L is 0 naar het Gasthuis vervoerd en is al daar eenige uren na het hem over komen ongeval overleden. Een schipper met zijn vrouw, die te Nijmegen carnaval hadden ge vierd, vielen in de rivier. De vrouw is levenloos opgehaald. De Atlantische telegraafkabel, die van Brest uitgaat, is door hevig stormweder op Zaterdag 22 Febr. op 161 mijlen van St. Pierre in 500 vadem water gebroken. Het telegraaf kabel-schip van de Maatschappij heeft bevel gekregen, om de schade te her stellen. Een vierjarig meisje te Heusden, dat tot nu toe't gehoor (doofgeboreu) en de spraak moest missen, werd dezer dagen door hevige stuiptrekkingen overvallen en gaf, na eeuigszins be komen te zijn, te kennen dat ze alles in hare omgeving hoorde, waardoor de hoop bestaat dat zij langzamer hand ook zal leeren spreken. Te Luik had een loteliug voor de militie verleden Donderdag een laag nummer getrokken; zijn vader ontstelde zoo bij het vernemen dier tjjding, dat hij ziek werd en reeds den anderen morgen overleed. Een vrees,-lijk ongeval heeft te Magenwyl plaats gehad, waar twee werklieden de onvoorzichtigheid had den, dynaraiet-patronen in een sme derij te laten drogen. Het huis sprong in de lucht en de twee werklieden met de vrouw des huizes en haar 3 kinderen werden letterlijk in stukken gescheurd In de wijk Bethwal-Green te Londen, heeft een bediende van den spoorweg, die wegens nalatigheid zijn dienst had moeten verlaten, zijn klein kind gedood, daarna zijn vrouw trach ten te vermoorden en vervolgens door zelfmoord een einde aan zijn leven te maken. De ongelukkige vrouw heeft de twintig messteken, welke zij op al de deelen van 't lichaam ontvangen heeft, overleefd. Een Engelsche dame heeft aan een aantal kinderen uit een Londen- sche achterbuurt regeumanteltjes uit gedeeld. De kurassiers, gekazerneerd in de Ecole-Militaire te Parijs, hebben een verlies geleden. Een oud .paard, Galant genaamd, dat den veldtocht van 1870 had mede gemaakt en te Reichshofen door tal van kogels was getroffen geworden, leefde sedert een zevental jaren in de kazerne zonder te werken, waartoe dien verraderlijken Muller de deur te wijzen. Ik zal eerst echter een brief schrijven, om Muller mijn huis te verbieden, een brief, waar hij niet vau opfrisschen zal, en dan ga ik naar Hamburg. Over een uur ver trekt de postwagen waarmede ik den namiddagtrein nog hereiken kan. Maar geen mensch mag er iets van weten, want ze waren in staat me met geweld terug te houden. „Fientje! kom eens hier!" riep hij. „Ach, vader," zei Fine, die opnieuw de bron harer tranen liet vloeien, terwijl ze in de kamer trad, „ach, als u eens wist hoe ongelukkig ik me gevoel!" „Stil kind, om Godswil stil," riep Knack- mcijcr verschrikt uit, terwijl hij beide han den tegen de ooren hield, „begin asjeblieft niet van voren af aan. Pak liever wat schoon linnengoed en mijn beste zwarte pak in mijn valies, maar laat moeder er niets vau bemerken wanneer je er mee bezig zijt, want ik heb liever dat ze er niets van weet. Ik moet een paar dagen op reis." Wordt vervolgd. het ongeschikt was geworden. Men had het steeds gespaard an al de sol daten beijverden zich het arme dier zijn laatste dagen te veraangenamen. Zij brachten hem soep, ingedoopte korstjes brood enz., en wanneer een vreemdeling de kazerne bezocht, dan geleidde men hem, niet zonder eenige fierheid, naar het oude paard, om hem de litteekens te laten zien, die het best konden getuigen hoe heet de strijd was geweest en hoe de Fransche kurassiers het gevaar niet hadden ge schroomd. Het arme dier had zelfs nog een kogel in der, hals, dien de artsen niet hadden kunnen verwij deren. Eenigen tijd geleden werd echter door de autoriteiten gelast het paard te doen verkoopen, op grond dat het geheel nutteloos was en haver kostte. Het dier dat in langen tijd den stal niet had verlaten, was niet eens bij machte den gang naar de markt te doen, maar moest half gedragen wor den. Daar gekomen werd het aan een vilder verkocht. Volgens een opgaafin de Deut sche Rundschau fflr Geographie u. Statistik bestaat de Japansche oorlogs vloot, behalve de 3 laatste in Enge land gebouwde pantserschepen, uit 13 schroefstoomschepen, waarvan 1 gepantserd, gezamentlijk meten 8900 ton met 2370 paardenkracht, en 79 stukken geschut, en wijders uit 1 raderboot (vlaggeschip) van 1015 ton en 300 paardenkracht met 7 stukken en 1 magazijnschip. Bedoeld tijdschrift merkt daarbij op, dat Japan voor deze vloot niet het derde deel der sommen besteed heeft, welke China voor de zijne uit gaf, en toch is het aan geen twijfel ouderhevig, dat laatstgemeld rijk, bij een zeeoorlog tusschen beide Mogend heden, het onderspit zou delven. Im mers, Japan heeft er naar gestreefd de Europeesche voorbeelden na te volgen, terwijl dit in China slechts zeer onvoldoende plaats vond. Boven dien bezit Japan reeds een goed aantal flinke marine-officieren, die hun opleiding op Europeeschc of Amerikaansche schepen gekregen heb ben, en eveneens een behoorlijk korps matrozen, in alle deelen geschikt voor zijn moeilijke taak. De sneeuwstorm, die in Dene- mavken heeft gewoed, heeft zich Maandagnacht ook over een groot gedeelte van Midden-Duitschland uit gestrekt. Te Berlijn was dien avond bij het uitgaan der schouwburgen, enz., alle communicatie per rijtuig en tramwegen ten eenemale onmoge lijk, waarbij nog het ongeluk kwam, dat in een der drukste gedeelten der stad, te midden eener aanhoudende dichte sneeuwbui, door een windstoot al de gaslantaarns werden uitgedoofd. Zeer vele voetgangers hebben dan ook met curieuse toestanden te wor stelen gehad. Het getal locomotieven op aarde bedraagt 50.000, die een geldswaarde van 2'/j millarden franks vertegen woordigen. Van deze 50.000 zijn er in de Vereenigde Staten van Noord- Amerika 14,200, in Engeland 10,900, in Duitschland 5.900, in Frankrijk 4.900. in Rusland 2.600, in Oosten rijk 2.400, in Italië 1.200 enz. Uit Pietermaritzburg ontving de Daily News" een uitvoerig be richt van de nederlaag der Engel- schen te Isandula. Het gedeelte van Glyn's kolonne, achtergelaten om den legertrein te bewaken, bespeurde in den ochtend van den 22n dezer op de hoogten rondom haar kamp eenige Zoeloesche tirailleurs, die al vurend naderden. Kolonel Pulleine zond ti railleurs tegen hen uit, maar toen zich groote benden Kaffers vertoonden, riep de kolonel hen haastig terug, en nam een defensieve houding aan. Ongelukkig was er verzuimd de wa gens aan elkander te plaatsen en zich op de wijze der kolonisten daar binnen te verschansen. Het Zoeloe- leger naderde in geregelde bataillons, die tegen de Engelschen een levendig geweervuur onderhielden, totdat zij met de assegaai konden werpen. De Engelschen dunden met hun vuur wel de gelederen van den vijand, doch voortdurend werden de leemten door nieuwe manschappen aaugevuld. Tegelijkertijd met dezen frontaanval, volbrachten de vleugels van het Zoeloe- leger een omtrekkende beweging, door welke het kamp omsloten werd. Nu moesten de Engelschen duur boe ten voor hun verzuim met betrek king tot het opstellen der wagens Want de Zoeloe's hadden, in hunnen rug, zich meester gemaakt van de ammunitiewagens, zoodat de Engel schen, toen zij hunne patroontasschen geledigd hadden, die niet weder konden vullen, en dus geen wapen meer hadden dan de bajonet. Van dit oogenblik af werd het gevecht kortweg een slachting. De officieren en manschappen werden met assegaai- stooten afgemaakt, zooals zij daar stonden. Om charges te maken waren zij niet talrijk genoeg. De Zoeloe's verpletterden hen letterlijk onder het gewicht hunner bataillons, zoodat zij nauwelijks ruimte hadden om de ba jonet te gebruiken. Bovendien namen de Zoeloe's de lijken vau hun mak kers, en smeten die op de punten der Engelsche bajonetten. Het ver nielingswerk was volledig. Binnen twee uren na het verschijnen der Zoeloesche tirailleurs, was er in het kamp geen blanke meer in leven. De ammunitie, de kanonnen (waar van er echter twee door een Eu- gelsch hoofdofficier vernageld waren), de leeftocht, de wagens, de ossen, het geheele materieel der kolonne, met vaaiadel en al, viel in des vijands handen. Het aantal Zoeloe's die aan het gevecht deelnamen wordt op 15000 geschat. De reserve, 5000 man sterk, maakte zich zoo snel mogelijk met den buit uit de voeten. De eenige Engelschman, die er het leven af bracht, was luitenant Young. Nadat hij al zijn patronen verschoten had, begreep hij, dat het tot niets zou dienen zich te laten afmaken. Dank zij de vlugheid van zijn paard, brak hij door een zwakken schakel in den kring der vechtende Zoeloe's heen en redde zich aan de overzijde der rivier. Vandaar zag hij, hoe zijn kameraden, man na man, onder de assegaaien vielen. Het schieten had opgehouden, men hoorde slechts het helsch gebrul der wilden. Young bracht te Helpmehaar de Jobstijding. Er ontkwamen ook verscheidene sol daten van het inlandsche contingent. Het totaal verlies aan blanken wordt thans lager geraamd, dan aanvanke lijk, op 250 300 man. In Natal gelooft men niet, dat deze vernieti ging van Glyn's achterhoede het ge volg was van een welberaamd plan Men houdt 't er veeleer voor, dat het Zoeloeleger op weg was, een in- val te doen in Natal en toen toe vallig op het Britsche kampement stuitte. Doch aan den anderen kant had het ook weer den schijn, alsof Glyn's hoofdmacht vooraf was weg gelokt van haren legertrein. Toen Glyn in het kampement terugkeerde, vond hij eeu vreeselijke verwarring.; De Zoeloe's hadden slechts de voor hen zelf bruikbare bagage meegeno men. Met de kisten thee, suiker en andere lekkernijen, voor den Euro- peeschen soldaat onmisbaar, hadden zij zich niet belast. De inhoud werd in den grond ge trapt, doorkneed met het bloed der geslachte menschen, paarden en ossen. De positie der Engelsche kolon- nes was in het begin van Februari als volgt: Glyns kolonne stond te Helpmekaar. Wood dekte met zijne kolonne het district Utrecht in Trans vaal. En Pearson, met 1300 man en leeftocht voor zes weken, zat wei- verschanst, maar door den vijand in gesloten te Ekowe, op Zoeloesch grondgebied. Vermoedelijk zal hjj het daar wel kunnen uithouden tot ver sterking hem komt ontzetten. Maar inmiddels lag de Natalsche grens grootendeels open, en was men vooral beducht voor een aanval op Greytown. Elke dag was er echter veel gewon den. Want van alle kanten (behalve uit de Transvaal, zooals meu weet) snelden gewapende kolonisten toe, om de grens te beschermen. De al- gemeene stemming was dan ook al veel kalmer gewordenhet Gouver nement vond bij de bevolking alle medewerking. Twijfelachtig bleef nog hoe de Zoeloe's in Natal en de an dere Kafferstammen zich zouden ge- dragen. Het bericht, dat het inlandsch contingent ontbonden is, pleit niet voor de stemmiug onder de Kaffers. HELDERSCHE MOPPEN. „Doter," zegt een praatzieke dame, die maar al door ziek meent te zijn, „u moet vre wat voorschrijven." „Och kom," antwoordt de arts, nadat hij haar den pols heeft (gevoeld, „u mankeert niets dan een beetje rust." „Maar, zie mijn tong dan eens," klaagt de hartstochtelijke patiënte. De dokter bekijkt nauwlettend het voor werp in kwestie, en zegt dan op koog ern- stigen toon; „Ja mevrouw, uw tong heeft vooral rust noodig." o Moeder. Maar jongelief, je hebt den gul den |toch, hoop ik, niet verloren je vader zou je de ooren van 't hoofd halen Jongen. Ja, moeder, ik heb al mijn zak ken al nagezocht, maar ik kan hem nergens vinden. Moeder. Je vestzakje heb je dat ook al nagekeken Jongen. Neen, moeder, daar durf ik niet zoekenwant als hij daar niet is dan heb ik hem stellig verloren. di g< I p j g 1 I Z I 1 1 Burgerlijke Stand Helder. Yan 25 tot 28 Februari. ONDERTROUWD: J. Kooij, arbeider, en Kooger. M. J. Hoekstra, zeil maker cn A. Schendelaar. GEHUWD: J. Singcling en J. H. De- pendener. P.A. Nortier en H. Piquendaire. BEVALLENE. Groot geb. Dekker, D. C. Platvoet geb. Smits, Z. P. Haizen geb. Stuivenberg, D. A. Reusche geb. Hillen, Z. C. A. Berkhout geb. Beets, Z. A. Boode geb. Ekhart, D. R. M. Siesterman van Ooije geb. igüoos, Z. OVERLEDEN: J. M. Buijs, 43 j., vrouw van J. Lunkeman. M. van der Schans geb. Visser, 61 j. J. Metzelaar, 42 j. J. V. Raaij, 58 j. C. F. Kelpin, 49 j.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1879 | | pagina 2