ist tl
No. 637.
Dinsdag 25 Maart 1879.
Zevende Jaargang.
Uitgevers BERKHOUT Co., Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
't Vliegend Blaadje.
Geabonneerden bui
ten deze gemeente wor
den beleefd verzocht
het bedrag over het eerste kwartaal
1879, ten bedrage van f0.60, ons
vóór den 3° April in postzegels of
per postwissel toe te zenden. Na
dien tijd wordt met 10 cent verhoo
ging voor onkosten per post daarover
gedisponeerd.
DE UITGEVERS.
HELDER, 25 Maart 1879.
Den 24 dezer werd door de
Directie der marine alhier aanbesteed,
het versterken van het noordeLjjk
landhoofd van de draaibrug over de
voorhaven van de Zee-doksluis. Daar
voor werd ingeschreven door J. F.
Philips f2506. Gebr. Jansen f2450.
Peters Stijaart f2437. Gebr. Klein
f 2413. D. de Vries f 2348. A. Vos
Rz. f 2250. P. Duinker f 2163. Gebr.
Boon f 2070. D. Spruit f 2020. Gebr.
Moorman 1908, allen te Helder.
De zomeroefeningen van de
d.d. artillerie schutterij alhier, zullen
een aanvang nemen op Donderdag
den 3n April a. s., in het fort
Erfprins.
Bij de d.d. artillerie schutterij
alhier, zijn bevorderd tot korporaal,
de schutters A. de Waard, J. Bakker,
G. van Dijk, J. Knjjper, P. Gouds
waard, P. Simons, N. A. Snel en
D. M. van Otteren.
Het st. Celebes is 23 Maart van
Suez vertrokken. Alles wel. Had op
onthoud gehad in het kanaal, door
een aan den grond zittend stoomschip.
Het st. Voorwaarts vertrok
21 Maart van Singapore naar Am
sterdam en zal Penang aandoen.
Het st. Prins Hendrik, den 8n
Februari van hier vertrokken, is den
22n Maart te Batavia aangekomen.
Dr. Pool en ds. Haverschmidt
komen voor op het twaalftal te
Veendam.
L
De minister van oorlog Ter-
langt, dat onnoodige posten in de
garnizoenen worden opgeheven en
de wachtsterkte verminderd wordt.
Blijkens een bericht uit Atjeh
is de brandstichting gebruikelijker
wijze weder aangevangèu. In den
nacht van 4 op 5 Maart nl. hebben
de Atjehers de kampong Pagger
Ajer Missighit in brand gestoken.
Deze kampong ligt binnen onze
linie op den linkeroever der Atjeh
rivier.
1.
door GERUIT J.
o
In 't vruchtbaarste gedeelte van Gelder
land vindt men een streek lands, nagenoeg
een eiland, de Bommelerwaard gcheeten.
Dit schiereiland wordt gevormd door de
rivieren Maas en Waal, die eerst elkander
naderen, dan uitwijken en eindelijk saam-
gevloeid, onder den naam van Merwe haar
loop naar zee voortzetten.
Ofschoon door de natuurlijke ligging der
landstreek in 't voorjaar meermalen gevaar
van overstrooming ontstaat, is dit schier
eiland goed bevolkt. De uiterst vrucht
bare grond doet bij verkoop de landerijen
voortdurend in prijs stijgen, en de boer, die
eenige hektaren grond in eigendom heeft,
kan zonder veel moeite zijn brood verdienen.
Vader Nicolaas van Daten, in de taal
van 't land gewoonlijk Klaas genaamd, bezat
twee zonen. De oudste, Maarten, was een
kerel als een boom. De zoogenaamde type
Een oppassend huisvader te
IJmuiden, die Vrijdagavond zich voor
een boodschap naar deu binnensten
vuurtoren begeven had, werd later
vermist. Thans heeft men zijn lijk
aan het strand gevonden. De onge
lukkige laat een weduwe met zes kin
deren na.
Zondag is pp Qost-Terschelling
gestrand het Duitsche schip Adèle
Ottilie, kapt. Luttes, van Hamburg
naar Londen bestemd met een lading
zout. Schip en lading zijn vermoe
delijk verloren. Óe bemanning is
gered.
Te Amsterdam is alweer een
bediende, die zijn meester bestolen
heeft, in hechtenis genomen. Een
ander riep des morgens zijn meester
toe, dat er zeker ingebroken moest
zijn, want er was geld weg. De
politie werd geroepen en toen bleek,
dat de waarschuwende klerk zelf de
dief was.
Onlangs is te Amsterdam een
man gevangen genomen, beschuldigd
van brandstichting in een huis in de
Servetsteeg, waar hij commensaal was.
Hij had de slechte gewoonte geregeld
beschonken in zjjn kosthuis terug te
keeren, hetgeen de houderes verdroot,
die hem daarom het huis verbood.
Wraakzucht daarover was aanleiding
tot de brandstichting. Het vuur werd
gelukkig spoedig gestuit.
Men meldt uit KolhornZon
dagnacht brak een felle brand uit
van den Batavischen stam, blauwe oogen
en goudgeel baar, toonde hij bij uitne
mendheid. Breede borst en schouders duidden
aan, dat bij reuzenkracht moest bezitten
en die verwachting werd niet beschaamd.
Hij kon zonder inspanning voor twee werken,
en wanneer hij aan den maaltijd zat, kon men
hem gerust een dubbele portie voorzetten.
Op zestienjarigen leeftijd zag men hem
reeds voor een volwassen jongman aan. Hij
ging dan ook al uit vrijen, toen zijne med-
gezellen nog aan geen meisje durfden denken,
en eer bij achttien jaren had bereikt, werd
in 't huis van Klaas van Dalen bruiloft
gevierd. Maarten had de liefde van Neéltje,
de eonige dochter van boer Steven weten
te verwerven en haar naar 't huwelijksaltaar
gevoerd. Neeltje was een goede vrouw voor
een boer, want ze had er verstand van
boter en kaas te maken en ook wist ze
knechts en meidon behoorlijk aan 't werk
te houden. In huis was ze weldra de baas,
want ze hield steeds 't laatste woord, en
was 't eerst uit liefde, later zweeg Maarten
uit gewoonte.
De tweede zoon van Klaas heette, vol
gens 't doopregister van 't dorp Waaldorp,
waar hij geboren was, Filippus, maar werd
in de boerderrij van den heer J. Kamp
in den Waardpolder. Door den storm
wind lag in éeu oogenblik het geheele
gebouw in de asch. Twaalf koeien
en 2 paarden zijn verbrand. Ter
nauwernood redden de bewoners hun
leven. Van landbouwwerktuigen, gra
nen en huisraad werd niets gered.
Aan de Tweede Kamer is
wederom een wetsontwerp aange
boden, tot verlenging van den termijn
met zeven en twintig maanden voor
de voltooiing van het Noordzee-
Kanaal. Het Handelsblad betwijfelt
of ook na dien tijd het kanaal wel
aan de vereischten zal voldoen.
Tegen de machten der natuur als
waarmede een kanaal als het Amster-
damsche te kampen heeft, kan alleen
met geduld worden gestreden, maar
daarvoor is tevens een welgevulde
beurs noodig en die schijnt de maat
schappij niet meer te bezitten, nu
de ingedijkte gronden reeds alle te
gelde zijn gemaakt. Nagenoeg geen
andere iukomsten zal de maatschappij
in 't vervolg hebben, dan die zp
nit de slnis-, haven- en kanaalgelden
trekt, en deze moeten in de eerste
plaats strekken voor het onderhoud
van het kanaal en de kosten van
administratie.
In vele plaatsen van ons land
worden gelden bijeengebracht voor
de slachtoffers der overstrooming in
Hongarjje. Hier en daar worden
ook voorstellingen gegeven door
tooneel- of muziek-vereenigingen, ten
voordeele dezer ongelukkigen.
Te Delfzjjl liggen haven en
dok, volgens de Eemsbode, nog vol
schepen. De bedrijvigheid, die men
anders om dezen tjjd verneemt met
het optuigen der schepen, het inladen
van hallast en het aan boord brengen
der victualiën, wordt gemist, om de
eenvoudige reden, dat de schippers,
wegens de slechte vrachten niet kun
nen besluiten naar zee te gaan. Zjj
rekenen niets te kunnen verdienen,
als de aanbiedingen niet meer en
in de wandeling Flip genaamd. Men had
hierbijtot zijne ergenis, nog 't woord
„Kromme" gevoegd, omdat zijne beenen
niet precies reobt waren. Stond Flip naast
zijn broeder, dan geleek bij een dwerg, daar
de partijdige natuur bem juist bad onthouden,
wat zij den ander zoo kwistig bad geschonken.
Flip was een zwakke nietige knaap, die reeds
op school moest ondervinden, dat er apostelen
en martelaren waren. Menigmaal zuchtte
hij, wanneer hij zag, hoe zijn broeder, zoo
wel zij de knapen als bij de meisjes, ge
zien was en hij ten hoogste geduld werd.
„Die Maarten is een kerel!" dat bad
vader Klaas meermalen uitgeroepen, wan
neer hij zijn oudsten zoon achter den ploeg
zag. „Hij zal een boer worden van stavast
had hij er gewoonlijk bijgevoegd, „want als
ik morgen kom te rallen, kan bij mijne
plaats gerust innemen." Maarten was zijn
trots. Reeds op jeugdigen leeftijd reed hij
met vader overal heen, rookte op dertien
jarigen ouderdom zijn pijp, dronk een jaar
later zijn glaasje klare met suiker en was
gehuwd man op een leeftijd, toen andere
knapen pas met een nuchter gezicht in de
wereld begonnen rond te kijken.
„Voor't boerewerk deugt Flip niet," had
beter worden. Deze treurige toestand
drukt zeer op Delfzijlwaar het
grootste deel der ingezetenen zijn
bestaan vindt in en door de scheep
vaart. Slechts enkele schepen zijn nog
vertrokken. Nog wel dertig zee
bouwers liggen te wachten op betere
vrachten.
Weder een bijdrage tot den
jenever-statistiek. Te Onderdendam
wordt op elke 30 inwoners 1 tapper
gevonden, terwijl bovendien twee
grossiers in jenever er een ruim be
staan hebben.
Eenige dagen geleden is onder
de gemeente Sommelsdijk een boot
aangespoeld, waarin het lijk gevonden
werd van een manspersoon, hetwelk
bij nader onderzoek herkend werd
voor dat van zekeren C. K., van
Zuid-Beierland. In de boot vond men
nog een geschoten eend, 3 geweren
en eenige jachtartikelen.
De Belgische bladen melden, dat
Vrijdag 11. een lid van een Amster-
damsch tooneelgezelschap bij het aan
boord gaan van de Telegraaf te
Antwerpen van de loopplank gevallen
en in de Schelde verdronken is. Hij
kwam met zjjue jeugdige vrouw en
huu jong kind van Gent en zou per
stoomboot naar Amsterdam terug-
keeren.
Een goudhandelaar te Venlo
werd dezer dagen de dupe van een
oplichtster, die zich, in zwarte zijde
gekleed, als een dame voordeed. Zij
kwam in den voormiddag in zijn
winkel om een paar oorriugetjes voor
haar kind te koppen en eenige andere
zaken, welke zij met het kindermeisje
zou laten halen. Zij zou dan het kind
mede sturen, om het de ringetjes in
de ooren te laten steken. Terwijl de
bediende zich even verwijderde, schijnt
de dame haar slag geslagen te hebben;
althans een paar nur later miste men
eenige gouden voorwerpen. De politie
werd er van in kennis gesteld, maar
de sluwe dame was uit haar opgegeven
hotel verdwenen en is nog niet opge
spoord.
de vader meermalen gezegd. Toen de knaap
de scbool verlaten had, werd bij bij baas
Prikker in de leer gedaan, die sinds on-
heuchelijke tijden de boeren van Waaidorp
van jassen, buizen, broeken en vesten had
voorzien. Flip werd kleermaker, of, zooals
de eenigszins spottende uitdrukking onder
zijne kennissen was, snijder. Zooals men
gemakkelijk kan begrijpen, was dit ambacht
niet geschikt om zijne kromme beenen
recht te maken. Toen bij zich, na verloop
van drie of vier jaren als rar. kleermaker
in 't dorp neerzette, werd hij algemeen
„snijder krompoot" genoemd. Wat hij ook
deed om zich bij 't schoone geslacht aan
genaam tc maken, 't hielp niet, geen enkel
meisje wilde zich over ham ontfermen en
hij woonde de bruiloft van zijn broeder
bij, zonder een liefste aan zijne zijde te
hebben.
De broeders konden 't intusschen te
zamen best vinden. Maarten had een goed
hart en Flip hield veel van zijn broeder,
die hem met zijne herkulische krachten
dikwijls had beschermd, wanneer de zwakke
knaap door zijne makkers werd verongelijkt.
Toen vader Klaas 't tijdelijke met 't eeuwige
had verwisseld, kregen de broeders geen