No. 458.
Vrijdag 6 Juli 1877.
Vijlde Jaargang.
Kleine Courant voor den Helder, IMieuwediep en Omstreken.
Kalender der Week.
NIEUWSTIJDINGEN
FEUILLETON.
Een edel hart.
Vliegend Blaadje,
JULI.
Zoadag 8 Opgang der Zon 3 u. 51 m.
Ondergang 8 u. 18 m.
Maandag 9
Dinsdag 10 Nieuwe Maan.
Woensdag 11
Donderdag 12
Vrijdag 13
Zaterdag 14
HELDER, 3 Juli 1877.
De schouwburgen van de hee-
ren Judels Bouwmeester en Pröt
en Kistemaker lokken hier veel be
zoek. Trouwens, wat zou onze ker
mis zonder Judels zijn Judels, die
ons reeds zoo een groot aantal jaren
bezocht, zou door het Heldersch pu
bliek niet gewaardeerd worden? O,
neenDit weet ook hij té goed, dat
hij steeds op den bijval van Heldersch
ingezetenen kan rekenen.
Ook de heeren Pröt en Kistemaker,
welke voor het eerst onze kermis
bezoeken, hebben zich niet over ge
brek aan belangstelling van onze in
gezetenen te beklagen. Het was dan
ook na de eerste voorstelling reeds
te voorzien, dat »Een misdaad op
den bodem der zee" veel volk zou
trekken. Zondag a. s. wordt dit stuk
nog ééns opgevoerd.
Victor Driessens, gunstig bij ons
bekend van vroeger, geeft ook ge
durende deze kermis een repertoire
van degelijke stukken. Zoolang zijn
gezelschap speelt, waarvan Driessens
en mej. Beersmans de keur uitmaken,
zullen de liefhebbers van degelijk en
edel spel, niet wegblijven.
De paardenspellen van Sehuite-
voerder en J. Blanus, op bet West
plein, en H. Blanns op het Molen
plein, zijn ook een bezoek overwaardig.
Beiden beijveren zich om bet publiek
te amuseeren en de toeren daar ver
toond, zijn ook wel in staat om den
ouden roem van de familie Blanus
te handhaven.
Spriet zal meer dan tevreden zijn.
Eiken avond stroomt bet volk naar
binnen, om zijn uitgelezen gezelschap
kunstenaars te bewonderen.
Vertaling van GERUIT J.
7) II.
Ziek en zwak; hoopte ik iederen dag op
den dood, en in deze droevige hoop mocht
ik toch mijn' broeder niet aanwijzen als den
moordenaar. Toen ik gezond was geworden,
gevoelde ik van dag tot dag duidelijker,
dat de schande van mijn' broeder mijne
ouders den dood zou aandoen. In 't ver-
hoor, dat men me deed ondergaan, vernam
ik eerst de nadere omstandigheden van 't
feit. Ik hoorde dat de oude dorpsbode de
eerste geweest was, die mij als den moor
denaar van Hendrik Kamphagen had aange
duid. De oude schurk was mo vijandig,
omdat ik, nog een knaap zijnde, had gezien
dat hij eenden van uw oom uit de slotgracht
had gelokt en gevangen. Ik heb hem niet
aangeklaagd, ik heb hem zelfs menig hoen,
menige eend, die ik voor hem van mijne
moeder had afgebedeld, gegeven en hem
honderdmaal weldaden bewezen, omdat hij
Het stoomschip Oonrad," kapt.
Adriani, van bier naar Batavia, pas
seerde 3 Juli des morgens Aden.
Het stoomschip vMadura," kapt.
Berkelbacb v. d. Sprenkel, van Bata
via naar hier, is 3 Juli des avonds
te Port Said aangekomen en den
volgenden ochtend van daar vertrok
ken. Het stoomschip Celebes", kapt.
Bakker, van bier naar Batavia, ver
trok 3 Juli namiddags van Southa mp-
ton. Het stoomschip Koning der Ne
derlanden" arriveerde Woensdagmor
gen jl. alhier, van Batavia.
Het stoomschip »Stad Amsterdam,"
van Hankow naar Londen, is 3 Juli
te Aden aangekomen, en vertrokken
naar Seuz.
-Den 21 dezer zal van bet kolo
niaal werfdepot te Harderwijk per
spoortrein over Utrecht en 's Gra-
venhage naar hier vertreken een de
tachement suppletietroepen, sterk 150
man benevens 18 onderofficieren, om
dien dag te embarkeeren aan boord
van het via Snez naar Java vertrek
kende stoomschip Prins Hendrik."
De vice-admiraal J. Enslie, oud
minister van marine is op 81jarigen
leeftijd in den Haag overleden.
Den 26 Dec. 1795 te Dordrecht
geboren, trad de heer Enslie den 10
Jan. 1816 als adelborst le kl. in
dienst, werd den 25 Maart 1817 luit.
t. z. 2de kl. en 1 Jan. 1822 luit. t.
z. le kl. In 1833 werd hij kapt.-
luit. en in 1844 kapt. t. z. den 1
Jan. 1851 sohont-bij-nacht, den 29
Juli 1854 vice admiraal. Van 1 Mei
1851 tot Nov. van dat jaar was hij
directeur der marine te Willemsoord;
met laatstgemelden datum werd hij
Minister van Marine en bleef dat tot
16 December 1854. Bij de expeditie
naar Bali, in 1846, onderscheidde
hij zich en werd tot ridder der Mi
litaire Willemsorde 4 kl. benoemd
ook het eereteeken voor die expedi
tie sierde zijne borst.
Den 30 Juni 1855 werd hij op pen
sioen gesteld.
Bij breedvoerig gemotiveerd
vonnis is P. H. Bruijn, voormalig
secretaris der Amsterdamsche Kanaal-
't zoo armoedig had, en hij heeft 't mede
lijden van den knaap en de goedheid van
den jongeling vergolden, door me als moor
denaar aan te klagenIk had hom den
morgen van mijne terugkomst bij de park-
weide van 't slot ontmoet en 's namiddags
had hij me met Hendrik Kamphagen in 't
wond gezien. Tijdens 't bruiloftsmaal was hij
op de hofstede gekomen en had gevraagd
om mijn' broeder te mogen spreken. Deze
was echter eerst bij hem gekomen, toen de
dans begon. Ze waren met elkander door
't veld gegaan, zoo zc zeiden om me op 't
bruiloftsfeest te noodigen.
Mogelijk is dat waar, maar al 't andere,
wat ze bezworen hebben, is gelogen
Andreas hield eenige oogenblikken op en
ging daarna voort: Ze hebben verklaart, dat
ze om hulp hadden hooren roepen, daarom
vooruitgesneld waren en op de plaats, waar
de misdaad gepleegd was, de bruid van
Hendrik, Else Steinbrock, een arme weverin,
hadden aangetroffen, die schreiend op 't lijk
des vermoorden lag, tien schreden verder
hadden ze mij gevonden.
Met een zijden doek was de ongelukkige
half geworgd en met een knuppel had men
maatschappij, Woensdag door de Ar
rondissement-rechtbank te Amster
dam veroordeeld tot twee jaar celstraf.
In den nacht van Maandag op
Dinsdag is te Haarlem een man, die
van de kermis naar zijne woning
ging, in zeer beschonken toestand te
water geraakt en eenigen tijd latei-
levenloos uit den Oostersingel, bij den
Oudenweg opgehaald.
Te Vlissingen is de heer Fret,
een verdienstelijk hoofdonderwijzer
des morgens nadat zijn echtgeiioote
was opgestaan, dood in zijn bed ge
vonden. Zij ontdekte dit toen zij haar
man wilde wekken. Zij blijft met
kinderen achter.
- De keizer en keizerin van Bra
zilië worden den 12 of 13 dezer met
een tarijk gevolg in de residentie
verwacht. Waarschijnlijk zullen zij
hunnen intrek nemen in het hotel
d' Orange, te Scheveningen.
Te Nes nabij Akkrum kwam
een 6-jarig kind schreiende bij zijn
vader. Toen de vader daarop meeging
vond hij zijne vrouw niet aanwezig.
Na lang zoeken vond hij haar in het
water, waarin zij was gesprongen om
één ander harer kinderen te redden.
Moeder en kind werden levenloos uit
het water opgehaald.
Dinsdag zijn te 's Gravenhage
de Wed. H., wonende in dè Water-
sloostraat, hare jonge kinderen en
de naaister, na het middagmaal, allen
door hevige benauwdheden overvallen
ten gevolge van hét gebruik van
salade, die ontwillekeurig met een
vergifstof zou zijn bereid. Op raad
van den inmiddels ter hulp geroepen
geneesheer zijn de lijders naar het
gasthnis vervoerd. Het gevaar is nog
niet geweken. Op het gerucht dat hij
geval misdadige bedoeling'eh in het
spel zouden zijn, heeft de politie een
onderzoek ingesteld, hetwelk geen
de minste aanwijzing opleverde.
Uit Leeuwarden wordt ons van
1 Juli gemeld: Een niet alledaagsch
jubileum werd heden hier gevierd.
Hendrik Landsheer herdacht heden
den dag, waarop hij 50 jaren geleden
als tamboer hij de dienstdoende schut
terij te Leeuwarden in dienst trad.
In 1830 trok hij als vrijwillig tam
boer uit in den strijd tegen België;
vier jaren lang bleef hij bij het leger
te velde. Hij mocht in dien tijd het
voorrecht genieten eervol te worden
vermeld. De trom, die hij voor 50
jaren ten gebruike kreeg, is onafge
broken zijn trouwe medgezel gebleven.
Twee zonen van den jubelaris (hij
had 12 kinderen) traden mede reeds
beueden 15 jareu in landsdienst, nl.
op de vloot. beiden werden gede
coreerd met de medailles voor ge
trouwen dienst en deelneming aan
veldtochten. De oudste is thans
wachtmeester bij de marechaussee in
W. Indië, de jongste overleed aan
de gevolgen van een zware wond, in
den oorlog tegen Atehin hekomen.
De vader van. den jubelaris werd
door Prins Willem V in Engeland
gepensioneerd; zijn vader nam aan
den tocht naar Rusland deel, werd
gevangen genomen doch wist op de
reis naar Siberië te ontsnappen in
het vaderland teruggekeerd, nam hij
weder dienst bij de veldartillerie.
Nog eenige andere leden zijner
familie onderscheidden zich vóór en
na in den krijgsdienst. In de jaren
1830 en i 1831 waren zij ten getale
van 7 vrijwillig in dienst.
Dezer dagen ontving de echt
genoot van den postmeester-generaal
Stephan te Berlijn een brief waarin
een andere brief zich bevond, gericht
aan den luit. Stephan zeiven. De
afzender der heide brieven had zich
van het aangewende middel bediend,
teü einde zeker te zijn, dat de inlig-
gende aan zijn adres kwam. Deze
brief bleek afkomstig te zijn van een
beambte hij de posterijen; de schrij
ver verklaarde uit n&arn van een zeer
groot aantal medebeambten te spre
ken, die een geheim genootschap,
over gansch Duitschland verspreid
hebben gevormd, met het doel om hun
toestand te verbeteren. Er werden
eenige voorwaarden gesteld, binnen
een bepaalden tijd te verwezenlijken.
Indien daaraan niet werd voldaan, zou
kern de hersenpan verbrijzeld. Die doek,
die stok beiden behoorden niij. Op den
doek vond men de voorletters van mijn
naam en op den knop van den stok mijn
naam voluit. Zooals ik me later herinnerde
had ik den doek des namiddags van den
hals gedaan en bij mijn' stok neergelegd.
Al die dingen getuigden tegen me. Een
ongelukkig toeval heeft ze zeker in de
handen van mijn' broeder gevoerd, toen hij,
een weinig opgewonden, met Hendrik aan
't vechten was geraakt, omdat deze hem 't
onrecht verweet, dat hij me had aangedaan.
Tegen mij heeft mijn broeder niet getuigd,
maar hij heeft gezwegen. Alleen de arme
weverin heeft ten mijnen gunste gesproken
en zoolang mijne onschuld betuigd tot ze, mis
schien wel uit verdriet,waanzinnig is geworden.
Kent gij den loop van 't proces, dan weet
ge ook welke wending de zaak nam, toen
Else Steinbrock krankzinnig werd verklaard
en hare getuigenis derhalve niet geldig was.
Ik werd dat gewaar op den dag, toen
mijn vader den cipier vertelde, dat hem een
kleinzoon geboren was,
„Dat alles wist ge?" riep de priester vol
ontzetting.
„Ja heerik weet nog meer Ik
weet alles, ook dat dit kind drie weken
geleden een zusje heeft gekregen, en, dat
niettegenstaande 't ongeluk en de schande,
die ik over een eerlijke brave familie heb
gebracht, de Heer hen niet geheel en al
verlaten heeft en Gods zegen zichtbaar op
den braven zoon rust
Andreas zweeg en ook de priester kon
geen woord uitbrengen. Beiden dachten
geruimen tijd na, hoe weinig men op 't
oordeel der wereld kan staat maken. De
gevangene hield zijn biechtvader vast om
armd en deze streek werktuigelijk met de
hand over 't door zweet bevochtigde haar
en de ijskoude handen van dit ongelukkig
slachtoffer van aardsche gerechtigheid en
menschelijke valsohheid. Ten laatste scheen
het offer, dat de eene broeder den anderen
bracht toch te groot en hij vroeg dringend:
„"Wil je dan werkelijk nog langer deze
ellende, deze smaad dragen? zal niet
eenmaal de wensch bij je opkomen in de
oogen der menschen gerechtvaardigd te worden
en je onschuld te doen blijken!"
(Wordt vervolgd.)