Groot Volks-Coocerl
GEDURENDE DËP&ÜZE TOMBOLA.
DE PRIJSLIJST.
Kanaalweg 35.
ZOMER-MANTELS,
J. SCHAGER.
Brand - Maalsdiapij
ffeststraalL87. De Concnrrent. ffeststraatU.
TUINTJES,
Nieuvs rajaa Dag.
W. L. BAKKER L7.,
DORSGH-LEVERTRAAN
TAFEL-SERTIEZEN IN RUIME KEUZE.
JlfliBiMUm.
MUZIEK VOOR DEN DANS
Entréeaan 't lokaal 30 Cents de persoon.
KANAALWEC.
ZOMERSTOFFEN,
de eerste
en grootste
Oosterend op Texel.
Jb. BAKKER,
door het Muziekkorps der d.d. Artillerie-Schutterij, op ZONDAG den 20
MAART 1832, des avonds te half acht ure, in het lokaal Musis Sacrum.
Toegangsbewijzen zijn te bekomen ad 25 Cents, bij de Heeren BERKHOUT
Co., STADERMANN, STAALMAN, Mej. de Wed. OYER DE LINDEN en
bg de werkende leden van het Muziekkorps. Heeren donateurs en leden
hebben vrijen toegang met hun gezin, op vertoon van diploma.
Er zullen slechts 375 kaartjes beschikbaar zijn.
De ondergeteekende bericht zijnen geachten plaatsgenooten, dat hg
heeft ontvangen een rntmft SOrteeriüg
bestaande in extra fijne zwarte en blauwe Lakens, Satijn de Laine, Kamjjarens,
Diagonaals, Elastiekstoffen, Bukskings en halfwollen Stoften.
Zeer geschikt voor Heeren- en Jongeheeren-Pakken.
Alles wordt zeer solide en net bewerkt en tegen de meest mogelijke
concurreerende prgzen afgeleverd. Tevens wordt alles per el verkocht.
Opruiming van Buksking Broeken, van af f3.00.
-A.- O. BAKKEE,
KLEEDERJIAKER en LEVERANCIER.
BIJ
Kooktoestellen,
Pannen, Ketels, Trom
mels en verdere
Huishoudelijke Arti
kelen.
Nolengracht. Dierstee#.
te Amsterdam.
Opgericht iu den jare 1790.
Verzekert Hnizen, Inboedels, Koop
mansgoederen, etc. tegen billijke en
vaste Premlën. Poliskosten f 1.
Iüformatiën bij den Agent
Lofodinsehe
van H. SARDERAN te Emmerik a'
d. Rijn. Onderzocht door Dr. D. de
LOOS, directeur der Hoogere Bur
gerschool te Leiden. Professor Dr.
M. Freytag te Bonn. Dr. R. Frese-
nias, Geheim Hofrath en Professor
te Wiesbaden.
Deze uitsluitend voor medicinaal
gebruik bereide Levertraan is, bij
hare erkende geneeskundige waarde,
vrij van eiken onaangenamen reuk en
smaak en wordt vooral door kinde
ren gemakkelijk ingenomen en ver
teerd. Verkrijgbaar in flacons a 25,
35 en 65 cents.
Een daaruit bereide, door Neder-
landsche en Duitsche geneesbeeren
aanbevolen IJzerhondende Lever
traan, tegen bleekzucht, klierziekte,
verzwakking, bloedarmoede enz. is
verkrijgbaar a 75 ets. de flacon te
Nieuwediep bg W. V. BRUINVIS.
Een ruime keuze in porceleinen Serviezen, Dejeunés, Present Kop
en Schotels, Bordjes, Taart-Schotels, Soezen-Manden,
Eierensteilen, Beschuitdoozen, Fruit-Schalen, Komfoortjes, enz.
op Zondag aanstaande.
Aanvang 3 uur.
De ondergeteekende hoopt met een
druk bezoek vereerd te mogen worden,
belovende een prompte en nette be
diening.
UEd. Dw. Dienaar,
J. VAN HOOLWERFF.
Uitspanningslokaai „DE TUINTJES."
Die zich tegen 1 April a.s.,
abbonneert, ontvangt van af
heden de Nos. in deze maand
gratis. Prijs f2.50 met Zon
dagsblad f3.00 per kwartaal.
AGENTEN.
op Zondag 10 Maart a. s.
en voortaan eiken Zondag, op de Bovenzaal van den Heer HENNING.
Zonder verhooging van consumptie. Aanvang 7 uur.
Xj. DEKKBE.
De medicinaalraad, Dr. RUST te Grabow in Mecklenburg, zoowel
als vele andere uitstekende geneesbeeren, roemen den echten Rgnlandsche
Druivenborsthonig als een voortreffelijk huismiddel bij hoest, heeschheid,
borst- en keelpijn, kinkhoest bij Kinderen, dat deze ongesteldheden in
veel korter tijd doet verdwijnen dan elk ander middel.Z.E. mijnheer de
graaf en mevrouw de gravin zn Leiningen Billigheim, op het kasteel
Billingheim, ambt Moosback in Baden, vinden tegen hardnekkigen hoest
en heeschheid geen geschikter middel, dan den echten RIJNLANDSCHE
DRUIVEN-BORSTHONIG.— De heeren Dr. M. FREYTAG, kon. professor
te Bonn, Dr. GRAEFE te Chemnitz, Dr. LANGE te Bitburg, bevelen dit
onovertroffen aangenaam preparaat uit persoonlijke overtuiging aan.—H.
E. mevrouw de graviu zu Sayn Wittgensteiii te Berleburgin Westphalen,
is verbaasd over de voortreffelijkheid en goede uitwerking daarvan bij ver
koudheden. Mijnheer de Baron van Ditfurth, Hauptmann a. D. op
het kasteel Theeres by Obertheeres in Beijeren verklaart, dat zijne familie
met den besten uitslag gebruik heeft gemaakt van den echten Rijnlandschen
Druiven-borstkonig tegen keelpijn, hotst, enz. en met dit oordeel komen
de betuigingen van erkentelijkheid en dankbaarheid van vele dnizende ge
nezen personen van alle standen volkomen overeen.
Alleen echt verkrijgbaar in flacons a 65 Cent met witte
me** rooc*e6n R» 2.met geele capsnlen,
welke nevenstaand fabriekstempel dragen, te Nieuwediep bg
W. V. BRUINVIS; Burg op Texel bij P. J. SMIT; te Wie-
ringen bij J. BRUUL; en te SCHAGÈN by J. GROOT Tin.
FEUILLETON.
86. DE RECHTE ERFGENAAM.
„Hoe, van TannerP Van den fabrikant
in het dorp? 't Is goed. U echter, heer
organist, wil ik vertellen, dat ik menschen,
welke ioo weinig mijne wenschen eerbie
digen, die zoo onverantwoordelijk hun tijd
verkwisten, want gij verspilt uwen tijd, dien
gij zoowel in nw eigen belang als dat van
de opvoeding der jeugd kondet aanwenden,
niet gebruiken kan. Ik beveel u al zoo de
woning, waarin gij als organist kosteloos
verblijf houdt, te ontruimen en gij zijt uit
uwe betrekking ontslagen.
De heer Fiedler werd bij 't hooren van
deze verpletterende woorden, die zijn be
staan en levensgeluk vernielden, doodsbleek
en het sou weinig gescheeld hebben of hij
ware met zijn gelaat in aanraking met het
vloerkleed gekomen.
Hij spitste de dunne lippen, doch kon geen
woord uitenhij voelde met de rechterhand
aan zijn langen neus en legde de linker op
het hart. Eerst toen zijne strenge gebiedster
hem een vrij hard „verwijder u" toeriep,
maakte hij rechtsomkeert en verliet, in
plaats van met een lauwerkrans, met een
doornenkroon op het hoofd de kamer.
„Die arme man," zeide tante Ulrike op
medelijdenden toon.
„Het komt mij voor dat ge volstrekt
geen reden hebt dien opgeblazen gek te be
klagen; mejuffrouw Ulrika v. Stehwacht,
gelijk hij u in zijn novelle noemt, wordt
daarin evenmin zachtzinnig voorgesteld als
de heldin van het boek."
„Ik heb haar reeds vergeten."
„Maar waar toch in de wereld kan de
heer Tanner deze daadzaken gehoord hebben,
daadzaken zoo juist alsof hij die zelf be
leefd had? Hoe is het anders mogelijk, hij
moet den luitenant v. Gerber persoonlijk
gekend hebben."
„Maar, lieve, is Louise, is u dan bij
het hooren van den naam Tanner niets
opgevallen. Tanner is het Engelsche woord
voor Gorber, drommels, als Tanner eens
zelf de voormalige luitenant was."
„Neen, neen, dat is niet mogelijk. Die
naam kan niet dan een toeval zijn. Is het
denkbaar dat de heer Tanner, indien hij
de voormalige luitenant v. Gerber ware,
zich in onze nabijheid zou ophouden P Eu
zou hij met het oog er op, dat hij omgang
met ons wil zoeken, dan door die novelle,
waarvan hij de uitvinder toch is. ons heb
ben willes beleedigenP"
„Dat hij het met voordacht gedaan zal
hebben geloof ik niet, doch ik neem aan
dat hij wel weet, dat gravin Louise v. War-
beck nog in leven en gebiedster in dit slot is."
Een vrij luid geklop aan de deur maakte
aan het gesprek een einde.
Roderich kwam de kamer binnen.
Hij liep op zijne tante toe, kuste haar
de hand en zeide„Ik verzoek u verschoo
ning, dat ik zoo laat kom, doch het is
niet mijne schuld; op een half uur afstands
van hier derailleerde de trein en al de
passagiers moesten tot het meest iu de
nabijheid zijnde station den weg te voet
vervolgen. Het scheelde mnar bitter weinig,
of ik had hij het ongeval het leven ver
loren. Dat zou wel een ironie van het nood
lot geweest zijn; nu oin te komen, terwijl
al mijne wenscben op 't punt staan in ver
vulling te komen. Ik vermeen aan de uit
drukking van uw gelaat te mogeu zien, dat
ook mijn wensch ten aanzien van Rosa-
munda zal vervuld worden."
„Zij stemde er zonder eenig tegenstreven
in toe uwe gemalin te worden."
„Ik wist wel wat ik aan uw overredings
kracht zou te danken hebben."
„Maar zoo ik zie, wordt het tengevolge
van het onweder, dat dreigt loste barsten,
reeds zeer donker," bemerkte de gravin.
Zij schelde eu beval den binnentredenden
bediende de lampen aan te steken. Terwijl
deze aau het gegeven bevel voldeed, zeide
de gravin:
„Wij willen bij hellen liihtglans met
de viering der verloving beginnen."
Balthasar verwijderde zich weder; oen
oogenblik daarna werd de deur geopend,
die tot de eetkamer toegang gaf en Rosa-
munda, in haar bruidstoilet, een beeld van
sohoonheid, werd zichtbaar.
„Verrast door de „voor hem" zoo
heerlijk gekleede verschijning, riep hij vol
geestdrift uit:
„O, mijne bruid, hoe schoon zijt gij!"
Hij liep snel met uitgebreide armen op
haar toe; Rosamunda strekte echter afwe
rend de rechterhand uit en op den toon
van een wrekende Nemesis zeide zij
„Terug, moordenaar!"
„Wat is dat?" riep de man, welke op
zulk een wijze ontvangen werd, terwijl hij
verbleekte. Zijne ooren niet vertrouwende
bleef hij in 't midden der zaal staan.
Daar verscheen nevens Rosamunda een
schoone, jonge man in de deur, frisch en
gezond, groot en slank met krachtige lede
maten, een volwassen jonge man, die voor
korten tijd nog een knaap geleek. Ook hij
strekte de hand uit en zeide:
„Terug moordenaar! Waag het niet mijne
znster aan te raken!"
„Wat is datP Wat heeft dit alles te be
teekeuen klonk het nit Roderich's mond,
alsof hem op eens de keel werd dichtge-
nepen.
„Albert, is met u een wonder gebeurd P"
riep de gravin, die van alles slechts dit
begreep, dat zij haar kleiuzoon geheel on
verwacht frisch en gezond voor zich zag.
„Ja, grootmnraa, er is een wonder ge
beurd God heeft mij een engel gezon
den, die aan mijn ziekbed dc wacht heeft
gehouden; ware Heinrich Schwarz niet mijn
redder geworden, dan hadden dokter Hau-
ser en de ellendeling welke daar staat mij
vermoord
„Dat is een infame leugen. Wie ka* aan
zulk een onzin gelooven," zeide Roderich
met beklemde stem.
„Hier is het bewijs," zeide Albert, ter
wijl hij Hausers brief te voorschijn bracht;
„de dokter heeft heden vrijwillig aan zijn
leven eeu einde gemaakt en mij alvorens
dat to doen een berouwvolle bekentenis af
gelegd. Doch Goddank, waren wij reeds
vroeger met uw helsch plan bekend;
toen gij den dokter in de wachtkamer van
het station de aanbieding deed om mij
naar de andere wereld te helpen, bevond
de heer Schwarz zich in een daarneven ge
legen vertrek en heeft ieder woord ge
hoord."
„Die schurk," zuchtte de aangeklaagde.
„En niet alleen dat mijn secretaris mijn
leven behoed heeft voor uw sluipmoord, hij
heeft mij, in alle stilte, ook mijne gezond
heid weder gegeven. Ja, ik heb mijn noef,
den graaf Heinrich zu Breitenbach zooveel
te danken, dat ik niet weet hoe ik mij
daarvan kwijten zal."
„Het is leugenHet is een misverstand,"
zeide Roderich meer dan eens.
„En nu vraag ik u," ging Albert voort,
„waar hebt gij mijnon vriend, waar hebt
gij graaf Heinrich gelatenP"
„Wat gaat mij die avonturier aan? Ik
weet van niets," antwoordde de gevraagde
met eenigszins vaster stem. Doch in de
volgende seconde week hij terug als zag
hij een geest, want Heinrich vertoonde zich
op dat oogenblik mede aan de denr.
„De tweede moord is u evenmin gelukt,
heer graaf," zeide Heinrich, terwijl hij een
schrede voorwaarts deed. „Gij hebt mijn
gesprek met den kamerdienaar beluisterd,
gij zijt mij voor geweest, hebt de docu
menten, die op mijn geboorte betrekking
hadden gestolen en mij daarop in de ge
heime kamer gesloten, om mij aan den hon
gerdood prijs te geven. Kent gij dit briefje,
dat gij in plaats van de documenten hebt
achtergelaten. Daarin kondigt gij mij, op
gruwelijke wijze, mijn verschrikkelijk einde
aan en gij wenscht den vloek te hooren,
die ik bij mijn laatsten ademtocht tegen
u zal uitstooten. Gelukkigerwijze waart gij
ook nu weder beluisterd gewordengelukte
het mij vroeger het leven van graaf Albert
en gravin Rosamnnda te redden, deze beide
menschen hebben op glanzende wijze hunne
dankbaarheid betoond en mij gemeenschap
pelijk uit de kamer waarin ik zou zijn
omgekomen, bevrijd. En juist in diezelfde
kamer heb ik mij voor een uur geleden
met de gravin Rosamuuda verloofd."
Roderich stiet een krset uit en ook de
gravin liet, bij het vernemen van die woor
den, een zonderling geluid hooren. Zij
wilde iets zeggen, doch werd daarin door
Albert verhinderd.
,,'t Laatste wat ik nu nog te zeggen
heb," zeide deze zich tot Roderich wendende,
„is dat ik van u verwacht, dat gij den
naam, dien wij beiden voeren, zult ontzien.
Dit zweer ik u echter bij mijn eer, dat,
wanneer ik niet binnen vierentwintig uren
verneem, dat gij gedaan hebt wat u nog
alleen te doen overblijft gij zult mij
wel begrijpen ik mij in 't minst niet
om den naam Breitenbach zal ontzien, maar
u aan 't gerecht overleveren. Verschoon
ons nu van uwe tegenwoordigheid."
Roderich was geheel verslagen, zijn oogen
rolden in hunne kassen, zijn lippen beefden
krampachtig een oogenblik was het als
of hij zich gelijk een wild roofdier op Al
bert en Heinrich wilde werpen maar
in de volgende minuut vloog hij als 't
ware, zonder nog een woord ate zeggen, de
kamer uit.
't Was of allen lichter adem haalden,
toen de schurk zich verwijderd had. De
oude gravin echter was nog geheel en al
onder den indruk van 't geen zij zooeven
vernomen bad en 't viel haar moeilijk zich
staande te honden.
„Is het waar wat ik gehoord' heb P Ro
derich heeft u willen vermoorden P Is niet
alles een droom P Ik kan het nog [niet be-
g rijpen."
Doch niet 'lang gaf zij zich aan die ge
dachte over; een andere gedachte haars
levens kreeg weder de overhand. Want
daar stond hij, dien zij voor altijd onscha
delijk gemaakt dacht, voor haar aangezicht
haar eigen kleinzoon had hem graaf
Heinrich zu Breitenbach genoemd. Zij
had - de woorden „met Rosamunda verloofd"
vernomen zou dus al haar zwoegen
al haar strijd tot^ heden nog te vergeefs
geweest zijn.
Wordt vervolgd.
Gedrukt bij C. de Boer Jr.