KLEINE COURANT HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN No. 427. Dinsdag 20 Maart 1877. Vijfde Jaargang. Oplaag 4000 Exemplaren. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers BERKHOUT Co., ADV ER TENTIEN Vertrekdagen der Mails. i NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. DE ERFENIS. 't Vliegend Blaadje. VOOR DEN Abonnement francop, post 50 Ct. p.3 maanden. Afzonderlijke nummers 1 Cent. HELDER. te Van 1-5 regels25 Centen, elke regel meer 5 Centen; grootere letters worden naar. plaatsruimte berekend. Adyertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS yóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. Uren van vertrek en aankomst der Spoortreinen te nelder. W1NTERDIENST. VERTREK 's morgens 6.20. 8 40. *11.52. namidd. 1.55. 6.30. ♦Alleen Vrijd. en Zaterd. AANKOMST 's morgens 9.47. 12.31. namidd. *3 29. 7.39. 10.58. Alleen Vrijd. en Zaterd. Naar Ooit-Indië: Eiken Donderdag, 's avonds 6.30. HELDER, 20 Maart 1877. Zondagmiddag stortte een zoontje van den heer T., van omstreeks 5 jaren, in de diepe Buitenhaven al hier. Gelukkig werd het spoedig opgemerkt door P. de Wijn, welke zonder 'horzelen gekleed in zijn zondagspak, te water sprong, en het geluk mocht smaken, het kind van een wissen dood te redden. 't Fraaie weder van de laatste paar dagen is zeer gunstig geweest voor de haringvisschers alhier. In twee dagen is tusschen de 400 a 500 tal aan den afslag verkocht. De prijs beliep van f 2.40 tot f 2.70 het tal, (200 stuks.) 't Grootste deel werd naar 't binnenland verzonden. Zaterdagmorgen is de bliksem geslagen in een watermolen te Oost- zaan, zonder aan dat gebouw schade te veroorzaken, doch het daarin 42) XX. VOOGD EN PUPIL. 11-j te-1 in iet it- fa-i »e- rk Des namiddags van den dagwaarop Artkur Brook van alle rechtsvervolging voor den gepleegden moord was vrijgesproken, zaten dr. Olinger en zijn griffier in druk gesprek over hetgeen hen de rust van hun bureau had doen verlaten. Hetgeen hen het meest in verlegenheid bracht, was een verband te vinden tusschen den moord, op Meijer gepleegd, en den dief stal der belangrijke papieren door Otto ïtecke. Waarom noodigde Meijer den huzaar met verlof bij zich, en ontkent deze de reden daarvan te weten Hij zelf had er bet grootste belang bij het geheim van zijn gastheer te vernemen; en toen hij op het punt staat de gewichtigste ontdekking te wonend gezin van vijf personen 'is des te treuriger getroffen. De man was toch onmiddèlijk dóódtwee kinderen bleven mede niet onge deerd, een hunner is geheel verlamd en 't andere verkeert in toestand van krankzinnigheid: de overigen zijn tot dusver met den schrik vrijge komen. Omtrent de ramp, Vrijdag aan de Noordzeehaven voorgekomen, meldt men uit Wijk aan Zee, dat van drie mannen, waarvan twee gehuwd en een bovendien vader, die er bij zijn omgekomen, de lijken zijn gevon den. Het vierde lijk, dat van een Engelschman, wordt nog vermist. Zaterdag werd de locomotief door de stoomkraan uit zee. opgehaald. De lijken van den stoker en den machi nist bevonden zich op de plaats, waar zij voor het neerstorten der machine gestaan hadden. Ook het ljjk van den jongeling werd opge haald, met de handen nog* in de zakken, ter verwarming tegen de zich tijdens het ongeluk juist ont lastende sneeuwbui. De min. van marine maakt bekend, dat in dit jaar, na afgelegd examen, bij het kon. instituut voor de marine te Willemsoord geplaatst kunnen worden als adelborst: voor den zeedienst 26 en voor het korps mariniers 4 jongelieden. De longziekte is opnieuw uit gebroken op de stallen van den booren, stijgt hij. te. paard en rijdt weg. Had de huzaar de papieren gestolen om zelf zijne zaken te regelen? H;ul de huzaar zulk een slecht geweten, dat hij de mede- deeling niet wilde afwachtenmaar met een scherp wapen den boer voor eenwig het zwijgen oplegde? Of heeft Recke den boer vermoord, om hem den mond te sluiten, terwijl een ander de papieren wegsteelt, waardoor hij dat gene, wat de doode zeggen kon, in de hand heeft Of heeft de soldaat de papieren gestolen en vindt hij daarin iets zeer belangrijks voor zich, dat hem echter het zwijgen oplegt, om niet verdacht te worden van den moord te hebben gepleegd? Terwijl de twee ouden die verschillende meeningen uiten en bespreken, wordt bet duistere nog duisterderde doolhof nog verwarder. Yerlegen staarden zij elkander aan en bewaarden beiden een geruimen tijd het stilzwijgen, tot de oude dienstmaagd aan de deur verscheen en met zachte stem Arthur Brook van Bardenan aandiende. landbouwer Braat te Haarlemmer meer. Reeds vroeger was een groot aantal jong vee afgemaakt, thans zijn 28 koeien verdacht. Op Terschelling, waar Willem Barendz. geboren is, ontmoet niet alleen hét denkbeeld sympathie om op Nova Zembla een gedenkteeken voor Heemskerk en Barendz öp te richten, maar wil men ook een mo nument hier te lande. Een comm. is benoemd om te trachten aan dat denkbeeld gevolg te geven. De gevaarlijke liefhebberij om bij feestelijke gelegenheden met ge weren of pistolen te schieten, heeft aan een bruiloftsgast te Haarlemmer meer dezer dagen een band gekost, hetgeen vermoedelijk niet zal be letten, dat er door die slechte ge woonte nog menig ongeluk zal plaats hebben. Er bestaat bij velen een ver klaarbare nieuwsgierigheid naar het lot van personen, die te eeniger tijd zekere bekenheid verkregen door het een of ander buitengewoon voorval, waarin zg betrokken waren. Tot die veel besproken personen behoort zeker Johanna van Beek, uit Leeuwen, het achtjarig meisje, dat bij den wa tersnood van 1861 acht dagen lang de wateren rondzwalkte, voordat zij gered werd. Er zijn in dien tijd ver schillende liefdegaven voor haar af gezonderd, waardoor het mogelijk werd, dat zij op een pensionaat een Arthur Brook, elegant gekleed, trad bin nen. Na wederzijdschen groet begon Brook „Mijnheer kanunnik dr. Olinger, ik wenschte u gaarne onder vier oogen te spreken." Dit zeggende, sloeg bij van ter zijde een blik op Sirach. „Ik verlang dat Sirach bier blijft," zeide Olinger, terwijl bij zich op de punten zijner voeten oprichtte. „Wie is die heer, als ik het u vragen mag „Het is mijn griffier, die reeds sedert dertig jaren voor en met mij denkt en handelt, en „En zeer onderdanig en met het meeste genoegen," voegde Rabe er zelf bij, „Indien zulks het geval is," voegde de nieuw binnengekomene er bij„verzoek ik zelfs om de tegenwoordigheid van den griffier. Ik ben juist hier gekomen om oude herinneringen bij u te vernieuwen. Gij zaagt mij weleer zoo weemoedig vragend aan „Ik?" vraagde Olinger verwonderd. „GijZoudt gij in mijne gelaatstrekken misschien iets bekends van voor jaren goede opvoeding verkreeg. Thans is Johanna tot een 24jarige maagd op gegroeid, welke haar verloofde, een onlangs te Leeuwen benoemd nota ris, eerlang hoopt zijn vrouw te noemen. De vrouw van den kachelsmid A. Spanjer te. Groningen is, te dieht langs een molen loopende, door een der roeden getroffen en in zorgwek- kenden toestand naar het gasthuis gebracht. In Zuid-Frankrijk is een sneeuw val op het gehuchtje Carol, in de omstreken van Massat, neergevallen, waardoor zeven huizen werden ver pletterd. Van de twintig personen, die onder de sneeuw bedolven raakten, werden niet meer dan zes gered. Aan het >Braunschw. Tagbl." wordt uit Gandersheim geschreven: Een daglooner werd door zijne vrouw op heeterdaad betrapt, terwijl hij trachtte zich op te hangen. De kloeke vrouw haalde een bezemsteel en kastijdde hem zoolang daarmee, tot hij de belofte aflegde, nooit weer een poging tot zelfmoord te zullen doen. Misschien heeft deze origi- neele methode, om den man van zijn verdriet te genezen, een gunstig resultaat. Moyaux, de kindermoordenaar van Bagneux, is door de rechtbank te Brussel veroordeeld tot een maand gevangenisstraf en 100 francs boete, omdat hij in October 1876 op Bei- kunnen herkennen?" „Och, Sirach, kijk dien heer eens aan. Met uw verlof, mijnheer, gij spreekt voor mijn begrip te snel. Onze oude gang is aan zulk een snellen vloed van woorden niet gewoon. „Zoo als gij wilt, heer kanunnik." „Nu, Sirach, kunt gij u iets herinneren „Vacat!" zeide deze. „Bedoelt gij in zaken „In zaken, den verdwenen Thedo von Tempelhof betreffende." Olinger zette zijn bril op den neus en zag den vreemdeling opmerkzaam aan. „Wat is uw verlangen vraagde Olinger, zijn bril weder voor zijn voorhoofd schui vende. „Gij waart eertijds de voogd van Thedo von Tempelhof, niet waar?" „Dat ben ik nog!" riep Olinger. „Mijn pupil is niet voor dood verklaard, en nog minderjarig. Ik zou wel eens willen zien, wie mij die voogdijschap zou willen betwisten „Dat is voor mij een geruststellende tijding, mijnheer."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1877 | | pagina 1