'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TEXEL
No. 982.
Vrijdag 14 Juli 1882.
Tiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Kalender der Week.
Atoonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
UitgeversBERKHOUT Co. te Helder.
BoreaalSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
JULI, (Hooimaand), 31 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 58 m.
Ondergang,, 8 u. 13 m.
Zondag 16
Maandag 17
Dinsdag 18
Woensdag 19 Begin der Hondsdagen.
Donderdag 20
Vrijdag 21
Zaterdag 23
NI EU WSTIJ DINGEN
HELDER, 14 Juli 1882.
Nadere bijzonderheden omtrent de
ramp vau den monitor Adder."
Men leest in bet Handelsblad.
De vraag, of het schip Woens
dag of Donderdag is vergaan, blijft
nog onopgelost. Hiermede iu ver
band liet volgende:
Er zijn een aantal onjuiste berichten
verspreid. Zoo heeft de Italiaansche
bark Donderdag te IJmuiden bin
nengekomen den monitor niet dien
dag gezien maar den vorige.
Ook bet bericht uit Katwijk, van
het zien van den monitor in den
namiddag van Donderdag meldende,
is verdachtalthans later werd hiervoor
Woensdag geschreven. Dit is zeker,
dat de Adder Woensdagavond, ter
hoogte van Scheveningen is gezien,
volgens opgave der visschers omstreeks
half tien. Zij vischten op een diepte
van 9 vademen (27 meters), deze
opmerking dient om den afstand uit
den wal ongeveer aan te geven, toen
zij op plus minus mijl afstands
door het stoomschip blikvuren zagen
i ontsteken. De visschers hebben deze
[seinen van het in nood verkeerende
loorlogsckip vermoedelijk niet als
•noodsein opgenomen.
De Donderdagscbe scheepskost, in
de magen der slachtoffers gevonden
is, naar ik verneem, geen stellig be
wijs voor bet vergaan op dien dag.
Het kan zijn dat er Woensdag bij
vertrek geen versch vleesch aan
boord was, en dat hierom de voeding
voor beide dagen werd verwisseld.
De aanteekenmgen van wijlen den
luit. t. z. Jonckheer moeten betrek
king hebben op Woensdag. Genoemde
officier bad de wacht bij het uit
gaan te IJmuiden en moet de wacht
dien dag opnieuw gehad hebben van
4 tot 8 uur 's avonds. Bij die
laatste wacht maakte hij aanteeke-
ningen, bestemd om het geheugen
te gemoet te komen voor het rap
port, tot 6 uur, het uur waarop
hij is gaan middagmalen, en de offi
cier van piket zijn dienst tijdelijk
overneemt.
Het uur, door de horloges der
slachtoffers aangeduid, 9 u. 15 m.,
komt ongeveer overeen met den tijd
door de visschers bij benadering op
gegeven. Het kon zijn dat bet scbip
nog dien nacht beeft rondgezwalkt
en Donderdag morgen na 9 uur is
gebleven, maar het is hoogst
o n w a a r s c h ij n lij k dat het Don
derdag den geheelen dag onopgemerkt
heeft rondgedreven en eerst in den
avond van dien dag- is bezweken.
Volgens bet Vaderland was noch
aan het departement van marine,
noch te Helvoetsluis bericht van het
vertrek van de Adder van IJmuiden
ontvangen. Er is wel van Amster
dam naar Hellevoet geseind, dat de
Adder van Amsterdam was vertrok
ken, maar men dacht te Helvoetsluis
zoowel als aan het Departement, dat
de Adder te IJmuiden was blijven
wachten. Geregeld toch worden alle
vertrekkende schepen van IJmuiden
door de seinpost van daar aan het
Departement geseind; dit volgt dan
de bewegingen der schepen. Doch
de man, die dat altijd doet, beeft op jl.
Woensdagochtend op onverantwoor
delijke wijze verzuimd bet vertrek van
de Adder te seinen, en vandaar dat
men onkundig was gebleven van
het vertrek. In het niet ontvangen
van een bericht kan men niets
vreemds zien, omdat het dikwijls ge
beurd is, vooral bij de rammonnitors,
dat de kommandant eenige dagen
wacht op wind en weer om uit te
gaau. Zoo is eens een vroegere kom
mandant van denzelfden bodem 8
gen te IJmuiden blijven liggen.
Van bet Departement van marine
worden dan geen telegrammen ge
zonden om te vragen waarom een
kommandant niet vertrokken is, of
wanneer hij vertrekken zal, omdat
allicht zulk een vraag als een wenk
zou worden opgevat of als een teelcen
vau ongeduld. Juist om volstrekt
geen pressie uit te oefenen, worden
de kommandanten volkomen vrij ge
laten om te vertrekkenhet volgen
van het plan van vertrek op het door
hen bepaalde uur is voor hunne ver
antwoordelijkheid. Zoo nu is het
gebeurd, dat men aan bet departement
van Marine en te Hellevoetsluis niet
bekend was met het vertrek van de
Adder, maar dit schip nog te IJmui
den waande.
Al de aangebrachte lijken, van de
Adder afkomstig, op één na, waren
voorzien van zwemgordels. Eén lijk
was opgezet door het binnengekregen
water. Al de andere hadden weinig
of geen water in de maag en inge
wanden, zoodat deze personen ver
moedelijk een langzamen dood ge
vonden hebben door het aanhoudend
binnendringen van waterdeelen in de
longen.
Bij de lijkschouwing in de magen
der slachtoffers zijn gevonden grauwe
erwten, nog niet verteerd, zijnde de
voeding voorgeschreven voor Donder-
g 12 uur.
De omvang van de ramp is in
zekeren zin nog slechts ten deele
bekend. Met het verlies toch van
de menschenlevens is tevens de steun
en verzorger van menig gezin ver
loren gegaan. Gelukkig heeft het
Nederlandsche volk het in zijn macht
in dat verlies eenigszins tegemoet te
komen. Wanneer daartoe de oproe
ping gedaan wordt, zal het, vertrou
wen wij, geheel de inspraak van zijn
hart volgen.
Naar men bericht is de Adder"
Woensdagmiddag te half zes door 2
visscherlieden gezien op de hoogte
van den Rotterdamschen waterweg.
Het vaartuig had dus toen het doel
van zijn tocht reeds bijna bereikV
De vloed schijnt het seder' weer
te hebben teruggedreven, en dan kr^jt
het aanvankelijk onwaarschijnlijke
bericht, dat de monitor den volgenden
dag (Donderdag), omstreeks half twee,
schier gelijktijdig te Scheveningen en
te Katwijk is waargenomen, meer
reden van bestaan.
Nadat Woensdag een loodsboot
even te voren de Adder" zoo van
nabij was gepasseerd, dat de zich
daarop bevindende loods duidelijk zijn
collega op den monitor onderscheiden
kon, is te half vier een Zwartewaal-
scke visscker zóó dicht voorbij ge
varen, dat bij op de brug 3 personen,
vermoedelijk de kommandanteen
officier en de loods, zag staan. Bij
beide gelegenheden was er geen enkel
sein of teeken gegeven dat er iets
aan boord niet in orde zou zijn.
Men zou dus uit een en ander moe
ten opmaken, dat het onheil eerst
Donderdagavond heeft plaats gehad.
Een marine-officier vestigt in
het N. v. d. D. de aandacht op de
wenschelijkheid van het gebruik van
de Verklikker, uitgevonden door
dr. Kaiser te Leiden, ter opsporing
van de Adder." Deze Verklikker
is een toestel geplaatst in een ijzeren
ladingskist, die zoodra een gepantserd
scbip binnen den vernielingskegel van
de mijn komt, den electrischen
stroom sluit, zoodat een torpedo
ontploft. - Met het oog op het wel
len van het zand, waardoor de»Ad
der" binnen een zeer kort tijdsverloop
niet meer te vinden zal zpn, is ei-
haast bij, dat een scbip met het ge
noemde toestel aan boord, dadelijk
uitzeile.
Men schrijft uit IJmuiden
Groote verontwaardiging heerschte
Dinsdagmorgen onder de bevolking
van ons plaatsje, bij het aanschouwen
der begrafenistoebereidselen voor vier
der ongelukkige slachtoffers van de;
Adder. En geen wondereen gewone
boerenkar en nog wel van de ge
meenste soort was beladen met de
vier kisten, waarin de lijken van de
mariniers H. Riemers, T. G. Michels,
G. A. van Oerle en den matroos H.
Modderman. Terwijl die kisten op de
kar stonden, werden het krip en de
Hollandsche vlaggen aangespijkerd.
De massa volks die deze werkzaam
heden aanschouwde, was een en al ver
ontwaardiging tegen de marine-au
toriteiten. Van de zijde van den
burgemeester was alles gedaan wat
eenigszins tot verhooging der plech
tigheid kon geschieden, Maar van
de zijde der marine ontbrak in één
woord alles. De directeur en komman
dant te Amsterdam, de schout bij
uacht Escher, had, op de daartoe
betrekkelijk gedane vraag, per draad
geantwoord begraven als gewone
drenkelingen."
En dat terwijl een Braziliaansch
oorlogsschip en een Engelscb jacht
hunne vlaggen in de haven van
IJmuiden halfstok hebben waaien,
ten blijke hunner deelneming in bet
vreeselijk onheil, onze natie en onze
marine overkomen Schepelingen en
officieren van die bodems stonden in
stomme verbazing zulk een begra
fenis te aanschouwen.
Maandag is een sergeant der ma
riniers met een marinier van Amster
dam naar IJmuiden vertrokken tot
herkenning van de daar aangespoelde
"lijken. Bij die gelegenheid is gebleken
dat bet lijk van den marinier R.
geheel onbeschadigd was alleen had
de ongelukkige zich de lippen ten
bloede gebetende lijken van de
mariniers v. O en M. zijn meer aan
het hoofd beschadigdvan den ma
troos M. was het geheel,e bovenhoofd
weggeslagen.
Men vermoedt dat deze manschap
pen reeds te kooi waren toen de
ramp plaats bad, hetgeen men afleidt
uit sommige bijzonderheden van hun
ne kleeding, en de beschadiging van
eukele lijken schijnt, volgens som
migen, te wijzen op de mogelijkheid
dat aan boord het een of ander is
gesprongen, hoewel het zich dan
moeielijk laat verklaren, dat de meeste
lijken van zwemgordels voorzienwaren.
Treffend zijn vooral de meer in
tieme bijzonderheden, die omtrent
enkele leden der bemanning bekend
worden. Duinker, wiens lijk het eerst
werd opgevischt,is een goedig oud man,
die weldra pensioen hoopte te krijgen
om op zijn welverdiende lauweren
te rusten. De arme 't Is de eewige
rust slechts die zijn deel kon worden
hij stierf, als zoo menig zeeman, op
het bed van eer, de zilte golven, aan
wie bij in zijne jonge jaren, op kalme
zomeravonden, zoo menigmaal zijn
lief en leed zal hebben toevertrouwd,
als de eenige veelal bij wie de zeeman
op zijne lange reizen zijn hart eens
kan uitstorten en lucht geven. Eenige
weken geleden, bij 't uitgaan der
Willem Barentsz", overkwam hetn
bijna een zelfde ongeval als hen thans
getroffen heeft. Hij viel namelijk in
een schutkolk, toen hij aan boord van
het poolscheepje wilde gaas, en zou
verdronken zijn als niet een matroos
van de Barentsz" hem was nage
sprongen om hem te redden. Met
hem ging de laatste van zijne geheele
familie ten gravehij met zijn zoons
hadden jaren lang als loods op de
Noordzee gediend een voor één, bij
verschillende gelegenheden, hebben
allen den dood in de golven gevonden
de oude Duinker overleefde al zijne
zonen om thans een zelfde graf te
vinden.
Luitenant* E. Simon van der Aa,
de kommandant, was een bijzonder
bekwaam zeeofficierjarenlang was
bij als leeraar aan het instituut ver
bonden slechts enkele maanden ge
leden voltooide hij zijn belangrijk
werk in twee deelen over de stuur
manskunst. Hij stond op het punt
om kapitein-luitenant te worden en
was daartoe mét het cemmando van
de Adder" belastzijn leeftijd moet
ongeveer 32 a 33 jaren zijn geweest;
hij was in 1872 officier geworden
en had een schoone loopbaan zoowel
achter als vóór zich. Aan het ministe
rie vooral stond hij om zijn stiptheid
en kunde zeer hoog aangeschreven.
Zijn lijk is nog niet gevonden wel
meende men, dat hij op Texel bij
(ïude Schild gevonden zou zijn, maar
het bleek eene vergissing te zijn
bet was hot lijk van een korporaal
dat daar gevonden werd.
De officier van gezondh. A. Lofvers
was nog slechts acht dagen aan boord
en eerst voor enkele weken te Gro
ningen tot arts gepromoveerdbij
was jong, maar zijn studiejaren gaven
recht op de beste verwachtingen, die
thans mede door de zee zij n uitgewischt.
In waarheid uitgewischt, zooals
zij alles uitwischt wat onder haar
bereik komt, alleen de sporen der
tranen niet, die daar worden geschreid
door zoovele ouders, broeders, zusters,
bloedverwanten en vrienden, die in
rouw gedompeld zijn door een ramp,
welke misschien had kunnen worden
voorzien en voorkomen.
Men monpelt in Scheveningen
meer van geruchten, die een verschrik
kelijke beschuldiging inhouden tegen
de visschers, welke de Adder" het
laatst gezien hebben. Naar men be
weert zagen dezen zeer duidelijk dat
bet scbip in nood was en hadden zij
de bemanning ook wel kunnen red
den, maar dan hadden zij al hnnne
netten moeten kappen en waren hun
vangst kwijt geweest. Is dat waar
't Bloed trilt van verontwaardiging,
wanneer men iets dergelijks hoort en
toch wordt het te Scheveningen door
meer dan een verteld. Wij deelen het
mede opdat de visschers zich kunnen
verdedigen, indien die zware beschul
diging slechts laster is. We hopen het
voor hen.
De Vlielander loodschuit heeft voor
de Haven te Harlingen opgevischt
het lijk van een marinier van de
Adder. Ook dit lijk was voorzien
van een zwemgordel. Het lijk is te
Harlingen binnengebracht.
De luit. t.z. Ie kl. H. Nijgh is
belast met het opsporen van de plaats,
waar De Adder is gezonkende stoom
schepen Frans Naerebout en,. Schelde
zijn daartoe onder zijn bevelen gesteld.
Urker visschers hebben naar men
zegt bij Vlieland en Terschelling lijken
zien drijvengemoedsbezwaren"
schijnen bet opvisschen belet te hebben.
(Zie nadere bijzonderheden op de
bladzijde.)
Door de onderofficieren van bet
opleidingschip Admiraal van Wasse-
naer" en het wachtschip te Amsterdam
is het voornemen opgevat om een
assaut en concert te geven ten voor-
deele der nagelaten betrekkingen van
den rammonitor Adder." Daartoe
zouden de jongens van bovengenoemd
opleidingschip en wellicht ook de
stafmuziek der Koninkl. Nederl. ma
rine medewerken, terwijl ook eenige
voorname artisten zouden worden uit-
genoodigd. Het Paleis voor Volks
vlijt is reeds door het bestuur voor
dat doel kosteloos beschikbaar ge
steld.
Blijkens een bij bet departement
van marine ingekomen telegram is de
oefeningsdivisie, onder bevel van Zr.
Ms. adjudant in buiteng. dienst, den
kapitein t/z. F. H. P. Van Alphen,
Dinsdagmiddag te Cadix aangekomen.
Aan boord der schepen was alles wel.
Naar men verneemt, zal Zr. Ms.
schroefstoomsship »Marnix," komm.
kapt.-luit. t/z. jhr. C. C. Six, thans
op reis naar Malta, waarheen het
eenige vluchtelingen uit Alexandrië
zal overbrengen, weder naar het
Oosten van de Middellandsche Zee
worden gezonden, om, zoo noodig
voor de belangen der Nederlandsche
onderdanen te zorgen.
Te Leeuwarden werden dezer
dagen in een gezin zeven personen
ongesteld onder verschijnselen die
vergiftiging deden denken. Een
hunner, een meisje van 19 jaar, is
Zondag overleden. Men vermoedt
dat de oorzaak gelegen ligt in de
vorige week genuttigd kalfsvleesch,
afkomstig van een graskalf, dat mis
schien aan de een of andere ziekte
had geleden.
Te Marrum, gem. Ferwerderadeel,
heeft een zieke vrouw, tjjdens een
oogenblik afwezigheid van de zieken-