1 Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
No. 398.
Vrijdag 8 December 1876.
Vierde Jaargang.
VOOR DEN
Oplaag 4000 Exemplaren.
Abonnement franco p, post 50 Ct. p.3 maanden.
Afzonderlijke nmnmers 1 Cent.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
te HELDER.
ADV ERTENTIEN
Van 1—5 regels25 Centen, elke regel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
Kalender der Week.
DECEMBER.
—Zondag 10 Opgang der Zón 8 u. 1 m.
Ondergang 3 u. 44 m.
Maandag 11
Dinsdag 12
Woensdag 13
Donderdag 14
Vrijdag 15 Nieuwe Maan.
Zaterdag 16
NIEUWSTIJDINGEN
HELDER, 8 Dec. 1876.
De oorlogschepen Zilveren
Kruis" en Leeuwarden" zullen den
l*6n dezer van Nieuwediep vertrekken
naar Lissabon, aldaar de komst van
de »Van Galen" afwachten en alzoo
tot een divisie gevormd, koers zetten
naar Fernambuco, Bahia en Rio-Ja-
neiro, alwaar een zekeren tijd zal wor
den vertoefd.
"Van Rio-Janeiro wordt de reis
n, vervolgd, over de kaap de Goede
I- Hoop en St. Helena naar Holland,
liti alwaar men in de maand Augustus
r- 1877 zal retourneeren.
>it Het doel van den tocht is oefening
lg van officieren en equipage, en bevor-
m dering van den Nederlandschen han-
ar del en scheepvaart.
®t Woensdagavond gaf de onder
officiers - vereeniging »Bellona" in
J» Musis Sacrum ter gelegenheid van 't
Sint Nicolaasfeest-, een Soiree Mili-
taire et Amusante, afgewisseld door
l*> verschillende werkzaamheden. De
avond werd door de aanwezigen op
8" hoogst genoegelijke wijze gesleten en
n" met een prettig bal besloten.
en<
2 FEUILLETON.
DE ERFENIS.
IN DEN GRAFKELDER.
16)
Zwijgende stonden de drie mannen bij
elkander en staardcuelkander aan.
,Hij had u nog iets willen zeggen
huzaar!" zeide de nachtwacht.
„Ja, juist zou ik het geheim vernomen
hebben, zoo de arme Meijer niet spoedig
zijn bewustzijn verloren had."
„Maar gij weet toch zeker iets van het
geen hij u zeggen wilde?"
„Neen, volstrekt niets," antwoordde Recke.
„Wat zegt gij er vanhoutvester
vraagde dc nachtwacht.
„Wanneer zoo iets plaats heeft, dan kan
de mcnsch niets dan zwijgend de schouders
ophalen.
„Welk een treurig einde heeft die wak
kere man niet gehad, zeide de houtvester,
terwijl hij een traan wegpinkte, „Een
De soiree van de onderofficiers-
vereeniging Vaderland en Oranje,"
had gisterenavond talrijke bezoekers.
Aan de opgewekte stemming der aan
wezigen was 't blijkbaar, dat men
zich uitmuntend amuseerde. Een
paar tooneelstukjes, flink opgevoerd,
droegen er niet weinig toe bij om
het genot te verhoogen.
Op den 22n October overleed
de Konstabel-Majoor bij de Kon.
Ned. Marine J. G. Koch, in hulp
behoevenden toestand een weduwe
en 3 kinderen nalatende waarvan
het jongste nauwelijks drie maanden
telt. Bewogen met het lot dier we
duwe en kinderen, welke een zorg
volle toekomst te gemoet gaan, zal
de vereeniging van onderofficieren
van Land- en Zeemacht Vaderland
en Oranje," door het geven eener
tooneelvoorstelling trachten het lot
van dit gezin eenigermate te le
nigen, hetgeen wij hopen en ver
wachten dat niet beschaamd zal
worden. Immers, genoemde vereeni
ging heeft op tooneelgebied een goede
klank en de opvoering van het
boeiende Tooneelspel Arthur of zes
tien jaren later," gevolgd door een
vroolijk nastukje, zal gewis velen
doen besluiten om dit goede doel te
helpen schragen,
De voorstelling zal plaats hebben
op Zondag 17 December aanstaande,
in Tivoli.
Wederom zal de vereeniging
Ontwaakt bij Tijds", en wel op
man, oprecht en standvastig, zonder valsch-
heid een boer, als een vorst! En zulk
een man moet een vijand hebben, die hem
naar het leven stond? Mijlen in den omtrek
was er niemand, die iets tegen Meijer had!
Dat zeg ik, verduiveld!"
„Het moet een vreemde geweest zijn;
dat is zeker!" meende de nachtwacht.
„Maar, merkte de huzaar aan," welke
reden kan een vreémdeling gehad hebben,
om Meijer te vermoorden Het is eene
daad der bitterste vijandschapMen wilde
hem niet berooven, anders zou de moor
denaar hem in zijne woning hébben opge
zocht."
„En waarom stak men hem de arraen-
pénningen in den zakzeide de nacht
wacht. „De doode heeft wel veel in zijn
leven gegeven, maar nooit iets aan anderen
ontnomen. En nu zou hij de armenkas be
stolen hebben?"
„Het hangt met andere dingen samen."
bromde de houtvester.
„Wat zegt gij Söllcr vraagde de huzaar.
„Ik zeg, dat de oorzaak daarvan niet
licht in iets van heden of gisteren," ant-
Zondag 24 Dec., in Tivoli, een lief
dadigheidsvoorstelling gevenditmaal
voor een weduwe met acht kinderen,
wier echtgenoot en vader, J. Bergsma,
dezer dagen door den onverbiddelijke
dood van zijn huisgeziH werd wegge
rukt, zijn talrijk kroost en weduwe
in zeer armoedige omstandigheden
achterlatende.
Ook deze liefdadige poging ver
dient ten volle de sympathie van alle
weldenkende plaatsgenooten.
De ongehuwde moeder verdacht
van verduistering van haar kind, de
vorige week alhier in verzekerde be
waring genomen, is weder op vrije
voeten gesteld.
Bg kon. besluit is een cere-
teeken ingesteld, bestemd voor hen,
die na afloop der 2. Expeditie tegen
Atchin in de jaren 1874, 1875 en
1876 aan de krijgsbedrijven aldaar
hebben deelgenomen en niet in het
bezit zijn van de gesp: Atchin
18731874. Het nieuwe eereteeken
zal bestaan uit een gesp met het
opschrift 1873-1874.
Gedurende de eerste maand na
de opening van het Amsterdamsche
Noordzeekanaal geschut: naar zee
83 schepen, van te zamen 27208
gemeten tonnen inhoud en uit zee
49 schepen van te zamen 16246 ton
nen inhoud.
Yan wege den minister van
oorlog ïwordt in het belang èn van
den burgerlijken èn van den mili
tairen dienst, verzocht bij het be-
woordde de houtvester. „Eu wie weet, of
dat ooit aan het licht komt."
„Een moord komt bijna altijd aan het
licht!" merkte de huzaar aan. „Maar mij
dunkt, dat wij hier nog een plicht te ver
vullen hebben!"
„Wat meent gij, huzaar?" vraagde de
nachtwacht.
„Er is in de kerk naar den dader ge
zocht," hernam Otto Recke. „Dat is echter
niet genoeg. Misschien heeft de moorde
naar het een of ander, al ware het nog
zoo gering, een stuk vau ecu jas, eeu
doek, een knoop verloren. Misschien vinden
wij zelfs het wapen. Wij moeten een goeden
lantaarn hebben."
„Ga gij er een halen op de hoeve, hu
zaar!"
„Ik moet bekennen, dat ik bet tooneel
daar in huis niet kan aanzien hoor,
hoe Trina en de meiden gillen
„Nu dan zal ik licht halenbromde de
nachtwacht.
Zwijgend wachtten de houtvester en de
huzaar. Na een kwartier kwam de nacht
wacht terug.
geven van rijks-, provinciale- of ge
meentelijke bedieningen, waarvoor
actief dienende militairen in aanmer
king kunnen komen, om, wanneer
men een opengevallen bediening door
een onderofficier of militair van min
deren graad wenscht te doen ver
vollen, eene vraag om aanwijzing
van een geschikt persoon tot het
departement van oorlog te^'richten,
of, zoo men reeds het oog op een
militair gevestigd heeft, dan ten
minste omtrent diens gedrag, karak
ter of geschiktheid inlichtingen bij
dat departement te winnen.
Aan de vragen om aanwijzing van
geschikte personen en aan de ver
zoeken om inlichtingen zal altijd
gaarne voldaan worden, en zal er,
zoo noodig, aan de belanghebbenden
vervroegd ontslag worden verleend
uit den militairen dienst, wanneer zij
nog slechts een klein gedeelte van
hunnen diensstijd te vervullen hebben.
Weldra zullen bij de Tweede
Kamer wetsontwerpen tot afschaffing
van de lijfstraffen bij de zee- en
landmacht worden ingediend.
Op 's Rijks werf te Amsterdam
is Woensdagmiddag met goed gevolg
te water gelaten, het schroefstoom-
schip le kl. Atjeh."
Daarna werd de kiel gelegd voor
een dergelijk vaartuig genaamd
»de Ruijter."
Men schrijft het volgende van
Urk, dd. 2. Dec. aan de Stand.Van
de te Norderney zijnde Urker vis-
„Wij zullen eerst zien langs welken
weg de moordenaar in de kapel gekomen is.
„Wel, door den toren. De deur staat
nacht en nacht open."
„Misschien kan hij langs den anderen
weg gegaan zijn."
„Dat is hetzelfde, huzaar," zeide de hout
vester. Ten miuste dat -doet niets tot de
zaak."
„Bij een moord heeft zelfs de minste
kleinigheid cenige beteekenis."
„Welaan, laat ons zien."
„De drie mannen enderzochten de zijdeur,
den hoofdingang. Deze was goed gesloten.
Dan was er nog een kleine deur, die
in de sacristij uitkwam, welke zich achter
het hoogaltaar bevond. Zoodra de huzaar
de klink aanvatte, ging de deur open
zij was niet gesloten, maar stonds slechts
aan, alsof iemand zich met haa?
dezen ingang verwijderd had.
„Daar hebben wij het al!" zei
„O, dat brengt ons niets verdf
de houtvester.
„Ik geloof het wel, Söller.''
„O, de pastoor is het 1