LIJNKOEKEN, GEHAAKTE VEEBEN BEDDEN. NAAIMACHINE MAGAZIJN SOIREE LITTERAIRE ET MÜSiCALE Stoom- ei Haartota HAMMETJES, TAN GIJN G°. JACOBL. ELTEJiMenstraat. lachlne-Deeien PiMraal-Macle 0. B. SGHULMAIJER C°. NATIONALE MiLlTiE-VERZEKEftING. Baron en StiMorsteweier. Schouwburgzaal „TIVOLI." in 't groot en klein, bij J. 8AIS, Bij S. v. Amesfoort, STEENKOLEN. REGISTERS GROVE Brood-, Beschuit- eu Koekbakkerij KANTOOR VA» WAARBORG. Wed.uwe ar. MAAS, te geven door het Collegie „Eïntr© 3NTOVUS," op ZOND AG 16 JANUARI a. 8., ten voordeele eener hnlpbehoevende Weduwe met 4 kinderen. Introductie f 0.49 de persoon. Toegangskaarten verkrijgbaar aan het lokaal »Tivoli," bij Mei. de Wed. CAARLS, de H.H. HOLMER en VENNIK. Plaatsen zijn te bespreken a 10 Cents extra. In voorraad een partij l8,e kwaliteit verkrijgbaar tot zeer billijke prijzen, KANAALWEG. Weder ontvangen WESTPHAALSCHE van af 4 Kilo. Eerste l£."v*7-«.l±t. P. OETELMANS, HOOFDGRACHT. m De ondergeteekende heeft de eer haren ge- achten Plaatsgenooten te berichten, dat zij hare affaire in GAREN, BAND en SAJET geopend heeft in de KONINGSTRAAT, naby de Spoorstraat No. 503, en dat voorts bij kaar verkrijgbaar isbeste THEE, CHOCOLADE, Engelsehe BISCUITS, EAU DE COLOGNE, fijne ZEEPEN en eenige andere arti kelen. Zij beveelt aich in de welwillende gunst van het publiek beleefdelijk aan. Wed. C. ZUNDERDORP-DEKKER. Langestraat, zjjn van af heden te bekomen Eiken Kachelblokjes, a 1.en voor f 0.50 per 100 stuks vrjj aan huis. Ook worden bestel lingen aangenomen bij D. VAN AMESFOORT, hoek Biersteeg, Nieuwediep. Zeer nette worden tegen billijke prezen vervaardigd aan de Snelpers- Drukkerij van C. DE BOER Jr., Spoorstraat. Yan af heden zuiver brandende RUHR-KACHELKOLEN ad 75 Cent per Heet. Droge G AS-CO ARS ad 60 Cent per Heet. Alles vrij ia huis. Bestellingen bij den Chef van het Station. voor Logementhouders en Kooplieden te bekomen bij C. DE BOER Jr., Spoorstraat. Uit de LiGhters te ontvangen, tegen uiterst billijken prijs. VAN DageljJ ls.s versche Bolussen, Keekjes, gevulde ronde en vierkante Jndenkoeken. Hard Ouitsch en Fransch Waterbrood. der- Voreenigde wier Machines door hunne onovertroffen soliditeit en groote duurzaamheid als de meest verbeterde warden erkend, waarom zij dan ook in alle landen van Europa op de schitterendste wijze werden bekroond. NAAIMACHINES VAN ELK SYSTEEM VOOR ALLE VAKKENFSTEEDS VOORRADIG. Voor familie en naaisters. Ook zijn wij ruim ge- Voor kleedermakers. sorteerd in Rafel-, Schoen- en zadel- MkmfoPlooi- en Stop- Machines. Garen, Zijde, Naal den en Olie. Losse voor alle systemen. makers. De zwaarste om de zolen aan te naaien. Ook is bij ons alleen verkrijgbaar gesteld de staande en loopende ZeilmaK.er sIST aaimaclim©, om de grootste zeilen in den naad te brengen. We houden ons tevens aanbe volen tot het verrichten van alle mogelijke aan Naaimachines, daar wij volgens de laatste constructie hiervoor zijn ingericht, Spoorstraat Q 17. Nieuwediep. wonende in de St. Jansstraat No. 73, tegenover het Gonvernementsge- bouw te Haarlem, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat personen, geschikt en genegen om als PLAATSVERVANGER of NUMMERVER- WISSELAAR voor de lichting 1881 in dienst te treden, zich daartoe kunnen aanmelden op maandag van iedere week bjj Mejuffrouw de Wed. CAARLS, „Café Passage," Kanaalweg, alhier; de personen van Helder en Nieuwediep genieten boven hun hoofdsom, zonder aanbrenger f25.Werkzaam voor Texel, de heer A. J. WUIS. FEUILLETON. Uit de crimineele rechtspleging. 4. Vertaling van Gekrit J. „Wilt u niet een oogenblik binnenkomen P Mijne moeder kan u dan bedanken voor de mij betoonde zorg." „Excuseer me 't is reeds zoo laat." „Goeden nacht, dan! „Goeden nacht!" IN DE ROTSKLOOF. Nog verrukt over 'tgelezene, had'Wanda 't boek dichtgeslagen. Thaus keek ze hare moeder aan om te zien welken "indruk 't op deze had gemaakt. „Al die dingen laten me gewoonlijk koud," sprak ze met een door hoesten afgebroken stem. „Deze onbekende schrijver echter is door zijn aristocratisch fijnen toon boven zijns gelijken verheven en daardoor de eerste, die op mijn gevoel heeft gewerkt. Ik ben er van overtuigd dat in een van de volgende nommers zijn naam wel bekend gemaakt zal worden en dan zal 't blijken, dat hij een man van geboorte is." „Zijn naam heeft, dunkt mc, met zijn talent niets gemeens. Ik zou eer denken, dat onze salons niet de plaatsen zijn waar een dichterlijk genie zich kan verheffen. Ik vraag niet naar zijn naam en zijne voorouders. Onder den indrnk van zijn scheppingsgenie zon Ik hem wel willen toeroepen: „Gij zijt groot en ik ben klein, o, zoo klein „Men moet zulk een excentriek meisje hare vervoering vergeven." „In sommige omstandigheden mag ik wat vreemd zijn, mama, maar ik protesteer toch tegen 't woord excentriek." „Ah zooje waagt 't mij tegen te spre ken. Dat is op zich zelf al bewijs genoeg, dat ik recht heb." „Ik wilde n niet tegenspreken; maar ik kan niet in uw oordeel berusten en had zoo iets in 't geheel niet van mijne moeder verwacht." „Heb ik geen recht om dit woord te gebruiken? Denk eens na, wat er gisteren avond is voorgevallen," 't Wordt tijd je onder 't strenge toezicht te plaatsen van een man, die beter in staat is je te leiden dan een toegevende, zwakke vrouw als ik." „Ik bid u, mama, laat dat blijven. Ik heb dat reeds zoo dikwijls gehoord. Men moet 't boompje buigen als 'tnog jongis." „Meisje, wat durf je te zeggen 1" „Als ik tot verdediging genoodzaakt ben, komt er geen durven te pas." „Verdediging? Spreek! hoeft je vaders tweede vrouw, geen recht om te bevelen?" „Ik heb gezegd wat ik zeggen wilde. Aan familiebelangen opgeofferd, zal ik er geen woord meer bijvoegen. Adieu!" „Neen, blijf! Je spreekt bepaald; ik zal ook bepaald spreken. Heeft 't slachtoffer der familiebelangen plan terug te treden?" „Neen, ik gaf mijn woord en zal 't honden." Tracht je misstap dan uit te wisschen door verdubbelde vriendelijkheid tegenover den baron. Hij zal weldra hier komen om met je te wandelen, zooals gewoonlijk." „De grootste vriendschap, die ik hem be wijzen kan, bestaat daarin, dat ik geen notitie van hem neem, want hij bemint me niet." Na deze woorden verlièt Wanda de kamer. Winter zat in zijne kamer met een boek voor zich. Zijne gedachten dwaalden echter steeds terug naar dat achoone, wilde meisje, dat hij in 't bosch had ontmoet. Dienzelf den avond had hij de teleurstelling onder vonden, dat de oom, dien hij gezocht had, op sterven lag en daardoor was hij genood zaakt geweest naar zijn vaderstad terug te keeren. Zijn vader was schoorsteenveger geweest, en daar hij als knaap vaak met de knechts was medegeloopen, verstond hij dat werk zeer goed. Hij was sterk en had van duizeligheid geen last. Zijn besluit was ras genomen. Om zijne moeder niet tot last te wezen, had zich in dienst be geven bij een van zijns vaders beroepsge- nooten. Met ijver legde bij zich op zijn werk toe, om zooveel te verdienen, dat hij zijne studiën kon voortzetten, hetwelk hem ook gelukte. Eenige jaren later was hij naar zijne tegenwoordige woonplaats ver trokken en had, na den dood zijns mees ters, diens zaak overgenomen. Zijne moeder en zusters waren bij hem gekomen en daar door was de familie weder vereenigd. Zijn eenig vermaak vond hij in 't col legie „Ontspanning," waar men hem om zijne talenten de betrekking van president bad opgedragen. Aan hem had dat gezel schap zijn tegenwoordigen bloei te danken, en toen hij, na een afwezigheid van eenige maanden, weder teruggekeerd was, had zijn plaatsvervanger hem 't voorzitterschap aan stonds weer overgegeven, 't Beschreven jaar feest was 't eerste gevolg van zijne werk zaamheid. Dat hij Wanda daar had aangetroffen, was de oorzaak dat zijne gedachten in 't verledena verwijlden. Hij werd in zijne overpeinzingen gestoord door de komst van zijne vrienden Thomas en Graszier. „Goeden morgen, üwe Majesteit, wel ge slapen?" vraagde de smid. „Dank je opperbofcourierhoe heb jij 'ter afgebracht met je gouvernante „Prachtig, ouwe Zwitser! Mijnheer de corpus juris heeft mijne oude behoorlijk afgele verd, en zc kon dus er niets van zeggen, dat ik mijne dame de noodige oplettend heid had bewezen. Ik ben, bij mijne ziel, eerst om half vier thuisgekomen." „En jij, Hendrik?" Ik ben solide geweest. Je weet dat ik geen dame heb gehad en ben daarom alleen naar huis gegaan." „Nu, ouwe papierknoeier, die soliditeit gaat boven mijn verstand. De boekbinders steken hun neus iri zooveel boeken, waarin van liefde en maneschijn voorkomt, dat ze gewoonlijk er razend op verzot zijn om bij de theorie ook de praktijk te voegen. Maar ik begrijp 't al, Anna was er niet!" „Welke Anna?" vraagde Winter. „Weet je dat niet!" riep Graszier, m de hoogste -verbazing. Als je 't raam opschuift, kan je hooren dat de mnsschen op de daken 't uitsjilpen, in welke betrekking hij tot de kamenier van freule Wanda staat, en daarom is hij van nacht zoo vroeg heengegaan." „Ah, zoo; ik dacht dat hij boos was, omdat ik hooger bod heb gedaan." „Och, neen, Emil! Ik heb op de freule geboden, niet om haar te krijgen, want die druiven hangen me te hoog, maar alleen uit boosaardigheid tegen den baron, die me onuitstaanbaar is. „Ik heb ook 't land aandien kerel, enkel om zijn oorvegengezicht. Jij moet ech ter nog andere redeaen hebben." „Die heb ik ook." „Welke?" vraagde Winter. Je wilde er gisteren niet over spreken." „De zaal was ook geen geschikte plaats om over dingen te spreken, waar 't tucht huis mee gemoeid is. „Wat weerga, vent, ben je dol?" Wie zon er zoo'n trek in 't tuchthuisbrood hebben, jij of die SaumlingP" „Ik natuurlijk niet." „Spreek op dan toch!" verzocht Winter. Je weet niet van wat belang je mededee- lingen kunnen zijn." „Nu, je mag 't voor mijn part wel weten. Toen ik, ongeveer anderhalf jaar geleden, in Parijs in betrekking was, trad op zekeren dag een lieer onzen winkel binnen en zocht voor de dames, die bij hem waren, een me nigte gal'anterieartikele» uit. Hij betaalde met banknoten, die lster bleken valich te zijn. Trots alle nasporingen heeft de politie hem niet kunnen vinden, ofschoon zijne medeplichtigen gesnapt zijn." „En je denkt dat 't de baron geweest is „Ik kan 't mis hebben, maar de stem is dezelfde. Ofschoon hij destijds een grooteu, zwarten baard droeg, schijnen me zijn ge zicht en manieren dezelfde te zijn van den uitgever der valsche banknoten. „Gisteren maakte je me opmerkzaam op zijn lorgnon en zijne ketting." „Ja, en dat versterkt me in mijn ver moeden. Ik heb dien bril en die breloqucs ook in Parijs gezien. De man gedroeg zich zoo trotscb, dat ik hem duidelijk heb opgemerkt. „Bon je van plan aangifte te doen?" „Neen. Ik zal zoo voorzichtig zijn om den zoogenaainden baron goed in 't oog te honden. Misschieu vind ik nog wel iets, dat me meer zekerheid geeft." „Wat zou je vermoeden nog kunnen be vestigen „De echte baron von Saurnen heeft ia Leipzig gestudeerd en met mijne ouders onder hetzelfde dak gewooud, bij eeu juf frouw, die gemeubeleerde kamers verhuurde aan studenten, die goed konden betalen. Ik heb hem dagelijks gezien en zou hem, ondanks de sprekende gelijkenis, wel van den bedrieger kunnen onderscheiden, die thans zijn naam voert." „De gelijkenis is dus sprekend P" „Ja." Misschen zijn ze broeders en is daardoor je achterdocht ongegrond. „Dat kan wezen. Ik zal inlichtingen zien te krijgen, en we moeten onze plannen daarnaar zien in te richten. Je hebt er toch tegen niemand over gesproken?" „Ik heb cr niet aan gedacht." „Een ding is vast, zeide de smid," ze zijn geen broeders, want een baron kan toch geen oorvegengezicht hebben, dat ver staat zich van zelf. Ik zou een echten ba ron geen oorveeg durven gevenwant, 't is kwaad kersen te eten met groote lui." „Je wilt dus zeggen? „Ik wil meer dan zeggen, ik wil 't be wijs leveren, dat 't logisch is." „Jij, Anton P" vraagde Thomas. Wat is dat voor een ding, dat jij logisch noemt?" „Houd me niet voor gek, HeinrichIk zou eerst schoolmeester geworden zijn en ben, ondanks mijn domheid, drie maanden op de kweekschool geduld. Mijne geschikt heid om een besluit te trekken, dagteekent van dien tijd." „Welnu, we luisteren." „Goed. Ik steleen baron mag geen oorvegengezicht hebben." „Terder." ,.De baron heeft een oorvegengezicht." „Bijgevolg, Anton P" „Bijgevolg, bijgevolg, een baron kan toch geen oorvegengezicht hebben." Wees toch zoo goed, vervolgde hij, toen de anderen om die zonderlinge logica lach ten, om niet den spot met me te drijven. Je hebt me met dat „verder" en „oijgc- volg" geheel en al van ue wijs gebracht. Doe jijlui 't beter, ais je kunt. Men kan geen besluit trekken, als anderen er hun mond in steken." „Jc wilt zeggen," vergoelijkte Winter," wie een oorvegengezicht heeft is geen ba ron; Saurnen heeft een oorvegengezicht, bijgevolg „Juist; bijgevolg is hij geen baron; dat wilde ik zeggen. Jij bent een knappe ke rel, Emil; dat heb ik altijd geweten. Wat was dat?" Eeu ontzettende slag klonk hen op dit oogenblik in de ooren; de vensters ram melden en de grond dreunde. Winter snelde de deur uit, gevolgd door zijn vrienden. Ze waren de eenigeu niet, die op de straat gegaan waren, om de oorzaak van de ont ploffing te vernemen. Iedereen was buiten de deur gekomen. De een vermoedde dit, de ander weer dat, maar niemand wist 't rechte. „Ik zou wel eens willen weten, waar dat schot van daan gekomen was," zeide Tho mas. „Als jij denkt dat 't een schot geweest is, dan is je gehoor evenveel waard als mijn logiea." zeide Graszier. Een schot geeft zulk een dreuning niet. Ik denk eerder, dat een gedeelte der steengroeven is inge stort." „Dat kan niet; die rotsen blijven eeuwig staan." Zeg dat niet, ouwe jongenwaar alle weken twee of driemaal ontploffingen plaats hebben, kan de boel wel eens in elkander vallen. Wordt een gat verkeerd geboord of een lading te sterk genomen, dan stort alles in." „Ik denk ook dat het in de steengroeven gebeurd is," zeide Winter. Ik weet niet zekGr, of er arbeiders aan 't werk zijn, maar ik zou 't bij zulk een sterke ontplof fing wel denken. Ik ga eens kijken; ga je mee „Wat mij betreft, of er gewerkt wordt of niet, dat is hetzelfde; ik ga mee, om dat ik toch niets te doen heb. Loop maar toe, Emil! Kom mee, Hein rich. Wordt vervolgd. Snelpersdrukker^ van C. DE BOER Jr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1881 | | pagina 4