Tot en met a. s. Donderdag;,
)É1 (i I TinaifC ZOiB-JMfflSTOFFl fi ZOIR-BURSKINt
Handel in Leder en Schoenmakerslburnitnren.
ONNAVOLGBARE AANBIEDING!!!
van het magazijn „DE TIJDGEEST,"
A. VISSER, Zuidstraat 67-68, Menwediep.
"TsT' J. SCHAKER.
straat No. 2,
Dt mits Etfoiaai.
TOT VOORBEELDELOOS LAGE PRIJZEN AANGEBODEN.
Men zie de uitstallingen met de daarop aangegeven prijzen. Iedere week verande
ring van Stoffen in de uitstallingskasten.
OPRUIMING van Jongeheeren en Heeren Voorhemden met liggende boorden voor 10 en 15 Cents.
Kanten, Strikjes en zijden Chaaltjes van af 15 Cts.
De ondergeteekende bericht aan H. H. Schoenmakers, dat hij is
begonnen een zaak in LEDER en FOURNITUREN, alsmede UIT-
SNIJDERIJ, tevens LEESTKLAAR WERK, hetwelk volgens maat
wordt vervaardigd, tegen den minst mogelijken prijs.
KAMAALWEG. MANUFACTUREN.
Voortdurend blijft de ondergeteekende zijne
MANTIl- IN iUiOISMAttiilJ-lÉAK
minzaam aanbevelen.
OPRUIMING van alle in dit seizoen niet voorkomende Artikelen.
OPRUIMING van wollen en gestikte Dekens.
OPRUIMING van Bever, Baai, Flanel.
OPRUIMING van Wollen Dames- en Kinderdoeken, enz. enz
BIJ HL BUTTER,
Ontvangen
nieuwe SCH0TSCHE HARING.
ANSJOVIS.
Z0UTEVISCH.
Wed. P, BEUKERSBUDDINGH.
Lokaal «Koningskroon."
Muziekvoorden Dans
Multatuii Max Havelaar Cadeau!
Vraag de 2-Els blauwe Baai van 80 en 120 Cts., en de roode Baai van 90 en 120 Cts. in „DE TIJDGEEST," deze vier soorten
munten uit door zwaarte en soliditeit en zijn door een buitengewonen voordeeligen inkoop gemiddeld
20 Cts lager dan geregeld genoteerd.
LOGEMENTHOUDER,
Am sterdam
wordt een nette en goedkoope be
diening verzekerd.
SPOORSTRAAT.
Zondag aanstaande
Entree vrij. Aanvang 7 nre.
J. F. VOLKERING.
1. A. de Valmij. Slagtoffers van de wetenschapf 0.40.
2. De magnetische Slaap>0.15.
3. C. J. Wasch. Beschouwingen over het dierlijk magnetisme 0.20.
4. Dr. H. H. van Zonteveen. De strijd der wetenschap. 0.20.
5 .Geloofsbelijdenis van een heden-
daagsch natuuronderzoeker >0.15.
6. J. de Haas Jr. Pauperisme en wetenschapf 2.50 nu 1.
7 .iHet vrjje huwelijk0.30.
8. Mr. R. F. Gangier. Wat is recht in Nederland f 1.25 nu 0.75.
9. A. J. H. v, d. Sloot. Onder Karei de Groote0.25.
10. H. v.Offel. De Stiefzoon>0.15.
11 .en P. J. Pelletier. Mevr. Roland en de Girondijnen >0.50.
12. J. S. Hoe Kappelman den Heer MULTATULI beoordeelde 0.25.
13. L. P. Delinotte. Aventuresde Nicolette Sept-Etoiles racontées
d' apres J. v. LENNEP fl.75 nu 0.90.
14. SalvatoreTarina. Uit het schuim der zee d. H. J. WANSINK f 2.50 nu 1
15. Elise Baart. Drie novellenfl.25 nu 0.60.
16. Dirk v. Delft. Beelden der toekomst, twee novellen uit de
24® en 39e eeuwfl.25 nu f0.60.
Ieder, die voor minstens I2SO uit bovenstaande aanbieding bestelt,
ontvangt daarbij cadeau MULTATULI, MAX HAVELAAR, trad. de A. J. Nieu-
wenhuis, een boek dat nog nooit minder dan f3.50 is verkocht. Ook kan men
desverkiezende een der bovenstaande Nos. als premie aanvragen. Tegen toe
zending van postwissel met vermelding der verlangde nommers is voldoende
aan den Boekhandel van J. Th. BRAAMS, Rotterdam, waarna dezelve franco
door het geheele land worden toegezonden. IMF" Alle boeken zijn fonkelnieuw
en uitgegeven in de laatste 4 jaren. Haast U, daar de voorraad gering is.
FEUILLETON.
17
ROMAN
Uit 't Duitsch.
Later wachtte zij ten minste nog een of
ander teeken van hem, want dat hij niet
persoonlijk zon komen bleek haar ten dui
delijkste, daar al de verzoeken, die hem in
de couranten gedaan waren om zich aan te
melden, vruchteloos gebleven waren. Wel
herinnerde zij zich de woorden, die hij ge
sproken had„Wij zullen elkander nimmer
wederzien," doch daaraan geloofde zij niet.
Integendeel, zij leefde in de vaste overtui
ging, dat zij hem vroeger of later nog een
maal zou ontmoeton. En tot dien tijd
wilde zij zijn beeltenis trouw in haar hart en
le verbrande handschoen als een dierbaar
kleinood bewaren.
Spoedig keerde Rosamunda van uit de
stad met haar vader naar het slot Breiten-
bach terug. Geen mensch, zelfs niet haar
broeder Albert, die zij vroeger in alles als
haar vertrouwde had beschouwd, deelde zij
het zoete geheim heurs harte mede. Zij kon,
zij wilde de gedachte nog maar niet op
geven, dat zij vroeg of laat haar redder zou
wederzien.
Ten aanzien van haren neef Roderich
was zij in een geheel andere verhouding
gekomen. De vroegere vertrouwelijkheid
welke tnsschen hen bestaan had was opge
houden; zijne toespelingen op hun vrouw
en man zijn, die zij vroeger gaarne mocht
hooren, wees zij thans met allen ernst te
rug. Aan iedere liefdesverklaring, welke
hij wilde uiten, voegde zij een opmerking
toe, welke hem dwong ze onvoleindigd te
laten. Tegenover de ondergeschikten op
bet slot was zij vriendelijk en voorkomend,
doch met hen schertsen als vroeger kon zij
niet meer.
Op de meermalen herhaalde nadrukkelijke
vraag van Albert hij alleen durfde haar
zoo dikwijls aan boord komen wat de
oorzaak harer zoo in 't oogvallende veran
dering was, antwoordde zij steeds„Bet
is de verschrikkelijke doodsangst en de
raadselachtige reddding, welke mij door de
leden zit. Geduld slechts, want ik zal wel
weder vroolijk en gelukkig worden. Ook
drnkt het mij dat ik hem, die met gevaar
van zijn eigen leven het mijne gered heeft,
niet eenmaal mijn dank heb kunnen be
tuigen.
't Zelfde antwoord gaf zij steeds haar vader
zoowel als haar grootmama.
Zoo stond het met het inwendige gevoel
van de gravin Rosamunda tot op heden en
zelfs de reis naar Rosen hagen had daarin
geen verandering kunnen .brengen,
Y.
Gravin Rosamunda doorleefde, terwijl zij
op de tuinbank zat en den spoortrein na
keek, nog eenmaal, zooals zij reeds zoo dik
wijls gedaan had, de in het vorig hoofd
stuk verhaalde angstvolle gebeurtenissen.
Bij de gedachte aan haar onbekenden red
der, voelde zij zich echter in den laats ten
tijd al meer en meer onrustig.
Vroeger was voor haar heur redder slechts
de „sprookjesprins" geweest, thans stelde
zij reeds de vraag, wie hij wel kon zijn,
wat hij wel zou wezen. Dat zijn stand mo
gelijk niet aan den haren gelijk zoude zijn,
was nog niet bij haar opgekomen. Een
tweede vraag was deze: Waarom wachtte
hij'zoo lang met een teeken te geven, dat
hij nog bestond P Alle mogelijke vermoedens
waren reeds bij haar opgerezen, n. 1. dat
hij plotseling had moeten afreizen, dat hij
ziek was, wellicht tengevolge van zijn ver
brande hand enz., en na zich dergelijke
vragen gesteld te hebben, kon dan ook wel
de gedachte de overhand krijgen, dat zijne
woorden: „Wij zullen elkander wel niet
wederzienernstig gemeend waren geweest.
Eenmaal echter was zij door de vraag:
„Zou zijn hart ook nog vrij zijn?" verrast
geworden en deze drong haar als een pij
niging door de ziel." Zou wellicht dat hart
een ander reeds behoord hebben?" Deze
gedachte had zij echter weder spoedig op
zijde gezet, want zoo iets was niet moge
lijk, hij had haar dan wel niet ge
kust!
Dat zij den onbekende beminde, dat die
liefde plotseling ontstaan was in het oogen-
blik dat zij zijn heeten kns op bare lippen
voelde, dat was een waarheid, waaraan zij
-ook zelve geen oogenblik twijfelde.
En wijl zij hem beminde, wijl hare ge
dachten van hem geheel vervuld waren, zoo
was niettegenstaande de vaak opkomende
twijfel hare hoop op een wederzien im
mer groot genoeg.
Ook in het oogenblik waarvan wij spreken,
was het jonge meisje door vrees en hoop
vervuld, en ook ditmaal zeide zij, nadat de
zooeven vermelde gedachten haar geest had
den bezig gehouden
„Neen, neen, hij komt, hij komt tooh nog
weder
Zij stond op en wilde een medaillon, dat
zij gewoon was aan een zwart fluweeltje
om den hals te dragen, met de hand aan
raken. Zij versehrikte eensklaps hevig
het medaillon was weg. Zij tastte nogmaals
met de hand naar den kleinen schat. Toen
zij het slot verliet had zij gevoeld dat het
medaillon nog in haar bezit was en zij moest
het dus in het park verloren hebben. Do
angst dat een ander het kon gevonden
hebben, het deksel geopend en zijn nieuws
gierige blikken op den inhoud geworpen
had, dreef haar aan met snelle schreden
den weg dien zij gekomen was terug te
gaan.
Zij had nog slechts een klein eind weegs
afgelegd, toen zij van achter een dennen
bosch een jonge man naar zich toe zag
komen, die het zwarto lint waaraan het me
daillon bing in de hoogte hield en haar
van verre toeriep
„Ik heb iets gevonden! Wat ontvang
ik als belooning voor het terugbrengen?"
Rosamunde beging de onvoorzichtigheid,
toen zij bemerkte dat de jonge man het me
daillon met buitengewone aandacht gade
sloeg, luide te roepen
„Gij zult het deksel niet openen
„Bevat het een geheim? Nu hebt gij
mijne nieuwsgierigheid opgewekt."
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.