De iele koorts in Amerika.
INGEZONDEN,
Burgerlijke Stand Helder,
Advertentiën.
54n GEBOORTEDAG
van scheepstimmeren, optuigen en
laden. Wat het eerstgenoemde vak
betreft, zijn van de 6 a 700 werklie
den die van de K. N. marine er
buiten gerekend geen honderd
man meer aan het werk. Op de
grootste werven is tot zelfs de laatste
kommandeur bedankt. Op de fabrie
ken, waar de timmerlieden aan den
ijzeren scheepsbouw werken, worden
ze bij ploegen van omstreeks 30 man
aan den dijk gezet. Voor eenEngelsch
schip dat dezer dagen in 't droge
dok is gehaald, om gekalefaterd te
worden, waren 50 a 60 man noodig,
en er stonden meer dan 400 op de
kaai om naar het werk te dingen.
De toestand is hopeloos en de voor
uitzichten zijn in dit jaargetijde voor
duizenden niet bemoedigend.
Werkmansb.
Met 1 Oct. wordt door de
Amst. Omnibus-Maatschappij de prijs
per rit, ook zonder kaartje, op 10
cent gebracht.
Een souverein uit verre gewesten
wordt weldra te Parijs verwacht: de
Koning van Cambodja, Norodom I.
Zjjne reis in Europa zal drie maan
den duren. De koninklijke garde zal
den vorst vergezellen.
Te Lyek, in Oost-Pruisen, zijn
dezer dagen 50 ingeente kinderen,
die met dezelfde stof waren gevacci
neerd, ziek geworden, waarvan 15
overleden. Men heeft niet kunnen
ontdekken, waarin de oorzaak van
dat betreurenswaardig feit gelegen
was. In allen gevalle zal het aanleiding
moeten geven tot een verdere beant
woording van de vraag, of niet
ook in Pruisen maar niet in dat
land alléén van de animale vaccinatie
gebruik gemaakt behoort te worden.
Zooals men weet, staat Nederland
in dat opzicht in de eerste rij en
werd onlangs reeds in den Duitschen
Rijksdag op ons land als een voorbeeld
gewezen.
't Is te begrijpen dat men in
Engeland nog over weinig anders
spreekt, dan over de twee groote
rampen der jongste dagen, en dat
ook de bladen er nog vol van zijn.
Toch valt er luttel nieuws van te
melden.
De slachtoffers van het water
voor zoover het water ze heeft terug
gegeven zijn thans begraven. Yoor
hunne hulpbehoevende nabestaanden
had men Zaterdag te Londeu reeds
14,000 bijeengebrachtook bieden
zich tal van vermogende lieden aan
om een der vele nagelaten weesjes ter
verpleging op te nemen. De niet
opgeëischte kleederen der verdronke
nen zijn alle door de politie verbrand
een lofwaardige daad uit het
oogpunt van openbare gezondheid.
De 257 slachtoffers van [de aarde
zullen eerst over maanden in een
behoorlijk graf gelegd kunnen worden
ten minste indien de onderaard-
sche gloed dan nog iets kenbaars van
hen zal overgelaten hebben. Zaterdag
brandde het vuur in de mijn nog met
onverminderde woedeondanks de
massa water die er in was uitgestort.
Daar omstreeks de helft der veron
gelukte mijnwerkers huisvaders waren,
zoo zitten eenige honderden moeders
en wilde mij dwingen den ellendeling, die
met ons medegereisd is en daar straks den
wagen verlaten heeft, te huwen. Het was
de slaven-opzichter van mijn oom, en een
zoo slecht en wreed mensch als er ooit ge
leefd heeft."
Wordt vervolgd.
en kinderen te Abercarne broodeloos.
Ook voor deze berooiden zamelt men
gelden in. Er wordt weer veel
gevraagd van der Britten liefdadig
heid. Gelukkig, dat er zooveel rijken
onder hen zijn en onder die rijken
(wat zeldzaam is) zooveel milden.
De Anglo-American Telegraph Com-
pany deelt aan de XIXde Siècle een
telegram uit New-York mede, waarin
er op wordt aangedrongen, dat ge
noemd blad het Fransche volk zal
oproepen aan zijn ongelukkige broe
ders in Nieuw-Orleans en omstreken
ondersteuning te zenden. Dergelijke
verzoeken zijn ook tot andere Fransche
bladen gericht. De ellende is dan ook
hoog gestegen. Men vermeldt daarom
trent feiten, die het hart doen breken.
Te Nieuw-Orleans, te Yicksburg
te Grenada, te Memphis en in ver
schelde andere steden worden geheele
huisgezinnen in weinige dagen, soms
in weinige uren weggerukt. Vreeselijk
verschijnsel! de schrikbare kwaal ver
toont het meest hare doodelijke wer
king op kinderen en jeugdige per
sonen; vooral te Nieuw-Orleans zijn
reeds honderden kinderen gestorven
en de dood woedt nog steeds. Men
tracht, zooals wel van zelf spreekt,
de kwaal te bestrijden, men tracht
namelijk den put te dempen nu
het kalf verdronken is, en terwijl men
de kwaal had kunnen voorkomen
door, zooals het behoort, in het be
lang der gezondheid de voorschriften
der reinheid in acht te nemen, jam
mert men nu en vervloekt men eigen
achteloosheid, maar het lot is ge
worpen en hooger en hooger stijgt
de nood. Die voorstelling is niet
overdreven. Reeds in een vorig artikel
verhaalden wij, hoe te Grenada het
kwaad door den slechten toestand
van een riool ontstaan was, en thans
blijkt, dat ook te Nieuw-Orleans het
uitbreken der ziekte aan een soort
gelijke oorzaak moet worden toege
schreven. Deze stad kon zich nimmer
beroemen een toonbeeld van zindelijk
heid te zijn, maar gedurende het
laatste jaar was zij dat minder dan
ooit. Afval van allerlei aard lag aldaar
in de straten onder de stralen eener
tropische zon te rotten. De inwoners
klaagden voortdurend bij de bevoegde
machten, maar te vergeefs. Van tijd
tot tijd kwamen er wel straatvegers,
maar dezen deden niet anders dan de
onreinheden opeenstapelen, dat was
alles. De gevolgen zijn niet uitgeble
ven. Op 28 Augustus reeds waren
in de ongelukkige stad, gedurende
den tijd dat de ziekte had gewoed,
2568 aangetast, waarvan 759 be
zweken.
De geneesheeren beweren, dat de
nood nog hooger stijgen zal. Het
jaargetijde begint kouder te worden,
men denkt dat alsdan de kwaal zal
verdwijnen, maar men weet eveneens
maar al te goed, dat dezelfde veran
dering van weersgesteldheid voor de
eenmaal aangetasten een sombere
bode des doods is. Eenige doctoren
beweren een geneesmiddel gevonden
te hebben. Het wordt getrokken uit
de bladeren van een zekere plant,
Baldo genaamd, welke op de Andes
in Chili gevonden wordt. Ongetwij
feld zal men het beproeven; wie
grijpt in deze omstandigheden niet
al het mogelijke aan om den dood
te ontkomen?
Ook te Memphis is de toestand
verschrikkelijkde nood wordt aldaar
nog hooger, door gebrek aan genees
heeren, dat zich aldaar doet gevoelen.
Hier en daar komt de negerbe
volking in opstandmen eiseht brood,
want ook de armoede waart als een
somber spook in de geteisterde stre
ken rond. Peletons soldaten worden
afgezonden om de radeloozen uiteen
te drijven.
Uit Cancon wordt aan de New-York
Times gemeld, dat aldaar van een
bevolking van 3500 personen nog
slechts 75 blanken over zijn. Nog
geen enkele aangetaste heeft er het
leven afgebracht.
Men wane echter niet, dat de
blanken gespaard blijven. In geenen
deele. Vooral de Ieren en Duitschers
zijn aan de kwaal onderhevig, de
Italianen zijn in dat opzicht geluk
kiger. Wat de negers betreft, beweert
men, dat van de honderd aangetasten
er geregeld zestig sterven.
Gisteren heeft Z. M. de Koning de
zittingen der Staten-Generaal geopend met
het honden der volgende
Troonrede.
Mij u e Heeren
Het verheugt mij bij de opening dezer
zitting aan de Staten-Gèueraai gunstigemede-
deelingen te kunnen doen aangaande den
toestand des iands.
Ik waardeer de levendige belangstelling,
in bet geluk van mijnen beminden broeder
allerwege betoond, en de ontvangst, door de
liefde der natie voor mijn Huis aan zijne ge
malin bij hare komst op den Nederlandschen
bodem bereid.
Mijne betrekkingen met de buitenlandsehe
mogendheden zijn van den meest vriend-
schappelijken aard.
Zee- en landmacht onderscheiden zich bij
voortduring door ijverige plichtsbetrachting.
De inspanning verdient allen lof, waar
mede onze krijgslieden in het noorden van
Sumatra zich kwijten van hunne moeielijke
taak.
De meeste takken van volksbedrijf leveren
stof op tot dankbare tevredenheid. Vooral
de landbouw bloeit en verblijdt zich in het
vooruitzicht op een ruimen oogst.
De staat onzer finantiën wijst aan, dat
het oogenblik gekomen is om op verster
king der rijksmiddelen ernstig bedacht te
zijn. Voorstellen, in dien geest ontworpen,
zullen u worden voorgelegd en verband
houden met de plannen omtrent eene her
vorming der bestaande belastingen, welke
wordt voorbereid.
Het onderzoek van een wetboek van straf
recht is zoover gevorderd, dat de indiening
van het ontwerp nog in deze zitting mag
worden te gemoet gezien.
Op de belangen van het openbaar onder
wijs blijft mijne aandacht (aanhoudend ge
vestigd.
Tot uitvoering der wet op het hooger
onderwijs en tot uitvoering der nieuwe wet
op het lager onderwijs, zal op uwe mede
werking beroep worden gedaan.
De algemeene gesteldheid onzer Oost-
Indische bezittingen mag bevredigend wor
den genoemd. Werd de rust elders niet
verstoord, de goede verwachting' wérd 'niet
verwezenlijkt, die in het vorig jaar scheen
te mogen worden gekoesterd omtrent den
loop dér zaken in het noordén van Sumatra.
De handhaving van ons gezag aldaar,
vorderde op nieuw buitengewone maatregelen.
Voor Suriname werd vöorloopig de gële-
genheid tot het vermeerdéren der werk
krachten weder geopend.
Zoowel hier té lande als in Nederlandsch-
Indie bracht de weldadigheidszin milde offers
tot leniging der ramp, welke het eiland
Curapao getroffen heeft, dat zwaar door een
orkaan werd geteisterd.
Wetsontwerpen van verschillenden aard
zullen u worden aangeboden. Bélangrijke
werkzaamheden, mijne Iteerén, wachten u.
Mogen uwe béraadslagingen, onder Gods
zegen, in het 1 algémeeu belang tot ge-
wenschte uitkomsten leiden.
Ik verklaar de gewone vergadering der
Staten-Generaal geopend.
Eene hulde aan de nagedachtenis
van de omgekomen mannen der
Reddingboot en van den
Loodskotter No. 8.
De diep betreurenswaardige gebeurtenis
op de Theems doet ook ons aan onze doo-
den denken. Den 18n December a. s.
is het, zooals bekend is, een jaar geleden,
dat twee onzer geachte en werkzame bur
gers, D. Stein en H. Bethlekem, bij het
redden der equipage van het gestrande
stoomschip „NÖrd-Lyset" op den „razenden
Bol" door het omslaan der reddingboot hun
leven verloren, terwijl ook 7 man van ver
meld stootnschip door de branding een prooi
der golven werden.
Op den 31n derzelfde maand is het mede
een jaar geleden dat 4 onzer zeeloodsen,
H. Hemelrijk, C. Verberne, K. Meier en S.
Buis, die zoo menig schip- behouden in onze
haven binnenbrachten, hun zeer beminde
schipper C. Kuiper en 4 vlugge, flinke
leerlingen D. Duinker, S. Boes, C. Sjoukes
en A. Krab in den storm nabij onze kust
omkwamen. In de vorige maand, Augustus,
spoelde achter de Koog op Texel, het
eenigste lijk aan van al die manschappen,
de zeeloods Johannes Hemelrijk, dat naar
hier werd overgebracht en begraven.
Met het oog nu naar dat graf en bij het
naderen van de wintermaand, krimpt het
hart ineen en doet ons onwillekeurig met
weemoed denken aan de benauwde oogen-
blikken, welke onze trouwe kustbewakers
destijds op de baren in dien donkeren, storm-
achtigen nacht moeten doorgebracht hebben,
en wat er in het gemoed van hen omging,
die met zooveel krachtsinspanning en zelf
opoffering hun medemenschen uit het gevaar
der golven wilden redden, maar helaas in de
diepte verdwenen. Dat denkbeeld zal zeker
ieder gevoelig mensch doen ontroeren.
Op dat graf in December een gedenk-
teeken te plaatsen als een huldeblijk aan
hen allen, die in de volvoering van hun
plicht hun leven moesten verliezen, zal
voorzeker bij velen onzer plaatsgenooten
sympathie vinden en menigeen zal daartoe
't zijne gaarne willen bijdragen.
Belangstellenden voor dit doel worden
uitgenoodigd ter bespreking in het lokaal
„Musis Sacrum" a. s. Zaterdag 21 Septem
ber, des avonds ten 8 uur.
Y. DE WIT.
Van 13 tot 17 September.
ONDERTROUWDJ. J. Sardijn, matroos
en C. Boendermaker. W. E. Schultsz
matroos en T. Mik.
GEHUWDJ. v. d. Spuij en J. J. Gans,
BEVALLENA. Spierdijk geb. Zwaan
D. M. ter Voort geb. Krul D. M,
Labout geb. de Wijn D. C. Hillenius
geb. Kikkert D. G. Lavell geb. Burgei
D. N. Hemelrijk geb. Klinkert D.
A. J. Snaphaan geb. Haas D. C. P,
Croll geb. Schmid D.
OVERLEDEN: J. J. Spigt 54j. L,
J. Cieraad 48 j. L. A. M. Folmer 1
m. -H. M. Ligtenberg 3 m.
Lévenloos aangégéven 2.
Op den 18n SEPTEMBER her
denken wij den
yan onzen geliefden vader
X-.- LOVER.
Uit naam van zjjne kinderen, be
huwd- en kleinkinderen.
Morgen, 18 September, hebben wj
het voorrecht den 74n Verjaardag tl
mogen herdenken van onzen geaehtei
Vader, 0 0 R N E LI S D IJ K E E
Kanaalloods.
Namens hunne kinderen en
behuwdkinderen,
V. DESPLANQUE.