KLEINE COURANT HELDER. NIEUWEOIEP EN OMSTREKEN 9 No. 551. Dinsdag 28 Mei 1878. Zesde Jaargang. abonnement Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers BERKHOUT Co., advertentien NIEUW STIJDIN GEN feuilleton. VERST00TEN. i Vliegend Blaadje. VOOR DEN per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct. franco per post 60 te HELDER. Van 15 regels 35 Centenelke rege! meer 5 Centen; grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS, vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn. HELDER, 28 Mei 1878. Bij de commissie alhier, tot ondersteuning van de nagelaten be trekkingen van de omgekomenen met den Loodskotter No. 8 en bet Stoom schip Friesland, is tot heden ingeko men f 12418,557a waarvan uitslui tend voor den Loodskotter f 6554.7672 voor de Friesland fl905.23y2, en voor beiden te zamen F 3958.551/2. De commissie hare taak thans als geëindigd beschouwende, betuigt aan de talrijke gevers haren warmen dank. Vrijdagavond jl. zijn in een buitengewone vergadering van de alhier gevestigde afdeeling der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen een zilveren medaille en loffelijke getuigschriften uitgedeeld aan de bemanning van de reddingboot, die den 18 December van het afgeloopen jaar met zooveel moed en opoffering de equipage van het op de Noorder- haaks gestrande Deensche stoomschip Nordlyset redde. De president, de heer G. E. Bron, gaf een verhaal van deze moedige redding, bracht in herinnering dat de schipbreukelingen, door angst gedreven en met den dood voor oogenzich allen tegelijk in de reddingboot hadden geworpen en dat dit anders voortreffelijke vaartuig door de felle branding werd omver geworpen, waardoor redders en ge redden tegelijk ten prooi waren aan de woedende golven. Gedeeltelijk zwem- Ben Poolsche geschiedenis. 35). XII. De ongelukkige Sara gevoelde het liefde- looze, het boosaardige dezer woorden en sprak voortaan geen woord; ze gaf ook geen ant woord meer op Ornsteius vragen. Het rijtuig hield slechts halt in kleine dorpen, waar Ornsteiu de weinige spijzen, welke Sara behoefde, liet gereedmaken. Eens werden ook de paarden verwisseld. Ornsteiu drukte bij die gelegenheid den boer, die tot hier de reis mee had gemaakt, dertig roebels in de handde man ver wijderde zich dankend en bood in dergelijke gevallen zijn dienst aan. Daarop ging het weder voorwaarts in scherpen draf. Het was reeds laat des avonds toen het rijtnig over de hobbelige straatsteenen eener mende, gedeeltelijk zich aan de red dingboot vastklemmende, was men er in geslaagd de boot recht te krijgen en in deerniswaardigen toestand er in te klimmen. Intusschen was de bootsman C. Stein en een der roeiers C. Bethlehem verdronken met 7 schipbreukelingen van de Nordlyset, terwijl 2 der roeiers, J. de Wolff en H. Wessel, tengevolge van verwon ding, meer dood dan levend in de boot werden getild. Na deze toespraak, die een zicht baren indruk op de talrijke toehoor ders en op de aanwezige redders maakte, werd aan de diep bewogen weduwe van den bootsman de zilve ren medaille uitgereikt, die volgens de statuten aan de reddingboot wordt toegekend, en de overige bemanning, benevens de beide weduwen, ontvin gen een loffelijk getuigschrift. Hoewel hunne namen vroeger reeds zijn meedegedeeld, gelooven wij die nog eens openlijk te mogen vermelden, het zijn: B. H. Grimijzer, C. d» Roover, G. L. Spil, K. Bot, F. Brede- rode, G. van der Zee, H. P. Kuiper H. Wessel en J. van VYolferen. Blijkens achterstaande annonce is de Zangvereeniging »Cecilia" door vele beminnareu der zangkunst uit- genoodigd tot een herhaling van 't concert, op 28 April jl. gehouden. Dit concert zal als nu plaats hebben op a.s. Donderdag (Hemelvaartsdag), in Musis Sacrum. Wij vertrouwen, dat velen van de gelegenheid tot introductie zullen gebruik maken. voorstad van Warschau ratelde. Daarop reed de koetsier door groote, prachtig verlichte straten, vervolgens sloeg hij een zijweg in door eenige enge straten en hield eindelijk stil. „Wij zijn aangekomen," zei Ornsteiu koel. Hij stapte het eerst uit en gaf Sara de hand om haar bij het uitstappen behulp zaam te zijn. Zoodra het arme kind den voet op den grond had gezet, zag zij om zich heen en huiverde bij den aanblik der zoogenaamde jodenstraat, welke wij reeds beschreven hebben. Hier en ginds stak een leelijke jood zijn gezicht uit een venster, om te zien wie zoo laat ir een rijtuig hier aankwam. Ornstein scheli e aan een even zoo vuil huis als de anderen waarschijnlijk stond reeds iemand achter de deur, die op het schellen gewacht had, want oogeublik- kelijk werd ze geopend. Ornstein droeg Sara in het voorhuis en volgde haar. De arme Sara had zoolang zij leefde niets gezien dat geleek op hetgeen zich aan hare oogen voordeed. In het voorhuis hingen oude kleeren en linnengoed, op den grond lagen een menigte schoenen, deels ontzoolde, deels N aar men zegt, zou dezer dagen door een visscher, bij het ophalen van zijn net, een vest gevonden zijn, waaraan een loodsenplaat beves tigd was. Volgens 't daarop voorko mend nommer, moet deze plaat heb ben toebehoord aan den loods S. Verberne, die met den loodskotter No.8 in den sterm van 31 Decem ber 11. is vergaan. De Vereeniging «Ontwaakt bij Tijds" herinnerde jl. Zondagavond in Tivoli haren leden, in een feestelijke bijeenkomst, haar 4jarig bestaan. De president opende in welgekozen woorden de vergaderingde penning meester bracht verslag uit van den fluantiëelen toestand, waaruit bleek, dat de Vereeniging zich in bloei mocht verheugen. Een uitgebreid programma schonk het groot aautal feestgeuooten voortdurend aangename afwisseling een blijspel, eenige voor drachten en liederen mochten de toejuiching der leden verwerven. Het bal werd in de beste stemming tot laat in den avond voortgezet. De Vereeniging Ontwaakt bij Tijds" stichtte in haar kring reeds veel goeds, waarom het wenschelijk is, dat zij in bloei moge toenemen en nog dik wijls een jaarfeest op deze wijze herdenken. In het grootste gedeelte onzer oplage van het vorig nummer, kou den wij nog melding maken van het verongelukken van het stoomschip Voorwaarts. Het blijkt thans dat genoemde gelapte laarzen en allerlei oude voorwerpen een onaangename reuk drong uit alle hoeken cn de trap. was vol slijk. „God! waar zijn wij toch?" vroeg het meisje met bevende stem. „Bij uw vader V' gaf kort en koel haar geleider ten antwoord. Nu kwam een vrouw met een kaars te voorschijnhet was Itebekka. Sara zonk bijna van schrik nederont steld staarde zij de huishondster aan. Orn stein zei op bevelenden toon. „Volg deze vrouw!", draaide zich om, opende een deur en verdween hij ging het kantoor van Teweles binnen, om zijn judasloon te ont vangen. Bevend volgde Sara de haar voor gaande vrouw. Deze voerde haar door twee kamers, drukte vervolgens op den knop eener behangen deur en liet Sara in de bewuste kamer met de hooge spiegels gaan. Ben brandende kaars stond op een tafel, ten bewijze, dat men hier iemand ver wacht had. „Ik verlaat u nn, om mijn meester te verwittigen," zei de huishoudster. „Wat! wilt ge mij hier alleen laten?" mailboot nabij Penaug in aanvaring geweest is met het st. Khedive, waar door de Voorwaarts tot de waterlijn werd iugeloopen en op het strand moest worden gezet. De passagiers en de mail zijn gered, doch het schip zal waarschijnlijk verloren zijn. Onmiddellijk na ontvangst van het bericht van het ongeluk, het stoom schip Voorwaarts overkomen, is order gegeven het st. Madura uit Batavia naar Penang te doen stoomen. Vol gens telegram is de Madura gereed van Batavia te vertrekken. De passa giers van de Voorwaarts ziju allen te Penang ontscheept; zij zullen aldaar weinige dagen vertoeven en kunnen met dé Madura de reis naar Nederland voorzetten. Volgens berichten in Eugelsche bladen is de Khedive, die op 23 Mei de Voorwaarts heeft aangevaren, een stoomboot van de Peninsular and Orieutal Oompany, die de Europeesche mail van 18 en 21 aan boord had. Het ongeluk had te 8 uur 's na middags plaats bij Meika-hoofd". Ook de Khedive is zwaar aan den boeg beschadigd en moet te Singapore dokken. Geen enkel menscbenleven is te betreuren, evenmin als de lading der Kehdive. De Voorwaarts zit vast op het noorden van Penang en men beschouwt bet schip en de lading als verloren. De schade, door de ramp van de Voorwaarts, schat men voorloopig op 2 millioen gulden. vroeg Sara ongerust, maar Itebekka was reeds verdwenen. Met verwondering zag het arme kind om zich heen, overal waren spiegels die tot aan den grond reikten, maar nergens was een deur te zien werktuigelijk zette zij zich neder en wachtte. Zacht werd nu de geheime deur geopend. Aron Teweles trad binnen. Om zijne lippen speelde een grijnslach, waarover Mephisto of don Juan zich niet hadden behoeven te schamen. „Waar is mijn vaden?" vroeg Sara. „Hij zal misschien in weinige dagen komen." Aron Teweles had deze woorden met zijn natuurlijke stem gesproken hij achtte het niet noodzakelijk zijne stem te veranderen. Sara trad achteruit en zag hem in het gezicht. Zijne oogen ontmoetten de hare zij herkende hem cn riep, „Aron Teweles!" Deze trad haastig op haar toe en wilde haar bij de hand nemen; maar daar zij ze heftig terugtrok, bepaalde hij zich bij een eenvoudige buiging. „Ik ben er trotsch op, lieve bruid, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1878 | | pagina 1