KLEINE COURANT
HELDER. NIEUWEDIEP EN OMSTREKEN.
Broefteriwist ei Mumi.
i\o. 649.
Dinsdag 6 Mei 1879
Zevende Jaargang.
abonnement
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers BERKHOUT Co.
advertentien
nieuwstijdingen.
feuilleton.
't Vliegend Blaadje
VOOR DEN
per 3 maanden binnen de gemeente 35 Ct.'
3 franco per post 60
te HELDE R.
Van 1—6 regels 25 Centenelke regel
meer 5 Centengrootere letters worden
naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VUIJDAGSMORGENS vóór 1U ure bij de Uitgevers bezorgd zijn.
HELDER, 6 Mei 1879.
Dr. J. C. Pool, predikant alhier,
komt voor op het zestal te Veendam.
Een bij het depart. van koloniën
ontvangen telegram van den gouv.-
generaal van Nederl. Indië, van den
2 dezer, bevat het bericht, dat in
Atjeh de weersgesteldheid nog altijd
zeer ongunstig is, zoodat de troepeu
zich hebben moeten bepalen tot op
nemingen en verkenningen, waarbij
echter den vijand veel afbreuk werd
gedaan met weinig verliezen onzerzijds.
Bij den vjjand viel geen toenadering
waar te nemen.
Het st. Koning der Nederlan
den, 22 Maart van hier vertrokken,
is 3 Mei te Batavia aangekomen.
Het st. Prinses Amalia, van hier
naar Batavia, is 2 Mei 's namiddags
te Port-Said aangekomen en den vol
genden ochtend vertrokken.
Den 10 Mei e. k. vertrekt uit
Harderwjjk een detachement supple
tietroepen naar Oost-Indië.
Het st. Voorwaarts is 4 Mei
van Singapore te IJmuiden binnen
gekomen.
Het st. Prins van Oranje, van
Amsterdam naar Batavia, passeerde
kaap Roca, den 3n Mei.
De Stoomvaartmaatschappij «Ne
derland" heeft aanden kapt. lnit. t/z.
door GERRIT J.
11. o—
Beide broeders namen bun vorige plaatsen
weder in.
Meer dan een uur lang dreven ze in dien
toestand voort.
Maarten gevoelde dat zijne krachten hem
langzamerhaud begaven. De slaap werd hem
te machtig, en hij liet meermalen knikke
bollend 't hoofd zakken. Flip bemerkte zulks.
„Ga maar leggen, Maarten," sprak hij,
ik zal wel voor ons beiden uitkijken. Gaarne
deed hij dit, minder uit broederliefde, dan
wel om den bewezen dienst te vergelden
en alzoo zijn broeder geen dank schuldig
te zijn. Maarten maakte van dit aanbod
gebruik, strekte zich uit en was binnen een
paar minnten in diepen slaap. Plip kroop
voorzichtig naar hem toe, vatte hem bij de
schoudersen zorgde daardoor, dat zijn
broeder geen ongeluk kreeg, door in 't
water te vallen. Een uur later werd Maarten
P. J. Rosenwald, havenmeester bij de
Marine alhier, een prachtig gouden
horloge met inschrift ten geschenke
gegeven, voor diens doeltreffende maat
regelen ter beteugeling van den brand,
voor eenige weken aan boord van
de mailboot Koning der Nederlanden
ontstaan.
Bij Zr. Ms. besluit van 3 dezer,
is den gepensioneerden schout-bij-
nacht jhr. F. de Casembroot,adjudant
des Konings in buitengewonen dienst,
den titutairen rang verleend van vice-
admiraal,
Aan deity konstabel-majoor J.
H. Polman en den schoenmaker C.
L. Gotz, beiden dienende aan boord
van het opleidingschip Anna Poulowna
te Rotterdam, is uitgereikt de kleine
gouden medaille, met gratificatie van
f 50, voor 36 jaar trouwen en eer-
ljjken dienst, en aan den marinier
le kl. J. Hofland, dienende mede aan
boord van voornoemden bodem, de
zilveren medaille voor 24 jaren dienst.
Door den tuinman W. Bloemink,
te Twello, is dezer dagen aan Z. M.
den Koning aangeboden een mandje
met de eerste nieuwe aardappelen.
Voor het gerechtshof te Arnhem
is Donderdag, Vrijdag en Zaterdag
de moord te Vollenhove behandeld.
Men weet dat deze in den avond
van 16 October werd gepleegd op
den rijksveldwachter Bastings en den
door Plip gewekt.
„Zie eens," sprak deze, we komen in
stiller water. Zou 't gevaar geweken zijn?"
„Dat denk ik wel," sprak Maarten. Ik
herken deze plaats. Kunnen we om dien
hoek komen, dan is 't gevaar voorbij.
Kom, Plip, we zullen nog eens drinken,
want we hebben 't wel uoodig."
Beide broeders verkwikten zich uit de
flesch.
Eensklaps riep Maarten verschrikt uit:
„Hoe komt 't tochdat we zoo snel
vooruit gaan?" Hij richtte zich zoo ver
mogelijk op, tuurde scherp voor zich uit en
verbleekte.
„Wat is 't vraagde Plip.
„Zie ginds, daar is een dam; maar die
dam is doorgebroken en we zijn juist in
't midden van den stroom. Zie eens, hoe
snel we vooruitschieten. De vloed schuimt
en bruischt daar. Stooten we, en 't zou
een wonder zijn, als 't niet gebeurde, tegen
den dam, dan worden we verpletterd.
Al sneller en sneller schoten de ongelnk-
kigen voort.
„Nog vijf minuten, en we zijn er," mom
pelde Maarten. Nog vier. Hij knielde
gemeenteveldwachter de Liefde aldaar,
en dat te dezer zake terechtstaan de
gebroeders Gerrit en Klaas Nieuwen-
huis en Arend Jongman, allen te
Vollenhove.
De procureur generaal heeft Zater
dag, na een welsprekende toelichting
van anderhalf uur, tegen alle beschul
digden levenslange tuchthuisstraf ge-
eischt.
Te Groot-Schermer is Vrijdag
een 3-jarig jongentje in een tobbe
met kokend water gevallen en omge
komen.
Volgens de Haagsche kroniek
der N Gr. Ct. is er een belangrijk
overschot in de kas van het feest
comité der Haagsche burgerij. Dat
gebeurt niet veel.
Onder de Indische berichten,
loopende tot 29 Maart, leest men:
In langen tijd is hier zulk een
hevige schok van aardbeving niet
gevoeld als gisteren, eenige minuten
na half negen. De beweging was een
sterk golvende van Zuid naar Noord
en duurde onrustbarend lang. Op de
meeste plaatsen liepen de bewoners,
voor zooverre zij niet al te verschrikt
waren, naar buiten. Velen beweren
een gedrnisch als van een zwaren
waggon te hebben waargenomen, ja
zelfs met de golving te hebben hooren
aankomen en wegvloeien. Geluid van
rinkelend glasdreunende ruiten
en vooral in huizen met verdiepingen
neder, vouwde de handcu samen eu sloeg
zijne blikken omhoog.
Plip keek als wezenloos voor zich uit.
„Nog twee minuten," sprak Maarten.
„Broeder," riep Plip, diep bewogen, „zul
len we als vijanden de eeuwigheid ingaan
en voor Gods rechterstoel verschijnen P"
„Neen, broeder, dat niet," snikte Maarten
en viel zijn broeder om den hals.
„Vergeef me, wat ik je heb aangedaan,"
vervolgde hij.
„Vergeef me ingelijks," sprak Flip.
„Verzoend treden we dus den dood tegen,"
zei Maarten, „zoo is 't goed,"
Beiden gevoelden zich zonderling aange
daan. Ze sloten de oogen cn wachtten een
oogenblik in angstige spanning.
—o
Een paar minuten later opende Maarten
de oogen en zag tot zijn verwondering, dat
't vlot in vrij kalm water rond dreef. Ach
terwaarts ziende, bemerkte hij den dam reeds
een heel eind voorbij te zijn. „Flip"!, was
zijn uitroep, Goddank, we zijn gered 1". Als
door een woHder waren ze juist midden
door de opening gegaan zonder te stooten,
op 't oogenblik, toen ze zich met elkander
van krakend en wringend houtwerk,
werd algemeen gehoord. Ook hier en
daar gegil van angstige vrouwen en
het gewone rumoer en hondengeblaf
in de kampongs. De schrik, door het
ongewone verschijnsel teweeggebracht,
is ouwederstaanbaar; bij den een ver
wekt zij verbazing, die bem op zijn
stoel houdt, in afwachting, dat iedere
schudding de laatste zal zijnde
andere snelt naar buiten en blijft
halfweg roerloos staaneu toch wae
deze schok nog, gelijk gebleken is,
onschadeljjk, doch sterk genoeg, om
een denkbeeld te geven hoe vreeselijk
het verschijnsel moet zijn, wanneer
het zoo krachtig is, dat huizen in-
en boomen omstorten. Anderhalf uur
voor den grooten schok was reeds een
lichte, doch zeer voelbare schudding
waargenomen. En van sommigen ver
nemen wij, dat ook later nog tweemaal
beweging zou gevoeld zijn. In de Pre-
anger regentschappen heeft, helaas, de
aardbeving erge gevolgen gehad. Te
Tjandoer zijn een aantal huizen, ook
landsgebouwen en vele postloodsen
ingestort, en een Missigit, waarin
zich een aantal personen bevonden,
van welke velen gekwetst en een
zevental gedood zijn. De steenen brug
van Tjisokau en andere steenen brug
gen zijn zwaar beschadigd. De passage
langs den grooten weg is voor rijtuigen
gestremd. Ook nit Soekami ontvangen
wij bericht, dat aldaar schade is aan
gericht.
hadden verzoend. Ginds zag men hooger
gelegen land. 't Water werd meer en meer
kalm en ondiep, en na korten tijd stiet 't
vlot tegen den grond.
Beide broeders stapten aan land en wer
den liefderijk opgenomen door de bewoners
van 't naastgelegen dorp, die toegesneld
waren, om, waar zij konden, hulp te verleencn.
Droge kleederen, warm voedsel en een
goed bed herstelden Maartens krachten
binnen weinige uren, maar Flip, die niet
zoo sterk van gestel was, moest een paar
dagen 't bed houden. Trouw werd hij door
zijn broeder verpleegd. Veel werd er in
die uren gesproken over 't gebeurde cn bcidon
beloofden elkander plechtig, nimmer weer
vijandig tegenover elkander te zullen staan.
Toen Maarten zijn bezorgdheid te kennen
gaf over de schade, door hem geleden, sprak
Flip: „Broeder, wat ik heb, is 't uwe. Ik
stel eenige duizenden tot je beschikking.
Heb geen vrees, wc zullen 't samen wel
weer opwerken."
Maarten was aangedaan, zooals hij nog
nooit in zijn leven was geweest.
„Wat hebben we jaren lang, door eigen
schuld, ons 't leven verbitterd, terwijl 't