t Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
HELDER, NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN.
389.
Dinsdag 7 November 1876.
Vierde Jaargang.
VOOR DEN
Oplaag 4000 Exemplaren.
bonnement francop. post 50 Ct. p.3 maanden.
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
te 1IELDER.
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 35 Centenelke regel
meer 5 Centengrootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
■en van vertrek en aankomst der
Spoortreinen te Helder.
WINTERDIENST.
VERTREK
morgens 6.20.
8.40.
*11.52.
namidd. 1.&5.
6.30.
lleen Vrijd. en Zaterd.
AANKOMST
's morgens 9.47.
12.31.
i, nemidd; *3.29.
7.39.
h 10.58.
*Alleen Vrijd. en Zaterd.
Vertrekdagen der Mails.
Naar Öost-lndië:
llken Donderdag, 's avond? 6.30.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 7 Nov. 1876.
Morgenavond zal Madlle. Agar
hier in Tivoli optreden. De groote
jval, welke deze prieatyreo der Rüiisii
i alle groote steden ten deel viel,
l de lof, haar door alle groote
iaden toegezwaaid, doet ons vertrou-
pn, dat het haar te dezer plaatse
jet aan belangstelling zal ontbreken.
Blijkens een bij het dep. van
[arine ontvangen bericht is Zr. Ms.
jhroefstoomschip Prinses Maria",
oder bevel van den kapt.-luit. t. z.
J. Sraith, in den namiddag van
sn 4 dezer van de reede van Helle-
DE jetsluis naar zee vertrokken, ter
Uolging zijner bestemming naar den
évant.
Per telegraaf is teVeendamde
jenrige tijding aangebracht, dat de
purman aan boord van de kof Janti-
ft, kapt. D. D. Boelens, nit Veendam,
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
EEN GEWICHTIGE DIENST,
ben geen rechtsgeleerde, genadige
zeide Recke met vuuij maar zoo-
weet ik, dat niemaud tegen zijn wil
oen huwelijk kan gedwongen worden,
jen nw „neen" is sterk genoeg, om
plannen pn maatregelen teleur te stel-
i" l'tisi j'
Lik heb een jaar tijds gevraagd om mij
[bedenken!" zeide Carola.
1,0, dat verlengt slechts uw lijden, zonder
Sets te baten, Neen, neen, en driemaal
bn! Is er dan geen andér middel!"
Lik durf het niet wagen mij tegen den
ton, dat ijzeren karakter, Openlijk te ver-
jten," zeide Carola, zacht weenende.
lyGij vreestdien man toch niet, die u
et in het minst schaden kan!" riep de
jzaar toornig.
boord geslagen en verdronken is. De
Jantinaig te Dantzig gearriveerd en
beeft zwaar stormweder doorgestaan.
Vrijdag namiddig te 2 uur beeft
bet stoomschip Pallas, van de Kon.
Ned. Stoombootmaatschappij, bij bet
binnenvaren van het Noordzeekanaal
een geladen grondschouw door mid
den gevaren en twee anderen zwaar
beschadigde De oorzaak is, dat ge
noemde boot met te veel vaart voor
waarts stoomde en daarbij een stoom-
baggermolen van den aannemer van
Hattem willende passeeren, genoemde
schouw in den grond liep, terwijl
achteruitstoomen niet meer baten
kon.
- UUUl VV AJl OAl 111ÜJ. T»
wed J. van der Woude, onlangs te
Amsterdam overledenis aan bet
Burgerweeshuis te dier stede een,
legaat,, gxoot f 25*000, vermaakt.
Donderdag jl. stonden voor de
rechtbank te Haarlem drie vrouwen
terechtj twee gewezen dienstboden
uit bet gesticht Meerenberg, en de
derde, koopvrouw aldaar, de beide
eersten wegens diefstal van Onder
kleederen en beddelakens, die haar
voor de patiënten waren gegeven
de derde wegens het desbewust koopen
en helen van die goederen. Een der
dienstboden behield de goederen voor
zichzelf en was bezig er zich een
uitzet van te makende andere ver
kocht dekstukken aan de derde be-
Ja, ik heken het, ik vrees hemsta
melde Carola.
„Wat gij hem niet durft zeggen, kunt
gij hem toch schrijven!"
;,En .daarn,i," klaagde Carola, „komt hij
inet den brief in de hand tot mij, ont
leedt mtji dien punt voor punt; bewijst mij
dat ik ongelijk had, dat ik mij zelve
ongelukkig maak en eindigt met mij de
belofte af te persen, die ik besloten was
nooit te doen
„Het is om krankzinnig te worden
Gij, een dame van. hoogen stand, rijk zelfs,
zeer rijk, laat u, tegen uwe overtuiging
aan, door een sluwen en heerschzuchtigen
egoïst overrompelon
„O ik zou, ik kon moedig zijn, wan
neer dc Tempelhofs mij met openbare
vijandschap tegemoet traden."
„Dan werpt gij hun zelf den handschoen
toe
„Ach! zoo ik niet ondoir dames Ware
opgevoed!" zuchtte Carola. „Ik herinner
mij mijne mannelijke bloedverwanten zelfs
klaagde. Tegen de eerste werd 6
maanden, tegen de tweede (reeds
vroeger wegens diefstal in dienst
baarheid veroordeeld) een jaar, en
tegen de derde 2 jaar cellulaïre-ge-
vangenisstraf geëischt. Uitspraak aan
staanden Donderdag.
Te Amsterdam is men door 't
dak ingebroken op 't kantoor van den
beer L. Jonker, Haarl.-Houttuinen
de brandkast heeft men echter niet
kunnen openen, zelfs niet door 't laten
springen van buskruit; de dieven
hebben zich met f 15,tevreden
moeten stellen. Bij de hh. G. v. Hall
en Co., Heerengracht, hebben dieven
ingebroken en uit een lessenaar, een
bpiltje met geld ontvreemd.
ken in bet kantoor van de
De Ruyter Meijer, Nieuwstraat biji
den N. Z. Voorburgwal. Ook ditmaal
is bet den dieven niet gelukt veel
meester te worden.
Voor eenige dagen heeft een
werkman te Zevenbergen een tien
guldenstuk, dat hij als werkloon bad
ontvangen, voor een cent uitgegeven,
zondei* zich te kunnen herinneren
aan wien. De man is bijgeloovig ge
noeg een waarzegster te Breda te
komen raadplegen, waar zijne kleine
schat zou terug te vinden zijn.
Op de veemarkt te Gorkum
gleed een boer bij een oliekoeken
kraam uit en kwam met zijn achterdeel
in een pot met vuur, zijne eene band
niet meer. Alleen een verre neef, de Baron
von Tempelhof matigde zich met 'geweld,
uit hebzucht een willekeurig gezag over
mij aan, en dat doet hij nog. Hij is mijn
voogd en ik heb hem nooit anders dan
als mijn gebieder leeren beschouwen."
Er volgde een lange pauze.
„Bij God," zeide de huzaar aangedaan,
„ik heb mij nooit over mijne geringe, of
liever, raadselachtige afkomst beklaagd,
nooit hen benijd, die van hoogeren stand
waren. Heden echter zou ik mijn léven
willen geven, zoo ik een edelman was
Nu eerst zie ik de klove die de nret-ade-
lijken van de addelijken scheidt; dat de
dapperste man, zoo hij niet tot deze laatsten
behoort, onmachtig is. Zoo ik een edelman
was, zou heden nog de band worden ver
scheurd, lteule, die u aan de Tempelhofs
verbindt
„Gij kunt mij helpen," fluisterde Carola,
„ook zonder edelman te zijn."
„Het is mogelijk, maar om de Tempel
hofs dreigend onder de oogen te treden en
in den pot deeg en de andere in
de beete olie te recht. Dat het bij
bet gejammer van deq boer niet aan
lachers ontbrak, behoeft geen ver
melding.
Twee personen uit Bree, (België),
gingen in de vorige week onder de
gemeente Peer op de jacht; terwijl
zij te zamen op den kant eener sloot
een boterham gebruikten, komt in
hunne nabijheid een haas te voor
schijn beiden wilden schieten, doch
door een ongelukkig toeval ontving
de heer Eug. Jans de gebeele lading
van zijn makker in bet hoofd, zoodaf
hij op de plaats dood bleef; de dader
is als radeloos' door dit toevalhet
ware beiden beste vrienden.
Schields meldt, dat er groote op
schudding, heerseht onder de zeelieden
te Blyth, aan de kns;fc van Northum-
berland, tengevolge van geruchten,
aldaar verspreid, als zou de beman
ning der Engelsche bark »Helpmeet,"
van Blyth, in Turkije vermoord zijn.
Het vaartuig, na een gewone reis
van Engeland naar de Zwarte zee
te hebben afgelegd, lag voor anker
in een kleine haven, genaamd Sizeholi,
waar het zijne lading zon aanvullen.
Er werd verhaald, dat kapitein Clay
en geheel zijne bemanning, bestaande
uit 12 man, verdronken waren.
Sedert echter vernam men dat de
ongelukkige Engelschen niet verdron
ken, maar vermoord zouden zijn.
hun toe te roepen.: Tot hiertoe en niet
verder! vermag ik niet. 'Ik zou doch
dat zijn dwaze fantasiëii."
„Q, spreek uwe gedachten vrij nit. Mis
schien hieden zij één uitweg op redding
aan."
„Dierbare freule; het is een verinetél-
heid van mij'neen, hef zou een belee-'
diging voor u zijn 4'
„Spreek, Kecke," zeide Carola met vaste
stem. „Zoo mijn èeriige vriend, en zoo
mag ik u noemen, zwijgt, dan sta ik, ge
heel alleen en verlaten.
„Gij verlangt, het! Ik zou, zoo ik een
edelman was, mijn eigen recht tegenover
dat van den. erf heer stellen. Ik, zou liejn
zeggen, dat ik u bemin, en dat mijne
hand u, zoo lang er noch adem in mij was,
aan hein zou betwistenAl waren de acte?,
uwe verloving betreffende, nog zoo rèehts-
geldend zij zouden voor mij van geene
waarde zijn. Ik zou u van dien'fcffhcér
verlossen, én zou, op klaar lichten dag,
met het zwaard in de hand, u van den