De LooQs en zijn Vrouw.
,\o. 678.
V rijdag 15 Augustus 1879.
Zevende Jaargang.
a 4b
Uitgevers BERKHOUT Co. Helder.
Kalender der Week.
nieuwstijdingen.
feuilleton.
ïewoi
Ot
valiti
toot
bii
voor
efl|
'FBI
?roo|
DE}
'f5 e:
'I Vliegend Blaadje
g VI
DEE
Vl|
6}
TS
Uzei
AUGUSTUS, Oogstmaand (31 dagen.)
Opgang der Zon 4 u. 45 m.
Ondergang 7 n. 20 m.
Zondag 17 Nieuwe maan.
Maasdag IS Hartjesdag.
Diksdag 19 Einde der Hondsdagen.
TVoensdag 20 Alkmaarscbc kermis.
Donderdag 21
Vrijdag 22
Zaterdag 23
HELDER, 15 Aug. 1879.
De uitslag der verkiezing van
een lid voor de Prov. Staten in het
hoofdkiesdistrict Helder, is als volgt:
Uitgebrachte stemmen:
Helder284
Texel41
Terschelling22
347
van onwaarde 3
:ich
1 de!
be-
geldige stemmen 344
volstrekte meerderheid 173
hiervan zijn uitgebracht op de heeren
Dr. R. Boomsma 267Mr. M. Biich-
ner 58; D. Redeker 18; en A. Kaan
Jz. 1 stem. De heer Boomsma is
alzoo gekozen.
Het stoomschip Celebes, kapt.
I Bakker, van Amsterdam naar Batavia,
[passeerde Gibraltar den llden Ang.
Het stoomschip Prins Hendrik,
kapt. Braat. van Amsterdam naar
Batavia, is 12 Augustus van Aden
vertrokken.
Een commissie, bestaande nit
de hh. A. J. Voorduin, majoor, H.
T. Schalken, kapt. der genie, en F.
G. H. Scherer, kapt. der artillerie,
is belast met het bezichtigen van de
pantsering der batterijen te Antwer
pen, door den fabrikant Grüson, te
Maagdenborg, onlangs geleverd en
tot het doen van voorstellen betrek
kelijk de pantseringen, bij onze kust-
forten aan te brengen. Hiertoe zal
zij vooraf te Maagdenburg en Essen
Eenverbaal uit Noorwegen, van
JONAS LIË.
UIT BET EXGELSCll VERTAALD DOOR
J. SE PP.
I 56).
XIV.
De senorita was den geheelen morgen
I nit met de oude mulattin om buishoude-
I lijke boodschappen te doen, zeidc Fedcrigo,
I en om zich op de hoogte te stellen of men
J nog ijverig bezig was hen op te sporen,
j Toen zij terugkwam vermeed zij zich recht-
I streeks tot Sa hé te wenden; hij be-
merkte dat zij harca hroeder een som gelds
overhandigdedit had het gnnstig gevolg
dat zijn gelaat een vriendelijker trek aan*
nam, dan het dien morgen getoond had.
i „Wat heb je mijn zuster gedaan vroeg
Fedcrigo eens op een dag, lachende; „je
f zijt bij haar niet bijzonder in de gunst;
I rij gevaarlijk," ging hij ernstig voorten
I voegde er toen bij, als doelde hij op mo
gelijkheden, „zoolang als je in dit huis vertoeft
zijt ge in elk geval veilig. Maar pas op;
I je zijt gewaarschuwd."
het pantsermateriaal van Grüson en
Krupp moeten onderzoeken. Door
het Belgisch gouvernement is ver
gunning gegeven tot bezichtiging der
vestingwerken door de commissie.
De minister van oorlog heeft
bepaald, dat de scherpschutters van
de infanterie alhier gedurende de win
termaanden worden gedetacheerd bij
het garnizoen te Naarden, ten einde
later te kunnen worden geoefend op
groote afstanden.
De proef met den nieuw ge-
bonwden rammonitor Draakin
tegenwoordigheid van den inspectenr
van den stoomvaartdienst, den chef
van het materieel, een commissie van
officieren en de fabrikanten, alhier
gehouden, heeft uitstekend in alle
opzichten voldaan. Het schip loopt
gemiddeld 8'/s mjjl.
Aan de Boompjes te Rotterdam
is van een daar op stroom liggend
Rijnschip een 2'/s jarig jongentje
over boord gevallen; door den stroom
medegesleept en verdronken.
Zaterdagavond kwam een vrouw
in een slachterswinkel te Amsterdam
en bestelde vier pond ossenvleesch,
hetwelk ze bij gebreke van een bood
schappenmand, in een pan liet wer
pen, welke zjj in baren voorschoot
had geplaatst. Ongelukkig had dc
vrouw haar knipje thnis op tafel laten
liggen en kwam zij met den slachter
overeen de pan met vleesch zoolang
onder een bank te zetten, totdat ze
haar geld had gehaald. Hieraan uit
voering gegeven hebbende, verdween
zij en kwam niet weder. Zondag zeide
des slachters vrouw tot haren man
gjj moogt wel eens naar dien pan
zien, want het vleesch zal misschien
bederven maar wie beschrijft 's mans
verwondering, de pan stond er wel,
maar de bodem was verdwenen in
den voorschoot der vrouw, natnurljjk
met het vleesch.
Te Breda barstte Zondagavond,
ruim 11 uur, een hevige brand uit
Het gedwongen verblijf in 't huis begon
Federigo dra te vervelen en in weerwil
van de pogingen, doorzijn zuster in 'twerk
gesteld om hem daarvan af te brengen,
begou hij 's avonds uit te gaan, kwam dan
laat thuis, zwaarmoedig gestemd en prikkel
baar en uit de woorden die hij zich bij
toeval ontvallen liet, bleek dat hij al zijn
geld met spelen verloren had.
Den tweeden morgen na zijn komst in
dat huis had Salvé ontdekt dat er geld
gebrek was; en toen hij broeder en zuster
had hooren twisten, terwijl beiden in een
slechte luim waren, oordeelde hij bet eerste
oogenblik dat daartoe geschikt was het voor
nemem te volvoeren dat hij had opgevat:
hij gaf Federigo al zijn geld dat hij bezat,
met uitzondering van een enkelen zilveren
piaster, met de woorden„dat het niet
meer dan billijk was dat hij voor zijn
logies en zijn kost betaalde."
Hoewel het geld eerst van dc hand werd
gewezen, werd het toch aangenomen en
's avonds ging Federigo weer uit terwijl
zijn zuster thuis bleef.
Zij en Salvé konden door onbekendheid
met elkanders taal te zamen geen druk
gesprek voeren en Salvé was tamelijk in
genomen met dien scheidsmuur tusscbcn
hen, daar bet hem meer op zijn gemak
in <le stallen van dén huurkoetsier
Van Opstal, in het Bleekstraatje; 8
paarden, rjjtuigen en al de aanwezige
fourage zijn een prooi der vlammen
geworden. Oorzaak onbekend.
Maandagmorgen, bjj het lossen
van de Prinses (maatschappij Zeeland)
te VlissiDgeu werd opgemerkt, dat
er ongeveer twee voet water in het
schip waswaardoor een groote
menigte vrachtgoederen beschadigd
zijn alleen van het expeditiekantoor
Brnsch en Rothensteiu, werd voor een
waarde van achtendertig duizend mark
geweigerd in ontvangst te nemen.
Na het uitpompen van het water,
heeft men nergens een lek ontdekt,
zoodat men op dit oogenblik nog
in het onzekere verkeert, hoe dit water
in het schip is gekomen.
Dinsdagmorgen is een man,
toen hjj nit den wagen der gevan
genen in het Paleis van Justitie te
Amsterdam, waar hjj terecht moest
staan, zon worden geleid, aan zijne
geleiders ontsnapt, op den loop ge
gaan, in het water der Prinsengracht
gesprongen en ouder een zolderschuit
gedoken. Hij is nog levend weer op
het droge gebracht.
Zooals reeds vermeld is, heeft
mej. P. J. Van de Voordt, overleden
te Beuggen op 23 Juli jl.het Alge-
moeu Armbestuur dier gemeente tot
algeheele erfgenaam benoemd. Ilaar
nalatenschap wordt op ongeveer
f 250,000 begroot. Hare erfgenamen
bij versterf, waaronder eenige, die in
zeer behoeftige omstandigheden ver-
keeren, hebben zich tot deu Koning
gewend, met verzoek de machtiging
tot aanvaarding dezer nalatenschap
aan het Algemeen Armbestuur niet
te verleenen, daar dat bestuur ruim
schoots uit zjjn tegenwoordige inkom
sten in de behoeften voor de armen
aldaar kan voorzien,
Uit IJsland wordt gemeldt, dat
aldaar den 28sten Mei jl., in het Zuid
westen van het eiland een vulkanische
deed zijn. Zij had evenwel den laatstcn
tijd hem meermalen met een zekere belang-
stelling aangekeken cn bij onderscheidene
gelegenheden hem door middel van haren
hroeder vragen gedaan. De kring van baar
denkbeelden was blijkbaar niet uitgebreid,
daar haar vragen altijd weer op hetzelfde
onderwerp betrekking hadden namelijk
hoe de vrouwen hij hem te lande waren
zoodat hij weldra door het herhaalde hooren
alle Spaanschc uitdrukkingen kende, die
daarmee in verhand stonden.
Zij zaten dien avond te zamen huiten in
de veranda en toen zij achter zijn rug
langs ging, terwijl bij achterover in zijn
stoel leunde, streek zij als hij toeval met
bare hand losjes door zijn haar. Als het dc
electriciteit van kattenhaar bezeten had,
zou het een regen van vonken hebben uit
gestroomd; zóo woedend was hij bij dat
bewijs van haar toenemende vriendelijk
heid.
Toen Federigo thuis kwam smeet hij
zijn hoed nijdig op een stoel neer en dronk
in een slok een glas rum leeg, dat op
tafel stond. Hij had den sierlijken mantel
niet meer om, dien bij droeg toen hij nitging.
„Ik heb al je geld verdobbeld!" riep hij
Salvé in 't Engelsch toe, als bekommerde
hij zich ni^t meer om verdere stilzwijgend
uitbarsting is voorgekomen. Zeker
blad maakt er opmerkzaam op, dat
ook de Etna op denzelfden datum
begon te werken.
Onlangs is tc Digne een belang
rijke diefstal gepleegd in de kazerne
der gendarmerie. Al het geld, dat
zich in de brandkast beTond, onge
veer 2.000 fr. in gond, is verdwe
nen. Tot nn toe heeft men de dieven
niet ontdekt.
Voor eenigentjjd werd in Frank
fort een brievenbesteller door twee
individu's nangevnllen en van zjjn
brieven van waarde beroofd. Men
vond den brievenbesteller met wonden
overdekt bewusteloos liggen. Dank
zij dc zorgvuldige behandeling, slaagde
men er in den man in het leven to
houden cn zulke aanwjjzingen te krjj-
gen, dat men do misdadigers op het
spoor kwam. Een hunner werd gevat.
Wel gelakte het hem te ontkomen,
maar de justitie slaagde er in hem op
nieuw meester te worden.
Op den anderen werd weken lang
door de gendarmerie en zelfs door de
gewone troepen jacht gemaakt, altijd
zonder resultaat, totdat hjj te Utrecht
gevonden is. Hjj wilde nl. dienst
nemen bjj het Ned.-Ind. leger en
werd in het passantenhuis opgenomen;
van daar schreef hjj aan zjjn broeder
te Stuttgart. De justitie aldaar, ver
nemende dat er een brief uit Utrecht
aan zjjn broeder aan het postkautoor
was, kwam nn op zjjn spoor en seinde
onmiddellijk om hem gevangen te ne
men. Hij had den naam Metzger
uaugenomen, doch hjj heet Frenlieb.
Reeds is hjj aan de Pruisische justitie
overgeleverd.
Een telegraphische dépêche
meldt, dat het Spaansche stoomschip
Gongora, regelmatig dienst doende
tnsschen Antwerpen en Spanje, op de
kusten van Portugal is gezonken, ten
gevolge eener aanvaring; het schip is
totaal verloren, slechts dc helft der
manschappen is gered.
heid; daarop maakte hij met een onaange-
namen lach een paar opmerkingen tegen
zijn zuater, die te oordeelen naar de uit
drukking van haar gelaat, terstond begrepen
had hoe de zaken stonden.
„Daar heb je mijn laataten piaster,"zeidc
Salvé en wierp dien toe. „Beproef er je
geluk mede."
„Hij ia gelukkig in de liefde," zeidc
Paolina, met tranen in de oogen cn met
een naïvc opwelling van bijgeloof„hij
ia verloofd."
Toen haar broeder, die den piaster op
zijn wijsvinger halancccren liet, lachend
voor Salvé haar woorden vertaald had, ant
woordde deze bita, terwijl hij de aenorita
ongeduldig aankeek
„Ik ben niet verloofd, en zal 't nooit
worden."
„Ongelukkig in de liefde barstte zij
vroolijk uit, „en dan de laatste piaster
Wij winnen morgen honderd, twee honderd,
Fedcrigo!"
Het was duidelijk een overtuiging, die
zij met geheel haar ziel was toegedaan
zij haalde een mandoline te voorschijn cn
begon terwijl zij zich zelve accompagneerde,
te dansencn toen zij daarmede bezig was,
rustten hare oogen met een bijzondere uit
drukking op Salvé.