KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
No. 410.
Vrijdag 19 Januari 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgeven; BERKHOUT Co.,
ADVERTENTIËN
Kalender der Week.
NIEUWSTIJDINGEN
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
't Vliegend Blaadje,
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
HELDER.
te
Van 15 regels 25 Centenelke regel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
JANUARI.
Zondag 21 Opgang der Zon 8 n.
Ondergang 4 u. 26 m.
Eerste kwartier.
Maandag 22
Dinsdag 23
Woensdag 24
Donderdag 25
Vrijdag 26
Zaterdag 27
HELDER, 19 Jan. 1877.
Gisterenavond werd door het
gezelschap „Ernst en Scherts" in 't
lokaal Tivoli ten tooneele gevoerd:
ïDe schuldbekentenis of de brieven -
tasch van kapitein van Winsum,"
een zeer goed geschreven stuk, waar
van de spelers alle eer hebben. Bijzon
der trokken, bootsman Hak en Paul
onze aandacht. Ook het nastukje
werd flink afgespeeld fin wekte her
haaldelijk de lachlust op.
Een geanimeerd bal besloot dien
avond.
Blijkens een bij het dep. van
Marine ontvangen telegram is het
schroefstoomschip Zilveren Kruis den
13 en het schroefstoomschip Leeu
warden, kapt. t. z. A. Dronkers, den
14 dezer te Lissabon aangekomen.
Aan boord alles wel.
Z. M. de KoniDg heeft toege
kend de zilveren med. en loff. getuigs.
aan den luit. t. z. 2e kl. H. O. Feith,
en de bronzen med. en loff getuigs.
aan de matrozen 3e kl. J. J. E.
Langkruis en P. Nnman, wegens de
27) XIII.
DE KAST IN DEN MUUH.
Bruno von Tempelhof ging langs een
zijpad door dc kerkhofspoort en kwam door
de zijdenr van het hoofdgebouw op den
Meijershof. De edelman was geheel in
jachtcostuum gekleed.
Toen hij op den deel trad, zag hij een
helderen lichtglans in een kamer,' welker
deur geheel openstond. Voor de deur zat
de groote bulhond, die bij dag aan den
ketting lag en alleen gedurende den nacht
vrij rondliep cn met nederhangenden kop
opmerkzaam in de verlichte kamer zag.
Bruno von Tempelhof naderde zacht op
de teenen.
De kamer had haar gewone voorkomen,
redding van een over boord gevallen
schepeling van het stoomschip Citadel
van Antwerpen, ter reede van Pedir
op 27 Oet. II., zoomede aan de
matrozen 2e en 3e kl. A. J. Mook en
J; Okkes, wegens de redd. van een
over boord gevallen schepeling van
gen. stoomschip, op 2 Oet. 11., mede
ter reede van Pedir; voorts aan de
zeelieden J. J. Spits, S. K. Knop,
E. de Beer, A. de Beer en G. O.
Bakker, wegens de redd. op 30 Dec.
11. van twee personen, die met hun
visschersvaartnig nabij Terschelling in
het ijs vastraakten, en aan J. P.
Meffert, te Amsterdam, wegens de
rcid. van een in de slib] in de nabij
heid van den Oosterspoorweg aldaar
wegzinkenden jongen op 18 Nov. 11.
Den 3 Februari a. s. moet
alhier overgaan aan boord van het
via Suez naar Java bestemde stoom
schip Celebes," een detachement,
sterk 208 militairen, waaronder 8
onderofficieren.
Het is thans gebleken, dat de
te Eindhoven gearresteerde persoon
van Wart ten onrechte als de van
moord verdachte Pruis is beschouwd.
Nabij Roermond is Zaterdag
namiddag een voerman, met een met
vrachten beladen kar van den dijk
van den Donk in de Maas gestort
man, paard en kar werden een prooi
van de golven.
De politie te Amsterdam heeft in
een hótel een minderjarige Belgische
jonge dame aangehouden, die het
huis harer ouders is ontvlucht.
helder witte muren, een kapstok, een kleine
tafel met een spiegel en een bed.
Het bed was in het midden der kamer
geplaatst, de kussens waren er afgenomen
en bossen stroo zoodanig in hunne plaats
gelegd, dat er een hoog horizontaal bed
gevormd werd. Een buitengewoon groot
sneeuwwit laken hing over deze landelijke
katafalk.
Op dezelve lag het lijk des vermoorden,
beschenen door vier kaarsen op koperen
kandelaars. Zijn gelaat was bleeker gewor
den; voor het overige hvd Christophel Meijer
nog hetzelfde voorkomen van vroeger. Hij
was goed geschoren en had een helderwitte
slaapmuts op. Een trek van vergenoegdheid
en zachtmoedigheid had zich over zijn ge
laat uitgespreid. Een groot laken, dat aan
de beide zijden van het leger tot op den
grond afhing, dekte den vermoorde van
de borst tot aan de voeten. De eertijds
gespierde armen lagen op het laken; de
door de zon gebruinde handen waren ge
vouwen, Men zag, dat Meijer slechts met
Te Stadskanaal geraakte Za
terdagavond de muziekmeester S.
Meijer, gewezen organist in de Nieuwe
Kerk te Groningen, waarschijnlijk
door de duisternis misleid, in het
water. Ofschoon spoedig op het droge
gehaald, was het toch reeds te laat;
de man was verdronken. Hij is reeds
de vijfde in genoemde gemeente, die
in 1877 op die wijze is heengegaan.
Te Steen wijk heeft een treurig
voorval plaats gehad. De dochter van
den Heer P., 15 jaren oud, kwam
van een avondbezoek thuis en had
het ongeluk met haar regenmantel
een petroleumlamp omver te werpen.
Hare kleederen vatten vlam en zij
verkreeg zooveel brandwonden, dat
zij den volgenden morgen bezweek.
Hare ziekelijke moeder, die te bed
lag, wilde haar schielijk helpen, doeh
brak bij het uitstappen van het bed
haar been.
Te Delft heeft Zaterdagavond
bij een twist tusschen vader en zoon
de laatste met een stuk ijzer, en
daarna met een mes zijn vader mis
handeld de man verkeert in zorg-
vollen toestand. De zoon is reeds aan
de justitie overgeleverd.
Maandagmorgen is de schuur
der hofstede, bewoond door den land
bouwer A. de Zeeuw, in de gemeente
Sas van Gent, met al de daarin aan
wezige beesten, waaronder 5 paarden
7 melkkoeien, al de gedorschte en
ongedorschte veldvruchten en de land
bouwgereedschappen, verbrand.
In de vaart onder het dorp
zijn doodhemd gekleed was, welks
tot aan de punt van het oor reikte. Alleen
het doodkleed ontbrak, om den ongelukkige
voor de groote reis gereed te doen zijn.
Aan de beide zijden van het hoofdeneind
zaten de vrouwen: vrouw Marie aan de
rechter, Trina aan de linkerzijde. Daar de
rouwkleederen bij welgestelde landlieden,
met alles wat er bij behoort, het gehcele
jaar door gereed liggen, zoo waren moe
der en dochter reeds in den zwaarsten
rouw, en elk had een gezangboek in de
hand.
Aan het benedeneinde zat een arme
vrouw, wier rouwgewaad bij dat der vrou
wen zeer afstak. Ook deze had een ge
zangboek in haren schoot, doch snorkte
zeer zwaar.
Rechts en links aan den ingang der kamer
zaten twee buren, schoolkameraden van den
vermoorde. Ook zij waren in zondagsge
waad en hadden hun hoed op de knieën.
Daar zij niets beters te doen hadden, lieten
zij het zich van den spijsvoorraad, bestaande
Huizum zoo schrijft men uit
Leeuwardenlag een scheepje waarin
twee bejaarden lieden (man en vrouw)
hun gemeenschappelijk verblijf hiel
den. Een paar dagen geleden kwam
een veldwachter bij de vrouw aan
boord om haar aan te zeggen met
het scheepje naar een andere lig
plaats te vertrekken, waarop deze te
kennen gaf, dat zij dit alleen niet
kon doen, daar haar man ziek in
de kooi lag. »Maar," liet zij er on
middellijk op volgen, »ik moet het
dan maar zeggen, mijn man ligt al
drie weken in de kooi." Toen men
er bijkwam, bevond men dat de
vrouw waarheid had gesproken men
kon het er ten gevolge van de
verpestende lucht bijna niet uit
houden.
Tusschen de stations Harder
wijk en Hulshorst is een Fransch-
man uit den trein gesprongen en
ongedeerd, immers spoorloos ver
dwenen.
Het Ned. schip Volharding,"
gezagv. J. G. Lunenburg, van New-
castle naar Rio Grande, is op zee
gezonken. De bemaning is gered en
te Lowestoft aangebracht.
Een Parijsche woekeraar moet
vijftig duizend frank boete betalen,
ingevolge een vonnis der rechtbank
die hem zijne renteberekening kwalijk
heeft genomen.
Aan het station Gladbach is
Dinsdagmiddag een van Dusseldorp
komende trein met kracht tegen een
rangeertrein gebotst. Verscheiden
uit brood, boter en zout, benevens een
zeer groote flesch brandewijn, goed smaken.
Niemand sprak een woord.
Bruno von Tempelhof nam de muts af,
trad de kamer binnen en hield zijn hoofd
deksel voor den mond de pantomime
bij het opzeggen van het „Vader onze"
in die streken gebruikelijk.
Daarna gaf hij de verbaasde Trina een
wenk.
Het meisje legde het gezangboek op
haren stoel, en ging, volgens aangenomen
gebruik, met langzamen, afgemeten tred
naar den deel.
„Ik heb u iets belangrijks te zeggen,
Trina. Gij hebt een groot verlies geleden."
Het meisje begon weder te weenen. Doch
zij herstelde zich spoedig.
„Wat voert u zoo vroeg hierheen
vraagde zij met een gelaat, dat gespannen
verwachting uitdrukte. „Wat gij mij alleen
te zeggen hebt, moet tot een anderen tijd
worden uitgesteld. Ik zal mijne moeder
roepen. Ziet gij niet, hoe de beide buren