xNlo. 694.
Vrijdag 10 öctober 1879.
Zevende .laargang.
Uitgevers BERKHOUT Co. Helder.
Kalender der Week.
FEUILLETON.
Ie Lools ei zlii Vrouw.
1»
KUNSTVUURWERK.
'f Vliegend Blaadje
OCTOBER, Wijnmaand 31 dagen.
Opgang der Zon 6 u. 20 m.
Ondergang 5 n. 9 m.
JiDAG 12
lANDAG 13
fSDAG 14
densdag 15 Nieuwe Maan.
mderdag 16
UDAG 17
TBRDAG 18
Nieuwstijdingen.
HELDER, 10 Oct. 1879.
Tot leeraar aan de Hoogere Bnr-
rschool te Samarang, is benoemd
l heer. Dr. J. Haver Droeze, leeraar
in het Koninklijk Instituut voor de
arine alhier.
Den heer P. Dninker, aannemer
bier, is voor f73,447 gegund de
tvoering van het maken van een
lis te Koudhoorn nabjj Apeldoorn.
Het bestuur der Unie maakt
ans in de Standaard hekend, dat
i totale opbrengst van de jaarcol-
cte voor de scholen met den bijbel
geweest f 40.471.941 van 413 lokale
mittees.
In een bij het dep. van kolo-
ën ontvangen telegram van den
mv.-generaal van Ned. Indië van
in 6 dezer wordt berichtdat in
tjeh alles rustig is en datdeleger-
ommandaut, die zich naar Atjeh
ad begeven om een inspectie te
ouden, den toestand gunstig gevon-
sn heeft en weder te Batavia terug-
ekeerd is.
Te 's Hage is een Maandag-
ouder een tjjdlang levend begraven
eweest. Om wat nit te rnsten, was
ij in een hnis in de Sophialaan,
raarin hij werkzaam was, gekro-
en onder een vernieuwd wordenden
loer en had in zijn diepen slaap
iet gemerkt, dat zijn kameraden
et werk gedaan hadden en hem er
mder hadden opgesloten. Toen hij
Een verhaal uit Noorwegen, van
JONAS LIË.
UIT HET BNGELSCH VERTAALD DOOR
J. SEPP.
1).
XIX.
Hij wandelde een lange poos de grachten
ond in een toestand van sombere beslui-
eloosheid; hij hield hier en daar stil om
ijn oog over de schepen te laten gaan en
och werd ieder keer dat hij dat deed zijn
lik donkerder. Door zijn lang verkeer op
ec kon hij uit het voorkomen van ieder
chip met juistheid afleiden, voor welken
ak van handel het in de vaart was. Het
ene bracht koffie van Java aan, het vol-
ende nllcrlei lading uit alle werelddeelen
aar lag een ander dat suiker en rum uit
ffest-Indiê aanvoerde, en een vierde dat,
zien aan zijn vierkanten vorm en breed
«htereinde, een walvischvaarder moest zijn,
lan Spitsbergen weergekeerd. Hij dacht
tan hun lange reizen en aan het onbedui-
lendc en losbandige leven, dat daar aan
Kiord geleid werd zou hij tot dat leven
loeten terugkeerenP Het hing van Eliza-
wakker werd, hadden de werklieden
zich gelukkig nog niet verwijderd en
werd hij nit zijn rustplaats, die zijn
laatste had kunnen worden, gelukkig
gered.
Een Duitsch blad deelt mede,
dat onze Koningin hoop geeft op
een verbljjdende familie-gebeurtenis.
Twee jongelieden te Mont-de-
Marsan, logeerden bij hun oom, een
oud-kommandantdaar ronden zij
degens aan den munr hangen en
gingen spelenderwijs daarmede duel-
leeren. De een werd bjj dat spel in
de borst ernstig gewond.
Weder heeft er een vreeseljjke
moord in Parjjs plaats gehad. Een
apotheker, Lagrange genaamd, is met
zijn dienstbode, Zelie Gaillot, ver
moord in den kelder gevonden. Men
verdenkt van dezen dubbelen moord
een zekeren Arnold Walder, een leer
ling van den apotheker, die bij hem
in hnis woonde, doch die op den loop
is. Na voltrekking van de misdaad
is er oreral in huis gestolen. De
vrouw van den apotheker was afwezig.
In Brive (Corèse) is een land
bouwer met zijn dochter, door een
ander landbouwer met een geladen
geweer aangevallen. De moordenaar
doodde den vader; de dochter werd
zwaar gewond en ook de vrouw, die
ter hulp snelde, trachtte hjj nog met
een schot te treffen, doch gelukkig
vergeefs.
Aan William Habson, die, naar
men zich herinnert in Engeland uit
de gevangenis ontslagen werd, waarin
hij,ten onrechte wegens manslag ver
oordeeld, reeds eenigen tijd had door
gebracht, is door den Engelschen
Minister van Binnenlandsche Zaken
uit de Staatskas een schadeloosstelling
van 1000 p. st. toegewezen.
Te Liverpool is rechtsingang
verleend tegen banketbakkers, die
gelijk elders in den laatsten tijd zeer
beth af en hij had niet veel hoop!
Voor zijn ongednldigen aard was uitstel
iets ondragelijks; en hij had half het plan
gevormd om zijn lot maar in eens te laten
beslissen. In weerwil van zijn gejaagdheid
evenwel, kon hij nog bedaard denken en
hij begreep dat, indien hij nog eenige kans
zou hebben, hij wachten moest totdat de
eerste verkeerde indruk tijd had gehad om
voorhij te gaan.
't Was een grauwe, nevelige herfstdag
geweest, maar 't was nu opgeklaard en het
blauw vau deu hemel brak hier en daar
door de wolkeu heen; en toen hij 's middags
de brug overging had de zon de nevelen
verjaagd en deed een stroom van schitterend
licht op de vensterruiten van de huizen
langs de gracht schijnen. Boven in Gar-
vloit's huis stond Elizabeth aan het venster
ook zij had dien dag behoefte gehad met
hare gedachten alleen te wezen. Salve zag
haar en hij stond voor een oogenhlik stil
om haar te beschouwen, terwijl zij over bet
vensterkozijn lennde.
„Dat dierbare hoofd zat 't mijne zijn;"
hartstochtelijk uitte hij die woorden en
zonder er aan te denken, hardopeen oogen
hlik later stond hij aan de deur van Gar-
vloit'a buis.
Elizabeth hoorde achter zich de deur van
de kamer opengaanen toen zij daar Salvé
dikwjjls geschiedde aan elk, die
een bepaalde hoeveelheid lekkers bjj
hen kocht, een lot in een loterjj
present gaven. Den aangeklaagden
hangt un een boete van 500 p. st.
boven het hoofd. Zjj beweren, dat
zjj niet geweten hebben, dat zij iets
strafbaars bedreven.
Sedert een tiental dagen was
een koetsier uit Parjjs spoorloos met
zjjn rjjtuig en paard verdwenenzjjn
meester, die hem voor een eerljjk
man kende, dacht dat hem een on
geluk was overkomen. Inderdaad
heeft men het ljjk van den koetsier,
in een gevorderden staat van ont
binding, uit de Seine opgehaald. De
portemonnaie en de papieren van den
koetsier waren verdwenen; men denkt
dat de ongelukkige is aangevallen
door eenige kwaaddoeners, die hem
geplunderd en daarna in het water
geworpen hebben. Tot nu toe heeft
men niets vernomen van het rjjtuig
of paard.
De onlangs overleden graaf
Georg Karolyi, een broeder van den
voormaligen Oosteurjjkscheu gezant
aan het Duitsche hof, moet een zoo
aanzienlijk vermogen hebben nage
laten, dat zjju erfgenamen alleen aan
successierechten f 1.110.000 betalen.
Onder zjjn nalatenschap is een ver
zameling van meerschnimen pjjpen,
die op f 11.000 wordt geschat.
In het Napelsche wordt het
steeds onveiliger. Enkele dagen ge
leden werden weer 27 ongewapende
reizigers op den landweg van Isernia
naar Senafro door een bende van 13
roovers uitgeschud. Vjjf dagen te
voren was op een sneltrein tusschen
Brindisi en Bologne een aanslag ge
daan, die ten doel had den trein te
doen derailleeren, waarna ongetwjj-
feld plundering der reizigers zon zjjn
gevolgd. Gelukkig wist de baanwach
ter, die door de boosdoeners gevan
gen werd gehouden, te ontkomen en
den trein tjjdig te waarschuwen.
onverwacht voor haar zag staan, viel zij
voor een oogenbiik op een stoel neer, maar
stond reeds het volgende met vreesachtigen
blik op, ais was hij eeo vijand dio haar
verscheen.
„Elizabeth!" begon hij vriendelijk, „zijt
gij van plan mij weer de wereld in te stu
ren. God alleen weet hoe ik dan terug
zal keeren, als gij dat doet."
Zij gaf geen antwoord, maar bleef hem
aanstaren met ijskouden blik en doodsbleek;
zij scheen vergeten te hebben adem te halen
en slechts af te wachten of hij nog meer
zou spreken.
„"Wees mijn vrouw, Elizabethvroeg hij,
„en ik zal weer een braaf mensch worden.
Wat een ellendig schepsel ik zonder u ge
worden ben, hebt gij van morgen voldoen
de kunnen zien."
„God is mijn getuige, Salvtantwoordde
zij, terwijl de tranen baar in de oogen
kwamen van aandoening, die zij poogde te
beheerschen, „mijn hart heeft u altijd be
hoord maar ik moet eerst volkomen naar
waarheid weten, hoe ge over mij denkt."
„Evenals ik over Gods' engelen denk,
Elizabeth!" sprak hij uit den grond van
zijn hart en poogde hare hand te ratten.
„Weet ge dat ik vroeger zoo goed als
verloofd was aan den jongen Beek?" vroeg
zij blozend maar met open oog. „Ik was
Nabjj New-York is een school,
waar de onderwijzeressen een eigen
aardig middel hebben uitgedacht om
vrouweljjke leerlingen, die haar les
niet kenuen, te straffen. Iedere man-
neljjke leerling uumeljjk, die de ge
maakte fonten verbetert, krijgt verlof
de nalatige jonge dame te... kassen.
Zóó onderwjjst men de jeugd
Het ergste is nog, dat het middel
volstrekt niet helpt.
Een Indiaan, bjj zjjne stamge-
nooten onder den naam «Snelle Loo-
per" bekend, is te Winnepeg (Ma-
nitoba, Noord - Amerika) ter dood
gebracht. Volgens eigen bekentenis,
door getnigen gestaafd, had hjj zjjne
vrouw, zjjne kinderen en verdere
hnisgeaooten doodgeslagen en ver
volgens de ljjken verslonden.
CORRESPONDENTIE.
Aan het verzoek van K. kunnen wij niet
voldoen.
De oplossing van het Raadsel in ons
vorig nommer is
53 voldoende oplossingen zijn ingekomen.
Maandagmorgen ten 11 ure zal in bet
Bureau, Spoorstraat, de trekking plaats
hebben.
Burgerlijke Stand Helder.
Van 7 tot 10 Oct. 1879.
ONDERTROUWD: E. Bakker, zeeman
en W. de Rie. P. Janssen, bootsman
en E. Roosloot.
GETROUWD: A. J. de Jongh eu B.
B. Giltjes. C. Landman en T. v. Bre-
derode. J. Langhorst en N. Bruin.
D. J. Bart en J. Kuiper. J. Delij en
M. Muller.
BEVALLENF. de Wendt geb. Hof
man, D. E. M. P. Riesselman geb.
Pceters, Z. M. M. Konijn geb. Roodt,
D. J. C. Meerens geb. de la Fonteijne, D.
N. Jonker geb. Korff, Z. A. B. M.
Leijen geb. Ricke, D. H. R. Schram,
geb. Aenee, Z. W. F. van Braam Houck-
geest goh. v. d. Honert. Z.
OVERLEDENT. Kruiff, 5 j. W.
J. Kooreman, 25 j.
toen mij zelve niet, maar dacht alleen aan
dwaasheden en onzin, totdat ik mij gedwon
gen zag dat alles te ontvluchten."
„Je tante heeft mij alles daarvan verteld,
Elizabeth Laat ons dat onderwerp niet wéér
aanroeren."
„En je koestert volstrekt geen wantrou
wen meer jegens mij in je hart Want dat
zou ik nooit, evenmin als nu, willen ver-
drageu ik zou 't niet kunnen, verstaat
ge?" sprak zij cn haar stem beefde eu zij
trachtte hem als in het diepst van zijn ziel
te lezen.
„Wantrouwensprak hijcn op dat
oogenhlik in elk geval wns hij ten volle
overtuigd dat haar hart ten laatste nooit aan
iemand anders behoord had dan aan hem.
Een uitdrukking van onbeschrijfelijk ge
luk overtoog haar gelaat hij knelde haar
in zijn armen en zij stonden daar alsof zij
elkander nooit weer zouden loslaten, waug
tegen wang, zonder iets te zeggen, ja zonder
aan iets tc denken. Hun omhelzing was
min of meer zenuwachtig, alsof zij niet
konden gelooven in de werkelijkheid van
hun geluk en als hadden zij een instinct
matige vrees, dat het hen weer begeven zou.
Wordt vervolgd.