.IF t z Advertentiën. reeds in staat van ontbinding ver keerde. De vrouw was acht dagen geleden voor het laatst in een water en vuurnering gezien. Toen haar wo ning langer dau gewoonlijk tjj was wel eens een paar dagen afwezig gesloten 'bleef, kreeg men ver moeden, dat haar wellicht een onge luk zou zijn overkomen. Iijj het openen der deur bleek dit, helaas, maar al te waar. Blijkens berichten van het me- tereologisch instituut van de New- York Herald is in de laatste dagen van deze maand storm op de Euro- peesche kusten van den Atlantischen Ocoaan te wachtenvergezeld van veel sneeuw en regen. Drie verschillende stormen volgen elkander op. Tot op den 5den Maart zullen de schepen in het noordelijk deel van den Oceaan met stormweder hebbèn te worstelen. Een Engelsch matroos te Am sterdam had de Hollandsche jenever wal al te kras aangesproken. In lavee- rende houding sukkelt hij langs de strant, totdat, op den Zeedijk geko men, zijne beenen hem niet meer willen dragen eu hij op den grond rolt. Een oude Engelsche matroos helpt hem op en door zijn voorover bukken, om zijn beschonken landge noot weder in zeilende houding te krijgen, was de portemonnaie, waarin zestien gulden aan geld en een bauk- biljet van f60, uitzijn zak gevalllen. Dit had een der omstanders gemerkt. Leuk raapt hij de portemonuaie op, steekt die in zijn zak en wandelt verder. In het bewustzijn van niet eerljjk te hebben gehandeld, ;bekruipt hem de vrees voor ontdekking. Hij overlegt bij zichzelf en zegt slim, dat het geld niet te herkennen is voor het eigendom vau den Eugelschman. De portemonnaie echter kon hem verraden. Hjj haalt daarna bet geld uit du portemonnaie en werpt deze met het bankbiljet van f 60, dat hij niet opgemerkt had, in het water. Yoor de f 16 denkt hjj goeden sier te maken en gaat den Zeedjjk op. De politie had reeds van het vermissen van de portemonnaie met geld ge hoord een vrouw die ook naar het weder op de beenen brengen van den dronken Engelschman had staan te kjjken, wees den dief aan. en deze was spoedig achter slot gebracht. Te Soerabaya had den 12den Januari in den stal der cavallerie het volgende gruwelijke feit plaats. Twee Boegineesche cavalleristen, die des Waarom wil je mijn neef niet tot man, Fine, heb je plan om als een onde vrijster te sterven, hè „Een oude vrijster? Ik wil geen oude vrijster worden," zei Josefine, vrij naïf, maar ik.... ik wil zelf een man naar mijn zin uitkiezen. Was die neef nog een lijn beschaafd, knap man, zooals.... zooals.... mijnheer Muller.... „Wat! Wie? schreeuwde Knackmeijer, die van ontsteltenis geen woord meer kon uitbrengen. „Nu ja," zeide Josefine, terwijl ze hare tranen afwischte, die bevalt me vrij wat beter,... en zoo papa zijne toestemming wilde geven... „Mnller! Een onbekende, een fortuin zoeker!" bracht Knackmeijer eindelijk met moeite uit. „Zoo'n intriguant, zoo'n vreemde mosjcu, die zijn besten vriend de bruid voor den neus wil wegkapen Zou iemand 't kunnen gelooven, dat mijn Eientje zulke vreemde dingen in haar hoofd kon krijgen „Muller!" begon juffrouw Eulalia nu, „Muller, die geheime agent, die gevaarlijke spion, die me reeds langen tijd, den doods angst op 't lijf heeft gejaagd, hoe is 't nachts op contra-appèl hadden ge mankeerd, kwamen terwijl de troep in den stal stond aangetreden, bin nen en wierpen zich eensklaps met ontbloote krissen op de vier aanwe zige Europeesche onderofficieren. Twee wachtmeesters bleven onmiddellijk op de plaats dood, een wachtmeester en een fourier werden doodeljjk gewond. De in 't gelid staande Boegineesche cavalleristen schijnen niet de minste poging te hebben aangewend, om dit moordtooueel te verhinderen, noch hebben iets gedaan, om te beletten, dat de moordenaars de vlucht namen. De twee Javaansche cavalleristen sche nen niet tusschen beiden te durven komen. Cavallerie- en infanterie-pa- trouilles zijn uitgezonden om de ge vluchte boosdoeners op te sporen. De gouverneur van Noord Ca- rolina schonk dezer dagen gratie aan den eenigen Jood, die in 't tuchthuis zat en met tien jaar was gestraft wegens moord. De gouverneur sprak er het volgende bij: »Het doet mij genoegen te kunnen zeggen, dat ik deze gratie onderteeken als een ver plichte erkeuuing van het goede, bij na nooit met de wet in konflikt ko mende gedrag van onze Joodsche medeburgers, daar dit het eerste geval is, dat mij ooit van een hunner is ter oore gekomen. Men leest in 't R. Nbl. »Te Elberfeld zijn drie onschuldig veroordeelden gerehabiliteerdin Mei 1877 werden zij door de jury wegens straatroof tot 10 en 5 jaar tucht huisstraf veroordeeld, op grond van de beëedigde verklaringen van één getuige. De moeder der veroordeel den bracht echter de rechterlijke dwa ling aau het lichtde getuige a charge was zelf de schuldige geweest en kreeg nu de 10 jaar tuchthuisstraf. Dit geval bewijst weer eens, dat de jury minder waarborgeu aanbiedt dan onze rechtspraak. Bij een.strafwetge- ving als o. a. hier te lande bestaat, zou die onschuldige veroordeeling, op gezag van één getuige, zeker on mogelijk zijn geweest." Uit Kaapstad ontvangt de Zutph. Ct. een schrijven van 27 Januari, waarin na mededeeling der berichten omtrent de door de Zoeloe's behaalde overwinning, gezegd wordt Groote verslagenheid hebben deze hier en in de country teweeggebracht. Zoo'n gevecht is nog nooit in Zuid- Afrika geleverd en met zoo'n slech ten afloop. Het is hartverscheurend om de soldatenvrouwen en kinderen mogelijk „Ach moe," sprak Josefine weenend maar toch vastbesloten," ik ben altijd een ge hoorzame dochter geweest, maar om er een eind aan te maken, zeg ik n, dat als ik Muller niet tot man krijg, dan wil ik niemand hebben, want hem hem heb ik lief en hij bemint mij ook en en we zijn de zaak met elkander eens!" „Dat gaat alle palen te buiten!" barstte Knackmeijer uit, terwijl hij zijn duizelend hoofd met beide handen vasthield. „Dat loopt te erg!" riep juffrouw Eula lia, buiten zich zelf van woede. Je doet alles achter den rug van je voortref felijke moedervan je moederdie op huiselijke orde en tucht gesteld is Marsch! weerspannig kindnaar je kamer, en tot straf voor je brutaliteit zal je nu.... in 't geheel niet trouwen!" „Ook goed, ik ga," snikte Josefine, ter wijl ze naar hare kamer ging, maar ik neem toch een man, en wel een die me bevalt, en dat ia de beer Muller, of ik sterf vau hartzeer en verdriet. „Nu tusschen ons, Knackmeijer," zeide f juffrouw Eulalia triomfeerendterwijl ze (zij wonen nog in Kaapstad;het regi- was pas een paar weken van hier naar Natal gezonden om hulp te bieden aan het onderdrukken der oproerige Zoeloe-natie) te zien kijken naar de lijsten, bevattende opgave der gesneuvelde soldaten gedurig komen er nieuwe opgaven bij. Een ontvangen telegram meldt, dat alle gebouwen in Natal in staat van verdediging worden gebracht, om een inval der Kaffers te voorkomen. In allerijl is een steamer naar Mau ritius gegaan om de aldaar gelegerde soldaten over te brengen naar Natal. Eveuzoo gaat er een steamer naar St. Vincent en St. Helenaom de aldaar liggende troepen te halen. De transvaalsche boeren hebben ten getale van 5000 een vergadering ge had te Wonderfontein, om de vraag te bespreken of zij met de Engelschen tegen de Zoeloes zullen vechten. Het resultaat was, dat men met bijna een parige stemmen heeft besloten niet te vechten. De Engelschen hebben de Transvaal ingepakt, en nn moeten zjj ook maar zien klaar te komen met de Zwarten. DE WARE EDELMAN. Een rijke Lord, die nooit gewerkt had en daar gaarne op roemde, zeide eens tot Swift: De ware edelman is hij, die niets doet." »Zoo," sprak hierop de schrijver van Gulliver, laat zienIn Engeland werkt de man, werkt de vrouw, werkt het kind, werkt het paard, werkt de os, werkt het water, werkt het vuur alleen het zwijn werkt niet dat moet dus, naar uw meening, de ware edelman zijn Blijkens een bij het dep. van marine ontvangen telegram, is de oefe ningsdivisie, ouder bevel van den kapitein ter zee W. B. F. Escher, den 19n dezer te Aualaboe aangeko men. Alles wel. HELDERSCHE MOPPEN. Een scheikundige zei, dat er in de sneeuw een aanmerkelijke hoeveelheid warmte voor- j handen was. Eeu ier, die tegenwoordig was, zei dat de scheikunde een wetenschap van oneindig veel waarde is en vroeg toen den j redenaar hoeveel sneeuwballen er wel noodig J zijn om een ketel water aan iden kook te brengen. UIT DE KINDERKAMER. „Moe" vroeg onlangs een lief meisje, „wat is toch eigenlijk een engel?" „Een engel, lievert ja, zie je dat is zoo'n kleine meid, net als jijdie vleugels heeft en vliegen kan." De kleine schudde ongeloovig haar blond krullekopje. „Geloof je het niet?" „Ik weet niet moe," zei het weetgierige kind, „maar waarom zegt pa dan altijd tegen onze juf beste engel, die kan toch niet vliegen „Zeker wel of ze, hoorantwoordde de i moeder. „Je zult eens zien, kind, hoe gauw die ons huis uitvliegt." Burgerlijke Stand Helder. Van 21 tot 25 Februari. ONDERTROUWD: G. G. Eeucht, slachter en C. J. Croese. GEHUWD: A. v. d. Berg en G. Veen. BEVALLENC. Polak geb. Schrijver, Z. W. Zwaan geb. Smit, D. J. H. v. Gijn geb. Janssen, D. W. Janzen geb. Kikkert, D. H. London geb. Bomholf, Z. M. Smit geb. Kunst, D. OVERLEDENH. Maekaij, 56 j. J. J. v. d. Berg geb. Zegel, 30 j. J. A. Leduc, 40 j. ff Den 26n FEBRUARI herden- ken wij door Gods goedheid den gQsten Verjaardag, van onzen geliefden Vader D. L. KUNST. Namens Kiuderen en Behuwd - Kinderen. l 127s-Jari?e Echtvereeniging van onze geliefde Ouders HUIBERTUS BUSQUET en l| WILHELMINA FREDERIKA BRUINSMA. Uit naam hunner dankbare Kinderen. Helder, 26 Febr. 1879. den armen man aankeek als een rechter een veroordeelde. „Nn tusschen ons. Zoover heb je 't dan gebracht door je ondragelijke dwingelandij, waaronder ik als een lam heb gebogen, dat ons arm kind in 't geheim minnarijen aanknoopt. Je denkt dat ik niet begrijp waar je heen wilt met je huwelijksplannen, dat ik niet begrijp dat zulks alleen geschiedt om mij, arme onderdrukte vrouw, te kwellen, niet waar Hoeveel nieuws Knackmeijer ook in 't laatste uur gehoord had, dat was nog 't vreemdste van alles. Verwonderd bleef hij zijne vrouw aan staren. „Ja, ja, 't is zoo," ging ze bevestigend voort, in antwoord op zijne vragende blikken. „Maar ik wil niet dulden, dat ik door je sljnksche streken in den bloei mijner jaren op den achtergrond geschoven word. Jose fine zal nog in geen zes in geen acht jaar trouwen „Maar, mijn hemel, waarom dan nietP" vraagde Knackmeijer verbluft. „Omdat ik, waaraan jij, snoode barbaar, nog in geheel niet gedacht hebt, onder Ondertrouwd GEORGE GOTTLIEB FEUCHT, van den Helder, EN CHRISTINA JOHANNA CROESE, van Amsterdam. Helder, 21 Februari 1879. Algemeene kennisgeving. GeborenPHILIP, Zoon van M. P. POLAK en CLARA SCHRIJVER. Helder, 20 Febr. 1879. Bevallen van een welgeschapen Zoon F. GROOT—DEKKER. Nieuwediep, 24 Febr. 1879. Algemeene kennisgeving. de deftige lieden dezer stad met recht als een schoone vrouw wordt gevierd en be handeld, en" hier ging ze vlak voor haren man staan en beet hem in 't oor omdat ik.... nog geen grootmoeder genoemd wil worden!" „Vrouw! dat is krankzinnigheid," stot terde Knackmeijer in de uiterste verbazing. „Zoo, barbaar, denk je dat P Krankzin nigheid Geloof je dat een vrouwdie door de heeren nog met onderscheiding behandeld wordt, ofschoon een stokvisch als jij er geen begrip van heeft, door zulk een Amerikaanschen neef of door dien geheim- zinnigen Muller, zich in de rij der groot moeders laat dringen. Maar, daar heb je geen gevoel voor. Die geheime agent, die booswicht is je boezemvriend, voor wien je vrouw en kind wilt verraden." „Eulalia, 't is genoeg, spreek me van hem niet meer." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1879 | | pagina 2