KLEINE COURANT HELDER EN OMSTREKEN No. 415. Dinsdag 6 Februari 1877. Vijfde Jaargang. Oplaag 4000 Exemplaren. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. ADVERTENTIËN Vertrekdagen der Mails. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. DE ERFENIS. 'I Vliegend Blaadje. VOOR DEN Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden]! TJlt^GVGlS BJERK.HOXJT JL, Co., Afzonderlijke nummers 1 Cent. te HEIDER. Van 15 regels25 Centeneikeregel meer 5 Centen; grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. Uren van vertrek en aankomst der Spoortreinen te Helder. W1NTERDIENST. VERTREK 's morgens 6.20. 8 40. y *11.52. namidd. 1.55. ii n 6.30. ♦Alleen Vrijd. en Zaterd. AANKOMST 's morgens 9.47. 12.31. namidd. *3.29. 7.39. 10.58. ♦Alleen Vrijd. en Zaterd. Naar Oost-Indië: Eiken Donderdag, 's avonds 6.30. HELDER, 6 Febr. 1877. Met veel genoegen woonden wo, Zondagavond jl., de uitvoering bij, gegeven door de vereenigingen Vaderland en Oranje" en «Gaudium Inter Nos." Uitmuntend werd het tooneelspel »Eauard in Schotland, of de Nacht eens Vluchtelings" opge voerd. Vooral de rol van Eduard werd op meesterlijke wijze vervuld. Ook aan het koddige nastukje viel een welwillend applaus ten deel. Aangenaam is bet ons te ver melden, dat zelfs in een Belgisch blad hulde wordt gebracht aan het niet onverdienstelijke spel van de leden van eerstgenoemde vereeniging, welk blad het betreurt, dat men zoo iets te vergeefsch in België zoekt. Blijkens een bij bet depart. van koloniën ontvangen telegram van den gonv.-gen. van Ned.-Indië is den 32) XIV. BIJ DE TRALIËN. „Loison heeft later aan Meijer verhaald, dat de Bajazzo goed voor dit schot be taald is. In Baden kwam de paardenkooper de Baron von Tempelhof en haalde, naar hij voorgaf, zijn zoon weder af. Nu werdt gij bij een predikant in Marienlaube besteed en kwaamt later bij den Assessor Brook. Met nwe vlneht houden mijne berichten op. Van dien tijd af, weet gij zelf het best, wat er met n gebeurd is Brook bleef zwijgen. „Wie gij ook zijn moogt," begon hij eindelijk, „gij schijnt het goed met mij te meenenGij hebt ongetwijfeld de hand in het spel gehad. „Ja, God moge het mij vergeven „Het is mogelijk, dat ik u verder noodig 29. Jan. het navolgende uit Kotta- Radja bericht: Den 26. Jan. debarkeerde een kolonne te Koerong-Raja en een te kwala-Loe. Beiden punten werden zonder tegenstand bezet. Laatstbe doelde kolonne, onder bevel van den kol. van der Heyden, betrok een half uur landwaarts in het bivak. Het omliggend terrein werd ver kend en de kampong Lamnga sterk bezet gevonden. Te Koerong-Raja werd geen punt gevonden, geschikt voor een vesti ging welke aan het doel beantwoordde. Den 27. Jan. werd voortgegaan met bet debarkement bij Kwala-Doe van de overige infanterie, artillerie, vivres en ammunitie. Dit debarke ment ging, door de sterke branding, met veel bezwaar gepaard. De te Koerong-Raja gedebarkeerde kolonne rukte des middags op langs Ladoeng om zich met de andere kolonne te vereenigen. Door deze laatste werd het terrein verder ver kend; bij die verkenning sneuvelde 1 man en werden 5 gewond. Door kapt. Seott, voerende bet schip Magnolia Mobile," alhier bin nen, is op 34° N. Br. 53° W. L. gered en hier aangebracht de equi page van bet EDg. schip zLonige," kapt. Le Blanc, van Murray naar New-York. Genoemde bodem bad het roer verloren en was in ont redderden staat, terwijl de equipage geheel was uitgeput. heb! Hoe zal ik mijne aangiften, tegenover den baron, bewijzen Uwe getuigenis moet in geval van nood in het openbaar her1 haald worden „Daartoe ben ik bereid!" „Waar kan ik u vinden, als ik u noodig heb „Ik zal bij n zijn, als het tijd is." „Leeft de ketellapper nog?" „MisschienHij moet zich in de eene of andere gevangenis ophouden en Ratten- hannes is een der beruchtste dieven ge worden. De pastoor in Marienlaube is dood; Jean de Loison ingelijks. Zijn zoon is tegenwoordig directeur van het gezelschap kunstrijders. Meijer is verleden jaar nog bij den tnrfdrager Reinhart geweest „Gij gelooft dus, dat ik den baron von Tempelhof vrijuit kan zeggen, dat ik tot handhaving en verdediging van mijn recht, zeer goed gewapend ben?" „Daartoe ben ik tot u gekomen Treed het strijdperk binnen; gij zult niet alleen staan. Uw eerste weg is echter tot Dr. Olinger te Moorstadt. Die zal den baron von Tempelhof wel weten te beduiden, wie - De stoomboot »Stad Amster dam," van de kon. Ned. stoomboot maatschappij kwam Zondag ten elf ure te IJmuiden, was ten 23/i uur voor Amsterdam en loste eenige saluut schoten. Na in de Oosterdoksluis voor de spoorwegbrug gehaald te zijn, werd deze ten 3s/4 nur geopend, en een nur later lag het lange schip gemeerd aan twee dukdalven in het Oosterdok. De kommandant G. J. Boon, een der eerste gezagvoerders van de maatschappij, heeft zijne bijzondere tevredenheid over den ingang van de haven van IJmuiden te kennen gegeven. Vrijdagavond is op de Keizers gracht te Amsterdam weder een dienstmeisje, dat op een bovenver dieping bezig was met glazen lap pet)," naar beneden geslagen. Zij is inwendig zwaar gekwetst naar 'tBin- nen-Gasthuis vervoerd. Het glazen- lappen" kost der Amsterdamsche dienstboden-wereld jaarlijks tal van slachtoffers. Deze week wederom twee, zegt 't N. v. d. D. Uit Hellevoetsluis bericht men, dat de stormvloed het water overal in de huizen heeft gevoerd, tot aan de kozijnen der ramen: eenige kel ders liepen geheel vol. De beide zeehoofden zijn zoo goed als ver nield. Uit Scheveningen schreef men de rechtmatige erfgenaam is." XV. DE KRIJGSDAAD. Het was nog vroeg in den morgen, toen vreemde bezoekers zich op Meijer's hoeve aanmeldden. Door de openstaande poort reed een ruiter, wiens sabel, knoopen en helm in de stralen der zon schitterden. Het was een lang, schoon man met een grooten haard, en bij de meeste bewoners op den Tempelhof be kend. Hij was onderofficier en lag te Moor stadt in garnizoen. Achter hem reed een groot, ouderwetsch rijtuig, met twee ellendige kleppers be spannen. De oude kast slingerde heen en weder gelijk een schip bij storm. De voerman scheen verre van op zijn gemak te zijn, toen hij de oude kast binnen het hek voerde. Hij stapte van den hok en riep ecu stal jongen. De deur van het huis werd geopend en er werd een paard als voorspan uit den stal van Meijer geëischt. aan het »D. v. Z. H." het volgende: Er is bij na geen enkel vaartuig, dat geen schade leed, welke voor sommigen zeker f 300, zoo niet meer, zal bedragen. Gelukkig, dat er geen schuiten op het metselwerk van het riool bij de vuurbaak zijn gekomen dan voorzeker ware er groot gevaar voor menschenlevens geweest. Vrijdagochtend zijn door eenige visschers van Kampen in het wrak van het tijdens den storm onder Schokland gezonken schip twee lijken gevonden, elkander omarmd houdende. Een derde is over boord geslagen en nog niet gevonden. Treurige berichten bevatten de Groninger bladen over de onheilen, door den storm aldaar aangericht. Kostbare werken zijn verloren gegaan of voor een groot deel vernietigd, en talrijke menschenlevens zijn te be treuren. De uitgestrektheid van de ramp is nog niet te overzien, zegt de Gron. Ct., maar de ellende, die is veroorzaakt, is zoo groot, dat er zonder twijfel een beroep op de al- gemeene liefdadigheid gedaan zal moeten worden. In den Westerpolder zoo meldt men uit het Noorden zijn de nood en ellende onbeschrijfelijktal van huizen zijn weggeslagenveel vee is verdronkenmen weet thans, dat er 16 personen, 14 te Vierhuizen en 2 te Houtkamp, zijn omgekomen de materiëele schade is nog niet te be- grooten. Nu ging het de hoogte op, waarop het huis stond, tot het voorspan voor de dooden- kamer stond. De onderofficier stapte van het paard en riep: „huzaar Recke!" doch kreeg geen antwoord. Brommend deed hij nu, wat hij den huzaar had willen doen verrichten, en bracht zelf zijn paard in den stal. Intusschen waren de reizigers uit het voertuig gestapt, Eerst daalde een lange gestalte uit het portier de heer griffier, Sirach Rabc. Na hem volgde een zeer fijn gekleed man, met een rok en lubben aan en een hoogen hoed op het hoofd. Deze man, met buiten gewoon groote moedervlekken op het ge zicht, was de geneesheer Sadi Êolle, ge woonlijk de schoone Sadi genoemd. Hij was een natuurkundige en gerechtelijk ge neesheer. Eindelijk verscheep ook, met de beide voeten hard op den deel springende, de oude Olinger, met zijn grijzen rok en een ouderwetschen, van boven zeer breeden, witten vilten hoed op het hoofd, onder welks rand men het gezicht van den „tijger,'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1877 | | pagina 1