KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN.
JMo. 614.
Vrijdag 3 Januari 1879
Zevende Jaargang.
ABONNEMENT
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co,
ADVERTENTIEN
Kalender der Week.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Bootsman Jasper Saadersen euziin Jas.
t Vliegend Blaadje.
VOOR DEN
per 3 maanden binnen de gemeeite 35 Ct.
>3 franco per post 60
te 11 E I; 11 H II.
Van I5 regels25 Centenelke regel
meer 5 Centen; grootere lettors worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn
JANUARI of Louvrmaand 31 dagën.
Opgang der Zon 8 u. 12 m.
Ondergang éu. m.
Zondag 5
.Maandag 6
Dinsdag 7 Drie Koningen.
Woensdag 8 Volle Maan.
Donderdag 9
Vrijdag 10
Zaterdag 11
HELDER, 3 Januari 1879.
Op Oudejaarsdag heeft een hoog
bejaard werkiuau alhier, zich door
ophanging van het leven beroofd.
liet st. Prins Hendrik is heden
alhier binnengekomen.
Het st. Madura, van hier naar
Batavia is 1 dezer des avonds 7 uur
van Southauipton vertrokken.
Het st. Celebes, van Batavia
naar hier, vertrok 1 Januari van Aden.
Tot scheepsdiepgangmeter alhier
is met 1 Januari benoemd D. de Wit,
een der wakkere matrozen van de
Willem Barendsz.
De minister van Oorlog, de
heer J. K. H. de Roo van Alder-
werelt is Maandagavond te 's Gra-
venhage, na een langdurig lijden
overleden.
Oorspronkelijke Novelle door
lé.) D. DEKKER.
o
VII.
Als Willem erg dronken en onder zijne
kornuiten was, moest hij gewoonlijk ver
tellen van zijne ontmoeting met de Atjéh-
neezen, een naam, door den oorlog van
Nederland met dat volk zoo populair ge
worden, en dan blufte hij over zijn moed,
aan den dag gelegd tegenover hen, daar
hij er twee in 't zand deed bijten. Hij zei
dan, dat Sandersen zijn leven had kuunen
behouden, als hij zich even dapper gekweten
had als hij. Somtijds hield men hem voor
waanzinnig, wanneer h ij vertelde, dat de
bootsman, op Atjeh's kust in diepen slaap
gevallen, door de kannibalen was gevonden
en „getambokt."
Bij vele zeelieden stond de dronkaard
Beroepen te Charlois dsJ
Kraayenbelt pred. te Alkmaar,
Het schijnt werkelijk reeds te
zijn bepaald, dat Z. M. de koning
met zijn gemalin in het aanstaande
voorjaar de provinciale hoofdsteden
des lands en ook Luxemburg zal
bezoeken. Met het oog op dat bezoek
schijnt ook het paleis te Leeuwarden
te zijn gerestaureerd.
Bij het bezoek, door IIH. MM.
den honing en de Koningin te brengen
aan 's-Rijks Marinewerf, op den dag
dat het oorlogschip Koningin Em
ma der Nederlanden" te water zal
worden gelaten, zal het portaal van
het voorgebouw met kostbare tapij
ten worden hp.lptrrl o». do oivju
portières van de nationale kleuren
worden gesierd. De ontvangkamer
wordt met een keurig ameublement,
met bloemen, met satijnen stoffen,
een plafond, genre décoratif, enz. ge
tooid, zoodat dit verblijf een recht
vorstelijk aanzien zal hebben, geheel
gemeubeld in een kostbaren stijl, met
Wapens en blazoenen.
Maandagochtend is de kolossale
eerepoort op de Hoogesluis te Am-
terdam door een hevigen rukwind
omver- en in elkaar gestort. Eenige
werklieden, die bovenaan bezig waren
met het aanbrengen van groen, zagen
het ongeluk aankomen en wisten
zich bijtijds te bergen. Ook dein deon-
in heel slechten reuk, wegens de verschillende
lezingen, die hij, bij onderscheidene gele
genheden, gaf over den dood van Sandersen.
en niet alleen wegens zijn ongebonden leven,
maar ook om de verdenking, waaronder hij
bij velen stond, hield de politie „op order
van den chef," steeds liet oog op hem,
vooral ook omdat hij, zijn roes uitslapende
niet zelden uitroepingen deed als: „Ha, de
wraak is zoet! Niets kan u van den dood
redden. Met volle teugen heb ik u den
dood doen inzwelgen! Kom, vlieg nu naar
de makkers aan het strand om mij aan te
klagen."
Deze en dergelijke zinnen, door hem
slapende of droomende geuit, stonden aan-
geteekend op de bladzijde van het zwarte
boek, waar de naam Willem Drossens aan
het hoofd stond.
Toen hij eenmaal in eene hevige ziekte
verviel, verklaarden de geneesheeren, dat
de man veel aanleg had voor krankzinnig
heid.
VIII.
„W. Spaan, uitdrager, koop met recht
van wederinkoop," las men in eene achter
straat op een uithangbord, boven de deur
middellijke nabijheid zich bevindende
tramwagen bekwam geen letsel. De
weg was eeuigen tijd versperd, doch
door dadelijk aangebrachte hulp was
dit "rief spoedig weder hersteld.
Hoogenveen is een schip
persknecht verhuurd bij het gewicht
en wel tegen f 3.50 per half kilogram!
hij werd gewogen en 140 halve K.G.
zwaar bevonden. Hij zal dus een loon
van f 490 per jaar ontvangen.
Hoe belangrijk op Texel de
handel in mosselen eu kokkels is
blijkt uit het feit, dat er in 1878
niet minder dan 9 milioen kilogram
van daar naar Engeland zijn uitge
voerd.
Umtrent de arrestatie van val-
sche munters te Utrecht, deelt het
Utr. Dagb. de volgende bijzonderheden
mede
Voor eenige dagen deed een bak
ker daar ter stede bij de politie aan
gifte, dat in zijn winkel een valsche
gulden in betaling was gegeven. Het
geldstuk, dat de beeltenis van koning
Willem III en het jaartal 1865 droeg
was keurig afgewerkt, maar bevatte
blijkbaar geene of althans zeer geringe
zilverbestanddeelen. Een weinig later
kwam een andere winkelier mededee-
len, dat ook hij een onechten gulden
had ontvangen, die in vorm met den
eersten overeenkwam. Het vermoeden
lag dus voor de hand, dat beide
van een tamelijk groot, maar slecht onder
houden huis. Wanneer wij binnentreden,
vinden wij er eene verzameliug van de
ongelijksoortigste dingen, die men zich
denken kan: gouden sieraden en wollen
dekens, kerkboeken en hooivorken, wafel
ijzers, vogelkooien, overjassen, haardstellen,
te veel om te noemen.
Al de voorwerpen zijn van een nummer
voorzien en worden naar dat nummer in
een register ingeschreven met aanwijziug
van wie het voorwerp is gekocht, voor
welken prijs, benevens het bedrag, waarvoor
het na bepaalden tijd door den verkooper
weder kan worden teruggekocht.
„Huis van koop met recht van weder
inkoop," is de naam van inrichtingen, die
in de laatste jaren in groote, later ook in
kleinere steden zijn ontstaan, 't Zijn plaatsen,
waar men de wet op de beleenbanken ont
duikt, lombards in 't klein- en wsarin de
houder de lieden, die in zijne handen vallen,
nog meer plukt, dan de eigentlijke lom
bardhouder doen kan en doen mag.
We vertoeven er een oogenblik en hooren
en zien wat er omgaat. De meester van
't huis heeft een gemeen uiterlijk, is van
van deuzelfdeu persoon afkomstig
waren.
De verdenkiug van de ambtenaren,
die met het onderzoek naar deze
zaak belast waren, viel reed3 spoedig
op zekeren P., een berucht persoon.
Voor eenigen tijd was P. te Utrecht
teruggekeerd eu wordt sedert door de
politie nauwkeurig in het oog ge
houden. Het was haar dan ook niet
ontgaan, dat P. zeer vriendschappe
lijk omging met zekereu S., mede
iemand van slechte reputatie, wiens
woning in de nabijheid van P. gelegen
was. Het signalement van dezen S.
kwam overeen met de beschrijving,
die de bovengenoemde winkelier cro-
liaci vau Uen persuun van
wien hy den valschen gulden had
ontvangen.
In deze omstandigheid vond men
een voldoende bevestiging, der ver
denking, die op P. en S. rustte, om
een huiszoeking bij hen te doen.
Onder leiding van den adjunct-hoofd-
inspect ar Goelst en den inspecteur
Boombergen bespiedden eenige agen
ten de /oningen van beide verdach
ten, eu gisterenavond omstreeks half
acht, toen men de zekerheid had
verkregen dat P. en S. zich samen
in de woning van laatstgenoemde
bevonden, drongen de beide inspec
teurs diens huis binnen. Büh êt eerste
voorloopig onderzoek werden eenige
compromitteerende voorwerpen, o. a.
middelbaren leeftijd, heeft een schorre stem
cn uitpuilende oogen. Hij heeft het aan
zien van een rasphuisboef. Eene vrouw
treedt het pakhuis vau de allerongelijk-
soortigste dingen binnen.
„Naam," zegt de uitdrager barsch.
„Vrouw den Dunne."
„Wat heb je?"
„Een zilveren horloge."
Zij haalt het voorwerp te voorschijn, ter
wijl bij in 't .register schrijft. Dan neemt
hij 't aan en zegt:
„Vier gulden; na vier weken terug
voor vijf."
„Maar mijn man kocht het hier kortelings
voor twaalf gulden en ik moet nu noodig
zes gulden hebben. Kan 't nietP"
„Zes gulden; na vier weken terug
drie rijksdaalders."
„In Gods naam, ik heb het noodig,
geef op, mijn man is doodelijk ziek."
Het bewijs wordt afgegeven, het geld
uitbetaald, terwijl de arme vrouw zich ver
wijdert.
Eene dienstbode treedt binnen.
Wordt vorvolffd.