KLEINE COURANT HELDER. NIEUWEDIEP Eli OMSTREKEN ï\o. 469. Dinsdag 14 Augustus 1877. Vijfde Jaargang. Oplaag 4000 Exemplaren. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers BERKHOUT Co., ADVERTENTIËN NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. EEN LASTIGE KAMERAAD. 't Vliegend Blaadje. VOOR DEN Abonnement franco p. post 50 Ct. p.3 maanden. Afzonderlijke nummers 1 Cent. te HELDER. Van X5 regels 25 Centen, elke regel meer 5 Centengrootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. üren van vertrek en aankomst der Spoortreinen te Helder. ZOMERDIENST. VERTREK: 's morgens 6.00. a H 9.35. *11.47. 0 namidd. 1.15. 0 6.30. Alleen Vrijd. en Zaterd. AANKOMST 's morgens 9.27. 0 12.56. namidd. *3.47. 7.39. 10.58. *AlleenVrijd. en Zaterd. HELDER, 14 Ang. 1877. De nacht van Zaterdag op Zon dag was getuige van een hoogst tra gisch voorval, dat even huiten de kom dezer gemeente heeft plaats gevonden. Zondagmorgen, omstreeks 5 uur, zag de waker van een houtvlot, bij het naar huis gaan, tusschen de hoofden van de 3e roode brug, aan het Noordhollandsch kanaal, een voor werp in het water liggen, dat zijn bijzondere aandacht trok. Niet lang bleef hij in onzekerheid, want een treffend schouwspel deed zieh aan hem voor. Hij ontdekte de lijken van een mannelijk en een vrouwelijk persoon, met een touw om de armen aan elkander gebonden. Op den kant der wal lagen de beide hoofddeksels der ongelukkigen, benevens twee pa rapluis. Deze dubbele zelfmoord, aan iets an ders kan hier niet gedacht worden door welke oorzaken of omstandig heden dan ook gepleegdwekt deernis op bij ieder, die nadenkt. Wat toch is de oorzaak, dat twee naar het Fransch. 3). „Achhadden wij nu maar een enkele franc," viel Lisette hem op trenrigen toon in de rede. „Maar gij hebt hem ten minste van onzen ellendigen toestand kennis gege ven! Uw brief aan Polarte?" „Noem hem niet meer! Hij is het, die ons al deze ellende berokkend heeft. Alles, alles! mijne armoede uwe ziekte! Ach, zusterhij is uwe zuchten, de tranen, die gij om hem vergoten hebt, niet waard En daarbij, zijn schandelijk gedrag jegens mij, de oplettendheden, die hij een vrouw betoont, welke hij Estelle noemt „Franpois, zoo nietGij beoordeelt onzen neef te hard, jamijn hart breekt doch nog jeugdige menscben op die wijze den dood zoeken Een geheele roman ging misschien dat treurig einde vooraf. Men verdiept zich in gis singen daaromtrent. Tal van ver halen van deze of geene personen circuleeren van mond tot mond niemand echter weet nog met zeker heid de juiste oorzaak. Volgens nadere berichten he den morgen ontvangen, is het lijk van den man vermoedelijk dat van F. W. van Nahuijs, uit Rotterdam, blijkens anonce in de »Rott. Ot." van heden uit zijn betrekking bij de heeren Boutmy Co. ontslagen omtrent de vrouw is nog niets met zekerheid bekend. De begrafenis der ongelukkigen zal hedenmiddag in tegenwoordigheid van den zwager van v. N., welke heden morgen hier verwacht wordt, plaats hebben. Zondagmiddag had op den be paalden tijd 't huishoudelijk concours der sehietclub Willem Teil" in het fort »Dirks Admiraal" plaats. Tal van leden was opgekomen. De fraaie en doelmatige schijven, door de zorg van den hr. Lupgens verstrekt, moch ten ieders goedkeuring wegdragen. Na lezing van de vastgestelde bepa lingen begon de wedstrijd. Jammer dat hevige regenbuien een paar malen de werkzaamheden deden staken. Uit 't onderstaande blijkt, dat er vrij goed geschoten, en dat de tijddien de leden gebruikt hebben om zich te oefenen, niet verspild is. Hedenavond zal de uitreiking der niet omdat hij voor mij, maar omdat hij voor zich zetven verloren is. Zijne drift voor het spel, die vreeselijke ondeugd, heeft voor eenigen tijd zijn hart als ver steend. Doch hij zal thans hier komen. Ik voel het, hij zalMijn eigen hart zegt het mij." „Zoolang hij nog een louis over heeft om te verspelen nietDoch laat ons er niet meer over spreken. Ik zal mijn werk weêr opvatten." Nauwelijks had Franpois deze woorden geëindigd of wij traden zijn kamer binnen. Toen hij datgene zag, wat hij voor mijnen persoon hield, plaatste hij zich in een wan trouwende houdinghet meisje gilde en verberg haar hoofd onder de dekens. Ge durende een korten tijd was alles stil. Lisette vatte het eerst het woord op. „Franpois. ik, uwe u zoo dierbare zuster, smeek n hem vriendelijk te ontvangen. Hij is gekomen om ons te helpen, om n te betalen!" Met een bitteren glimlach lag mijn tweede prijzen in 't lokaal jTiyoli" plaats hebben in een feestelijke vergadering. De prijzen werden behaald door de navolgende heeren, als Op 25 passen M. Meerens le prijs 22 p. P. J. Lup gens 2e prijs 19 p. A. van Willigen 3e prijs 19 p. Op 20 passen G. T. v. Oterendorp le prijs 21 p. J. Breebaart Jr. 2e prijs 21 p. J. E. de Jongh 3e prijs 21 p. Op 15 passen C. D. Zür Muhlen le prijs 24 p. C. Munnik 2e prijs 22 p. A. G. F. v. Nieuwenhuijse 3e prijs 22 p. Boel- sums 4e prijs 22 p. Reijers 5e prijs 21 p. G. Giltjes 6e prijs 21 p. Rozenprijs behaald door A. van Willigen. Het concours werd onder anderen vereerd met een bezoek van de heeren Kolonelstelling-kommandant met deszelfs Adjudant, de Majoor, plaat selijke kommandant en de Luitenant- Kolonel, kommandant van het ge deelte mariniers alhier en bestuurs leden van verschillende militaire ver- eenigingen. Zondagmiddag omstreeks half drie uur sloeg de bliksem in de woning van den landmam Jb. Zan der, te Koegras. Hij baande zieh een weg door de zolderdeur, die er met het kozijn uitvloog, om door de deur van den koegang het huis weder te verlaten. Er is slechts weinig bescha digd, maar zonderling was het, dat ik een pakje op Je tafel. „Zoo gij dit voornemens zijt," sprak de arme schrijver, „laat ons dan het geld en vertrek." „Ik heb geen geld," was het antwoord. „Ellendeling!" riep Pranpois uit, terwijl hij door drift en lichamelijke zwakheid over mand in zijn stoel viel, „zoo gij hier ge komen zijt, om n op de ellende, die gij veroorzaakt heb, te beroemen, zal uwe zege praal volkomen zijnIk ben uitgehongerd en Lisette ligt op haar sterfbed!" „Ik kan geen van n beiden ondersteu nen," werd er geantwoord. „Neef!" mompelde het meisje, terwijl zij mijnen vertegenwoordiger hij de hand vatte, hoor mij aan. „Het gelddoor n van mijnen broeder geleend, kan hem redden ik zelve ben voor geen redding meer vatbaar; mijne kwaal is te groot, dan dat menschelijke rijkdom of schatten mij kunnen haten. Hij heeft alles om mijnentwil opge offerd bewerk zijnen ondergang nietsedert twee dagen heeft hij niet het minste voedsel de bewoners het huis niet meer konden verlaten, doordien de bliksem de deuren zoodanig gesloten had, dat de knechts ze van buiten moesten opentrappen. Man en vrouw zijn hevig geschrokkeu en eenigszins doof geworden. Toch zijn ze blijde, er nog zoo gelukkig afgekomen te zijn. Jl. Zaterdagavond had een loods- leerling het ongeluk, op de loop plank mis te stappen, waardoor hij in het Nieuwediep viel. Wellicht ware hij verdronkenzoo niet M. Nagelhout dadelijk was toegeschoten, die, geholpen door W. van Leeuwen, het geluk had hem te redden. Blijkens een bij het Departement van Marine ontvangen telegram is Zr. Ms. sehroefstoomsehip Batavia, onder bevel van den luitenant t. z. der 1ste kl. W. van Oorschot, den lOden dezer te Bombay aangekomen. Aan boord is alles wel. Naar wij vernemen zal per mailboot sMadura," welke 15 Sept. a. s. van hier vertrekt, een detache ment mariniers naar Indië worden overgebracht, sterk 98 man, onder bevel van den 2e luit. L. Vogelvanger. Het st. Koning der Nederlan den, is 11 Aug. van hier via Senz naar Batavia vertrokken. Het st. Prins van Oranje," van Batavia naar hier, stoomde voorhij Gibraltar den lOen Augustus 's morgens. Het st. Celebes," van hier naar Batavia, kwam te Batavia 12 Aug. gebruikt. Geef hem wat geld." „Het is alles verloren." „Alles! Terkoop dan het een of ander om brood voor mijn broeder te koopen. Ja ja! dat zult gij doen, ik ken u! Hebt gij niets van waarde „Niets." „Huichelaar! leugenaar!" riep Franpois op een buitengewoon forschen toon uit, „in dat kistjo zijn juweelen, denkelijk een cadeau voor „Voor wie?" vroeg het meisje, bijna krankzinnig van blijdschap, door het voor uitzicht op zulk een spoedige hulp. „Voor Estelle!" zeide mijn evenbeeld, terwijl het bedaard het pakje opnam. Een vreeselijke gil klonk door de kamer. Toen wij vertrokken, kwam ons een man op den trap tegen, terwijl Pranpois in den verschrikkelijksten angst uitriep: „Help! Help! zij ligt in onmacht! zij is dood Ik begon thans te hopen, dat het denk beeldige wezens, hetwelk mijne daden in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1877 | | pagina 1