't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN No. 403. Dinsdag 26 December 1876. Vierde Jaargang. E, VOOR DEN Jplaag 4000 Exemplaren. onnement francop, post 50 Ct. p.3 maanden. Afzonderlijke nummers 1 Cent. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers BERKHOUT Co., te KELDER. ADVERTENTIËN Van 15 regels 25 Centen, elke regel meer 5 Centen; grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. ertrekdagen der Mails. Naar Oost- Indië Iken Donderdag, 's avonds 6.30. 5n van vertrek en aankomst der Spoortreinen te Helder. WINTERDIENST. R- en 8.40. *1152. namidd. 1.55. 6.30. een Vrijd. en Zaterd. VERTREK morgens 0.2 AANKOMST '8 morgens 9.47. 12.31. namidd. *3.29. i 7.39. 10.58. *Alleen Vrijd. en Zaterd. Jr Bericht. bonnementen voor dit blad worden de gemeente Zijpe voortaan aan- iomen door het Hulppostkantoor ScnAGEKBitfjG. Van af 1 Januari 76, treedt als onzen Agent op de er M. BOSSEN, Brievengaarder aar door wiens tusschenkomst ook alsdan verschenen abonnements- 1 (4e kwartaal), zal worden ont- gen. DE UITGEVERS. Iud ieüWSTIJDINGEN. HELDER, 22 Dec. 1876. Het Kerstfeest is op de ver- illendeZondagscholen alhier weder plechtige wijze gevierd. Bij en- i gezindheden werden de kleinen feestelijke wijze onthaald en met ïhenken begiftigd. )ok op de bewaarschool aan de ïhmarkt was den kinderen Zondag sen aangename verrassing bereid, okaal was namelijk zeer net ge leerd en een prachtige kerstboom, FEUILLETON. Jr. DE ERFENIS. IN DE GEVANGENIS. lij leeft!" riep Tempelhof. Hij leeft!" )at is een leugen Iet is eeu daadzaak Vaar zijn uwe bewijzeu F" vraagde Tem- if! „Ik wil do bewijzen zien!" pok stond langzaam op. 00 bet bewijs nu eens voor u stond jdc Brook met vaste stem. lijzoudt gij het zijnGij zoudt ir Miller zijn?" f ik Arthur Miller of anders beet, weet et. Dat ik echter de bedoelde Arthur idie den Assessor Brook ontloopen is, 1 uitgemaakte zaak." te Baron von Tempelhof ging weder Zijne banden rustten machteloos op met geschenken zwaar beladen, werd door de kleinen, na vooraf eenige ver snaperingen genoten te hebben, spoe dig onttakeld. De vereeniging Ontwaakt bij Tijds," steeds hulpvaardig, waar het weduwen en weezen of andere hulp behoevenden geldt, gaf Zondagavond in Tivoli de vroeger aangekondigde voorstelling, ten voordeele van de weduwe Bergsma en hare 8 kinderen. Het edele doel, dat deze voorstelling beoogde, strekte tot verschooning dat zoo velen zich met een ongemakke lijke plaats moesten behelpenen hoe ruim de zaal van Tivoli ook is, toch moesten velen worden teleurgesteld, die vergeefsch om toegang verzochten. Gaarne brengen wij een woord van hulde aan het goede spel der leden, en bijzonder aan den heer R., die daarvoor dan ook herhaardelijk on geveinsde blijken van toejuiching ontving. In 't algemeen verdienen de leden der vereeniging een woord van lof voor de goede orde, welke gedurende de voorstelling werd gehandhaafd. De netto opbrengst dezer voor stelling bedraagt de aanzienlijke som van f235.03. Bij het dep. van koloniën zijn per telegram van den Gouv.-Generaal van Ned. Indië de navolgende be langrijke, maar iets minder gunstige berichten ontvangen: »De radja van Simpang-Olim heeft reeds spoedig bezwaar gemaakt om naar Kotta-Radja te gaan. Thans is de bonten leuning. Zijne oogen waren wijd geopend; de wangen waren ingezonken. Zijn blik hield bij strak op hem gevestigd. „Hebt gij niet gezegd dat de Assessor Brook uw vader is?" „Ik wilde u eerst polsen, om te weten welk een ontvangst mij van u te wachten stond," antwoordde de jongeling met fon kelende oogen en hoogronde wangen. „Er licht niet de minste trek in uw ge laat die met het zijne overeenkomt zeide de Baron half luid. „Met wien?" vraagde Brook, aan wiens scherp oor deze woorden niet ontsnapten. De edelman zag hem strak aan. „Ik acht het noodig dit gesprek af te breken," zeide Tempelhof, het hoofd in den nek werpende en een trotsche hou ding aannemende. „Al wat ik voor u kan doen, bestaat vöorloopig daarin, dat ik mijn opzichter gelast, voor uw gemak te zorgen, zoolang gij hier zijt." De angst was op Brook's gelaat duide- ïijk te lezen. door zijne huurling, Toekoe Moeda Angkassa vermoord. De radja is ge vlucht en door den militairen en civielen bevelhebber in Atehin ver vallen verklaard van zijne waardig heid. De hoofden en bevolking in Simpang-Olim schijnen welgezind." »De tijdingen van de Noordkust luiden bevredigend." Men schrijft uit Atehin onder dagteekening van 1 Nov. »Laat de veiligheid voor lijf en leven op de van het hoofdkwartier ver wijderde posten, nog veel te wen- schen over, met de veiligheid voor geld en goederen is het hW noa trcarjgor gestel^. Ik zelf heb daar van reeds bij vernieuwing de waar heid ondervonden, maar thans op zulk een geduchte wijze, dat mijn laatst verblijf te Atehin mij nog lang zal heugen. Luister. In den avond van gisteren ging ik eenig- zins vroegtijdig ter ruste ik gevoel de mij zeer onwel en leed bovendien nog na het gebruik van mijn avond maal aan duizelingen. Ik had als naar gewoonte een enkel glas wijn gedronken, maar het blijkt nu na het gebeurde, dat men daar gewis een verdoovend middel in had ge mengd. Ik sliep toch den ganschen nacht door tot den morgenmaar welk een ontwakenlDievenhanden had den mijne goed gebarrikadeerde deur eenvoudig uit de hengsels gehakt; alle hindernissen, die den verderen toegang beletten, weggeruimd en mijne kist met kleederen, boeken en geld ongehinderd weggedragenEn „Ga niet mijnheer! Dit uur behoort n nog; of gij later over een dergelijk zult kunnen beschikken, kan niemand vooraf be palen echter geloof ik het niet." „Wat wilt gij daarmede zeggen? Mij dunkt dat ik mijne inschikkelijkheid jegens n genoeg getoond heb, door mij zoo lang met u bezig te houden." Hij- zag op' zijn borologie. „Genadige heer! Morgen word ik onge twijfeld verhoord, en natuurlijk, zeer streng verhoord. Ik acht liet voor mijne eigene veiligheid noodig, alles, aangaande mijne betrekkingen, naar waarheid mede te deelen. „Wie ik ben, en wat ik in deze streek te doen heb, zullen twee der- eerste vragen zijn, die men mij doen zal, nadat van de omstandigheden, onder welke ik gevangen genomen ben, kennis genomen is. Ik zal antwoordendat gij, heer- von Tempelhof, in staat zijt, inlichtingen aangaande mijne afkomst te geven; dat ik te voet herwaarts gekomen hen om zelf die vraag aan u te richten, inlichtingen omtrent mijne geboorte dat is geen kleinigheid mijn zuur verdiend en angstvallig gespaard geld ten bedrage van een paar duizend gulden, en mijne geheele garderobe. Niets dan een enkele jas en pantalon hebben de schurken mij gelaten. Hoop om een en ander terug te bekomen is er niet, hoewel door mij dadelijk van het gebeurde aangifte is gedaan want hoe wil men den schuldige ontdekken uit zulk een hoop ge spuis, moordenaars en dieven van professie, als tegenwoordig in de ge daante van kettingjongens en koelies te Atehin rondzwerft?» net Niéuws v. d. Dag" dringt er sterk op aan, dat de Regeering den spoorweg Amsterdam-Zaanstreek onmiddellijk in gebruik doet stellen. De bezwaren acht het blad niet van belang, de behoefte daarentegen zeer groot. Men raamt het a. s. vervoer langs die lijn op 400,000 a 500,000 personen 's jaars. Yoor het gerechtshof te Arnhem stond Donderdag jl. terecht een per soon, beschuldigd van brandstichting, waarbij menschenlevens gevaar liepen. Ofschoon slechts 26 jaar, heeft hg reeds drie jaren kruiwagenstraf on dergaan, wegens desertie en diefstal; voorts 5 jaar tuchthuisstraf wegens brandstichting, terwijl de rechtb.teNij- megen hem wegens diefstal tot twee jaren gevangenisstraf veroordeelde, welke straf hij nog moet ondergaan. De misdaad, waarvoor hg thans te recht stond, had hg gepleegd onder Liendeneen kleermaker had hem nit te krijgen." „Ik wèet van u niets, volstrekt niets. Ik waarschuw u, van u op mij niet te be roepen. Uw pas staat op den naam van Arthur Brook, uw studenten-register des gelijks; gij hebt u bekend gemaakt als de zoon van den Assessor Brook wat weet ik van de kindereu van dien man „Ik heb, voor ik mijne pleegouders ont liep, den naam van Brook moeten dragen," zeide de gevangene zeer gevat. Gij hadt geen naam opgegeven. Gij hebt geen de minste acte doen zien, waarin mijn naam te vinden, was. Zoo gij den zoon van den Assessor zeiven zien wilt, zal u dit niet veel moeite kosten, want voor zoover ik weet, leeft hij." „Ik herhaalik ken u niet. Ik heb een overleden vriend een liefdedienst willen bewijzen -1 door een natuurlijk kind te doen verplegen. „Goed dan vraag ik u: wie was die vriend? Hoe heet hij? Waar zijn zijne be trekkingen, mijne bloedverwanten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1876 | | pagina 1