KLEINE COURANT HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN No. 443. Dinsdag 15 Mei 1877. Vijfde Jaargang. Oplaag 4000 Exemplaren. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers BERKHOUT Co., ADVERTENTIËN Vertrekdagen der Mails. NIE U'WSTIJDINGEN FEUILLETON. DE ERFENIS. 't Vliegend Blaadje. VOOR DEN Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden. Afzonderlijke nummers 1 Cent. te HELDER. Van 15 regels 25 Centenelke regel meer 5 Centen; grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. Uren van vertrek en aankomst der Spoortreinen te Helder, ZOMERDIENST. VERTREK 'a morgen» 6.00. h 9 35. *1L47- u namidd. 1.15. 5.30. ♦Alleen Vrijd. en ^Zaterd. AANKOMST 's morgens 9.27. u 12.56. namidd. *3.47. 7 39. 10.58. ♦Alleen Vrijd. en Zaterd. N aar Oost-Indië Eiken Donderdag, 's avonds 6.30. HELDER, 15 Mei 1877. In het grootste gedeelte der oplage van ons vorig nommer kon den wij nog melding maken van de ramp, welke de Herv. Gemeente al hier, door het verbranden der Wes- terkerk, heeft getroffen. De kerk is geheel uitgebrand alleen zijn de muren blijven staan, gedeeltelijk in gaven toestand. Omtrent de oorzaak verdiept men zich nog steeds in gis singen. Sommigen meenen een blik semschicht gezien te hebben, anderen, dat het ontstaan is door de steenen pijpen, welke naar den schoorsteen leidden. Gelukkig was er geen wind, anders ware de nabestaande koren molen »'t Fortuin" welke reeds in brand geraakte, mede een prooi der vlammen geworden. Hoewel de kerk geassureerd is voor f 35.000, zullen de kosten van wederopbouw thans aanzienlijk hoo- ger zijn en lijdt de gemeente daar door een groot verlies. Bij de bediening der stoomspuit 54) XXVI. DE GEVANGENE. „Volkomen! Gij zult in hem een geduchte tegenpartij vinden. De baron von Tempel hof zelf heeft ondubbelzinnige bewijzen ge geven, dat hij Arthur Brook houdt voor den erfgenaam van den Tempelhof, Thedo von Tempelhof. Hij woont reeds op het land- gped Bardenau, dat tot den Tempelhof be hoort. Recke zag den ouden man strak aan. „O, het zou niet inoeielijk zijn Brook te overtuigen, dat hij de zoon van den Asses sor is „Vertrouw daarop niet te veel. Zijne arme bloedverwanteu aangenomen dat hij Thedo von Tempelhof niet is hebben cr te veel belang bij om hem niet als hun zoon en broeder te erkennen." is een man ernstig aan zijn been verwond geraakt. Vrijdag middag heeft met een knaapje een ernstig ongeval plaats gehad. Met nog een andere jongen achter een wagen geklommen, is hij waarschijnlijk door schokken er af gevallen, met dat ongelukkig gevolg, dat hij met zijn hoofd tusschen de spaken van het wiel geraakte. De jongen is deerlijk verminkt tehuis gebracht en verkeerd in een beden- kelijken toestand. Dit voorval strekt weder tot een ernstige waarschuwing aan ouders. >De Tijd" bericht uit Rome. Wij zijn in staat gesteld de vreugde volle tijding mede te deelen dat zijne doorluchtige hoogwaardigheid, mon seigneur Petrus Matthias Snickers, benoemd is tot bisschop van Haarlem. Bij Vlieland is gisteren nacht een Noorsche bark gestrand, ver moedelijk de Amphitrite". De be manning is waarschijn lijk op den loodskotter overgegaan. In den laten avond van Woensdag heeft te Haarlemmermeer een aller treurigst ongeluk plaats gehad, het welk aldaar eu te Haarlem, waar de betrokken personen woonachtig wa ren, groote ontsteltenis heeft verwekt. De heer F. v. Schelven, Arron- dissements-ijkerkeerde met zijne vrouw, zijn 3jarig dochtertje, zijne schoonmoeder Mevrouw de wed. van de Poll en een Oom, den heer Vre- deburgh van Amsterdam, van een huwelijkspartij van den heer van de „Zeer goedMaar heeft dan de baron von Tempelhof, nadat ik de familie Brook had verlaten, de kosten voor mijn onderhoud blijven betalen, of hebben de betalingen op gehouden Hebben de Brooks verzwegen dat ik gevlucht ben?" „Mogelijk, zeer mogelijk !"meende Olinger. „Zij zouden een gegronde reden hebben, om te zeggen, dat hun eigen zoon de vlucht genomen had en niet hun pleegzoon. Voor den eenen ontvangen zij geld, voor den an deren niet. Hierin kan Tempelhof inlich tingen geven." „Zoudt gij denken, mijnheer kanunnik, dat Arthur Brook eenige kennis gedragen heeft van de papieren van Meijer?" „Het is een netelige zaak," zeide Olinger stampvoetende. „Hadt gij maar vernomen, wat de boer u te zeggen had, uw brief was toch nog tijdig genoeg bij mij aangekomen." „Dat heb ik reeds honderdmaal herhaald. Ik ben, schoon niet met opzet, de oorzaak van het geheele onheil, dat een onschuldige etroffen heeft," zeide Carola. Poll, woonachtig te Haarlemmermeer, des avonds te half twaalf nre huis waarts. Er was een sterke mist en daardoor werd hun ook aangeraden te overnachten. Niettegenstaande dat, zijn zij toch per rijtuig, bespannen met twee paarden, huiswaarts gekeerd, met 't noodlottig gevolg, dat aan het einde van den Bennebroekerweg de koetsier, door de duisternis misleid, in plaats van den weg langs de ring vaart te nemen, recht door in het Kanaal is gereden. Aan redding was niet meer te denken. Het rijtuig met de twee paarden stortte in de diepte. De koetsier greep de bokstelliDg en redde zijn leven door op het rijtuig te klimmen, waarop hjj tot aan den hals in het water stond. De perso nen in het rijtuig zijn jammerlijk omgekomen. De verslagenheid der familie en kennissen, en niet het minst die der jonggehuwden, over dit treurig onheil, is zeer groot en de schade van den stalhouder, die bekend staat voor doorgaans zeer solide paarden en rijtuigen na te hou den en nauwkeurig op goed dienst personeel let, is door het verlies van twee paarden en het beschadigde rijtuig, aanzienlijk. De koetsier ver keert buiten levensgevaar. Naar men verneemt worden de slachtoffers van dit treurig ongeluk te Haarlemmer meer ter aarde besteld. Op een overweg van den Hol- landschen spoorweg nabij Delft is een oppassend huisvader door een trein verrast en overreden. Men vond zijn vermorzeld lijk op de baan. „Gekheid, freule. Zoo mag men niet praten." Hij stond op. „Hebt gij den huzaar nog iets mede te deelen, Freule," vraagde Olinger. „Ik kan mij niet verwijderen, maar ik zal intusschen door het venster zien." Carola reikte den huzaar blozende de hand. Toen echter, haar gevoel niet langer mees ter zijnde, sloeg zij de armen om zijnen hals en brak in snikken los. De schildwacht opende de deur, en zeide, dat de toegestane tijd verloopen was. „Moed gehoudenmijn jongen," zeide Olinger, den huzaar op den schouder klop pende. „In weerwil van alle moeielijkheden, geloof ik u toch te kunnen belovendat gij niet in de handen van den ambtman zult vallen. Of gij echter Arthur Brook van de baan zult knikkeren, is een tweede vraag." De deur werd achter de bezoekers gesloten. Toen Olinger met Carola over het plein der kazerne ging, ontmoette hij weder tot De burgemeester van Amster dam heeft ontvangen van een stad genoot, die naar zijn geboorteland terugkeert, ten behoeve der algemeene armen, de som van f 3000. Te Utrecht zijn Zaterdagnacht drie groote woonhuizen, in het mid den der stad gelegendoor brand vernield. De brand was ontstaan in een groot pelterijen-magazijn. De voorwaarden waarop mej. C. Beersmans bij het Rotterd.-Too- neelgezelschap geëngageerd is, zijn: honorarium van f8000, twee bene- ficevoorstellingen, vergunning om in eenige rederijkerswedstrijden mede te werken, en lezing van de stukken, waarin men haar wenscht te doen optreden. Een oud affuit of zoogenaamd rolpaard, dat langen tijd, volgens des kundigen wel twee eeuwen, in het water moet hebben gelegen, is door een Scheveningschen visscher uit zee opgevischt en te Scheveningen aangebracht. Te Loon-op-Zand is de bliksem in een huis geslagen, dat door drie gezinnen werd bewoond. Alles is af gebrand. Ook te Yilsteren is een boerderij in de asch gelegd. De kastelein J. B. te Kooster- stille, die met den laatsten trein van Leeuwarden te Veenwouden afstapte, is op zijne reis naar huis door eenige personen aangevallen, van zijn geld beroofd en op vreeselijke wijze mis handeld. Ook is te Surhuisterveen zijne verwondering den luitenant von Issen- berg. „Gij hier, luitenant „Ik had immers gezegd, dat ik op uwe terugkomst zou wachten en gij weet, dat men in alles woord moet houden." Eenigen tijd wandelde hij zwijgend naast den kanunnik. Eindelijk, de dame verschoo ning vragende, riep hij den ouden man ter zijde. „Hoor eens, heer kanunnik, ik hen voor nemens te trouwen." „Dat doet mij-veel genoegen. Van harte geluk gewenscht." „O, uwe vreugde zal zich wel een weinig matigen," zeide von Issenberg. „Ik heb uwe hulp noodig." Olinger bleef staan en rekte zich uit zoo laug hij kon. „Gij weet hoe de orders zijn het bruidspaar moet vijf duizend tkaler storten bij bet regement." „Ja; dat is een zeer willekeurige maat regel."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1877 | | pagina 1