KLEINE COUBANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
No. 441.
Dinsdag 8 Mei 1877.
Vijfde Jaargang.
Oplaag 4000 Exemplaren.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.,
ADVERTENTIËN
Vertrekdagen der Mails.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
DE ERFENIS.
t Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden.
Afzonderlijke nummers 1 Cent.
te HELDER.
Van 15 regels25 Centeneikeregel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en V
'RIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
Naar Oott-Indië
3 j Eiken Donderdag, 's avonds 6.30.
HELDER, 8 Mei 1877.
Door de mailboot Conrad,"
gisterenmorgen alhier gearriveerd, is
den 29 April jl., des middags ten
12.30 ure, op 36° 25' N. B. en
3° 59' W. L., (N. W. van Malaga,)
ontdekt, het door het volk verlaten
Noord-Duitsche barkschip Presence",
geladen met zout, waarvan de equi
page denzelfden morgen was opge
nomen door den Deenschen schoener
»Lund." Er werden direct pogingen
aangewend het schip te Malaga binnen
te slepen, waarom een der stuurlieden
en 4 man van de Conrad aan boord
gingen en men het schip op sleep
touw nam. Na het schip echter 15
minuten gesleept te hebben, waren
de opvarenden genoodzaakt het ten
allerspoedigste te verlatenwaarna
het vaartuig in een oogenblik in de
diepte verdween.
De equipage, waarbij ook des kapi
teins echtgeDOote en kindje zijn door
de Conrad" van den schoener over
genomen en alhier aangebracht.
Een droevig ongeluk heeft Vrij
dag plaats gehad onder het gehucht
de Beek, bij Princenhage. De land
bouwer P. K. zat omstreeks 8 uur
des morgens met zijn zwager L. L.,
die bij hem werkzaam was, zijne
vrouw en 17jarige dochter (de an
dere kinderen waren naar school)
52) XXVI.
DE GEVANGENE.
Luitenant von Issenberg nam afscheid van
den kanunnik en de oude trad met Carola
het gebouw binnen.
De kommaudant ontving den garnizoens
auditeur met alle teekenen van eerbied, stak
een lamp aan en geleidde den kanunnik naar
de gevangenis.
„Deze dame is, zoo als gij op het dag
rapport zult plaatsen, een getuige in de
zaak van den huzaar Reckezeide Olinger
„De conferentie zal ongeveer een kwartier
duren, aan het einde van dien tijd doet gij
weder open."
-.m Otto Recke zat in zijn- mouwvest op een
Jgl kleine fofel naast zijn leger en zag door het
koffie te drinken, tóen eensklaps tot
hun grooten schrik bleek dat het huis
in brand stond. De braud nam met
ongeloofelijke snelheid toe. De vier
personen, trachtende nog ietste red
den, wilden juist een kist met kleê-
ren en eenige kleinigheden naar bui
ten brengen, toen op hetzelfde oogen
blik dat zij naar buiten wilden gaan
het brandende rieten dak reeds naar
beneden stortte en den uitgang ver
sperde. De beide mannen hebben zich
gered door de vlammen heeD, be
kwamen veel brandwonden en ver-
keeren in groot levensgevaar. De
beide vrouwelijke personen zijn ver
brand, benevens al het boerengereed
schap. De verkoolde lijken zijn dien
zelfden middag te Beek begraven.
Twee drinkebroers te Alkmaar
zijn op jammerlijke wijze omgekomen.
De een stikte, na het veelvuldig ge
bruik van jenever, in zijn woning;
de ander zou in zijn opgewekten
toestand van Schoorldam naar huis
worden overgebracht door iemand,
die evenzeer beschonken was, en bei
de verdronken met paard en chais,
waarmede zij den terugrit zouden
doen. Hun lijken heeft men gevonden.
Zaterdag is weder een werkman
uit de suikerraffinaderij te Amsterdam,
aan de bekomen brandwonden be
zweken. Thans zijn er 4 dood.
Aan de maaatschappij »de Atlas",
fabriek van stoomwerktuigen te Am
sterdam, is door het Departement
van Marine opgedragen de bouw van
een tweede gepantserd riviervaartuig
kleine venster naar buiten.
Het bezoek verraste hem zoo, dat hij eerst
geen woord spreken kon en er niet aan
dacht zijn mantel om te slaan. Töen hij
van de tafel sprong, liet zich eenig geram
mel hooreu en Carola bemerkte met afgrij
zen, dat zijne, voeten door een ketting van
drie span lengte aan elkander gekluisterd
waren.
„Zijt gij het, genadige freule!"'stamelde
hij, zijne aandoening bijna geen meester zijn-
de.fï,. uoó «r
Carola wendde zich half af, om de: tranen
te verbergen, die overvloedig over hare
wangen vloeiden en reikte hem de hand,
die de huzaar niet' meer scheen te willen los
laten.
„Nu, mijn zoon," zeide Olinger, „wij zijn
gekomen om te zien, wat er aan te doen is.
Deze dame heeft mij openhartig alles mede
gedeeld. Zij heeft het recht van u te vor
deren, dat gij de waarheid spreekt. Heht
gij zelf den brief, dien de freule u gaf, naar
Moorstadt gebracht en in de bus gestoken
met stoomvermogen. De bouw van
het eerste, de Isala, is reeds ver ge
vorderd.
Naar men verneemt, moeten
vóór eenige dagen in het tuchthuis
te Leeuwarden door eenige gevange
nen pogingen zijn aangewend om te
ontvluchten. Zjj werden evenwel ge
lukkig in die pogingen verhinderd.
Volgens den onlangs verschenen
jaargang van het jaarregister van den
grooten generalen staf van het Duit-
sche leger, bedroeg het aantal oor
logschepen van de gezamenlijke zee
mogendheden 2039, waaronder 209
gepantserde schepen begrepen zijn.
De bemanning dier schepen bestaat
uit 280,000 koppen en 15,000 stukken
geschut zijn voor deze bodems be-
noodigd. 110 oorlogsvaartuigen, waar
onder 56 gepantserde, zijn op ver
schillende Europeesche werven nog
in aanbouw. Engeland opent de rij
van de zeemogendheden en hierop
volgen Frankrijk, Rusland, Turkije,
Oostenrijk,Duitschland, Italië, Spanje,
Nederland, Denemarken, Zweden
Noorwegen eu Portugal. Volgens de
ze opgave zou Duitschland wat het
aantal schepen betreft de zesde in
rang zijn en ongeveer gelijk staan
met Italië. Hét heeft echter bij de
meeste zeemogendheden voor, dat
zijne gepantserde schepen meest in
den laatsten tijd zijn vervaardigd en
buitengewoon sterk zijn gebouwd.
Van het oorlogstooneel is nog
weinig nieuws.
Turkije heeft er van afgezien, alle
„Ja, mijnheer
„Gij waart te paard en zijt toch niet
het stift ingereden?"
„Ik heb onderweg iemand gevonden, die
mij vergezelde en mijn paard vasthield, ter
wijl ik door den tuin ging en zoo uw huis
bereikte."
„Ha! Dat geeft aan de zaak een geheel
ander voorkomen. En kent gij dien per
soon
„Ik ken hem ja. Maar het zou te
vergeefs, zelfs dwaas zijn, mij op zijne
getuigenis te beroepen.
„Goed; welke is de reden, waarom gij
meent dat de getuigenis van dien man u
schaden zal?"
„Mijnheer, die vraag is moeilijk te beant
woorden."
„De man, die mijn vergezelde en mijn
paard vasthield, is een schurk door en door.
Zijne getuigenis zou mij meer schade dan
voordeel aanbrengen!"
„Maar, mijn jongen, zijt gij dan de man,
die dergelijke vragen kunt heoordeelen
Russen uit het land te verwijderen.
Het behoudt zich slechts voor, maat
regelen te nemen, die onder de be
staande omstandigheden, billijk ge
acht kunnen worden.
Tegelijkertijd verneemt men, dat Rus
land de kusten der Oostzee in staat
van verdediging brengt en door een
sterke legermacht laat bezetten, ter
wijl Engeland niet talmt maatregelen
te nemen om het kanaal van Suez
tegen een insluiting te vrijwaren.
Een Russische kolonne is voor Kars
teruggeslagen, toen zij beproefde de
bergpassen te forceeren.
Twee stormen der Russen op de
forten van Kars zijn met groot ver
lies afgeslagen.
Ofschoon de hooge waterstand
zelfs den overgang der Russen over
de Pruth vertraagt, zijn toch alle ge
wichtige punten aan den Donau-oever,
daar waarwaarschijnlijk de eerste aan
val zal beginnen, door hen bezet.
Eenige activiteit der Turken zou die
opstelling minstens hebben kunnen
vertragen.
Reni, waar de Pruth zich in den
Donau stort, is door de Turken be
schoten en hooger op voor Turtukai,
hebben zij torpedo's in den Donau
gelegd, om een eventueelen overtocht
te bemoeielijken. Kars is, zoo meldt
men, geheel door de Russen inge
sloten, zonder dat de Turken getracht
hebben, dat te beletten. Waarschijn
lijk lieten zij het toe, omdat daardoor
een groot gedeelte van het Russische
leger vastgehouden wordt.
Daarover moet een ander uitspraak doen
„Deze man is mijn vrieud," zeide Recke
zacht.
„GekheidHij gaat met u mede, houdt uw
paard vast, en nu zal hij uw vijand zijn."
„Mijnheer kanunnik des inorgeris vroeg
na den moord van Meijer, ging ik naar den
grooten eik, om dien man te ontmoeten, en
geraakte met hem in twist. Hij heeft mijn
mantel gescheurd. Ik had hein in het gezicht
geslagen en zijn blóed heeft niijne kleederen
bevlekt."
„Zeg eens, vriendje, dat is immers geen
getuige, die alleen in uwe verbeelding be
staat
„Hij bestaatIk zeg tegenover deze dame,
die voorzeker aan mijne oprechtheid niet
twijfelt, de zuivere waarheid 1"
„Wel mogelijk, maar niet de geheele
waarheid, halve waarheid ik ook leugen.
Derhalve zuiver opgebiecht!"
„Mijnheer kanunnik! Moet gij tot mijne
rechters behooren
„Hoor eens. Ik beloof u, dat ik uwe zaak