'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
No. 825.
Dinsdag 11 Januari 1881
Negende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Atoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
3 trance per poet
jLfaonderljjlte nnmmere
75
2
UitgeversBERKHOUT Co. te Helder.
BureauSPOORSTRA AT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elk8 regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentie-» moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDEK, 11 Jan. 1331.
Naar aanleiding der gedane
oproeping verzamelden een aantal
belanghebbenden en belangstellenden
zich Zondagmiddag in Tivoli, om
den toestand der Keizerstraat te be
spreken. De beer R. Vos werd als
voorzitter met de leiding der verga
dering belast. Een paar practiscbe
opmerkingen van den beer Van Gijn
gaven de richting aan, die men moest
inslaan om tot een goed resultaat
te komen. Men besloot staande de
vergadering van zijn belangstelling
te doen blaken, door 't bijeenbren
gen van een gedeelte der f 6000.
die er noodig zijn tot 't aanleggen
van een straat en rioolen en 't ont
brekende aan den gemeenteraad te
verzoeken. De heer Vos gaf een
krachtigen stoot aan de zaak, door
voor f 300 te teekeneu. In een
oogenblik bad men tusscben de f1200
en f 1300 bijeengebracht. Nu werd be
sloten, de verdere leiding der zaak
in banden van een commissie van
zes leden te stellen, waartoe zouden
bebooren, de vier heeren, die voor de
hoogste bgdragen geteekend hadden,
benevens twee, naar keuze der ver
gadering.
Aan deze commissie, bestaande uit
de heeren: R. Vos, Dunselman, P.
Verfaille, Moolhugsen, Duinker en
J. Hoogeu boscb werd opgedragen de
lgst, waarop men voor bijdragen ge
teekend bad, ook aan andere eige
naars van perceelen in de Keizer
straat ter inteekening aan te bieden
en ook ben, die door 't aanleggen
van een straat in bun bedrgf' zouden
gebaat worden, gelegenheid te geven
van hunne medewerking te doen blij
ken,waartoe lijsten bij enkele boekhan
delaren zonden gedeponeerd worden.
Vervolgens zou de commissie zich
in verbinding stellen met den gemeen
teraad.
Na een woord van dank over de
goede leiding der vergadering, den
voorzitter hg monde van den beer
v.m Gjjn toegebracht, ging men uiteen.
Deze vergadering maakte op de
deelnemers een flinken indruk, daar
er niet alleen goed gesproken maar
ook degelijk gehandeld werd.
V olgens in Den Haag ontvan
gen partieuliere tjjdingen moet een
stoom barkas van de „borneo" te Edi
(Noordkust van Atjeb) met man en
muis zijn vergaan. De luit. t./z. 2e
kl. W iggers (wiens dood reeds gemeld is)
en zes der opvarenden moeten bij dat
ongeluk zgn omgekomen.
Alle tjjdingen uit de streken,
waar bet water zgne verwoestingen
heelt aangericht, stemmen daarin
overeen dat de nood in de geteisterde
streken dringend en de behoefte aan
geldelijke hulp buitengewoon groot
is. Alleen in bet district Hensden
moeten ongeveer 4900 noodlijdenden
dagelgks verzorgd en 1347 stuks
vee gevoerd worden. De districts
commissie te Werkendam (land van
Altena) bericht, dat aldaar behalve
in de dagelijksche verzorging der
noodlijdenden, nog moet voorzien
worden in geneeskundige hulp, die,
bjj den tegenwoordigen toestand der
communicatie, geheel ontoereikend is.
Uit Maastricht wordt aan de N.
R. Ct. gemeld:
Voor en na worden de lijken op-
gevischt van de ongelnkkigen, die
op 23 December jl. te Groot Lamaye
om bet leven kwamen. Het eerst is
Henri Hauquet gevonden, en het
lijkje van een der kinderen van den
ambtenaar B. H. Henry werd, aan
zijne beenen geklemd, met hem op-
gebaald. Donderdag werd bet lijk
der moeder te Itteren, drie uren bene
den de plek waar het ongeluk voorviel,
op het droge gehaald. De felle stroom
heeft wellicht de overigen nog veel
verder met zich voortgesleept.
Het Vorstelijk Huis is voor
gegaan met een vorstelijke gift,
ten behoeve van de noodiijdendeu
door den watersnood. H.H. M.M.
de Koning en de Koningin schonken
aan de commissie f 5000.
In de vorige week zou de
landbouwer K. v. d. W. te Harish
(gem. Gaasterland) een dik stuk
bout in de kachel steken, doch wilde
het vooraf kloven. Bij die gelegenheid
ontdekte hij tot zijne groote verwon
dering, dat het uitgehold en met
kruit gevuld was. Hij en zijn ge
zin bleven zoo nog gelukkig bewaard
voor een ongeval, dat zekerlijk ern
stige gevolgen had na zich gesleept.
De beide buitenlandscbe be
driegers, die onder den naam van
O. Jacobi Co. zich te Amsterdam
aan verscheidene oplichterijen heb
ben schuldig gemaakt, zijn te Lon
den gearresteerd. Ongeveer zes maan
den geleden hadden zij de meubel
fabriek der firma Joh. Heininger te
Maintz bezocht en aldaar voor 13.000
mark salonmeubelen besteld, die de
firma bun tegen Kerstmis te Am
sterdam moest leveren. De firma
liet te Amsterdam onderzoek doen
omtrent de soliditeit der heeren O.
Jacobi Co., en daar zij dienaan
gaande bevredigende inlichtingen
verkreeg, vond zij tegen de uitvoe
ring der bestelling geen bezwaar.
Omstreeks half December schreef
zij aan O. Jacobie Co., dat de
meubelen naar Amsterdam waren
afgezonden en er spoedig een paar
personen zouden volgen, om ze op
te stellen. Onmiddellijk daarop werd
haar nit Amsterdam per telegraaf
medegedeeld dat die personen eerst
den 28sten konden worden afgewacht
en dus zoolang te Maintz konden
blijven. Op genoemden datum kwa
men deze te Amsterdam en verna
men dat de beide heeren reeds sinds
eenige dagen met de geheele bezen
ding meubelen waren verdwenen.
Bij onderzoek bleek dat alles naar
Londen was verzonden. Onmiddellijk
ging een der Maintzers, namelijk
die bij het plaatsen der meubelen
als opzichter moest fnngeeren, op
reis naar Engeland, en riep aldaar
de hulp der politie in. Deze had
weldra ontdekt, dat de meubelen te
Londen in een afgelegen wijk in
twee magazijnen waren geborgen.
Deze beide gebouwen werden door
de politie onder geheime bewaking
gesteld. Den volgenden dag kwa
men de beide bedriegers, vergezeld
van een kooper, in het eene maga
zijn en werden terstond in hechte
nis genomen. Daar bet Duitschors
zijn werd er aanvankelijk gedacht
ze wel spoedig aan Duitschland
zouden worden uitgeleverd, maar in
middels heeft de Londensche politie
in do beide arrestanten twee misda
digers ontdekt, die zjj reeds lang
te vergeefs had gezocht, en waarvan
de een, onder den naam van Hiller,
te Londen een kantoor heeft gehad,
hetwelk uitsluitend op zwendelarij
was ingericht. Tevens scheen er
reden te bestaan tot het vermoeden,
dat het dezelfde personen zijn, die
zich indertijd in Zwitserland hebben
schuldig gemaakt aan - een grooten
diefstal van horloges.
Londen, 8 Jan. Den 6en dezer
heeft men een groote stoomboot op
de Goodwinsand zien stranden 6n later
met alle opvarenden ziec zinken. Tot
uogtoe is niet bekend welk schip het
is geweest. De reddingboot die 26
uren buiten geweest is, maakte zich
weder gereed naar een ander wrak te
gaan, naar aanleiding van seinen en
telegrammen uit Harwicb. Het woei
hard uit het NO.
Te Dublin is een poging ge
daan om het huis van zekeren heer
James Aylmer, dat midden in de
stad ligt, te doen springen. Er wa
ren dien avond een aantal vrienden
bg hem te gast, toen .'^otseling een
hevige slag vernomen werd, de mu
ren schudden en de glasruiten sprongen.
Twee jonge meisjes werden gekwetst.
Men vond bij nader onderzoek een
hoop niet ontploft kruit op het
balkon.
In Italië werden, aooals wij
onlangs reeds meedeelden verscheidene
personen gevat die tot een groote
bende vervalschers van bankbiljetten
behoorden. Het blijkt thans, dat
deze bende in bijna alle groote steden
van Europa haar vertakkingen had
en zich een tweeledig doel stelde, nl.
het maken van valsche bankbiljetten
eu effecten en het verkoopen van
zulke papieren, die door haar leden
in verschillende landen gestolen
waren.
Te Basel, Geuève, Mühlausen en op
andere plaatsen zijn nog een aantal
personen in hechtenis genomen. De
bende telt minstens 90 leden.
Onlangs is een arbeider aan de
werken van den St. Gothard-spoorweg
bij Sisikon op wonderbare wijze aan
een ontzettend gevaar ontsnapt.
Hg had met eenigen zijner kame
raden gaten geboord in een steile rots,
waarvan men een gedeelte wilde laten
springen. Toen de gaten met dyna
miet gevuld waren, werd hij door het
lot aangewezen om de mijn t° laten
ontploffen.
Hij wachtte tot zijn makkers hem
een teeken hadden gegeven dat zij
op een veilige plaats waren, stak
toen een lange lont aan, die de patronen
moest doen ontbranden, en trachtte
toen zelf een goed heenkomen te
vinden.
Het was te laat om denzelfden weg
als zijn kameraden te gaan; die was
nu uiterst gevaarlijk; hij trachtte
daarom langs een touw, hetwelk daar
tot dat doel vastgemaakt was, naar
boven te klimmen naar een plaats
waar hij buiten gevaar zou zijn. Hij
greep het touw, maar het was vochtig
geworden door een regenbuidie kort
te voren gevallen was, en hoe hij
zich inspande, hij kon niet meer dan
een paar voet boven den grond komen.
Zijnc' makkers zagen den toestand
waarin bij verkeerde, maar konden hem
niet helpen.
Intusschen brandde de lont altijd
voortzij werd hoe langer hoe kleiner.
Eindelijk was de ontploffing nog
maar een zaak van een paar secon
den
Daar kwam de slag. De grond
dreunde; de rots schudde op haar
grondvestengroote steenblokken
vlogen door de lucht, en eenigen tijd
was alles in een wolk van stof gehuld.
Toen die opgetrokken was en de
werklieden uit hun schuilplaats kwa
men om het stoffelijk overschot van
hun kameraad te zoekeu, zagen zij
hem doodbedaard van het touw af
glijden. Er was geen haar van zgn
hoofd gekrenkt.
Schepen, die langs de westkust
van Z.-Amerika varen, mogen wel
zorg dragen dat zij zich niet laten
verschalken door de bekende krijgslist
van de Peruanen om de Chileensche
schepen in de lucht te doen springen,
nl. de met fruit geladen booten,
welke dynamiet bevatten, dat bij het
lossen ontploft.
Een Engelsch schip zag onlangs 3
van zulke schuiten onbeheerd drijven,
maar men herinnerde zieh terstond
het lot der Chileensche schepen „Loa"
en „Independencia," en ging de ver
dachte vaartuigen zoo ver mogelijk
uit den weg. 't Is te hopen, dat
andere schepen evenzoo zullen doen.
Aan de spoorwegongelukken in
België schijnt letterlijk geen einde te
komen. In hetzelfde blad leest men
van twee treinen, die bij het statiou
Waremmeop elkander liepen, gelukkig
zonder verlies van menschenlevens te
veroorzaken, en van een locomotief,
die bij het station Marchiennes in
botsing kwam met eenige wagons.
Het laatste onheil kostte het leven
aan den stoker, die op de allerellen
digste manier omkwam, daar een ijze
ren staaf hem dwars door den buik
drong. De machinist bekwam bij het
ongeval een dubbele beenbreukein
delijk van een barrière-wachter, die
door een goederentrein te Antwerpen,
waarmede hij in aanraking kwam,
een eind weegs werd weggeslingerd;
in hopeloozen toestand werd de on
gelukkige naar een ziekenhuis vervoerd
en overleed daar later onder de hevigst
pijnen.
Newcastle 5 Jan. Yolgens be
richt van de westkust van Jutland
is bet Engelscbe stoomschip Farnley,
8 Dec. van Savannah naar Re val
vertrokken, met eene lading bestaande
uit 5900 balen katoen, vermoedelijk
met man en muis verongelukt. Yier
booten met de naam Farnley zgn
op de kust van Jutland aangedreven,
benevens eenige lijken. In een der
booten bevonden zich twee lijken,
waarschijnlijk van stuurlieden. Vele
balen katoen zgn aan land gedreven.
De Farnley is den 28 Dec. binnen
geweest om kolen in te nemen en
heeft de reis vervolgd.
Een telegram uit Kopenhagen
meldt dat er alle vrees bestaat dat
de stoomboot „Oscar Dickson" met
Sibiriakoff aan boord en met een
wetenschappelijk doel op weg, in de
Noordelijke IJszee bij Siberië zoek is
geraakt en tusschen het ijs verloren
gegaan.
Te Marseille hebben eenige dieven,
die tot heden onbekend zgn gebleven,
een nachtelgk bezoek gebracht bg een
juwelier. De kasten werden door hen
opengebroken en verschillende sieraden
medegenomen. Men schat de gestolen
voorwerpen op ruim honderdduizend
francs.
Te Eger is den 2en Januari de
doodstraf nog eens toegepast op een
koopman, die een gendarme had
vermoord. Den nacht te voren
zoo verhaalt men bracht de
schuldige slapeloos door; den hem
bewakenden gendarme deelde hg alle
bijzonderheden betreffende den moord
mede, doch bleef ten stelligste vol
houden, dat hg het minst schuldig
was aan den dood van het slachtoffer.
Dat dit geen invloed mocht uitoefenen
op de voltrekking van het eenmaal
uitgesproken en bekrachtigde vonnis,
wist hij en gelaten begaf hij zich
naar de gerechtsplaats, waar hem na
een kort gebed de koord om den
hals geslagen werd.
Drie minuten later heette de men-
schelijke gerechtigheid verzoend.
Te Berlijn zullen eerlang twee
beruchte inbrekers, Nürnberg en
Wagner, terechtstaan; de instructie
is nog niet afgeloopen en het onder
zoek brengt telkens nieuwe dief
stallen aan het licht, die in het af
geloopen jaar door hen gepleegd zijn.
Als een bewijs van de brutaliteit en
handigheid, waarmede zij te werk
gingen, wordt het volgende staaltje
aangevoerd. Zij hadden in een der
dorpen nabij Berlgn 's nachts een
paard gestolen en N. had het be
hoorlijk gezadeld voordat hg er zich
op plaatste om er mede naar Berlgn
te rijden, waar hij het dacht te ver
koopen. Maar de boeren van het
dorp ontdekten den diefstal reeds in
den vroegen ochtend, toen zij zich
gereed maakten met hunne wagens
naar de markt te Berlgn te gaan en
drie van de beste spannen paarden
werden uitgezocht om den dief te
vervolgen. Toen deze de drie wa
gens achter zich zag aankomen, tracht
te hij met zgn paard over een sloot
te springen om dan over de velden
te ontkomen. Bij den sprong echter
brak het paard de voorpooten en
bleef op den rand van de sloot lig
gen. N. had nu de stoutheid om
zich aan den kant van den weg
achter een hoop steenen te verber
gen, betgeen de boeren allerminst
verwacht haddenzoodra zg op de
plaats aankwamen, waar zg het ge
stolen paard zagen liggen, sprongen
zij van hunne wagens om den dief
in den korenvelden te zoeken, waar
hij stellig naar hun oordeel een schuil
plaats gezocht zou hebben. Toen
de boeren ver genoeg het veld in
waren, kwam N. van achter zgn
hoop steenen voor den dag, zocht
met snellen blik het beste span
paarden uit, sprong op den wagen
en reed weg. De boeren bespeurden
door het gedruisch "opmerkzaam ge
worden, wat er gaande was, maar
eer zij uit het veld terug en
weder op hunne wagens gezeten
waren, had de dief reeds zulk een
eind op hun gewonnen, dat zg met
hunne minder snelvoetige paarden
hem onmogelijk meer konden inhalen.
Lang voordat zg te Berlgn kwamen,
had N. reeds paarden en wagen