KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN
No. 624.
Vrijdcig 7 Februari 1879.
Zevende Jaargang.
ABONNEMENT
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
U itgevers BERKHOUT Jé Co,
ADVERTENTIES
Kalender der Week.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Een ZONSONDERGANG.
Vliegend Blaadje
VOOR DEN
per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct. j
3 francp per post 60
te HELDER.
Van 1-5 regels 25 Centen elke regel
meer 6 Centen j grootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VllIJDAGSMORGENS vóór 10 ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
FEBRUARI of Sprokkelmaand, 28 dagen
Opgang der Zon 7 u. 29 m.
Ondorgang 5u. m.
Zondag 9 Septuagesima.
Maandag 10
Dinsdag 11
Woensdag 12
Donderdag 13 Laatste Kwartier.
Vrijdag 14
Zaterdag 15
HELDER, 7 Februari 1879.
Naar wij vernemen zal het
concert, dat, met medewerking vau
onderscheidene dilettanten, door de
zangvereeniging «Cecilia" ten voor-
deele der algemeene armen zal worden
gegeven, plaats hebben op Woensdag
12 dezer, in de Wester kerk.
Dit concert waarin een 60ta! zan
gers medewerken, belooft een der
schoonste te zijn dat op het gebied
van den zang hier ooit is uitgevoerd.
Bfl eenige leden van verschil
lende Israëlitische vereenigingen
alhier, bestaat het.plan een lief dadig-
heids-voorsteliing te geven, ten voor
deelevan een behoeftig maar fatsoenlijk
gezin. Lijsten voor dit doel zullen
eerstdaags worden gepresenteerd. Ook
deze poging bevelen wij in de be
langstelling van welgezinde plaats-
genooten gaarne aan.
Naar het dagboek eener dame,
verteld door
6)
XAVER RIEDL.
Ik ging dien namiddag alleen uit, met
betere maar treurige gevoelens in mijn hart,
vol kommer en rouw, om Erederik te ont
moeten. Ik wilde berouwvol mijn hand
in de zijne leggen, met leedwezen over het
verledene, met beloften voor de toekomst;
ik wilde hem bekennen, en dat was moeilijk
genoeg, dat ik ongelijk had gehad. En toch
dacht ik, dat het ook zoet moest zijn die
bekentenis voor hem af te leggen, voor
hem, die altijd zoo edel en oprecht was
gewoest, want ik kende hem wel. Ik wist
dat hij mij nooit een verwijt zou maken
en dat het zijn zou, alsof er nooit een
strijd tusschen ons geweest ware. Vol
goede voornemens daalde ik naar de kust
der Oostzee af en zocht aan den oever
eene meer verheven plaats op om daar in
het lommer van een klein boschje een
Gisterenavond hield 't gezel
schap Ernst en Scherts" zijne tweede
winterbijeenkomst. Twee tooneel-
stukken, Bernard, de advocaat der
armen of vader en zoon, en 't Boe
rinnetje van Woubruggewerden
verdienstelijk opgevoerd. Was 't
eerste stuk aan ernst gewijd, 't tweede
was vau vroolgken aard. De spelers
verdienen een woord van lof, voor
de moeite, die zij zich gegeven hebben
om de toeschouwers een aangenamen
avond te verschaffen. De rollen
waren goed ingestudeerd en werden
flink vervuld.
In 't nastuk voldeden bijzonder de
beide dames en Dirk Ploeger. Over
't tooneelstuk zelf willen we ons
liever geen critiek veroorloven.
Een geanimeerd bal volgde op de
voorstelling.
Voor de derde maal bewoog
zich jl. Woensdag een bonte menigte
op de ijsbanen van het Noordhol-
landsch kanaal om getuige te zijn
van een nieuwen wedstrijd op schaat
sen. Ditmaal was het plan ontworpen
door het bestuur van de vereenigiug
Ontwaakt bij Tijds," die, gesteund
door welwillende bij dragen van velen,
een 120tal rijders om levensbehoeften
en bons voor brandstoffen kon
laten kampen. Voor dit doel had
men thans ruim f 150.bijeenge
bracht. Ook nu werd de strijd
ruim uitzicht over de zee te hebben. Van
daar was ik in de gelegenheid reeds op
grooten afstand het zeil van mijnen echt
genoot te zien, als hij in zijne boot
terugkeerde, waarin hij zich zooals ik
wist geheel alleen bevond. O, met
welke gevoelens en aandoeningen moest
niet zijn hart vervuld zijn
Het weder was dien namiddag onbestendig
en stormachtig. Verhit en buiten adem
door het loopen tegen den wind bereikte ik
den top der hoogte en zag van daar op de
zee uit, die er woest en treurig genoeg
uitzag, met witte kuiven op de bareu en een
hemel vol zwarte wolken daarboven.
Beneden aan den oever lagen groote ver
warde massa's zeegras, door de krachtige
golven daar heen gedragen. Daar waren
ook eenige booten te zien, waarin visschers
zaten en stonden. Anderen waren bezig
op het strand hunne netten te herstellen en
keerden nu en dan hunne ruwe, door het weêr
gebruinde gezichten naar de dreigende,
donkere wolken, terwijl witte zeemeeuwen
heen en weêr vlogen of zich op de golven
wiegelden.
De namiddag ging voorbij en eindelijk
zag ik heel in de verte een kleine, witte
stip en ik twijfelde niet, of dat zou de
door de talrijke toeschouwers met
belangstelling gevolgd en leverde het
tooneel een vermakelijken aanblik op.
Toejuiching en dank verdienen voor
zeker allen, die tot den goeden
afloop van dezen wedstrijd hebben
medegewerkt.
Aan de geëmploieerden en
werklieden op 's rijks werf alhier, zijn
de volgende medailles uitgereikt voor
langdurigeu en trouwen dienst.
De zilveren medaille en gratificatie
van f50.— aan J. H. Kamp, J. J.
Hendriks, A. van der Poll, J. van
der Meer, W. Wenneker, C. Rijkers
en W. Corporaal.
De bronzen medaille voor 12jarigen
dienst, aan A. Dekker, C. W. Posch-
man en J. Eljbiukhoff.
Bjj koniuklijk besluit van 24
Januari No. 26, is, te rekenen van
den lsten dier maand, de staat der
minder geëmplooieerden en werklie
den op 's Rijks marinewerven aange
vuld met de qualiteiten lsten haven
wachter, op een daggeld van f 2. a
2.50, en haven wachters op een dag
geld van f 1.40 a 1.80. Het daggeld
der boomwachters is tevens bepaald
op 1.20 a 1.40.
Naar wij vernemen zal het
schroefstoomschip Alkmaar, hetwelk
met den lsten Maart a. s. onder be-
terugkeerende boot van Frederik zijn.
De zon was op het punt om onder te
gaan en kleurde de wolken van het verre
westen af tot boven mijn hoofd en zij zelf
vertoonde zich bloedrood, aooals ze daar in
de zee nederdook. Het was een beeld van
geduchte verhevenheid en van groote schoon
heid tegelijk.
't Was een zeldzame, vreeselijke zonson
dergang, dien ik nimmer vergeten zal. Het
gouden licht schemerde met tooverachtigen
glans op de schuimende bareu, en bescheen
zoo wonderbaar den heuvel, waarop ik mij be
vond en de hooge, ruischende deunen achter
mijde wolken, die in plaats wan hunne
zwarte eene bloedroode kleur hadden aange
nomen wierpen, zulk een zonderlingen weer
schijn op de baardige gezichten en de breede
stroohoedeu der visschers.
Terwijl ik dit verheven natuurtooneel
aanschouwde, kwamen mij de woorden voor
den geest„Laat de zon niet ondergaan
over uwen toorn," en gelijk een bliksem
straal trof het mij met onuitsprekelijke
smart„Thans gaat de zon onder en
Frederik en ik zijn niet verzoend."
Deze woorden vonden eene echo in mijn
hart, als eene waarschuwing, als een voor
gevoel.
vel van den luit. t. z. 1ste
Doorman in dienst wordt gesteld,
een reis doen naar Liberia, teneinde
aan de kuststreek van die- republiek
de Nederlaudsche vlag te vertoonen.
Men zal zich herfhneren, dat inder
tijd uit den boezem van onzen han
del klachten zijn gerezen, dat door
dien Staat daden gepleegd werden in
strijd met het haudelstractaat tus
schen Nederland en Liberia.
Gedurende de maand Januari
11. ziju in deze gemeente voor de
lichting der nationale militie van 1880
ingeschreven 188 personen.
Aan de Rijks-normaallessen ter
dezer plaatse zal eerstdaags, naar men
verneemt, een aanvangklasse worden
verbonden.
Het st. Conrad, van hier naar
Batavia, is 6 Febr. te Suez aange
komen en vertrok des middags ten
4 ure.
Het st. Koning der Nederlanden,
van Batavia naar hier, arriveerde 6
Febr. te Napels, 's morgeus, en ver
trok 's middags.
Woensdag was het de dag, waar
op in 1831 Jan Carel Josephus van
Spejjk den heldendood voor het Va
derland stierf door zich met zijn boot
in de lucht te laten vliegen.
O, hoezeer verlangde ik hem te omarmen,
eer de zon was ondergegaan Met inspan
ning zag ik naar het kleine, witte zeil en
ik stelde mij Frederik voor, in de boot zit
tende met het roer in de hand, terwijl hij
wellicht nadacht over de wolk, die zich
tusschen ons geplaatst had.
O, hoe langzaam scheen de boot te
naderenEn de zon daalde en daalde
achter de golven, een roode gloed strekte
zich nog slechts uit over het halve hemel
gewelf, de schaduwen ora mij heen werden
dichter, en eindelijk kreeg de duisternis de
overhand. Zoo was de zon dan toch onder
gegaan over mijnen toorn en hoewel Fre-
deriks boot nu dichterbij was kon ik ze
wegens de donkerheid niet zoo goed meer
zien. Ik hoopte echter dat ze binnen een
half uur toch nog landen zou en in mijn
hart deed ik de gelofte, mijnen echtgenoot
nimmer weder een toornig woord toe te
voegen.
Daar stak een koude wind op, jaagde
in korte wilde vlagen over de zee en zweepte
de toch reeds zoo felbewogen golven. Een
oude kustwachter kwam langzaam het pad
naar den heuvel op en stond ne?ens mij.
„Hij had vroeger naar huis moeten komen,
goede mevrouw," zeide hij, terwijl hij door
i