Oorlogsberichten. Advertentiën. I VAN opbrengen van bedelaars en landloo- pers, voor zoover het niet onvermij delijk isvoorloopig moet worden gestaakt. In de steden zijn de gevan genissen zoo vol, dat men in de residentie onder anderen eenige per sonen, die op straat iemand hadden gewond, onmiddelijk na het eerste verhoor op vrije voeten heeft gesteld, omdat de politie hen nergens in arrest kon brengen. - De Hofraad von Heuss, een beroemd schilder, vooral in het vak van portretten, die te Mainz ver blijf houdt, is het slachtoffer gewor den van de godsdienstige dweepzucht zijner dochter. De heer v. Heuss heeft het portret van onderscheidene re- geéreude vorsten, ook dat van Thor- waldseu, door den grooten beeldhou wer aan zijn vaderstad geschonken. Hij verkeert dan ook in goede finan- cieele omstandighedenen op zijn villa in Bodenheim had hij een ver zameling kunstschatten van beroemde meesters, die hem door velen werd benijd. Ook waren daar zijne scheppingen voorhandenkostbare schilderijen, waaronder onderscheidene mytholo gische voorstellingen. Dit alles is door een daad van vandalisme vernield. Een dochter van den schil der heeft in een aanvalvan godsdienst waanzin al de werken van haar grij zen vader stuk gesneden en verbrand. De verslagenheid van den schilder, die de vruchten van jarenlangen arbeid vernietigd zag, laat zich beter gevoelen dan beschrijven. Een 11-jarige knaap vond dezer dagen te Parijs een portefeuille, in houdende hoogst belangrijke doku- menten en geldswaardig papier. Toen hij den inhoud van de portefeuille had doorgesnuffeldbegreep de schrandere jongen levendig, hoe on gerust de verliezer dezer portefeuille wezen moest. Zonder iemand te raad plegen, want hij. was een heel eind van huis verwijderd, paste hij een hoogst eenvoudig middel toe, om den verliezer gerust te stellen. Hij kocht een briefkaart en gaf kennis van zijn vondst aan het adres, dat hij in de portefeuille had gelezen. De eigenaar van de kostbare brieventasch kwam ontsteld in zijne woning aan, om na te zien, of hij daar zijn por tefeuille had laten liggen en vond reeds de briefkaart van den knaap en opgave, w.aar zijne ouders woon den. Men stelle zich de bewonde- op de huisdeur. Sara verwijderde zich haastig en spoedig daarop trad een jong, elegant gekleed heer bij Levi binnen. Het was de graaf Seniawitsch. Hij scheen met de plaat selijke gesteldheid van het huis bekend te zijn, want toen de oude dienstmeid, die hem de deur had geopend, zijne vraag of haar heer te huis was, bevestigd had, ging hij dadelijk door den duisteren gang, die naar het kantoor van den jood voerde. „"Wat verschaft den ouden Levi het ge noegen van het zoo onverwacht grafelijk bezoek?" vroeg met geveinsde verbazing de jood, terwijl hij den binnentredende met een buiging een armstoel aanbood. „Mijn oude vriend," antwoordde de graaf met een glimlach, die slechts met moeite verheelde hoe moeielijk hem het woord vriend was geworden, „heeft mij reeds zoo dikwerf uit een neteligen toestand geholpen, dat het hem nu ook niet moeielijk zal zijn het oogmerk van mijn bezoek te raden. Ik behoef voor heden middag vier duizend roebels, welke ik vorst "Wasilof als een eere schuld te betalen heb." Baruck Levi scheen volstrekt niet ver wonderd over deze verklaring; maar toch zweeg hij een oogenblik, terwijl hij de wis- ring voor van den eigenaar, toen het bleek dat deze flinke daad door een kind was verricht. Dagbladen van Manilla maken melding van een verschrikkelijke!) brand, waardoor te Tabagos 2000 huizen zijn in de asch gelegd. De schade wordt geraamd op 2 miljoen peseta's. Het laat zich begrijpen, dat een groot aantal familien door deze ramp in de diepste ellende zijn ge dompeld. HET VAGEVUUR DER HINDOES. De Hindoes gelooven ook na den dood, vóór zij in den hemel worden toegelaten, zich in een overgangs toestand te moeten bevinden, waarin zij van hunne zonden gereinigd worden. Ook doen zij bedevaarten naar heilige plaatsen, waar zij voor do zielen hunner overleden betrekkin gen bidden. Zij gelooven dat alleen een zoon voor de ziel zijner ouders kan bidden. Daarom wenschen zij steeds vurig mannelijke erfgenamen. De vaders wien dit geluk is ontzegd nemen daarom gaarne vreemde kin dereu van 't mannelijk geslacht als de hunne aan, opdat ze niet lang in het beproevingsoord behoeven te blijven, maar door het gebed hunner zonen spoedig daaruit worden verlost. -St. Petersburg 3 Feb. (Officieel.) Uit Adrianopel is van 31 Januari 's avonds bet volgende bericht ontvan gen: »De zes grondslagen voor den vrede, door de Por te aangenomen, zijn zoo even, met en benevens den wapenstilstand door den Grootvorst en de Turksche gevolmachtigden onderteekend. Aan. alle detachementen, alsook naar den Kaukasus, is on middelijk bevel gezonden om de operatiën te staken. Alle Donan- vestingen en Erzerum worden door de Turken ontruimd. De vredespreliminairen worden als volgt medegedeeld: Oprichting van een vorstendom Bulgarije. Oorlogsvergoeding of compensatie in grondgebied Onafhankelijkheid van Rumenië, Servië en Montenegro, met gebieds- vergrooting. Hervormingen van Bosnië en de Herzegowina. Latere overeenkomst tusschen den seis optelde welke hij van graaf reeds bezat. „En welke zekerheid kan mij de graaf Seniawitsch geven?" vroeg .de jood. De kleine oogen van den graaf vonkelden een oogenblik als gloeiende kolende kleine mond trok zich te zamen en het rood der toorns vloog over zijne wangentoch onder drukte hij zijn misnoegdheid. „Mijn naam zal toch wel genoeg zeker heid zijnantwoorde hij. „Yergeving, mijnheer de graaf," zei lang zaam Levi, „men heeft mij voor acht dagen nog een wissel van twintig duizend roebels verkocht, op welken de handteekening van u en den vorst Felotiskoff zich bevinden, ik veroorloof mij sleclits te vragen of de handteekeningen echt zijn." De graaf beet zich op de lip en sloeg onwillekeurig de oogen neer toen hij die van den geldleener ontmoette. „Ik kan zonder waarborg geen geld meer geven, zei de jood koel. „Ik heb voorshands geen anderen waarborg dan mijn naam. Bijna alles wat ik bezit is overigens reeds in uwe handen en in die mijner andere schuldeischers. Maar hier aarzelde Seniawitsch, „in zes weken zal ik al mijne wissels kunnen betalen." Sultan en den Czaar over de kwestie der zeeëngten. Ontruiming der vestingen. HELDERSCHE MOPPEN. Een oude zeerob had het ongeluk van bij het van stapel loopen van een schip een zijner beenen verpletterd te zien, zoodat het moest worden afgezet. De man onder ging die operatie, zonder een woord te zeg gen en onder het rooken van een pijp. Toen de chirurgijn vervolgens wilde heen gaan, richtte de matroos zich van zijn bed op, riep hem terug en zeide: „Vergeef mij, mijnheer dat. ik u geen uitgeleide doe, maar ge ziet, het, 't is uw eigen schuld," STUITENDE LASTER. Een eenvoudig landman stond dezer dagen terecht wegens een overtreding vad de jacht wet. Gij werdt reeds eenmaal voor een soortgelijk feit veroordeeld, zeide de president. Ja, mijnheer, maar deze keer ben ik heus onschuldig. Dat zal nader moeten blijken. Hebt ge geen advocaat gesteld? Och neen, mijnheer de rechter, daar ik ditmaal niets dan de waarheid te zeggen heb, dacht ik het wel zonder advocaat te kunnen doen Burgerlijke Stand Helder. V-an'l 5 Pebr. 1878. ONDERTROUWD: K. Heitlager, bediende en B. de Bruijn. A. Dijkman, brieven besteller en M. S. Hehewerth. D. G. Taanom werkman en G. Muller. GEHUWD: Geene. BEVALLENM. W. M. Kraaijenhof geb. Donders Z. A. G. Henneveld geb. Yeen Z. T. Griek geb. Kok Z. A. Bak geb. Klijs D. J. W. Yisser geb. Hen driks D. M. Halleker geb. Keijzer Z. A. Spruit geb. Krijnen Z. J. Kui per v. Beek Z. A. Leen geb. Berg D. C. J. Quak geb. Flens Z. S. de Hertogh geb. v. d. Wolt D. -r- S. M. Schmidt geb. v. d. Abeele D. OVERLEDEN M. Joon geb. Bakker 38 j. J. Kouseband 6 m. J. N. Morée 83 j. M. J. v. d. Berg geb. v. Em merik 44 j. T. Slot 7 m. A. Vogel zang 37 j. C. H. Konijn 2 j. M. L. Egner 9 m. Levenloos aangegeven 2. ïsostsaöfiooeoaEiajsfieöBoee. j 35-Jari(?e Echtvereenigiug' 2. G. OOSTERVINK i en Z. RENIER. M Edam, 6 Febr. 1878, fi 1 Hunne dankbare kinderen en behuwd-doehter. t Algemeene kennisgeving. ff Barnch Levi overlegde. Na een pauze zeide hij „Ik \yil u nog vier duizend roebels leenen, maar in zes weken hoop ik prompt betaald te worden." Hierop opende hij de ijzeren geldkist, die bij de tafel stond, en betaalde deels in goud deels in banknoten het verlangde bedrag, dat de graaf opstreek, nadat hij den wissel onderteekend en nogmaals beloofd had, bin nen zes weken prompt te betalen. Daarop nam hij afscheid van Levi, die de schuld bekentenis, na ze nog eens zorgvuldig on derzocht en samen gevouwen te hebben in zijn geldkist sloot. Juist wilde de graaf het huis verlaten, toen Sara uit een benedenkamer in den gang trad. „Welk een geluk overkomt mij, daar het niij vergund is de roos van Jericho te aan schouwen Sara's voorhoofd verduisterde zich een weinig en zij scheen met het kompliment niet zeer gevleid tp zijn. „Mijnheer de graaf maakt nog altijd slechte vergelijkingenantwoordde zij en wilde terugkeeren. Maar Seniawitsch nam haar teeder bij de Ondertrouwd ALBERT DIJKMAN, van Nijmegen, en MARIA SOPHIA HEHEWERTH. Helder, 1 Februari 1878. Algemeene kennisgeving. Voorspoedig bevallen van een welgeschapen Dochter: S. M. van den ABEELE, Echtgenoote van J. H. J. SCHMIDT. Helder, 3 Februari 1878. Algemeene kennisgeving. Voorspoedig bevallen van een wel geschapen Dochter, G. DE BOER, geliefde echtgenoote van J. H. BREUKELS. Helder, 5 Januari 1878. Heden overleed na een kortstondige ongesteldheidons geliefd zoontje CORNELIS HENRICUS, in den ouderdom van ruim twee jaren. Den Helder, 3 Febr. 1878. V. CONIJN. M. M. CONIJN—Roodt. Algemeene kennisgeving. Heden overleed na een lijden van ruim 2 maanden, onze jongste en eenigste lieveling JACOBA CORNE- L1Ain den ouderdomvan 9 weken. Nieuwediep, 4 Febr. 1878. C. J. KLAASEN, en T. KLAASENJacobs. Heden overleed, na een langdurig lijden, mijn geliefde zuster JACOBA MAGDALENA VAN EMMERIK, Echtgenoote van Abraham van den Berg, in den ouderdom van 44 jaren. Helder, 1 Februari 1878. Mede namens familie, J. M. WENDT, geb. van Emmerik. Heden overleed zeer plotseling, tot mijn innige droefheid, in den ouder dom van 37 jaar, mijn welbeminde Echtgenoot, de Heer ANNE VO GELZANG, in leven Stucadoor alhier. Helder, 3 Febr. 1878. Wed. A, VOGELZANG- de Wijk. Voor de .vele blijken van belang stelling, ondervonden bij het over lijden onzer geliefde zuster, betuigen wij onzen hartelyken dank. Helder, 5 Feb. 1878. Uit aller naam P. KORFF. hand en ze aan zijn mond brengende, fluis terde hij „Sinds ik zoo onuitsprekelijk gelukkig was den bewusten avond in uw gezelschap door te brengen, is in mijn hart een don kere nacht, het ontbreekt er aan licht en warmte." v Sara luisterde naar hem deels weerstre vend deels toch een weinig gevleid. Toen echter antwoordde zij „Mijnheer de graaf, ik mag niet langer naar u luisteren, het ware dwaasheid van mij zulke woorden te gelooven." Nu klonken de klokjes van een naderende slede, die voor het huis naast het gespan van den graaf stil hield, en dadelijk daarop klonk met fórsche slagen de ijzeren klopper op de huisdeur. „Het geluk is mij heden tegen!" dacht Seniawitsch, en nadat hij de haastig in een kamer snellende Sara de hand had gedrukt, verliet hij het huis, hetwelk nu.Dewbinsky binnen trad. De twee mannen ontmoetten elkander en zagen elkander wederzijds in het gezicht, beiden hadden dezelfde gedachte ieder hield den andere voor don bevoor rechten gunsteling bij de schoone Sara Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1878 | | pagina 2