299ste Staats-Lolerij.
Advertentiën.
Dankbetuiging
tusschen de beide vaartuigen. Te ver
geefs trachtte hij zich, door het zoo
genaamde watertrappen, aan den wand
van een der schepen boven te houden
ook een poging om met de voeten en
den rug tusschen de beide schepen
zich te schoren mislukte, vooral door
de sterke zuiging, die altoos tusschen
twee dicht aan elkander liggende
schepen plaats heeft. Op het oogen-
blik echter, toen hij zijn bewustzyn
vreesde te verliezen, voelde hij iets
in zijne nabijheid. Was het een arm,
een been of iets anders Met de
kracht der wanhoop klemde hij er
zich vast, werkte zich weer boven
water en herkende weldra het gelaat
van zijn chef, den eersten machinist
H. Volking. Een ladder werd van
boord naar beneden gelaten en nu
wilde de drenkeling zijn [redder het
eerst naar boven lateu klimmen, doch
deze zette hem met zijn sterken arm
op de onderste sport en duwde hem
verder naar boven, waar reeds een
dozijn banden gereed waren om hem
op te halen en over de verschansing
te tillen. Aldaar viel hij bewusteloos
in de armen van den bootsman. Hoe
wel de eerste machinist als geoefend
zwemmer te boek staat, stelde hij
zich in dit geval aan 't grootste ge
vaar bloot, daar de beide schepen,
door de rustelooze golven, telkens
tegen elkaar gedreven, hem dreigden
te verpletteren. En zijn moedig ge
drag krijgt dubbele beteekenis, wan
neer meu verneemt, dat de verstand
houding tusschen beide machinisten
juist niet van den aangeuaamsten
aard was. Beide mannen, die, naar
wij vernamen, uitstekend met hun
vak bekend zijn, zullen na deze proef
ook elkander wel beter hebben leeren
kennen.
Bij een brand in een hooiberg
te 's Gravenweg, is een man in de
vlammen omgekomen. De omgekomene
is, naar men thans meldt, de bewoner
van het perceel, de welgestelde land
bouwer M. Sporen van bloed zouden
gevonden zijn bij de bedstede, waar
uit bed en toebehooren was wegge
nomen, en voor een klein gedeelte
bij den verbranden hooiberg is ge
vonden sleutels van kisten en kasten
zijn zoek De justitie heelt van eeu
en ander keunis gekregen en bereids
een onderzoek ingesteld.
Vrijdagnacht werd de zoon van
H., aan den Verversdijk te Delft, ge-
Juffrouw Eulalia had ouder dat verhaal hare
beradenheid langzamerhand teruggekregen
en was tot een besluit gekomen, een heldin
waardig. Mompelend herhaalde ze in zich
zelf de voornaamste punten, die in Baldriaans
verslag voorkomen.
„In Josefine 't meisje gevonden, dat hem
behaagt, die slavenhandelaar. Knack-
meijer zegt niet neen. Hij zal inij over
bluffen. O, ik ben gerust, nu ik zijne
snoode plannen ken. Ik zal ze verijdelen.
Hij is alzoo een pacha. Misschien heeft
hij den sultan wel vermoord! Ha, heer
paoha, wc hebben hier nog een overheid
die je wel aandurft/'
Nu is 't tijd om te handelen."
Baldriaan kreeg in last in alle stilte den
naohtwaker met zijne piek en den lantaarn
opsteker met zijne haak gewapend, welke
beiden de eenige handhavers der openbare
orde waren, die in den omtrek woonden, te
ontbieden. Met deze dappere lieden moest
bij 'thuis bezetten en, zoo noodig, verdedigen.
Juffrouw Eulalia zou haren echtgenoot in een
kamer opsluiten, waardoor 't hem onmogelijk
zou zijn booze daden te bedrijven, en zich
vervolgens in eigen persoon naar den bur
gemeester begevenom hem de gedane
ontdekkingen mede te deelen en te ver
zoeken Muller in „de groene Beer" gevangen
wekt door het angstig roepen van
vrouw fD., die bij H. op een boven
kamer woonde. Deze wekte zijn ouders,
die dadelijk naar boven snelden, en
daar, naby de deur der kamer, in
brandenden toestand op den grond
vonden de 62-jarige vrouwdie 's
avonds om 9 ure met een stoof met
vuur, op haar stoel zich ter ruste
bad begeven, de vrouw sliep nimmer
op bed. Dadelijk aangewende pogin
gen tot redding baatten niet; toen
de vlammen gebluscbt waren, was de
vrouw een lijk.
Onder de Indische berichten
leest men dat onlangs bij de nood
zakelijke opruiming van een der vor
stelijke graven binnen den voormaligen
kraton te Atjek voor een belangrijk
geldswaardig bedrag aan goudwerken
en edelgesteenten is gevondenmeu
sprak van een waarde van om en bij
f 50.000.
Onder meer vond men een dood
kist, die gehoel en al met goud be
slagen was; het vermolmde bout
van deze kist viel bij de opgraving
ineen.
De gevonden edelgesteenten moeten
groot in aantal zijn, doch van weinig
kostbare soorten.
Vijf kinderen in elf maanden.
De vrouw van de tapper Teichner
op het landgoed Raycza, in Gallicië,
beviel den 20n Febr 1878 voor het
eerst van drielingen, 2 meisjes en 1
jongen, die na 48 uren stierven. Op
21 Jan. 1879 beviel de vrouw van
tweeliugeu 2 meisjesvan welke
het eene dood was.
De kindermeisjes krijgen drukke
concurrentie. Onlangs werd gemeld,
dat de Kaffers zoo uitstekend voor
deze betrekking geschikt zijn, zoodat
men spoedig den invoer van man
nelijke bonnes uit Zuid-Afrika kon
tegemoet zien. Maar nu loopt bet nog
erger. In bet »Utr. Dagbl." van
Donderdag komt een advertentie voor,
waarbij wordt gevraagd een ezel,
geschikt om met kinderen om te gaan.
Als tegen hangster verdient ver
melding, dat in het nieuwe weekblad
Recht voor allen" onder de adver-
tentiën te koop gevraagd wordt een
hondje, gewoon met kinderen te
spelen, liefst niet wit van haar."
Weder staat in Engeland een
werkstaking op groote schaal voor
de deur. De wevers te Bol staan, te u
getale van 13000, zullen in de vol-
te laten nemen.
Haastig hinkte Baldriaan voort en juf
frouw Eulalia begaf zich met trotsche
schreden uaar een andere kamer, waar ze
Josefine druk bezig vond met inpakken.
„Wat doe jij hier, Fine," vraagde zc
gestreng. Ik had je bevolen in je kamer
te blijven en thans is 't noodzakelijk, arm
verraden kind! Nogeens, wat doe jij hier?"
„Wel, moe," sprak Josefine onbeschroomd,
„vader heeft gezegd, ik zou hem zijn valies
brengen, want hij moet dadelijk op reis."
„Op reis!" riep juffrouw Eulalia verbaasd
uit, terwijl ze twee schreden terugtrad.
„Op reis! Hij? Waar uaar toe?"
„Hij zeide: hij moest met allen spoed
naar de Leipziger mis en zou een paar
dagen uitblijven."
„Hij, naar de Leiziger mis, en wel
heden? Ha! daar valt me wat in. Ver
raad, kind, je vader heeft je* verkocht;
de Leipziger mis is reeds twee weken ge
leden afgeloopenriep juffrouw Eulalia,
ten hoogstè ontsteld.
„Mijn God, wat valt hier toch voor
vraagde Josefine angstig. Die twist van
heden morgen! Vader was zoo wonderlijk,
zoo verlegen, toen ik hem vraagde....
„Was hij wonderlijk, was hij verlegen?
Ja, 't is helaas waar; ik vergis me niet.
gende week het werk staken, indien
de patroons volharden bij hun be
sluit om de werkloonen met 10 pCt.
te verminderen.
In Spanje zullen krachtige maat
regelen tegen wijnvervalsching ge
nomen worden. De wijn, voor het
buitenland bestemd, moet vóór de
verzending aan een chemisch onder
zoek van regeeringswege worden on
derworpen. De handel in fuchsine
wordt verboden.
Een commissionair in granen,
die een partij tarwe, ten einde daar
aan een beter aanzien en een grooter
gewicht te geven, had geolied, is tot
2 maanden gevangenisstraf veroor
deeld. Dit is niet in Nederland
gebeurd, maar te Altona.
Drie-en-twintig Spaansche ma
trozen. die op weg waren naar Ferrol,
om in hun geboortedorpen den Vasten
avond door te brengen, ziju doordien
de boot, waarin zij zich bevonden,
in een draaikolk geraakte, allen jam
merlijk zijn verdronken.
INGEZONDEN.
Een geabonneerde die de laatste liefda
digheids-voorstelling in Tivoli bijwoonde,
waaraan in het vorige nummer van dit blad
eene welverdiende hulde is gebracht,
betreurt het dat er onder het publiek enkele
schaapskoppen warendie de respectieve
spelers en de toehoorders door hun ver
valend geblerk, zeer hinderlijk waren.
Waarom, vraagt hij, werden die schaaps
koppen door de politie niet naar het
schuthok vervoerd
Een Tooneelbezoeker.
HELDERSCHE MOPPEN.
Men vroeg een dame, die zich jong wilde
houden, hoe oud zij was. „Acht-en-twintig
jaar," zei ze onbeschroomd. Daarop deed
men baar zoon dezelfde vraag. Deze antwoord
de „Slechts één jaar ouder dau mijne
moeder!"
EENE KLUCHTIGE WRAAKNEMING.
Een hooggeplaatst ambtenaar te Berlijn
had een nieuwen knecht gehuurd, die voor
de eerste maal bij gelegenheid van eene
soiree aan tafel bediende. Onder de genoo-
digden bevond zich ook een neef van den
gastheer, die luitenant bij een der regimen
ten van de garde was. De luitenant zat aan
het ondereinde van de tafel. De knekht diende
den eersten schotel behoorlijk rond, maar
bij de volgende gerechten sloeg hij telkens
den laatsten gast, den luitenant, over. Nadat
hij dit eenige malen gedaan had, riep de
gastheer hem bij zich en vroeg hem zacht
waarom hij dat -deed, of misschien de
schotels reeds leeg waren geweest. Zeer naïf
antwoordde hem de gedienstige geest, inge-
Je vader wil ons verlaten, wil vrouw en
kind ontvluchten
Josefine, verschrikt en verwonderd, wist
niet wat ze van dat alles moest denken,
daar zoo iets toch niet, volgens hare mee*
ning, in haars vaders karakter lag. Hare
moeder liet haar echter niet veel tijd om
na te denken. Haastig drong ze hare
dochter 't vertrek uit en beval haar, zich
naar hare kamer te begeven. Daarna liep
ze als een schildwacht heen en weer, om
op haren man te passen, die deze kamer
door moest, wanneer hij wilde uitgaan.
„Er is geen twijfel meer aan," sprak zij,
„Knackmeijer wil de vlucht nemen, hij wil
er van door gaan, zooals hij hedenmorgen
heeft gedreigd. Daarom sprak hij vroeger
zoo dikwijls over Turken, slavinnen, 't ver-
koopen van dochters, enz. O, die ellendige!
Daarom vertelde hij zoo vaak, dat de Turken
hunne vrouwen in zee verdrinken; daarom
had hij 't altijd over den Bosphorus en de
Arabiereu, en daarom heeft hij zoo'n drukken
omgang gehad met dien geheimzinnigen
pacha! O, 't is vreeselijkHier werd
Eulalia in hare alleenspraak gestoord door
de komst van hare bondgenootcn; die met
sabel, piek cn haak gewapend waren. Aan
stonds ging ze met hen de noodige maat
regelen beramen.
Wordt vervolgd.
lijks fluisterend „Neen mijnheer, maar ik
moet mij wrekenmijnheer de lnitenant
heeft mij dikwijls arrest gegeven toen ik
onder hem diende." Zijn heer barstte in
een .schaterend gelach uit en vertelde dade
lijk op luimige wijze deze wraakneming
aan het gezelschap, hetgeen niet weinig tot
de vroolijkheid van den avond bijdroeg.
4e Klasse. Ie Lijst.
Nos. 4833 en 15545, ieder f1000. j
No. 12959 f200.— Nos. 12155 en 12909,:
ieder f100.
Burgerlijke Ê^tand Helder.!
Van 28 Februari tot 4 Maart.
ONDERTROUWDGeene.
GETROUWD: Geene.
BEVALLEN: A. C. Mooij geb. de Wijn,
D. S. Flugger geb. Visser, Z. J.
Kindt geb: Kooij, D. C. C. v.Emmerik i
geb. Antonisse, D. L. Folmer geb, j
Wessel, Z. T. Betklehem geb. Mets, D.
E. v. Vaalen geb. Hoek, Z.
OVERLEDEN: C. W. Slijboom, 76 j.
D. Kuen, 78 j. J. Kwant, 14 d.
Een levenloos kind.
Bevallen van een welgeschapen
Zoon
J. VERFAILLE—Voorn.
Helder, 3 Maart 1879.
Algemeene kennisgeving.
Voorspoedig bevallen van een wel
geschapen Zoon, A. HAGENAAR,
geliefde Echtgenoote van
D. SEIJBEL.
Helder, 4 Maart 1879.
Algemeene kennisgeving.
Heden trof ons de zwaarste slag
des levens, door het schielijk en onver
wachts afsterven van onzen dierbaren
Vader- en Behuwdvader A. KRUGER,
in den ouderdom van 62 jaren, ter
wijl wij nu op aarde alleen overblijven,
willen wij in Gods wijzen wil be
rusten, daar Zijn doen wijsheid is.
Amsterdam, 25 Febr, 1879.
M. KRUGER.
E. KRUGER.
C. KRUGER.
G. dn RUITER en Echtgenoote,
P. dn RUITER en Echtgenoote.
Op den 27 Februari overleed te
Beverwijk, tot onze diepe droefheid,
ons geliefd jongste zoontje ARIS
PIETER, in den ouderdom van elf
maanden.
Helder, 4 Maart 1879.
L. KRAAN.
M. KRAAN—Keesman.
Mede uit naam van verdere familie.
aan Vrienden en Familie, bewezen
bij het overlijden en bij het ter aarde
bestellen onzer geliefde Zuster en
vooral aan den Heer A. RIJKERS,
die haar gedurende 16 jaren niet
behandeld heeft als dienstbode, maar
als zijn eigen Kind.
Helder, 4 Maart 1879.
M. FOOIJ.
M. FOOIJ,
geb. Metselaar.
De ondergeteekende betuigt zijn
welgemeenden dank aan de Jonge
juffrouwen BOONZAJERenSEVEN-
HUIJSEN, voor al hetgeen zij voor
hem hebben gedaan, gedurende zijne
ziekte en de bevalling zijner vrouw.
Helder, 4 Maart 1879.
A. COHEN.