NIEUWSTIJDINGEN van Hoolwerff. Marmotten: get. D. Vroon van Hoolwerff. Landbouw - Werktuigen. Eenpaards- dorschmachinesprijs L. Wissekerke. Idem (nieuwe): prijs L. Wissekerke. Ploegen: prijs en premie L. Wissekerke. Haksel- snijderprijs en premie D. Vroon v. Hool werff. Prijs voor de talrijkste inzending, waarbij T. Terra, C. Zijm en J. Schilder gelijke aanspraak hadden, toegewezen bij loting, aau laatstgenoemde. Tot opluisteringvan D. Schrijver 2 vette koeien, 1-4 jarige: getuigschrift. Een kool, een aantal gewassen aan een struik, D. Slok, getuigschrift. Aardappelen (nieuwe in oude gegroeid aan boord van een schip); ingezonden door den heer L. D. Courlander, getuigschrift. Prijzen voor de bestgekweeete bloemen werden toegekend aanJ. P. Schröder. 2. J. Koene. 3. C. J. Rijkers. 4. G. Burkunk. 5. C. M. v. d. Ordel. 6. Gez. Eleus. Loffelijke vermelding werd toegekend aan: v. Eeken, de Waard, Sendermau, Vonk, Thomasz, Aggenbach, Kok, Schilder, v. Hoolwerfl, Heeroma, de Graaf, Schilling, Weidner, Simons en Scheurleer. Prijzen voor de bestgekweekte zaadplan- ten werden toegewezen aan1. L. Schilling. 2. M. Meerens. 3. P. A. Hellegers. Loffelijke vermelding werd toegekend aan: C. Stelleraan, J. P. Schröder, C. J. Rijkers, Heeroma, de Graaf, J. Koene, G. Burkunk, v. d. Ordel en Valter. HELDER, 10 September 1878. Het 4e bat. infanterie, hetwelk deelgenomen heeft aau de groote ma noeuvres van zee- en landmacht, is heden alhier teruggekeerd. Donderdagavond ten 8 ure, mu ziekuitvoering in den voortuin van Tivoli. Zaterdag nam een reiziger uit D. in den vroegen morgen ten 5 uur alhier een bad, ten einde zich van zijn drukke bezigheden een weinig te verfrisschen. De plaats was niet erg goed gekozen 't water was brak en smaakte naar gas. Dit noopte hem dan ook hulpgeschrei aan te heffen. Die hulp, hoe spoedig ook verleend, belette niet dat hij vol gas- stof was, en zijn redders genoodzaakt waren hem in een kar te doen plaats nemen. Na met hem heen en weer getoerd te hebben, werd hij eindelijk ten 7 uur bij iemand welwillend in huis opgenomen. Het st. Conrad, kapt. Graadt van Roggen, van Nieuwediep naar Batavia, is den 5. September 's na middags ten 2 ure te Napels aangeko men en denzelfden avond ten 6 ure vertrokken. Aan boord alles wel. met een snelle beweging half tot mij, alsof zij mij wilde aansprekenmaar zij bedwong zich, toen een der mannen haar op ruwen, bevelenden toon toeriep, hare bagage bijeen te zoeken, daar het tijd was om in te stij gen Nog altijd sleepten wij ons voort nog altijd sneeuw en altijd nog meer sneeuw De mannen, die zich reeds verscheidene malen uit een brandewijnüesch opgefrischt hadden, goten eindelijk iets uit een klein flesehje in een lepel, ten einde het den lammen heer in te geven. Ik kon niet zien wat zij hem gaven, en of hij innam, want de twee mannen en de jonge vrouw zaten zoodanig, dat de zieke niet door mij gezien kon worden. Ik moet hier nog aanmer ken, dat de dame volstrekt niets wilde ge bruiken, ofschoon het haar meermalen werd aangeboden. Toen de mannen zich met den lamme bezighielden, was op hun bevel ook de vrouw opgestaan, en het profiel vau haar gesluierd gelaat wendde zich tot mij. Wordt veroolgd. Het st. Gelderland van de Rot- terd. Lloyd, 28 Aug. uit Maassluis naar Batavia vertrokken met passagiers en troepen, is volgens te Amsterdam ontvangen telegram te Conil, 6 mijlen afstand van Cadix, gestrand; de troe pen en passagiers werden gelost en een st. was ter adsistentie afgezon den. Een bericht bij de reederij ontvangen, luidtGelderland maakt weinig water; drie sleepbooten, een kanon neerboot en groote lichters langszijde; prachtig weder; denken schip Zondag vlot te krijgen. Passagiers eu troepen zijn geland." Een gisteren ontvangen telegram meldt: «Gelderland is Maandagmorgen ten 4 ure, te Cadix aangekomen met eigen stoomkracht. Van de stoomkanonneerboot Gier is, toen deze bodem voor Vlaardin- gen lag, een matroos, bij het bevestigen der jol aan een zonnetentstutj over over boord gevallen eu ondanks alle aangewende pogingen tot redding ver dronken. De brief, door B. en W. van Amsterdam naar aanleiding van den toestand aan den mond der haven te IJmuiden tot den Minister ge richt, is van den volgenden inhoud: AMSTERDAM, 5 September. „Aan Z.Exc. deu Minister van Water- „staat, handel en nijverheid. „"Wij hebben ons dezer dagen overtuigd, „dat de verontrustende berichten, door de „dagbladen medegedeeld, omtrent het ont staan eener zandbank op 2000 meters „voor den mond der haven van het Noord- „zee-kanaal, een treurigen waarheid behelzen, „en het is niet zonder groote bezorgdheid, „dat wij ons afvragen, hoe het mogelijk is „geweest, dat een diepte van 13 meter nu „tot 8.50 meter is verminderd, zonder dat „zulks is opgemerkt, het zij door de direc- „tie der maatschappij, hetzij door hen die „met het toezicht belast waren, en zoo het „al opgemerkt is, dat men het zoo ver heeft „laten komen. „Wij vinden daarin aanleiding Uwe Exc. „dringend te verzoeken, met al de middelen „die haar ten dienste staan, te willen be- „vorderen dat bedoelde zandbank opgeruimd „worde; dat voortaan een wijze van werken „gevolgd worde, waardoor het kunstmatig „vormen van banken in zee bij den mond „der haven wordt voorkomen; en dat voor „de verbetering of verscherping van het „toezicht de herhaling van ontdekkingen „als de onderwerpelijke worde vermeden. „Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, (was get.) den Tex. de Neüfville, secretaris." Bij een exercitie in het vunr," door het garnizoen van Vlissingen Vrijdag 11. gehouden, hebben twee soldaten een vol schot los kruit in het aangezicht ontvangen, tengevolge waarvan de een hoogstwaarschijnlijk het rechter oog zal verliezen. De ander, hoewel over het geheele gezicht ver wond, heeft de oogen behouden. Aan den Amstelhoek te Amster dam is door twee jongens een sigaren kistje gevonden, omwonden mettouw, dat bij onderzoek het lijkje van een pasgeboren kind bleek te bevatten. De miliciens der lichting van 1875 zullen den 14n, en de nog in dienst zijnde der lichting 1877 den 30n September weder naar hunne haardsteden terugkeeren. Woensdag zou te Harlingen het ijzeren havenlicht, staande op den noorder havendam, 50 meters vooruit worden geplaatst. De daarmee belaste werklieden deden hun taak echter vrij onhandig, waardoor de lantaren kantelde en bij het neervallen den opzichter over de haAenverlich- ting trof zoodat hij een been brak en aan boofd en armen verwond werd. Het wrak van de Princes Alice ligt in drie stukken, geheel los van elkander zoo is de botsing raak geweest. Men het lichten dier brok ken is men Vrijdag druk bezig ge weest, en dacht men spoedig gereed te komen. De duikers verzekeren dat de kajuiten opgestampt schijnen met lijken. Bij de deuren en trappen wer den er vele in staande houding ge vonden; Het waren blijkbaar lijken van ongelukigen, die door het iDstroo- mend water gesmoord werden, terwijl zij zich bij den uitgang verdrongen om te ontsnappen. Terwijl men dus, luidens de jongste berichten, de massa der lijken nog te wachten had, werd zooveel moge lijk spoed gemaakt met het begraven der reeds tentoongelegde. Van de 150 opgevischte dooden waren er pas een vijftigtal door hunne mak kers opgeëiseht. Ook met het ter aarde bestellen van de overigen zal men niet langer kunnen wachten. Hartroerende tooneelen hadden er voortdurend in en rondom het lijken huis plaats, 't Is jammerlijk, te lezen van een vader, moeder of een kind, eenige overgeblevenen uit een gansch gezin. Men komt er dan toe, de vele andere huisgezinnen, van welke geen enkel lid is teruggekeerd, te benijden zoo b. v. een familie van acht per sonen, uit Brixton. Het opvisschen van verdronkenen, die twee aan twee, zelfs vier aan vier elkander omstren geld hielden, was geen zeldzaamheid. De schatting is thans, dat het aantal passagiers (wanneer men de vrij-biljetten en de niet betalende school-kinderen meerekent,) nader bij 800 dan bij 700 moet zijn geweest. 80 menschen werden gered. Dit zou voor het cijfer der dooden een 700 laten. De bladen blijven verhalen meede- deelen van ooggetuigen. Men vindt daarin gelijk zich denken laat, vele roerende bijzonderheden. Nadere berichten melden Het voorschip van de Prinses Alice werd Vrijdag gelicht en op den wal gezet. Men vond in het vooronder zeventien lijken, saamge drongen onder een tafel. Met het lichten van het achterschip, dat een veel grooter aantal drenkelingen be vatten moet, was men druk bezig. Duizenden menschen kwamen te land en te water van Londen, om het wrak te zien. Er werd een drukke handel gedreven in reliekensnippers hout, flesschen, glazen en andere voor werpen alles reeds overdekt met een laag rivierslib werden tot hooge prijzen verkocht. Tijdsverloop heeft slechts gestrekt om het schrikkelijke van de ramp te duidelijker te doen blijken. Het is thans uitgemaakt, dat er 658 vol wassenen aau boord waren, terwijl men het aantal der niet-betalende kinderen op 150 raamt. Zevenhon derd dooden is dus een niet te hoog gesteld cijfer. Men leest van een man, die zijne vrouw en acht kin deren, van een ander, die zijne vrouw en vier kinderenvan een derde, die zijne vrouw, zijn kinderen, zijne moe der en zijne zuster verloren heeft. Een gouvernante ging 's ochtends met zes meisjes onder hare hoede op reiszij keerde alléén terug. Twee vierjarige kleinen zijn uit twee ge zinnen alléén overgebleven. Ook wordt het roerend geval medegedeeld van een man, die naar den wal zwom met (naar hij meende) zijne vrouw in de armen enkel om straks te ontdekken dat hij een vreemde vrouw gered had. De heer Towse, een der chefs van de London Steamboat-Company, ver klaarde dat zijn vrouw, oud 32 jaar, vijf kinderen, zijn schoonmoeder, twee speelgenootjes zijner dochters en de kindermeid bij de ramp zijn om gekomen. Daar was ook een Zondagsschool aan boord; de twee meesteressen en 40 kinderendaarvan is er geen te recht gekomen. En dan de kleine jongen, die door een boot gered werd eu verklaart vader, moeder, drie broers, twee zus ters en de baby aan boord gehad te hebben. Waar zijn ze gebleven vroeg een der leden der jury medelijdend, en het knaapje wees door het venster naar de rivier. Tot heden zijn 224 lijken terug gevonden, waarvan een groot aantal nog niet opgevorderd zijn en als onbekend door het kerspel zullen be graven worden. Voortdurend stoomt het kleine bootje »Erith" op en neer naar het wrak en komt telkens met een lading lijken terug. Vreeselijker schouwspel kan men zich niet denken. Er is in Mansion House een inschrij ving geopend ten behoeve van de noodlijdenden onder de familiën der overledenen. Reeds werd voor een bedrag van 6000 p.st. ingesohreven, In het station te Bern werd een reiziger gearresteerd, die met een dame aan den arm binnentrad. Zon der iets te zeggen, haalde hij een revolver te voorschijn eu loste twee schoten op den politiebeambte; deze aan de hand en in de borst gewond ijlde terug, waarop de reiziger ont vluchtte. De portier van het station en nog eenige anderen achtervolgden hem echter; toen hij dit gewaar werd loste hij ook op hen twee schoten, zonder hen echter te raken, waarna deze schuttersbaas een gewezen kastelein uit Kolmar, werd gevat. De arrestatie geschiedde aanvankelijk wegens oplichterij. Drie-en-twintig bandieten ston den sedert 26 Augustus voor het ge rechtshof te Palermo terecht. Dé behandeling hunner zaak had veel vertraging ondervonden doordien men moeielijk een jury heeft kun nen bijeenbrengen, om recht over de roovers te spreken. De schrik voor de Maffia was het, die velen voor het lidmaatschap der jury heeft doen bedanken. Eindelijk was de jury samengesteld. Maar er is nu iets gebeurd, dat opnieuw vertraging kan brengen in het rechtsgeding. Acht der bandieten zijn uit de gevangenis ont snapt, en onder hen Salpietra, Ran- dazzo en Passafiume, de gevaarlijksten en wreedsten van den troep. Om slechts iets te noemen, Randazzo en Salpietra zijn beschuldigd van niet minder dan twaalf misdaden, en van twee moorden buitendien. Hunne ontvluchting heeft schrik verspreid onder het landvolk in den omtrek, en de politie, die jaren lang naar de roovers had gezocht, kan nu op nieuw aan het werk gaan. Men gelooft dat de acht bandieten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1878 | | pagina 2