*T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL
i\o. 902.
Vrijdag 7 öctober 1881.
Negende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers 2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
Baream: SPOORSTRAAT en ZITDSTRAAT.
iA.avortentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze geabon-
neerden te ANNA
PAÜLOWNA be
richten wij, dat van af heden alle
betalingen, 't Vliegend Blaadje, Kleine
Courant, betreffende, moeten geschie
den aan den Heer H. J. TEIt HALL,
Stationschef, die daarvoor quitanties
geeft. Advertentiën en nieuwe abon
nementen zullen door genoemden
Heer ter plaatsing worden aangenomen
en opgezonden. Dg UITGEVERS.
OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 6 u. 14 m.
Ondergang 5 u. 20 m.
Zondag 9 Israël. Loofhuttenfeest.
Maandag 10
Dinsdag 11
Woensdag 12
Donderdag 13
Vrijdag 14
Zaterdag 15 Laatste Kwartier.
NI EU W STIJ DIN GEN
HELDER, 7 Oct. 1881.
De voorstelling, Dinsdagavond
in Tivoli door den heer Maju gegeven,
werd vry goed bezocht. Nadat de
loop der hemellichamen, aanschouwe
lijk was voorgesteld en verklaard,
werd de microphoon-phonegraaf be
handeld.
Op verrassende wijze gaf die toestel
't gesprokene, duidelijk geaccentueerd
terug, zelfs zang en de tonen van
een blaasinstrument. Bljjkbaar viel
dit gedeelte der voorstelling zeer in
den smaak der aanwezigen; althans
de verklaring werd met de meeste
aandacht gevolgd. Met 't vertoonen
van luchtbeelden werd de avond be
sloten.
We vestigen de aandacht op
de tooneelvoorstelling, te geven door
het gezelschap onder directie van
den heer de Groot, dat 't winterseizoen
alhier zal openen met de opvoering
van »De zwarte dokter."
Dat stuk wordt steeds gaarne ge
zien en we twijfelen er dan ook
niet aan of de zaal van Tivoli zal
Maandag a. s. goed bezet zijn, te
meer, daar we geruimen tijd niets
op 'fc gebied van tooneelspeelkunst
gehad hebben.
Het stoomschip »Ceres" der
Koninkl. Nqderl. Stoomvaart-maat
schappij, van Reval naar St. Peters
burg vertrokken, is op Revalstein ge
strand. De kapitein en vier matrozen,
die met een sloep het schip verlieten
om hulp aan het strand te zoeken,
worden vermist.
Volgens de bjj de Kon. Ned.
Stoomboot - maatschappij ontvangen
bericht, waren bij de ramp van het
stoomschip »Ceres" de volgende man
schappen verongelukt: Tedde Ro
denburg, matroos; John Nelson,
hofmeesterC. Zwanenburg, lier-
gast en JackEngelschman,
matroos of liergast, familienaam on
bekend.
De minister van financiën
maakt bekend dat bp hem ontvangen
is een bankbiljet van f1000, gisteren
door een onbekende als teruggave
aan den lande, ten zijnen huize af
gegeven.
Dertig militairen te Haarlem
zullen vermoedelijk de eerste zijn,
op wie het jongste besluit van den
Minister van Oorlog, betreffende het
dragen van wapens wordt toegepast.
In beschonken toestand kwam het
tusschen hen en eenige burgers tot
een gevecht, waarbij zij hunne wapens
tot andere doeleinden gebruikten dan
waartoe deze hun werden verstrekt.
Een twaalfjarig knaapje te
Bruinisse is Zondag op een nood
lottige wijze om het leven gekomen.
Op een jong paard gezeten, om naar
de weide te brengen, spoorde hij
het tot sneller loop aan, waarop
het dier begon te steigeren, en zijn
berijder in de sloot viel. Het knaapje
was, toen men het ongeval bemerkte
reeds overleden.
Een der muzikanten, die zich
Maandag na afloop van het volks
concert op de Beestenmarkt te Leiden
ten ruim elf uren op weg naar zijn
woning begaf langs een der buiten
singels, is waarschijnlijk, ook tenge
volge der duisternis, in het water
geloopeu en verdronken.
B. stond reeds jaren bij de
schutterij en was een oppassend man.
Hij laat een weduwe met elf kinde
ren na.
Een korporaal der infanterie
te Arnhem, gehuwd, vader van zeven
kinderen, verwondde Zondagmorgen
eerst zijne vrouw en toen zichzelven
zoo ernstig met een mes, dat beiden
er het leven wel niet zullen afbrengen.
Uit Veere wordt ons van 3
October gemeld:
Een alleen wonend heer van ruim
zestig-jarigen leeftjjd was sedert giste
ren morgen 1 ure niet meer door
zijn buren gezien. De politie, daarop
opmerkzaam gemaakt, verschafte zich
heden avond toegang tot de gesloten
woning en vond den bewoner in de
gang van het voorhuis liggen, levenloos
met verscheidene gapende wonden
aan het hoofd, half verbrande klee
deren en bloedplassen in verschillende
vertrekken. Bij het ljjk vond men
een broodmes benevens een doosje
lucifers. Men weet niet of men
hier aan misdaad of aan zelfmoord
denken moet.
Aan een particulier schrijven
ontleenen wjj het volgende uit Curagao
Het hof van Justitie te Curagao
heeft zich onlangs bezig gehouden
met de behandeling eener strafzaak
zooals er gelukkig slechts zeldzaam
voorkomen in de jaarboeken der
rechtspleging.
De inlander Simon Girigorie Soerka
stond terecht onder de zware be
schuldiging van het driejarig kind
van zekere Maria Louisa heimelijk
mee naar zijn woning te hebben
genomen en moedwillig door
schoppen en stooten om het leven
te hebben gebracht. Volgens het
rapport van deskundigen was het
kind door de ondergane mishandeling
inwendig zoodadig verwond, dat de
lever gebarsten bleek te zijn.
Twee volle zittingen werden aan
getuigenvervoor en de behandeling
dezer zaak gewjjd, waarna de waar
nemende Procureur Generaal in een
belangrijk requisitoir tot de dood
straf' concludeerde. Het Hof acht
te het niet overtuigend bewezen
dat de misdaad met voorbedachten
rade gepleegd was en in een latere
zitting uitspraak doende, heeft het
den beschuldigde tot vjjf jaar dwang
arbeid veroordeeld.
De stoomboot »Louise" is van
Hammerfest te Bremen aangekomen.
Daarmede is de Jenisseïvaart van
Bremen voor dit jaar gelukkig ten
einde gebracht.
Te St.-Petersburg zou een
nieuw complot tegen het leven van
den Keizer zijn ontdekt. Een paar
vrouwen werden in hechtenis genomen.
Het spoorweg-eng-'
Rotterdam.
uk bij
Omtrent het Maandagatond nabjj
Rotterdam voorgevallen verschrikke
lijk spoorwegongeluk, lezen we in de
N. R. Cfc. van Woensdag jl., Eerste
Blad, het volgende
De trein, die Maandagavond ten 9,35
nit Amsterdam naar Rotterdam waa ver
trokken, kwam tegen liaif 12 in de nabij
heid van den Bengeldijkschen weg, onder
Overachie, bij de grens dier .gemeente, op
korten afstand van den overgang aan deu
Diergaarde-Singel. Aldaar ligt een wissel,
die aau de treinen naar onze stad den loop
geeft, hetzij naar het goederenterrein, hetzij
naar het station. Nu was er hier bij het
station een telegram uit Leiden ontvangen,
waarin werd bericht dat er esn verandering
was gemaakt ten opzichte van twee treinen
zijnde een goederentrein en genoemde pas-
;ierstrein.
Volgens de eerst gemaakte regeling zou
deze laatste achteraan komendoch dit
was nu veranderd, zoodat aldtar eerst de
passagierstrein moest worden verwacht.
Onmiddellijk bij ontvangst van dat tele
gram werd aan een bij den stationsdienst
aanwezigen voorman last gegeven om dit
te gaan zeggen aan den wisselwachter, die
eerst den goederentrein verwachtte en dus
den wissel zoodanig had gelegd dat deze
trein op het spoor naar het goederenter
rein moest loopen. De voorman ging heen
en gaf bij zijne terugkomst aan zijn chef
te kennen dat alles in orde was. Toch
schijnt hij, voor zoover nit het voorloopig
onderzoek blijkt, zijn boodschap niet aan
den wisselwachtcr te hebben overgebracht.
Wat daarvan zij, de wachter heeft den wis
sel zoo laten liggen dat de trein, in plaats
van door te loopen naar het station, op
het goederenspoor moest komen. Was dit
spoor geheel vrij geweest, dan zou er ver-
oedelijk niets anders zijn gebeurd dan dat
3 passagierstrein was teruggestoomd, of
althans ten slotte nog goed was terecht
gekomen. Maar ongelukkig stond er op
het goederenspoor een locomotief met ten
der en goederenwagen, en daardoor volgde
het ongeluk.
De machinist op die stilstaande locomotief
toch zag wel dat er een trein op zijn spoor
aankwam en bracht toen nog in allerijl
zijne machine in-beweging, ten e»nde snel
vooruit te rijden en daardoor een schok te
voorkomenmaar natuurlijk kon hij, in
weerwil van alle kracht en vastberadenheid,
niet dadelijk zóó snel vooruitkomen of de
naderende trein kwam, in weerwil van alle
ook daar aangewende pogingen, hem achter
op en stootte op den goederenwagen. Dit
verwekte zulk een hevigen schok, dat het
achterste gedeelte van dien wagen letterlijk
afgeslagen en ook de tender beschadigd
werd. Vreesclijk daarentegen waren, tegen
over dit geval, de gevolgen voor den pas
sagierstrein. De locomotief daarvan vloog
nit het spoor, stortte naar beneden in het
zand en sleepte de eerstvolgende wagens
mede. Hoe het verder toeging, zal wel
eerst na verder onderzoek geconstateerd
kunnen wordenmaar dat het een geducht
oogenblik is geweest, bleek Dinsdagochtend
voor ieder die het tooneel der verwoesting
kon aanschouwen. De locomotief, vooral
aan de voorzijde zwaar beschadigd, lag met
den tender op zijde gekanteld, terwijl blijk
baar de bagagewagen dwars door het voor
gedeelte van den daaropvolgenden waggon
3e klasse was heengegaan. Dit eerste
deelte van den trein lag dan ook zoodanig
ineengewikkeld en met vol geweld op en
door elkaar gestapeld, dat 't bij den eersten
blik onmogelijk was na te gaan hoe die ruïne
zich zóó had kunnen vormen, waarbij bet
vooral een raadsel scheen hoe de postwagen
en de daarop volgende rijtuigen ongehinderd
op het spoor zijn blijven staan. Yoor zoover
men kan nagaan en ook nit mededeelingen
van passagiers uit het achterste rijtuig wordt
bevestigd, had men dit alleen te danken
aan bet buitengewoon krachtige remmen.
Wij achten het onnoodig hier te spreken
van de consternatie die noodzakelijk moest
volgen met de daaraan verbonden radelooze
verwarring. Van meer belang ook is het
treurige feit dat twee passagiers bij de ramp
het leven verloren, en wel een op zulk een
vreeselijke wijze, dat men aan den eenen
kant van den waggon zijn boven- en aan
den anderen kant het onderlijf vond. De
andere passagier, die insgelijks het leven
verloor, kan misschien het eerste oogenblik
van de ramp nog hebben geleefd, maai
nadat hij in het station was overgebracht,
kon slechts zijn dood worden geconstateerd.
De zeven gekwetsten zijn
Nathan en Mozes Blom, vader en zoon,
beiden vleeschhouwers, en wonende te
Loosduinen.
Johannes de Graaff, conducteur bij de
Hollandsche Spoorwegmaatschappij, wonende
te Rotterdam.
Theodorus Wieser, brievenbesteller, en
diens vrouw Araalin Maria Mes.
David Haugman, vleeschhouwer, wonende
te 's-Gravenhage.
Antonia Maria van Emmerik, huisvrouw
van Johannes Hermanns Vink, wonende
te Rotterdam.
Zoodra na ontvangst der gekwetsten in
het station de eerste geneeskundige hulp
was verleend, werden zij op de aanwezige
brancards naar het Ziekenhuis overgebracht,
uitgezonderd de vrouw van Wieser, die per
vigelante naar huis werd vervoerd.
Nathan Blom moest het linkerbeen wor
den afgezet. Zijn zoon, die ook het lin
kerbeen heeft gebroken, zal het echter
vermoedelijk kunnen behouden. De conduc
teur De Graaff heeft eenige ribben gebroken.
Wieser is zwaar aan bet rechterbeen gekwotst.
Zijne vrouw heeft zich zwaar aan het
linkerbeen bezeerd. Haagman heeft een
scheur aau de lip, een verwonding aan
het hoofd en ook ribben gebroken. De
vrouw Van Wink had haar rechterarm
gebroken, zoodanig dat men eerst twijfelde
of deze niet zou worden afgezet. Naar men
verneemt, bestond er echter Dinsdagmiddag
nog hoop dat dit niet noodig zou zijn.
Zij is ook aan het hoofd gekwetst. Tot op
dit oogenblik verkeert geen der gekwetsten
in levensgevaar.
Voorzeker zijn zulke kwetsuren geen
wonder wanneer men hoort, dat onder
anderen Nathan en Mozes Blom zoodanig
tusschen de verbrijzelde stukken van den
waggon zaten ingewrongen, dat men hen
met geweld er uit heeft moeten losbreken.
Andere personen zijn iu lichter mate ge
kwetst, zoo bijv. een lid van het tooneel-
gezelschap van den heer Van Zuylën; maar
hunne namen zijn niet bekend.
De genoemde conducteur De Graaff be
vond zich in den bagagewagen met een
ander conducteur, die zonder letsel er
afgekomen en terstond door den verbrij
zelden buitenwand nit den wagen is gekro
pen. Een ander conducteur is uit den wa
gen geslagen en heeft daaraan zijn redding
te danken. De machinisten en stokers van
beide treinen zijn insgelijks behouden ge
bleven.
Nog altoos is het niet bekend wie de
ongelukkige is geweest, wiens lichaam
werd door midden gereten. Hij scheen
iemand te zijn van 25 a 28 jaar en was
gekleed in blauw baaien hemd, blanw bonte
boezeroen, wit gestreepte onderbroek, zwart
katoenen das, zwarte kousen, grijs lakenschen
broek met gestreepte bretels, blauw fluwee^
len geruit vest, korte zwart fluweelen jas,
gevoerd met zwarte zijde. Hij droeg hooge
laarzen en bad twee roode zakdoeken, waar
van een met zwart en witten en een met
gebloemden rand. Hij had een boterham
menzakje bij zich.
De andere overledene is Nioolaas Vink,
woonachtig Lange Frankenstraat aldaar. Hij
was Zondag naar Leiden gegaan om Maan
dag de begrafenis van een familielid bij te
men.
De offic.van justitie te Rotterdam en de
burgemeester van Overachie zijn onmiddel
lijk op het eerste bericht naar het terrein
gekomen. De justitie en politie doen ijve
rig onderzoek, terwijl de voorman, die be
schuldigd wordt, door zijn verzuim de ramp
te hebben veroorzaakt, iu hechtenis is ge-
men.
Latere berichten, nit de N. R. Ct.,
van Woensdag, Tweede Blad
Vooreerst wat betreft de herkenning van
het eene lijk. In den namiddag hadden
eenige personen, bij den doode gebracht,
verklaart hem te herkennen als zijnde Nicolaas
Vink. In den avond vernam men echter,
dat die verklaring nog geen genoegzame
zekerheid opleverde om officieel te kunnen
worden vastgesteld, en er zelfs rede bestond.
haar te verwerpen. Tevens bleek het,
dat er nog iemand werd vermist, namelijk
Pieter Verhoeven, arbeider, woonachtig in
den Prins Alexandor-polder onder Kralingen.
En toen na de vrouw en dochter van
dezen man bij het lijk waren toegelaten,
volgde er een droevig tooneel, waarbij
beiden verklaarden, in hem den vermisten
man en vader te herkennen.
Voorts wat betreft het verzuim van den
voorman. Naar men verneemt, heeft hij
zich daaromtrent in dezer voege verantwoord,
dat zijn verzuim een gevolg is van een
misverstand. Toen hij namelijk in last had
gekregen, de wisselwachtera te gaan waar
schuwen dat niet de goederen-, maar de
passagierstrein voorop zou komen, was hij
terstond op weg gegaan. Bij den eersten
wachter gekomen, had deze hem verkeerd
begrepen, en gemeend dat hij hem de eerst
ontvangen boodsohap (goederentrein
vóórop) kwam herhalen. Daarom had deze
hem kortaf ten antwoord gegeven„ja, ja,
wij weten er alles van De voorman, nit
die woorden afleidende dat de wisselwachters
de verandering reeds hadden vernomen, was
daarop naar zyn chef teruggegaan en had
aldaar gezegd, dat „alles in orde" was.
Bij het lezen van dit verslag zou men
wellicht kunnen veronderstellen, dat er in
alle geval een ongeluk had moeten gebeuren,
omdat er op het spoor voor den goederen
trein een locomotief met een wagen stond.
Daaromtrent wordt ter inlichting medege
deeld, dat de machinist van die locomotief
bekend was met het telegrafisch bericht
omtrent de verandering in de aankomst,
zoodat hij, terwijl de wisselwachtor den
anngekondigden goederentrein tegemoetzag,
den passagierstrein verwachtte en niet kon
veronderstellen dat deze op het spoor voor
den goederentrein zon kunnen komen.
Wegens het telegrafisch bericht meende hij
dan ook nog tijd genoeg te hebben om weg
te komen, zelfs al was de passagierstrein
reeds in aantocht of voorbij.
N. R. Ct. van Donderdag, Eerste
Blad:
Omtrent de zaak van het spoorwegongeluk
nabij Rotterdam kan nog worden gemeld,
dat de rechter van instruotie Dinsdagnamid
dag met den griffier en den officier van
justitie op het terrein zijn geweest ten einde
zich door den stationschef de noodige aan
wijzingen te doen geven voor de plaatsop
neming. Na het daarop gevolgd onderzoek
is de voorman, die in hechtenis was genomen,
des avonds in vrijheid gesteld. Woensdag
heeft hij echter weer een langdurig verhoor
ondergaan. Ook de gekwetsten in het
Ziekenhuis zijn ondervraagd, waarna de
gerechtelijke schouwing der beide lijken
werd vastgesteld op Woensdagnamiddag 3 ure.
Dien middag is nu ook gebleken wie de
persoon was, die bij de ramp is door midden
gereten. Het was Jan van der Zwam, oud
40 jaar, vrachtrijder, woonachtig in de
Torenstraat te Scheveningen. Hij was een
zwager van Pieter Verhoeven, die bij het
ongeluk insgelijks is omgekomen. Deze was
naar Den Haag geweest om zijn zoon weg
te brengen, die aldaar in dienst ging.