KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWËDIEP EN OMSTREKEN
No. 553.
Dinsdag k Juni 1878.
Zesde Jaargan
abonnement
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
advertentien
feuilleton.
VERST00TEN.
'I Vliegend Blaadje,
VOOR DEN
ner 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct.
franco per post
60
Uitgevers BERKHOUT Co.,
HELDER.
te
Van 15 regels35 Centen, elke regel
meer 5 Centen; grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
NIEUW STJJ DIN (.r EN
HELDER, 4 Juni 1878.
Zaterdagmiddag is van hier
U rokken bet schroefstoomschip
Acjeh, komm. Bunnik, naar Lissabon.
Dit nieuw model schip zal een
_uaar maanden in den Atlant. Oceaan
1' -uisen, ten einde te kunnen nagaan,
hoeverre verbeteringen toegepast
kunn-n worden op de te Amsterdam
in afnbouw zijnde De Ruyter" en
«Tromp," schepen van hetzelfde type.
Deze oorlogsbodems hebben eeh
bewapening van 6 krupkanonnen van
17 cM. en 4 krupkanonnen van 12
c.M. A, een stoom vermogen van 450
paardenkracht en een bemanning
van 225 koppen.
De »Atjek" zal Lissabon en Madeira
aandoen voor ververschingen en wordt
tegen Augustus alhier terugverwacht.
Het breede Amerikaanscke ttiig, in
verband met de scherpe lijnen, voor
spelt in den bodem een snellen zeiler,
terwijl het groote stoomvermogen bij
den laatsten proeftocht het schip een
vaart van 14 mijl deed loopen.
Het st. Celébes, van hier naar
Batavia, is 31 Mei te Suez aangeko
men en des avonds vertrokken.
Het stoomschip Koning der
Nederlandenkapt. Bruynsvan
Nieuwediep naar Batavia, arriveerde
te Southamptön, den 2n Juni, 's na
middags ten 2 ure. Het stoomschip
Prins van Oranje," kapt. Berkelbach
van den Sprenkel, van Batavia naar
Een Poölsche geschiedenis.
36).
XII.
Eenige dagen waren zoo verstreken, toen
Arott nit een verwijderde Voorstad een oud
man, die zich dücter liet noemen, bij zich
in huis bracht.
Toen beiden bij Sara in de kamer traden
ging zij hen moedig tegen en dreigde den
eerste, die haar durfde te naderen, te doo-
deh, terwijl zij de hand met een mes ge
wapend ophief, hetwelk zij van Rèbekka,
die zoo even de spijzen had gebracht, ont
vangen had.
Haastig verwijderden zich beiden.
„Hoe lang kan dat duren, doctor, siste
A.on Teweles.
„De krankzinnigheid F Men kan er oud
Nieuwediep, passeerde Gibraltar den
ln Juni 's morgens en den 2n des
namiddags kaap Roca en kaap Car-
voeiroalles wel aan boord. Het
stoomschip »Stad Amsterdam," kapt.
Boon, van Londen naar Penang, is
den ln te Suez aangekomen en heeft
de reis voortgezet.
Blijkens een uit Ned.-Indië
ontvangen telegram, is de voor Ne
derland bestemde brievenmaal aan
boord van 't stoomschip Voorwaarts,
welke bij de ramp aan dat vaartuig
overkomen, werd gered, den 27sten
Mei per Britsehè pakketboot ver
der verzonden. De bedoelde brieven
mail kan alzoo omstreeks den 28sten
Juni a. s. te Brindisi worden ont
scheept.
Voor het hof te 's Hage stond
een gehuwde vrouw uit Charlois te
recht, beschuldigd, haar pas geboren
kind levend begraven te hebben.
Zij beweerde gemeend te hebben,
dat het reeds overleden was, toen zij
het in een kuil wierp en met aarde
bedektede deskundigen verklaarden
echter, dat hèt kind niet dood was
geweest, daar o. a. slijk en aarde in
dé luchtpijp en maag waren gevon
den. De reden voor die vreeseljjke
daad was, volgens het O. M., dat de
vrouw zoo gierig was, dat zij be
vreesd was, een tweede kind te hebben
en daarom de zwangerschap zelfs
voor haren man geheim hield en het
kind ombrachtDe advocaat-generaal
eischte veroordeeling tot 10 jaar
bij worden," gaf de arts ten antwoord, ter
wijl hij met gewichtig gebaar den vinger
aan zijn mond legde.
„En hoe oud in dit bijzonder geval
vroeg fluisterend Arou Teweles.
„Hm, zij is nog jong zij kan het nog
twintig jaren ook nog langer uithouden."
Aron Teweles verbleektehij betaalde den
docter,. drukte zijn muts diep in de oogen
stroopte de kraag van zijn peis op en ver
liet het hnis.
Met haastige schreden snelde hij door de
enge straten en sloeg een kleine steeg in.
Voor een half vervallen huis hield hij stand.
Het was het huis v n den chemicus Löw.
Deze man had een zser slechten naam, Was
reeds1 meermalen gerechtelijk gestraft ge
worden en de politie hield een waakzaam
oog op hem. Hij was ook reeds wegens
het verkoopen van vergift aan onbevoegde
personen voor de rechtbank geweest, maar
wat wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken
geworden.
Jakob Löw was juist aan den arbeid.
Laat ons zijn woning in oogenschouw ne-
tuchthuisstraf. De verdediger opperde
de vraag, of het wel aannemelijk is,
dat een zoo vreeselijke misdaad met
bewustheid is gepleegd.
Zekere S., te West-Graftdijk,
had zich voor eenige dagen failliet
verklaard. Bij het inventariseeren
vond men slechts zaken van geringe
waarde, doch later kwam men tot
de ontdekking dat hij bijna geheel
zijn huisraad en inboedel naar een
bloedverwant zijner vrouw in een
naburige plaats had laten vervoeren.
Hij is daarop dadelijk in hechtenis
genomen. Toen men later ook zijne
vrouw kwam gevangen nemen is
deze in den regenbak gesprongen en
verdronken.
Zekere B., weduwnaar te Mep-
pel, is met achterlating van een 3tal
hulpbehoevende kinderen met de noor
derzon vertrokken en heeft zich,
naar men verneemt, te Harderwijk
voorlndischen dienst laten inschrijven.
Zaterdag trachtte eèn man te
IJmuiden een meisje van 15 jaar,
dat bij hem logeerde, den hals af
te snijden. Het meisje is gewond,
maar buiten gevaar. De dader is in
hechtenis.
In een kroeg te Venlo heeft
een der bezoekers, een boerenknecht,
Donderdagavond twist gekregen met
den kastelein, die daarop een schot
uit een revolver op hem loste. De
boerenknecht werdt thuis gebracht
met een verbrijzelde kinde tanden
men; een grijsgeverfde, slecht onderhouden
kamer met kale wanden, en akelig in hare
naaktheid.
Bij den ingang zien wij een kleinen chi-
pceschen oven van zonderlingen vorm, waar
uit een blauwachtige vlam opgaat. Op dien
oven staan en liggen een menigte smelt
kroezen van verschillende grootte, klompen
metaal en verschillende toestellen. Op een
lomp bewerkte houten bank liggen groote
stalen veeren, schroeven en metalen klokjes.
Aan het eenige venster, dat uit in lood ge
vatte kleine groenachtige glasruiten bestaat,
smal en ouderwetsch tot aan de zoldering
•reikt en door zijn vuile glazen de stralen
der ondergaande zon met doffe kleurscha-
keeringen binnen laat, zit een oude,
magere jood. Zoo ooit de natuur een mensch
de grootste schurkachtigheid op het gezicht
schreef, deed zij het bij dezen. Deze oude
kerel wits de beruchte Jacob Löw. Eenige
schreden achter hem zit een menschelijk
wezen. Zijn dik hoofd, dat de natuur in
een gril met sarcastische weerspraak bijna
tegen alle regels van menschelijke afkomst
waren hem uit den mond geschoten
en hij miste ook een stuk van zijn
tong. Daar hij niet kon spreken, is
het rechte van de zaak nog niet
bekend. Intussehen heeft de justitie
zich van den kroeghouder meester
gemaakt.
A. s. Woensdag zal voor het
gerechtshof te Amsterdam terecht
staan de persoon A. Pens, beschul
digd van moedwilligen doodslag op
zijne vrouw den 30en November 1877,
in het Binnengasthuis gepleegd in de
wachtkamer der vrouwenafdeeling.
Hij, die voor deze beschuldiging
zal terecht staan, is 54 jaar oud en
was slechts 8 maanden met de ver-
slagene gehuwd. Om de wreedaardige
wijze, waarop zij door hem mishan
deld werd, had zij zich, hoewel tegen
zjjnen wil, naar het gasthuis begeven
om daar hare bevalling af te wachten.
Op de Rijks-Marinewerf te Am
sterdam is aan een langen tijd bestaand
misbruik door den Ingenieur der werf
op gestrenge wijze een eind gemaakt.
Het was namelijk gewoonte, dat werk
lieden van de werf, wie overwerk opge
dragen werd, aan de kommandeurs en
opzichters een gedeelte van het loon, op
het overwerk verdiend, als fooi weg
schonken, Eenige werklieden waren
zoo verstandig met dit fooienstelsel te
breken, in de overtuiging dat hun ei
gen ijver en niet die van de opzichters
hun dat loon verwerven deed, Doch
toen zorgden de opzichters enkomman-
denrs wel dat aan de werklieden, die
gevormd schijnt te hebben, zit onmiddelijk
op een puntig uitloopenden rug en de plaats
waar men gewoon is den hals te zoeken,
vormt zulk een oumerkbaren overgang, is
zoo kroppïg en ineengegroeid, dat zefs een
bekwaam anatoom in verlegenheid zou komen,
zoo hij het begin en het einde er van be
palen moest. Ook de bultenaar zweet en
hijgt, want de vlam eener lamp, aan wier
scherpe vlam hij een kleine blaaspijp houdt,
flikkert hem, door hem aangeblazen, in het
vooruit gehouden gezicht, dat pijnlijk maar
tevens grappig verwrongen is. Deze twee
joden zijn de eenige bewoners der kamer.
De leelijke, dwergachtige knecht is eindelijk
met zijn soldeeren gereed, blaast de lamp
uit, zoekt op zijn tafel iets, dat hij niet
vindt en stoort vervolgens met een wan
luidende stem de stilte.
„Mij dunkt, er klopt iemand, mijnheer."
„Nu, ga dan zien wie het is!"
De knecht ging.
Spoedig keerde hij terug, op de hielen
gevolgd door Aron Teweles.
Jakob Löw bekeek eenj oogenblik den