en
Waldman aan de eene en Meta met rood-
jgekreten oogen aan de andere zijde der
tafel. Onnoozelheid der jeugdZoo ik
een meisje was, en mij werd de erf heer
jop ecu presenteerblad aangeboden ik
nam hem niet. En liever mocht mijne
Meta zich hare haarvlechten met wortel
en tak uittrekken. Ik hoop niet, dat mr.
lEruno mijn kind op een verkeerden weg
gevoerd heeft."
De houtvester bleef stilstaan. Daarop
bewoog hij driftig de hand.
NIEUWSTIJDINGEN
HELDER, 24 Oct. 1876.
Blijkens achterstaande anonce,
zal het eerste Winter-concert van het
muziekkorps der Artillerie-Sohutterjj,
Donderdagavond a. s. in Musis
Sacrum plaats vinden. Behalve onze
plaatsgenooten de heeren J. en M.
zal ook de heere E. (plaatselijk
muziekmeester) dien avond als solist
(viool) optreden. Een en ander be
looft een flink concert te zullen
De vereenigde Amsterdamsche
Artisten gaven jl. Zondagavond hunne
tweede voorstelling in »Tivoli" al
hier. De gunstige indruk, welke dit
gezelschap by zijn eerste optreden
heeft achtergelaten, is door de voor
stelling van Zondag jl. met de op
voering van .,Robert en Bertram,"
niet verminderd, maar integendeel
nog versterkt, en wij vertrouwen, dat
dit gezelschap bij zijn verder optreden
zal ondervinden, dat Helders publiek
goed tooneelspel steeds weet te waar-
deeren.
Per Rijnspoor is uitdekanon-
nenfabriek van Krupp te Essen te
's Hage aangebracht een aanzienlijke
hoeveelheid artillerie-materiëel voor
de marine, bestaande uit projectielen
en affuiten, bestemd om naar Nieu-
wediep te worden vervoerd, ter be
wapening onzer schepen.
„GekheidHoe kan ik nog daarover
denken. Meta is niets meer dan een kind.
En bovendien is het tTrina, de dochter
van den langen Meijer, op wicn de erf heer
zijn oog heeft laten vallen."
Waldman ging in het kreupelhout lang
zaam vooruit.
Plotseliug veranderde het dier zijn
loggen gang en hief den kop op. Hij
liet een geluid hooren, gelijk aan een
onderdrukt geknor.
De houtvester stond stil, luisterde cn
tuurde.
Daar zag hij een licht dicht bij zich,
geen vijf schreden ver, en de slag van
ecu geweerschot weergalmde door het
bosch, om eerst na eenigc seconden weg
te sterven.
„Verduiveld! Dien heb ik!" riep de
houtvester en sprong in het bosch.
Een oogenblik daarna kwam hij op de
opeue plaats, waar hij kort te- voren ge
staan had, en hield met zijn ijzeren vuist
een langen man bij de kraag, die te ver
Men schrijft ons aan de »L. Cfc."
Er is een tijd geweest, dat uitslui
tend flink gebouwde, statig met drie
stukken geschut bewapende hoekers,
op de haringvisscherij uitgingen.
En is er een tijd gekomen, dat an
der, allerlei en meer vaartuig, zonder
aan eenig voorschrift onderworpen
te ziju, vroeg en laat de haringvangst
is gaan uitoefenen. Daar werd toen
betrekkelijk meer gevangen dan thans,
doch de verzendingen en het ver
bruik zijn gaandeweg toegenomen.
Dit is zeker, de hoedanigheid van
den visch was over het algemeen
beter. De hoeker vischte, een wakke
ren wind afwachtende (»geen wind,
geen haring" zei de visscher,) in
diep water en hij bracht gezonde
haring aan. Vandaar diepwatersche
haring, even als diepwatersche bokki n g,
die zeer gezocht is en waarvan de
lieden »patersche bokking" gemaakt
hebben. Dat was met rechtde groote
visscherye" en de lading het zee
banket". De andere vaartuigen, die
wijd en zijd op de vangst uitgaan,
visschen langs den wal, voor den
voet weg, verrassen de plekken waar
de visch schoolt, doch brengen zoo
vaak zieke haring aan, d. i. wat de
visscher noemt, hom-en-kuit-ziek.
De hoeker is afgeschaft: want hij
kan niet meer mededingener is
lichter, er is meer vaartuig noodig.
Zal de aloude roem voor de visscherij
nu in eere gehandhaafd blijven Het
gebeurt telkens, dat gansche ladingen
geefs trachtte zich los te wringen.
„Ik geef mij gevangen!" zeide de man
met halfverstikte stem. Laat toch mijn
das los!"
„Gij zijt gevangen spitsboef!" bromde
de houtvester tergende. „Ik zal je leeren
hier in het bosch je kunsten uit te voeren.
Wee u, zoo ge een van mijne zwarte reeën
geschoten hebt."
„Ach, heer houtvester," het was slechts
ecu haas, die mij juist onder 't schot kwam.
Laat mij los. Ik geef u mijn woord van
eer, dat ik het niet beproeven zal, u te
ontloopen."
„Uw woord van eer? Het woord van
eer van een wilddief? Verduiveld, dat
heb ik nooit gehoord. Luister zoo gij
begint te loopen jaag ik u een kogel
door den kop."
De wilddief schudde zich als een hond,
die slagen gehad heeft, of in 't water
geweest is, trok zijn das recht, cn streek
zijn haar van zijn voorhoofd weg. Het
was een man van een hoogc cn schoone
terstond bij de aankomst »a tout prix"
worden opgekocht, om verzonden te
worden naar het buitenland, niet altijd
omdat er behoefte bestaat, maar om de
haring in Holland op prijs te houden.
Doch het is ook al gebeurd, dat o. a.
Noord-Amerika, tengevolge van over-
verzending, den Hollandschen haring
verafschuwde, omdat hij bedorven
was, terwijl Duitschland zulk een
overvloed van haring in het najaar
ontving, dat het in het voorjaar
gansche bczendingen terugzond, die
hier tegen veel verminderde prijzen,
hoe dan ook, aan den man werden
gebracht.
Het stoomschip »Comeet,"van
de Koninklijke Nederlandsche Stoom
boot-Maatschappij, is Zaterdagmid
dag half één uur van Amsterdam
met een diepgang van twee en vijf
tig decimeter, door het nieuwe ka
naal naar Riga vertrokken en was
om vijf uur twintig minuten in zee,
bij een waterstand van zes en vijftig
centimeter boven A. P.
Het Hof te Leeuwarden heeft
een 19 jarigen boerenarbeider tot 1
jaar en 6 maanden celstraf veroor
deeld wegens het plegen van oneer
bare handelingen, ten aanzien van
een 11 jarig meisje.
Een tuchthuisstraf van 5 tot
20 jaren is door het Openb. Min.
bij dat Hof geëischt tegen de 28
jarige, ongehuwde vrouw N. S., be
schuldigd van moord op haar pas
geboren kind.
gestalte. Hij droeg een korten fluweelen
rok en een van touw gevlochten goed ge
vulde weitaseh.
De houtvester ontstak een lucifer en
hield hem dien voor het gezigt.
De wilddief was hem geheel onbekend.
Hij had schoone koolzwarte oogen en een
korten knevel, bleeke, fijne gelaatstrekken
en dicht, gekruld haar.- Zijn kleeding was
kaalaan de mouwen bemerkte de hout
vester opengetornde naden.
„Yergun mij, dat ik mijn muts zoekc,"
zeide de wilddief beleefd.
„Dat kan Waldman wel doen."
Inderdaad bracht dc hond weldra een
muts met een geklenrden rand.4
„Verduiveld, is dat een soldatenmuts
„Neen, een studentenmuts."
„Hoe komt ge aan znlk een hoofddeksel?"
„Ik ben zelf student geweest."
„Zijt gij misschien de weggeloopeu zoon
van den aphotheker van het klooster Wolf-
hausen?" vraagde Söller,
„Neen, ik heet Arthur JBrook cn ben uit