De Loods ei zijn Vrouw.
i\io. 687.
Dinsdag 16 September 1879.
Zevende Jaargang.
Uitgevers BERKHOUT Co. Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Vliegend Blaadje.
i;
HELDER, 16 Sept. 1879.
Door Dr. J. C. Pool, predikant
alhier, is het beroep naar Ilpendam
aangenomen.
Het hier garnizoen hondende
bataillon infanterie rukte heden mor
gen weder uit tot oefening in den
velddienst buiten de gemeente. Tegen
den avond keert het bataillon terug.
Terwijl Zondagavond jl. de
weduwe D., aan de Weststraat alhier,
aan de deur harer woning stond,
zakte zij plotseling ineen en was
oogenblikkelijk dood.
Gisterenmiddag had er aan de
Weststraat een zeldzaam vermakelijk
schouwspel plaats. Een raatroos van
een onzer oorlogschepen, die zijn
bestek scheen kwijtgeraakt te zijn,
laveerde, vrooljjk zingend, langs den
weg. Bij ongeluk geraakte een ma
rine-officier in zjju zog en kwam hij
met deze in min of meer gevoelige aan
varing. Dit was natuurlijk een hevig
vergrijp tegen de wetten van subor
dinatie. De officier liep dan ook in
zijn diepe verontwaardiging naar de
politiewacht en beval dat men den
kerel" zou inrukken. Zoodra echter
janmaat het in den neus kreeg, dat
de agenten hem op de hielen zaten,
sprong hij met pak en zak in de
gracht en zwom als een eend van de
eene zij naar de andereals men
hem trachtte te grijpen, dook hij als
een hannie" en bleef soms zoolang
onder water, dat men vreesde of hjj
wel weer boven zou komen. Dan
gingen er luide weeklachten op van
een aantal dames nit die bnurt, die
de sehntsengeleu van janmaat zijn,
vooral als hij uit O -Indië terugkeert,
en zoolang 't er bij hem nog aanzit.
Eindelijk, nadat men met politie
agenten en mariniers lang genoeg
een parforce-jacht op hem had nit-
Eenverhaal uit Noorwegen, van
JONAS LIË.
UIT HET ENGELSCH VERTAALD DOOR
J. SEPP.
34).
XVII.
Zij zeilden Kaap Hoorn om en kwamen
tc Valparaiso; maar aan den morgen, waarop
zij de liaven zouden binnen varen, werd
Salvé tot zijn bijzonder groote ergernis in
arrest genomen. De kapitein vond hem te
bruikbaar om de orde te bewaren onder
het volk op den voorsteven en nam daarom
dc meest afdoende maatregelen, die hem
zouden beletten zijn voorgenomen plan ten
uitvoer te brengen om het sobip bij hun
komst in die haven te verlaten.
Nadat zij Valparaiso verlaten hadden,
bezochten zij de Chincha eilanden, namen
een lading guano voor China in en zetten
toen westwaarts koers door de Stille Zuidzee,
wier afmattende eentoonigheid nu en dan
slechts gebroken werd door een groot soort
zeevogels of door een in de verte opsprin
genden walviscb. 't Was er evenwel verre
van af dat aan boord dezelfde vrede heerschte.
De kleine notedop, die daar als een stip
geoefend, liet hij zich, afgemat als
hy was, op het droge sleepen, om
later zijn afrekening te ontvangen,
't Is te wenschen, dat zyn rechters
in aanmerking mogen nemen, dat de
man, op het oogenblik dat de aan
zeiling plaats had, in een nevelnchti-
gen toestand verkeerde. Mogelijk pleit
dat als verzachtende omstandigheid!
Zr. Ms. stoomschip »Marnix,
kommandant de kapt.-luit. ter zee
Thierens, komende van Batavia, kwam
Zondagmorgen te IJmaiden binnen.
Het st. Koningin Emma, kapt.
Ordeman, vertrok van Batavia via
Padang naar Amsterdam den 13den
September. Het st. Prins van
Oranje, kapt. B. v. d. Sprenkel, van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde
te Southampton den 14n September.
Het geschenk, dat door het
korps der marine, het werfpersoneel
en dat van het loodswezen aan HH.
MM. den koning en de koningin bjj
gelegenheid van hun huwelijk werd
aangeboden, zal, naar wij vernemen
eerstdaags gereed komen en voor
hen, die daaraan bydroegen, ter be
zichtiging worden gesteld in een der
lokalen van het Ministerie Marine
van te 's Hage.
In den Buiten Arastel te Am
sterdam is Zondagmiddag weder een
schuitje, waarin zich twee gehuwde
mannen met hunne vrouwen bevon
den, omgeslagen. De man van het
eene paar en de vrouw van het an-
de zijn gered, de beide andere echter
verdronken.
Vrij dagmiddag kwamen de sol
daten, te Hoorn in Garnizoen, door
Westwoud. Het roeren der trom ver
schrikte een paard, dat met voerman
en wagen op hol ging, waardoor de
voerman, een jongehuwd man, van
den wagen geslingerd werd en dood
viel.
over het onmetelijke watervlak voortkroop,
was een kleine drijvende hel, waar iedere
booze hartstocht van den morgen tot den
avond woedde, en slechts door in 't ver
borgen de tweedracht en de verdeeldheid
onder bet volk te voeden, konden de offi
cieren met eenig gevoel van veiligheid in
hun kooien slapen. In dezen toestand had
een groot gedeelte van hen met den Ier
aan 't hoofd een plan ontworpen om de
officieren te vermoorden en het schip te
veranderen in een walvischvaarder. En zelfs
Salvé koesterde somstijds in oogenblikken
van bitterheid en verontwaardiging over de
tyrannic, door die mannen geoefend, die bij
dc genade van het volk leefden, het denk
beeld om met de muiters gemcene zaak
te maken, die voornamelijk van de uitvoe
ring van hun plannen werden teruggehouden
door dc vrees, die hij had ingeboezemd en
zijn weigering om zijn zegel aan die plannen
te hechten. Menigmaal had hij een wan-
hopigen strijd met zich zeiven te voeren
als een van zijn tyrannen in donker het
dek overliep, en de verzoeking om hem
een mes in zijn rug te steken, lachte hem
toe en kreeg bijna heerschappij over hem.
Het leven van allen om hem heen hing
aan een haar, dat wist Salvémaar dat
haar was sterker dan hij zelf wel dacht.
Elizabeth's gelaat en de nog niet geheel
verzwakte macht van vroegere indrukken,
Te Soerendonk hing een land
bouwer zijn geweer op, onvoorzichtig
genoeg, met de lading er op; de
haan haakte en daardoor ging het
schot af, dat den achter den vader
staanden 13-jarigen zoon trof. De
knaap verkeert in zorgvolle omstan
digheden.
De landeigenaaar P. H. de Boer,
te Hol werd, heeft een offer van f 4000
a f 5000 gebracht, door de helft der
pachtpenniugen aan zijn huurders
kwijt te schelden.
Aan een particulieren brief uit
Aden dd. 19 Augustus van een aan
boord der Overijssel geweest zynden
sergeant van het Indische leger ont
leent het L. Dgbl. het volgende In
stede van den 12n Juli ben ik den
28sten Juni met het stoomschip Over
ijssel van Batavia vertrokken en alles
ging goed, totdat wy in den nacht
van 14 op 15 Juli om halfdrie schip
breuk leden. Na voor het meerendeel
aan het grootste gevaar ontsnapt te
zijn, landden wij op de oostkust van
Afrika en wel ter hoogte van kaap
Guardafni. Acht van ons verdronken
en de overigen waren wel aan land,
maar welk land? Stel u voor een
woestijn, waar men niet anders ziet
dan zand en rotsen van graniet zonder
water en bij een hitte van minstens
120 graden en een bevolking zoo heb
zuchtig, zoo diefachtig als een mensch
zich met mogelijkheid voorstellen kan,
en ge hebt er nog pas een flauw
denkbeeld van.
Op de plaats waar wij aan wal ge
komen waren, bestond wegens de he
vige branding geene mogelijkheid om
te embarkeeren, zoodat wij naar Hal-
loeloe moesten gaan, waar het stoom
schip voor anker lag en dat ongeveer
60 Eng. mijlen van ons verblijf was.
Door tusschenkomst van de Engel-
schen kregen wij 25 kameelen voor
de vrouwen, kinderen en zieken en
deden hem altijd terug huiveren voor de
gedachte een moord op zijn geweten te
hebbentot die laagte verzonk hij dan
ook niet, hoe ook zijn karakter gaandeweg
slechter werd door de dagelijksche aanra
king met al wat gemeen was; hij bereikte
zelfs het punt waar hij alle kracht verloor
om te gelooven aan 't bestaan van 't goede
onder zijn medemenschcn en aan een boogere
macht.
Wij volgen hem niet verder in deze
donkere periode van zijn leven. Na ander
half jaar aan boord van „de Ster en de
Strepen" geweest te zijn en na menig woest
tooneel van drift en oproer, bracht hij zijn
betrekking tot dat schip eindelijk aan een
einde te New-Orleans, waar zijn aange
groeide gage hem werd uitbetaald.
Het leven aan boord van de andere
schepen, waarop hij daarna geplaatst was,
verschilde niet veel van hetgeen door hem
verlaten wasmaar hij was daaraan gewoon
geraakt en zijn gevoeligheid was door de
lange gewoonte verstompt. Nadat er aldus
ongeveer vier jaren waren voorbijgegaan,
begon hij weer een verlangen te gevoelen
naar Europa, hij wilde zich zeiven niet
bekennen dat het wel bepaald Noorwegen
was dat hij gaarne wilde weerzien; en
nadat hij een poos had uitgekeken naar
een geschikt schip voor dc reis naar 't va
derland, bevond hij zich eindelijk met zijn
begaven wij ons op marsch, maar al
leef ik nog duizend jaren, nimmer
zal ik dien marsch langs het strand
in het mulle zand vergetendoch al
was het ook onder een verschrikke
lijke hitte, het ging eerst nog al,
hoewel de vrouwen en kinderen veel
te ljjden hadden. Erger werd het,
toen wy kolossale rotsen moesten be
klimmen en ieder loopen moest, daar
het door de steilte onmogelijk was
om op de kameelen te blyven. Meest
allen hadden geen schoenen en moes
ten dus op dat scherpe graniet bar
revoets gaan en wel twee dagen en
nachten lang by een verzengende hitte
en onder het uitstaan van den ver-
schrikkelyksten dorst. De kinderen
moesten dan gedragen worden door
mannen en dat was zeer gevaarljjk,
daar het meestal langs duizelingwek
kende afgronden ging, waar de minste
misstap genoeg was, om duizenden
voeten lager op weer andere rotsen
verpletterd te worden.
Wy waren 93 Europeanen 9terk,
waaronder 14 kindereu en 5 vrouwen.
Den 21sten Juli werd er een kind
geboren. Het liep gelukkig goed af,
hoewel er geen geneeskundige hulp
was, noch medicijnen, geen kleeding
voor moeder of kind, geen dekking
of huisvesting, ja bjjna geen water,
daar er dagen geweest zjjn, dat wy
f 2.50 voor een flesch slecht water
moesten betalen. Onze voediug be
stond dageljjks nit een weinig stin
kende gekookte rjjst, dat wij voor
heel veel geld van die zwarte duivels
kochten; dat leven heeft zoo dage
ljjks geduurd tot 9 Augustus, toen
er twee reddende engelen kwamen in
de gedaante van twee Engelsche offi
cieren, welke door hun gouvernement
te Aden met het stoomschip Dag-
mar" uitgezonden waren om ons in
de woestjjn op te zoeken.
Uit Amsterdam wordt gemeld,
dat de luchtballon, waarmede Fauny
vriend uit Brazilië aan boord van een
groote bark, die voor de thuisreis van
Curafao bestemd was, met tabak en rum
voor Rotterdam en Nicuwediep.
Federigo was zijn onafscheidelijke makker
geworden bij al de afwisselingen van zijn
leven in 't Zuiden het geheim van deze
trouwe gehechtheid bestoud, zooals Salvé
vermoedde, in het feit, dat hij zijn geld
had bewaard; hij had het in goudstukken
gewisseld, die hij in een gordel om zijn
middel droeg. Hij had nooit, zooals Fede
rigo, de gelegenheid gezocht om ziju gage
aan land te verdoen met spelen of audcrc
verkwistingen. Hij haatte de vrouwen en
in de herbergen, die door zeelui bezocht
werden, werd hij gehouden voor een ge
vaarlijken klant, van wicn men uit voor
zichtigheid maar zooveel door de vingers
moest zien als mogelijk was. Hij verbeeldde
zich dat Federigo hem als zijn reservekas
beschouwde en toen bij zekere gclegcnhe'1
nadat zij een haven bereikt hadde)
Braziliaan het voorstel deed, dat zij z<
wegloopeu en hun geld in mijnen zouden
steken, waarover toen juist zeer gunstig
gesproken werd en de winst deelen, merkte
Salvé op zonder zijn gelaat te vertrekken,
dat hij het hoogst waarschijnlijk achtte, dat
als zij aan een dergelijke onderneming zich
waagden zijn vriend, als hij op een mooien
nacht met hem op een eenzame plaats al-