HOFMEESTER. DICHTREGELEN, Advertentiën. een flinke JONGEN, Met de opname van onderstaande cou pletten, waardoor we ons feuilleton echter achterwege moeten laten, zullen we onze lezers zeker geen ondienst doen. gen bij de voorstelling, gegeven in Frascati, op 17 Januari 1S78, ten behoeve der nagelaten betrekkingen van het veron gelukte stoomschip FRIE3 SL AND. „Vijf dagen nogen dan, God lof, Begroeten wij weer Neêrland's dreven Wij stemmen in de juichensstof, Op Vaderlandschen grond geheven, En vieren 't Kersfeest, blijgemoed, Te midden van die ons beminnen; Dan klinkt de feesttoon dubbel zoet En ruisckt het door de tempeltuinen: „Gij, die ons leiddet over 't zout, „We stemmen in den lofpsalm mede, „Ook in ons huis schonkt Gij den vrede, „Dien Ge aan heel de aarde geven woudt!" „Vijf dagen nog!" Gibraltars rotsen, Ze hielden o^s te lang gekneld, Met dubble vreugde, hen ontsneld. Gegroet, gij vriendiijk golvenklotsen, Gegroet, gegroet op nieuw, gij zee! Dr.: ;g,' op den rug van uwe baren, Óns zeekasteel naar Holland meê, Waarheen wij vol van hope! staren. Hoe kort de stoom de reize maakt, Al spotten we ook met wind en stroomen, Niet vrucht'loos klinkt de roep toch („Waakt Ter ieder uur opnieuw vernomen; Want aan een hair hangt aller lot. Eén misgreep en, nabij de haven, Bedriegt de hoop nog. Groote God Uw góedheid moog die vrees niet staven. „Vijf dagen nog!" Vijf dagen sléchts, Dan lacht ons Holland ons weer tegen. Goddankvoor zulk een rijken zegen, Voor 't eind reeds afgelegden wegs. En statig klom de stoom Van 't zeekasteel, Dat wiegelde op de stroom. Op 't achterdeel Zat daar een breede schaar bijeen Van krijgers, in de zon gebrand, Wie Atchius oorlogsgloed bescheen, Maar wie aan Java's strand De dood ontweken was, opdat *Ze weer in vreugde keeren zouden En, wie hun hart het liefste had, Die'op hun wederkomst vertrouwden, Dra weer hervinden. Luide vreugd Ontboeit hun aller tongze zingen De tonen, die naar boven dringen Vermelden, 't lied, dat allen heugt, Maar ook de vreugd, die allen toeft. En statig stuift de „FRIESLAND" door. Zijn scherpe steven groeft In 't golvenbed een breede voor. Eentoonig klept de schroef; zijn slag Zweept rustloos 't water achter 't schip; De zeilen klapperen aan de stag. Daar dreigt van ver een klip. Geen nood. Een wending van het roer.... Voorbij is weer 't gevaar; Een effen zeevlak wacht hen daar En luider wordt weêr 't blij rumoer, En blij der klinkt weêr 't hartlijk lied, Dat dra aan Holland welkom biedt. Ja wel, wel had gij reen te juichen, Gij honderdtaehtig menschental; Natuur moog' voor de wetten buigen. Die menschenkunst haar geven zal, Toch moogt gij nimmer het vergeten, Dat ge op een notenschei, een stip, Op de ongemeten zee versmeten, Natuur braveert en dat uw schip, Hoe hecht, hoe sterk, uiteengeslagen Licht dra voor *t golvenwoên bezwijkt, Als, op den aam der lucht gedragen, JDe orkaan misschien ter neder strijkt; Als 't roer onglipt aan. stuurman's ving'ren, De zeilen om de masten sling'ren, De stoompijp barst, de schroef haar vin Verliest .op weggescholen rotsen; De nacht, met looS Verborgen zin. Een schip op uwe boeg doet botsen. Aan alle zijden dreigt gevaar, De dood rolt aan op ied're baar. Maar niet aan boord bestaat die vrees; Biscaye's Golf lacht hen reeds tegen, De zee is effen allerwegen. Zij nad'ren Corrubeda reeds, Ze hebben toch zoo menigmalen De zon op 't zout zien nederdalen, Ze zijn vertrouwd met storm en wind, Wat zou de zorg hen nu bekruipen Of de angst hun boezem binnensluipen? Die felle bries is lang hun vrind. Die stroom voert hen naar Hollands (kusten, Waar al hun dierb're magen rusten, Daar toeft hen allen vrouw en kind. En daarom 't lied omhoog geheven, ,,'t Hoezee! ons Holland moge leven!" Klinkt lustig aan de Fransche kust; En rap en rapper gaan de handen Vóór Nederland bereikt geen rust. En dan omhelsd de dierb're panden, En dra de lading weêr ontlost, Om spoedig weêr gereed tot varen Op nieuw te zwerven op de baren, Hoeveel op nieuw het scheiden kost. Hen allen lacht dat luchtkasteel Aanlokkend toe, met zoet gestreel, En daarom vreezen zij geen leed. Eentoonig klept de schroef, zij nad'ren De stoom moog' rugwaarts wijken, de ad'ren Slaan luider, want elk zeeman weet, Dat dra de reis volbracht mag heeten, En vreugd vervult hen bij dat wetei\. Eu thuis...? Zij telden week en week, Zij volgden ied're koers eu streek, Die 't stoomschip op de baan volbracht. Reeds was 't berekend, hoeveel dagen Nog vol van hope moest gewacht Eer zij de dierb'ren wederzagen. „Ja, kind, uw vader komt weêr thuis. „Dra zal hij ons weêr teêr omarmen „En, voor 't schuimend golfgcbruisch, ,jOns aan zijn boezem weêr verwarmen. „Vijf dagen nog en dan, Goddank, „Vijf dagen nog, vijf korte dagen „Ze gaan voorbij ze zijn niet lang!" Helaas! Zij, die daar wachtten, zagen Hoe dat vijfdagen'tal verstreek. Geen „FRIESLAND".... Vrucht'loos heel (de week. Gewacht, en nog een week. O, zeker, Daar moet een onheil zijn gebeurd. De star der hoop wordt bleek en bleeker En eind'lijk't is met recht getreurd; De vrees heeft ditmaal niet bedrogen. Dat honderd tachtig menschental, Dat nooit in Holland keeren zal, Bezweek, natuur, voor uw vermogen. Waardoor? en hoe? een raadsel is 't, Maar 't is geen raadsel meer, dat allen Den zeewolf zijn ten buit gevallen; Het grievend onheil is beslist; Reeds vond men lijken. Op de baren Drijft reeds de rijke lading rond En 't weegeklag sterft op den mond 't Is vrucht'loos hope te bewaren. Ze zijn verloren. Dicht bij huis Verzwolg hen uog het golfgebruisch. Wie waagt het nu het lot te malen Der gaden die de man ontzonk Den rouw die dof ter neêr kwam dalen, Den klaagtoon die door Holland klonk 't Valt zwaar een dier'bren ga te derven, Maar 't troost toch als, bij 't droevig sterven, 'Zijn ga zijn hand nog drukken kan; Als hij, voor 't scheiden nog, zijn kind'ren Kan zecg'nen. 't Harte beeft er van Al wij zoovele vaderloozen. Daar troost'loos vragen zien om bróód. Sehoon is de taak, door u gekozen, zeeman; maar 't gevaar is groot. Gij waagt zoo dagelijks uw leven, Gij zwoegt en slooft. Een karig loon O, laat ons dan uw kind'ren geven. Want is alleen reeds 't weldoen schoon Nog schooner is. 't, als onze harten Meêlijden, met wie stormen tarten. O Gij, die God het leven spaart, Die, van de vruchten van hun sloven, U schat of schatten hebt vérgaard, Laat ons, ook uwe mildheid loven. ,Zwak zij ons pogen, steun ons dan; Dan helpt gij ons ook tranen drogen; De hemel zegent wis ons pogen En dank van 't hart is 't loon er van. Burgerlijke Stand Beider. 'l8 22 Jan. 1878. ONDERTROUWD: T. A. Haas, zeeman en G. E. P. Kikkert. GEHUWD: Geene. BEVALLENA. C. Witjens geb. v. d. Jagt Z. J. Snel geb. Erkelens D. D. Tol geb. Stoker D. E. J. Minneboo geb. v. d. Hoeven D. A. M. Spoelstra geb. Steutel D. A. C. L. Broeckman geb. de Voges D. E. Fabergeb. Pover Z. OVERLEDEN: A. v. d. Wijk 7 m. T. Henkes 2 j. F. W. v. Halen 10 m. A. C. Veen 19 m. H. Haarmans 60 j. G. v. d. Berg geb. Piquendaire 31 j. C. Slijkerman 2 j. CORRESPONDENTIE. Door plaatsgebrek kunnen eenige Adver- tentiën, alsmede het ingezonden stuk van den gepensioneerden fourier L. Z., wederom niet geplaatst worden. De geachte inzen ders gelieve daarom tot een volgend nom- mer geduld tc hebben. De sluiting der mail naar Batavia en Padang, te verzenden per stoom schip Prinses Amalia," geschiedt voor drukwerken den 25 Januari, na aankomst van trein IV (Noord- Holl. spoorweg) ten 10.58 des avonds, voor brieven den 26 Januari, na aankomst van trein I ten 9.47 des morgens. Morgen 83 Januari hopen door Gods goedheid de 70- j jarige Verjaardag te vieren van j onze geliefde Moeder OORNELIA JACOBA THOMASZ, j geb. ZwaEn. Namens hare dankbare kinderen en behuwd-kinderen. F. STUTTERHEIM. J. STUTTEREtEIM— Thomasz. Ondertrouwd: JAN van bee HOEVEN EN JOH ANNA JANSSEN. Helder, 17 Januari 18.78- Algemeene kennisgeving. Hedenmorgen werd ons ouderhart diep gewond, daar het den Heer in zijne aanbiddelijke wijsheid behaagde ons geliefd kind ANNA CHRISTINA in den ouderdom van 19 maanden, door den dood van ons wég te ne men. Een zware beproeving voor ons, dooh God is onze toevlucht en sterkte. Zijn woord blijve onze troost. Ps. 103:8. Nieuwediep, 20 Januari 1878. ALDERT VEEN. ANNA CHRISTINA KUNTZ. Heden overleed, na een langdurig en smartelijk ljjden, in het Hospi taal te Kampen, mjjn geliefde Zoon HENDRIK VAN DER VEGT, in den ouderdom van 23 jaren. Allen, die .den overledene gekend hebben, zullen beseffen, wat ik in hem ver lies. Aan den WelEdelen Heer Dr. KROL ben ik veel dank schuldig, voor de hulp, mjjn zoon in zijn ziékte bewezen. Helder, 14 Januari 1878. Wed. H. LE SANSE, geb. van dEe Vjbgt. Mede uit naam van Broeder en Zuster. De ondergeteekenden brengen hun nen welgemeenden dank voor de hartelijke deelneming en belangstel ling, bjj het overljjden van hun dier baren Echtgenoot en Vader onder vonden. Wed. A. BURGERS—de GapoU en MARIA BURGERS. PS. De zaak zal verder door de Weduwe en hare Dochter wor den voortgezet. G-evraagtl, door den Kommandant van Zr. Ms. schroefstoomschip LEEU WA EDEN liggende te Nieuwediep, een degeljjk, bekwaam Alleen dezulken, die reeds vroeger in die betrekking werkzaam zjjn ge weest en daarvan goede getuigschrif ten kunnen produceeren, komen in aanmerking. Maandeljjksche soldjj f 24.— Maan- deljjksche toelage van f15.tot 45.naar mate van bekwaamheden Adres in persoon bjj den Kom mandant. Een WASCHVROUW biedt zich aan tot het ge reedmaken van wasschen. Adres 2e Molenstraat, over de werkplaats van den hr. Duinker, L No. 358g. DIENSTBODE. Er wordt gevraagd om met 1 Februari in dienst te treden, een flinke zin delijke DIENSTBODE), loon f 85,De wasch gaat buiten 's huis. Adres met franco brieven aan den Boekhandelaar H. VAN OS, te Seha- gerbrug, onder letter G. ÓN A A I S T Ë~rT~ Een NAAISTER is 2 dagen per week beschikbaar. Adres Westgracht 273. Wordt gevraagd, tegen Febr., een nette fatsoenljjke - DIENSTBODE voorzien van goede getuigen. Adres Hoofdgracht K 32. wordt gevraagd: een MEID, die melken kanin een klein gezin, bjj C. MOOIJ, Breestraat, tè Helder. Er wordt gevraagd: die met het Koperslagersvak bekend is, bjj LUIJTZEN, Koningstraat. Er biedt zich aan een knappe WASCHVROUW, voor het gereedmaken der wasch, voor een civielen prjjs. Adres Berkhout Co. In een klein gezin wordt gevraagd een DAGMEISJE, voor licht huiswerk. Adres Berkhout Oö. Een fatsoenlijke Vrouw zag zich gaarne geplaatst als BAKER. Informatiën zijn te bekomen bij Berkhout Co. Wordt gevraagd een DIENSTMEISJE, niet be neden de 17 jaar. Adres hoek Nieuwekerkplein 61. Wordt gevraagd: ,een knap DAGMEISJE, voor licht huiswerk. Adres Berkhout Co. (klepnM voor eon Kostppr, in een fatsoenlijk gezin zonder kinde ren, in de nabjjheid van's rijks werf, Adres Berkhout Co,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1878 | | pagina 2