KLEEOJESSTOFFEN
W. V. BRUINVIS.
DE TIJDGEEST.
Dg OPRUIMING ifl wille ei zwarte Goederen zoowel als in BüMiis ei Heerea-Kleefliistoffei, teint niet voor 1 FeDruari a.
VASCHSTELLEN !N RUIME KEUZE.
NAAIMACHINE -COMPAGNIE
[issciers-Garei
fisscliers-ïïant.
isscMnctsi
Hirs-BoDzlOui,
isschers-Katoin
Cmtml MimaclMapziii ra
HUTSPOT,
Bericht ait Msarlart.
li mits Eïfmaai
De gewone Jaarlijksche opname van den Winkel- en Magazijnvoor raad geschied zijnde, zoo
zal gedurende deze maand een belangrijke partij zoowel gewone als tot de beste soorten
in katoen, halfwol, geheel wol en half zijde, tot wezenlijke spotprijzen in verhouding der
kwaliteiten OPGERUIMD worden. Men vergelijke de prijzen by de Étalage en ontbiede de Stalen dezer Opruimingspartij.
DE CONCURRENT,
M. WAAS, Spoorstraat,
Augurlijes.
L. F. F. SCHILLING.
DE EUROPEESCHE
C B. SCHULMAIJEB Co.,
Generale Agenten der Europeesche Naaimachine-Compagnie,
P WiMANS, ElüfitUÉ.
Hoofdgracht K 88-69.
Het goedkoopst en meest gesor
teerd Magazijn in Manufacturen.
Bij aanvraag om de Stalen wordt men verzocht optegeven; STALEN DER OPRUIMINGSPARTIJ; dezelve worden niet medegegeven, maar ge
bracht, en wordt er, ten einde aan de vele aanvragen te kunnen voldoen, alsdan daarop gewacht.
LOKAAIj TIVOIJI.
ONDER-OFFICIERS-VEREENIGING „VADERLAND EN ORANJE,"
LIEFDADIGHEIDS-VOORSTELLING
op Zondag den löen Januari 1882, ten voordeele eener zeer behoeftige
moeder met 4 jeugdige Kinderen.
Op te voeren stnkken:
Historisch Tooneelspel in 3 bedrijven.
gevolgd door
dei beschroomde;.
Blijspel met Zang in 1 bedrijf.
AANVANG TEN 8 UUR.
Entrée: Een Heer met of zonder Dame fo.99. Elke Dame meer f0.50.
KAARTEN zijn te bekomen en plaatsen ad 10 Cents extra te bespreken
aan bet lokaal TIVOLI.
WESTSTRAAT L 87. WESTSTRAAT L 88,
Een ruime keuze in Porceleinen SERVIEZEN, DEJEUNÉS, Present KOP en
SCHOTELS, BORDJES, TAARTSCHOTELS, SBEZENMANDEN, EIERENSTELLEN,
BESCHUITDOOZEN, FRUITSCHALEN, KOMFOORTJES, enz. enz.
HAAST TT!
Nog een weinig ingelegde SPROT in
voorraad a 8 CL de 8 ons, bij de 5 pond
38 Gt. Groote Bootsmansharing 0 Ct. p.
stuk. Haring om te marineeren f 3.00
per 100 stuks.
M. WAAS, Spoorstraat.
MERK-INKT voor Linnen.
K I T L IJ M.
heeft ontvangen de nieuwe ingelegde
LANGE KOMKOMMERS
a 12 Cent per stuk, alsook ingelegde
ENZ.
Attentie
B. y. PRAAG, Kuiperstraat, koopt
Lompen, Beenderen, ond Touw, Koper
enz., tegen de hoogste prijzen. Tevens
te koop Boter en Wagensmeer.
verzoekt beleefd de aandacht te vestigen op de zeer
groote verbeteringen, welke zy aan bare Machines heeft
aangebracht, welke voor elk gebruik van het grootste be
lang is, waarom deze Machines alle tot nu toe bestaande
overtreffen. Tevens waarschuwt zij elk zich geen
verouderde Machine aan te schaffen, maar in eigen belang,
meer op de voortreffelijkheid der Machine te letten, daar
de Machine zelf de beste bewijzen geeft.
Zonder een gelijkmatige spoelspanning is het onmogelijk
een regelmatigen stiksteek te verkregen, waarom bovenge
noemde Fabrikanten hunne beroemde Naaimachines weder
doen uitmunten door een voortreffelijken Ztdfspoeler, waar
door het spoelklosje zich even gelijkmatig opwindt als de
bovenklos der Machine en de steek aan de scherpste
eischen voldoet.
SPOORSTRAAT O 17, HELDER.
Ie kwaliteit Gekiersche
in vaatjes van 10 en 20 kilo.
Ook bij mindere hoeveelheid ver
krijgbaar.
ZURICH, 18 Februari 1880.
Mijn Heer!
Het verheugd mjj zeer, u te kunnen
mededeelen dat uw Rijnlandsche
Druiven-Borsthonig, door zijne uit
stekende kwaliteit als proefondervin
delijk middel tegen hoest en heesch-
heid enz., gelijk reeds zoo vele jaren,
nog voortdurend door het publiek
alhier in groote mate verlangd wordt.
Ik verzoek u daarom om een
nieuwe bezending van 30/a, l00/4 en
l00/'8 Flesschen.
Hoogachtend,
J. Uhlmann, Aphotheker.
Verkrijgbaar in fles
schen a f 2.f 1.
en 65 Cent, terwjjl tot
voorkoming van bedrog
of namaak iedere flesch
van een tinnen capsule
voorzien is, waarop nevenstaand fa
briekmerk gedrukt is.
Verkrijgbaar te Nieuwediep bij W.
V. BRUINVIS; Burg op Texel bij
P. J. SMITte Wieringen bij J
BRUUL; Schagen bij JGROOT Tzn'
FEUILLETON.
ROMAN
68. Uit 't Duitsch.
„Weg, ellendige," riep de gravin, uit
wier oogen als 't ware vuur sprong, wier
aschgrauw gelaat helder rood werd en wier
geheele lichaam van woede beefde. „Weg,,'
herhaalde zij, „of ik roep om hulp en laat
u met geweld van hier verwijderen."
„Een minuut nog, want de hoofdzaak
vergat ik mede te deelen. Verzamel al
nw geestkracht, want hetgeen gij thans
van mij hooren zult, is in staat een nog
sterker vrouw dan gij zijt van het verstand
te berooveu. Gij hebt zulk een vrees om
in opspraak te worden gebracht, en niette
min hebt gij toch het lijk van gravin Con-
stance weder laten opgraven. En dat thans.
Gij verkeert in den waan, dat graaf Her-
mann lang gestorven is. Gij hebt dat met
een zonderlinge, nauwelijks te vatten hard
nekkigheid geloofd dood is hij, ja, doch
hij is eerst kort geleden gestorven. En,
mevrouw de gravin, moest ik voor kleine
onschuldige dieverijen en 't terughouden
van documenten in de mannen-sfdeeling
van de gevangenis komen, dan zoudt gij
in de vrouwen-afdeeling daarvan geplaatst
worden, wegens roof en krenking der eer
van levenden en dooden, want, let wel
op hetgeen ik u zeg, er leeft een zoon van
graaf Hermann. Hij zal zijne rechten doen
gelden en ik zal hem daarbij ondersteunen.
Dat zij de wraak voor den smaad, welken
gij mij heden hebt aangedaan!"
Hij draaide zich om en verliet wanke
lende, want ook zijne krachten waren uit
geput, de kamer. Hij wendde, toen hij
naar de deur liep, niet eenmaal het hoofd
om naar zijne meesteres, want anders had
hij gezien hoe strak zij hem nazag en wat
er als 't ware uit hare blikken sprak. Geen
woord, geen klank zond zij hem na. Daar
buiten op den corridor, op weg naar zijne
kamer, weigerden zijne beenen hem hunnen
dienst. Bij een pilaar zakte hij in elkander
en gedurende eenige minuten bleef hij op
de marmeren steenen liggen, buiten staat
zich op te richten. Eindelijk bereikte hij,
meer kruipende dan loopende, zijn kamer.
Hij had zijne bondgenoote voor een oogen-
blik als overwinnaar, als triomfeerder ver
laten, doch zijn klein, zwak lichaam en
zijn hoogen ouderdom waren niet meer
bestand tegen de verschrikkelijke opgewon
denheid bij hetgeen hij had moeten aan-
hooren en zeggen. Hij voelde zich zoo
aangegrepen, dat hij dadelijk zijn bed op
zocht.
Gravin Louisa sprong, nadat Lühneburg
de deur achter zich gesloten had, naar vo
ren; zij wilde hem roepen, doch zij kon
geen woord over hare lippen brengen, zij
wilde hem naloopen, twee schreden deed
zij nog voorwaarts, doch het werd haar
eensklaps zwart voor de oogen en zonder
een kreet te slaken viel zij op den grond.
Eerst twee uren later werd zij in dien
toestand door jonkvrouwe v. Richthofen,
die intnsscben van hare migraine hersteld
was, gevonden. Hare bezinning was weder
teruggekeerd, doch het was haar onmoge
lijk om hulp te roepen of op te staan. Zij
was door een beroerte getroffen, hare tong
en de rechterzijde van het lichaam waren
geheel verlamd. Tante .Ulrike haalde on
middellijk graaf Stepban en deze hief met
behulp vau de gezelschapsdame zijne moeder
van den grond en droeg haar in bed. On
middellijk werd er nu last gegeven, dat
een man zich te paard naar dokter Hauser
zou begeven, die zich dan ook binnen een
uur bij de patiente bevond. Niemand wist
wat er gebeurd was, want de zieke kon
niet spreken; echter was zij wel bij hare
zinnen en gaf op de vragen, die haar ge
daan werden, antwoord door met het hoofd
neen of'ja te knikken. Zij trachtte met
de linkerhand te schrijven, doch het schrift
was onleesbaar.
Eerst na verloop van twee maandeu werd
de verlamming eenigszins beter en veertien
dagen later kon zij met behulp van een
kru1", voetje voor voetje loopenook was
haar spraakvermogen in zoover teruggekeerd,
dat zij zich eenigszins verstaanbaar kon
uitdrukken.
Reeds voor eenige weken geleden had
zij graaf Roderich aan haar bed ontboden
hij kon haar toen echter noch verstaan
noch lezen hetgeen zij met de linkerhand
had geschreven. Geërgerd liet zij hem we
der vertrekken. Thahs eindelijk na zij we
der in staat was duidelijker te spreken,
zoodat men haar ten minste verstaan kon,
had zij hem weder laten roepen. Hij had
een zeer lang onderhoud met haar en bleef
voorloopig op het slot onder dak. Hem
werden twee kamers, gelegen naast die
van den kamerdienaar, ingeruimd. Spoedig
begaf hij zich voor drie dagen op een
„ontdekkingsreis" naar de residentie.
XIX.
In groote spanning hadden Albert en
Heinrich het tijdstip verwacht, dat dokter
Hauser zijn „en zooveel meer en meer" in
praktijk zou brengen. Eerst na verloop van
vier weken had hij den zieke voorgeschre
ven op de bepaalde tijden, telkens twee
pillen in te nemen en andermaal vergingen
er zes weken eer hij weer een andere be
paling maakte. Reeds vermeenden beiden,
dat hij daartoe den moed niet zou hebben,
of dat hij slechts schijnbaar de opdracht
van Roderich had aanvaard, om te voor
komen, dat deze andere, sneller middelen
zon toepassen om tot zijn doel te komen.
Deze goede meening werd echter tot hunne
groote verwondering te schande gemaakt,
daar de dokter op een goeden dag, zonder
dat er aen spier van zijn gelaat vertrok,
op kalmen toon zeide:
„Neem van nu af aan iederen morgen
en avond drie pillen."
Nu was het beslist dat hij een moorde
naar geworden was.
Sedert dien dag echter had er een zeld
zame verandering bij hem plaats gegrepen.
Zijn rood gelaat had een aschgrauwe kleur
aangenomen, zijn vleezige wangen vielen
in, zijn embonpoint verdween en na eer-
loop van drie weken was de vroeger zoo
flink gezette man een vermagerde grijsaard
gewordcH, die slechts met moeite loopen
kon en bij 't gaan een stokje moest ge
bruiken.
Graaf Roderich beoogde met zijn reis
naar de residentie twee doeleinden de eene
aasporingen omtrent een zekere persoon
lijkheid te doen, de andere een plotseling
nieuw opgekomen drang te bezweren. Een
hem geheel onbekend man, Samuel Hirsch
genaamd, had hem geschreven, dat de heer
Abraham Kohn zijne wissels op hem had
overgedragen, en daar hij zelve noodwendig
geld moest hebben, verzocht binnen 8 dagen
over temaken, bij gebreke waarvan bij genood-
zaaktzou zijn minder aangename maatregelen
te nemen. Het eerste bezoek van den graaf
in de residentie gold Samuel Hirsch. Hij
trachtte dezen te beduiden, dat Abraham
Kohn hem een prolongatie van deD wissel tot
1 November beloofd had, waarop de woe
keraar antwoordde, dat de heer graaf wel
zou weten, dat de wissel op drie maauden
gesteld was, eu aangezien deze op den ver
valdag niet was gekomen om hem te laten
prolongeeren, nam de heer Kohn zijn be
lofte terug, wilde van de zaak niets meer
weten en had den wissel aan hem (Hirsch)
afgestaan, ter voldoening eener' schald.
Dat Hirsch en Kohn onder een hoedje
speelden om zich een nog hooger schuld
bekentenis te laten teekenen, is gemakkelijk
te begrijpen. Na een lang, zeer lang on
derhoud, waarin de graaf al zijn overredings
kracht aanwendde, bewoog Roderich einde
lijk den jood, die schijnbaar van niets wilde
weten, hem nog een uitstel van vier weken
toe to staan, nadat hij alvorens beloofd had
het bedrag van den wissel met een bedui
dende som te zullen vermeerderen. Nadat
deze zaak afgehandeld was begon Roderich
aan de tweede. Hadden zijne nasporingen
al geen absoluut gevolg, zoo had hij toch
iets pntdekt, ee wel zooveel als hij voor
loopig kon gebruiken.
Alvorens hij naar het slot Breitenbach
terugkeerde, bracht hij een bezoek bij dok
ter Hauser tc Langenheim. Hij had met
dezen een zeer lang onderhoud en nam af
scheid onder het zeggen van de volgende
woorden
„Ik herhaal u, wanneer ge nog langer
talmt, neem ik zelf de zaak ter hand. Ik
ben in een stemming, dat ik mij tot alleB
in staat- gevoel. Het eerste wat ik dan
doe, zal zijn u onschadelijk te maken, want
helpt gij mij niet, dan zoudt gij slechts
mijn medeweter, niet mijn medeschuldige
zijn en zou ik niet een gek zijn iemand,
die alles weet, vrij te laten rondloopen
Hebt ge dat gehoord Adieu
De dokter had jnist iu zijn rijtuig willen
stijgen, toen Roderich zijn huis binnen
kwam. Een oogenblik nadat laatstgenoemde
zich verwijderd had, bleef de dokter in
gedachte verzonken staan en zeide tot zich
zeiven
„Hij is daartoe in staat of hij het
doet thans moet ik hebben drie bij
dezen zwakken jongeling nog geen werking,
dan zal dat met vier wel 't geval zijn!
Hee eer, hoe liever is het gebeurd,
dan vind ik wellicht mijn rust weder
die kwelling van mijn binnenste kan ik
niet langer verdragen. Voorwaarts
Hij ging naar de deur.
„Naar Breitenbach," riep hij tot den
koetsier. Zoo snel mogelijk eu in gestrekten
galop, verdween het tweespan uit het oog
„Wilt gij nog meer?" vroeg Heinrich,
die in zijn kamer met Albert aan de ont
bijttafel zat, „gij zult in uwe maag geen
plaats overhouden VGor uw broodsoep.
Uw groote eetlust begiut mijne bezorgd
heid op te wekken. Dat uwe wangen kleu
ren zal men aan don invloed der lucht
toeschrijven, doch hoe zal men het verkla
ren, wanneer gij niets meer nuttigt van
den kost welke men u gewoonlijk toedient?
Men zal achterdocht krijgen."
Wordt vervolgd.
Snelpersdruk van C. DE BOER Jr.