KLEINE COURANT
ELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN.
No. 435.
Dinsdag 17 April 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren. 1
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
te HELDER.
ADVERTENTIEN
NIEUWSTIJDINGEN
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
xxin.
't Vliegend Blaadje
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden.!
Afzonderljjke nummers 1 Cent.
Van 1—5 regels25 Centeneikeregel
meer 5 Centengrootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure
bij de Uitgevers bezorgd zjjn.
HELDER, 17 April 1877.
Gisteren is in de Buitenhaven
alhier opgehaald het lijk van een
marinier, sedert 30 dagen vermist.
De voorstelling van het Jon-
gelings-Collegie »Nut en Genoegen,"
Zondagavond in Tivoli gegeven, was
weder druk bezocht. De opvoering
liet ook ditmaal weder niets te wen-
schen over. Beiden stokken vielen
zeer in den smaak van 't publiek.
Het scbroefstoomschip der 1. kl.
Atjeh is bijna afgetimmerd; de op
stelling der machines zal echter nog
eenige weken tijd vorderen. Er is
sprake om dezen bodem niet naar
Willemsoord] over te brengen, maar
te Amsterdam toe te tuigen, uit te
rusten en in dienst te stellen, ter be
spoediging van bet werk
Volgens opgave van het Bureau
ïVeritas" zijn gedurende de maand
Februari vergaan
192 zeilschepen, namelijk: 6 En-
gelsche, 29 Fransche, 33 Ameri-
kaansehe, 20 Noorweegsche, 31 Ita-
liaansche, 6 Duitsche, 6 Oosten rjjksche,
5 Deensche, 4 Nederlandsche, 4
Grieksche, 4 Zweedsche, 3 Spaanscbe,
1 Portugeesch, 1 Russisch, 12 onder
onbekende vlag. Van 26 daaronder
is hoegenaamd geene tijding ont
vangen. Voorts: 11 stoomschepen,
nameljjk5 Engelsche, 3 Ameri-
kaansche, 1 Duitsch, 1 Nederlandsch
1 Zweedsch. Omtrent een daar
van is niets bekend.
48)
DE IDENTITEIT.
Brook hield Hannes goed in het oog.
„Gij zijt door iemand hierheen gezonden."
„Ja!"
„Door wien
;,Dat ia hetzelfdeMaar waarom zou ik het
niet zeggen? Door den baron von Tempel
hof!"
„En gij moet hem zeggen, of ik Tette ben,
of niet!" riep Brook met nadruk.
„Waarachtig, gij slaat den spijker op den
kop," antwoordde Hannes.
„En gij zult den baron zeggen, dat gij
Het ramtorenschip Schorpioen
heeft met goeden uitslag een proef
tocht gedaan langs de zoogenaamde
Doodebalg, een vroeger zeer ondiep,
maar sedert den laatsten tijd veel
verbeterd en nu bétond vaarwater,
uitloopende op Dokknm. De Schor
pioen heeft met 46 palm diepgang
langs dien vlieter, het Vlie bereikt.
De zekerheid is aldus verkregen
dat, ingeval een vijandelijke vloot
voor onze zeegaten kruist, men uit
Nieuwediep onbelemmerd binnendoor
het Vlie kan bereiken.
In het gesticht Steenbeek te
Zetten, is Zaterdagmiddag brand ont
staan, die zoodanig in hevigheid is
toegenomen, dat het geheele gebouw
binnen weinige aren geheel is afge
brand. De oorzaak is nog onbekend.
Sommigen beweren, dat hij ontstaan
is bjj den schoorsteen, anderen zeggen
in de gewone werkkamer. De ver
pleegden zijn allen en het huisraad
is voor een gedeelte gered. Een aan
grenzende boerderij bekwam eenige
schade.
Zaterdagmorgen 8 uur heeft
een matroos van een te Schevenin-
gen aankomende visscherspink op
treurige wjjze het leven verloren. Na
het vaartuig verlaten te hebben om
het anker uit te brengen, geraakte
bjj in een zoogenaamde trekmui en
verdronk. Verschillende personen, die
aan het strand het gevaar bemerkten,
wendden vergeefsche pogingen tot
redding aan. Om 11 nur is het lijk
opgeviseht.
Tusschen Terborg en Doeti-
overtuigd zijt, dat ik Tette ben!"
„Ja, maar op voorwaarde dat gij mij niet
met ledige handen iaat vertrekken bromde
Hannes. „Laat eens hooren, wat gij voor
Hannes doen wilt?"
„Gij begint met mij Tette te noemen
ik heb dien naam sedert lang niet gehoord
„Zeer goed! Wat dunkt u, zoudt gij mij
aan geld kunnen helpen?"
„Geld i
„Ja, en niet weinig! Maar ik merk al, dat
onze vriendschap spoedig ten einde is."
„O, gij bedriegt n, Hannes!" riep Brook
met nadruk. „Hoeveel hebt gij noodig?"
„Minstens tweehonderd thaler!" zeide
Hannes zeer bedachtzaam.
„U staan er vijfhonderd ten dienste!"
„Gij zijt een kerelZulk een wakkeren
borst hebt ik nog nooit in mijn leven ontmoet.
Maar, wanneer zullen die vijfhonderd uitbe
taald worden! Gij begrijpt toch, dat zulks
een hoofdzaak is!"
chem is een negenjarig meisje onder
een zwaar beladen vrachtwagen geraakt
en verpletterd.
Sedert 8 April jl. wordt te Am
sterdam vermist J. P. K., oud 33
jaren, koffiehuis-bediende. Bljjkens
een door hem achtergelaten schrif
tuur had hjj het plan opgevat door
zelfmoord een einde aan zjjn leven
te maken. Op verlangen zjjner familie
verzoekt de commissaris van politie
te Amsterdam (2e sectie) zjjn opsporing
en bij ontdekking, levend of dood,
daarvan onmiddeljjk bericht.
Uit Zwolle meldt men dd. 13
April. Aangaande den fourier V.,
tegen wien vermoedens van brand
stichting zouden bestaan, vernemen
wjj, dat hjj daags na den brand door
een agent van politie, die vroeger ook
onderofficier was geweest en dikwjjls
bjj hem kwam, druk was onthaald
op jenever en in opgewonden toe
stand was gelokt naar de hoofdwacht.
In dit lokaal zoude hij uitdrukkin
gen hebben gedaan, die door ver
scholen politie-beambten zgn afge
luisterd en van zjjne schuld getuig
den. In het tuchthuis overgebracht
en zgn roes uitgeslapen hebbende,
verklaart V. niets van de zaak te
weten en wat hij in dronkenschap
gezegd heeft kan hjj niet verant
woorden. Of deze wjjze van een be
kentenis te verkrijgen goed te keuren
is, heslissen wjj niet.
Binnen weinige dagen zal naar
alle waarschjjnljjkheid de oorlog
tusschen Rusland en Turkije uitbre
ken. Een oorlog, waarvan de gevol
gen niet te voorzien zgn.
„Morgen reeds, zoo gij wilt! Maar vooraf
doet gij een gerechtelijke verklaring, of liever,
bij mijn voogd, den kanunnik dr. Olinger, in
Moorstadt
„Zeer goed. Vooreerst blijf ik hier bij n,
TetteIk ben dat eeuwige zwerven moede
Ik wil wel eens behoorlijk slapen. Geef
mij een kamer, zorg dat ik te eten en
te drinken heb, bezorg mij het geld, cn gij
zult zien, dat ik een kerel beu, op wien men
zich verlaten kan
Brook verzonk in gedachten.
„Gij schijnt mijne voorwaarden niet aan
te nemen?"
„Als het niet anders zijn kan, dan moet ik
n wel helpen. Maar nog een vraagzijt gij
in den tuin achter de gevangenis op den Tem
pelhof geweest? "Waart gij het, die aan mijn
venster kwaamt en een lang gesprek met mij
voerdet
„Ik
Hannes scheen onrustig te worden.
De Russen hebben alle krachten
ingespannen tot den aanval, maar de
Turken hebben zich op een verde
diging tot het uiterste voorbereid.
Aan alle zjjden openbaart zich bij
bezadigde en ervaren toeschouwers
de vrees, dat geen beslissende slagen
snel een einde aan den oorlog zullen
maken. Niet voor zjjn eer, noch voor
een deel van zgn gebied, maar voor
zijn bestaan en voor zjjn godsdienst
aanvaardt Turkjje den strjjd, die
daardoor met zelden geëvenaarde
hardnekkigheid, verbittering en bar-
baarschheid zal gevoerd worden. En
omdat het een godsdienstoorlog
zal zgn, en omdat in den Balkan en
aan den Bosphorus ingewikkelde En-
peesehe belangen op het spel staan,
is het maar al te zeer te vreezen,
dat de botsing in Bulgarije over meer
dan een werelddeel een trilling zal
bewerken, die in jaren niet tot rust
zal komen.
In de vorige week is te St.
Louis (N. Amerika) een der prach
tigste en grootste hotels een prooi
der vlammen geworden.
Omtrent den brand verneemt men
de volgende bjjzonderheden. Het
Southern Hötel" was een gebouw
van zes verdiepingen en kon 700
personen bevatten. De rook, die door
den brand opsteeg, was zoo dik, dat
in verschillende kamers de gaspitten
van zelf uitgingen. Daar de brand
's nachts plaats had, werden tal van
vrouwen en kinderen met behulp
van ladders in nachtgewaad gered.
Meer dan 20 personeD, meest vrouwen,
sprongen nit de bovenste verdiepin-
„Uwe stem is wel andersook spreek gij
in eèn anderen tongval."
„Hoe zijt gij in de gevangenis gekomen,
Tette?"
„Ik werd verdacht van een moord, doch
werd dadelijk weder losgelaten. Maar, gij
hebt mij nog niet geantwoord."
„Welnu, ik wil aannemen, dat ik met n
gesproken heb
„Zulk een antwoord is zoo goed als geen
„Kom, spreken wij er niet van."
„Neën, Hannes ik moet het wetenIk ben
u rondborstig te gemoët gekomen, toen ik n
herkende nu verwacht ik ook van n
oprechtheid. Bedenk, zoo gij niet oprecht
zijt, dan zijn de vijfhonderd thaler voor u
verloren."
„Hannes zuchtte en sprak„Ik weet niet
of het tot mijne schade of mijn voordeel is
ik ben het niet geweest."
„Waart gij het niet!" herhaalde Brook.
„Dan heb ik nog een vriend, een getuige