'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP Ei TEXEL No. 989. Dinsdag 8 Augustus 1882. Tiende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. 3 franco per post75 Afzonderlijke nnmmers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BureauSPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Adtrertentiën van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. ÜUIAU011AJ&.G IA U LU LU er»2 - 1UUHCIC ICHUCIJ "mw/" jjmu.uo.1. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn NIEU WSTf.1 DING EN HELDER, 8 Aug. 1882. De netto opbrengst van het gegeven concert door de onderoffi ciers vereeniging Vaderland en Oranje in vereeniging met de stafmuziek der Koninklijk Nederlandsclie Marine, ten behoeve van een gedenkteeken op het graf der verongelukten met de Adder" is f 125,32°. Blijkens een bij het Departe ment van Marine ontvangen tele gram is Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Bonaire, onder bevel van den luit. t. z. 1ste kl. jhr. H. M. Van der Wijck, in den namiddag van 3 dezer te Gibraltar aangekomen. Aan boord was alles wel. Het nieuwe stoomschip Prin ses Wilhelmina," van de maatschappij Nederland, is de vorige week te Glasgow van stapel geloopen. Het wordt op 't einde dezer maand te Amsterdam verwacht. Het stoomschip Celebes, van de maatschappij Java, zal meer naar de tegenwoordige eischen voor de passa ge worden ingericht en daarom eeni- geu tijd uit de vaart worden geno men. Uit Zandvoort meldt men Stuurman Fl. Molenaar, van de vischschuit De Vrouw Johanna, heeft Dinsdag op de hoogte van den ge zonken monitor De Adder aan de zeezijde visschende, in zijn net opge haald de pet van den loods, en met het volgende tij op dezelfde hoogte aan de landzijde de pet van een of ficier, met verschroeide klep. Beide voorwerpen zijn alhier aangebracht. In 't jaar 1884 zal de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen het eeuwfeest harer stichting vieren. Gelijk reeds werd meegedeeld wenscht de aldeeling Rotterdam dat te doen door een of andere stichting, die niet alleen tot de leden der maatschappij, maar, ook nog jaren nadat het eeuwfeest verstreken zal zijn, tot het gansche volk spreekt terwijl de afdeeling Dordrecht voor stelt f30,000 ter beschikking van 't hoofdbestuur te stellen voor een standbeeld van Jan Nieuwenhuizen. den grondlegger der Maatschappij en dat beeld op 16 Nov. 1884 in de hoofdstad te onthullen. De Goesche Ct. wijdt een hoofd artikel aan dit onderwerp en geeft in overweging die som als waarborg fonds beschikbaar te stellen voor een Algemeen Nederlandsch Pensioen fonds voor Werklieden." »Uit de rente van dat kapitaal kun nen dan tevens gedeeltelijk de kosten van beheer worden gedekt, zoodat ook die kosten minder worden. »Het kapitaal zelf zou, mocht de zaak niet opnemen, weer aan de Maatschappij terugkomen. »Door het gansche land heen zou men door zulk een fonds een wel daad bewijzen aan een klasse, die .zeker wel het grootste deel vormt van het algemeen, voor welks nut de maatschappij werkzaam is. (Hbl.) Uit Zwolle werd Zondag aan het Hbl. het volgende bericht gemeld. Indien onder den indruk der eerste tijdingen de verwarring niet overdre ven is, wordt Genemuiden door een hevige ramp geteisterd. Heden nacht om 2 uur is uit Zwolle een hevige brand waargeno men in de richting van Genemuiden. Een uur geleden (het telegram is te half twaalf verzonden), lagen reeds 28 huizen, de kerk met toren en 36 Hooibergen in de asch. De brand spuiten uit Kampen en Zwartsluis zijn reeds te Genemuiden aangeko men. De brand woedt nog voort. Genemuiden, in het westen door de Zuiderzee bespoeld en verder in gesloten door Ambt-Vollenhoven, Zwollerkerspel,Graf horst en Kampen, beslaat een oppervlakte van ruim 2400 bunders. De inwoners, om- treeks tweeduizend in getal, vinden meerendeels hun bestaan in veeteelt, handel in landbouwvoortbrengselen, biezen en matten, scheepvaart en matten vlechterij. Genemuiden heeft een betrekkelijk nieuw Raadhuis, een Hervormde Cnr. en Geref. kerk. Blijkens Witkamps Aardrijks- knndig Woordenboek, werd die gemeente in 1868 insgelijks door een brand geteisterd, die op 11 en 12 Maart 110 huizen en 39 hooi bergen vernielde, waardoor de in gezetenen een schade leden van f339,725. Een Duitsch officier, die de vorige week bij de wedrennen te Hilversum onder een trein geraakte, is aan de gevolgen overleden. Een ledige trein, die achteruit reed voor bet gevaarlijke Hilversumsche station, reed hem over het rechter been en den linker voet. Hij werd gewaarschuwd toen de trein naderde en ware hij niet gestruikeld, dan ware hij wel licht het gevaar nog ontsnapt. On middellijk werd hij verbonden, en werden de doorgesneden slagaderen afgebonden. Hij hield zich moedig en kalm vroeg om een glas cognac en een sigaar, en vroeg, toen hij op een draagbaar werd weggedragen naar het ziekenhuis, den mannen in den stap te gaan, daar hij als militair daaraan gewoon was. Hij overleed te 4.35 aan het on dervonden bloedverlies. Uit Nijmegen meldt men: Voor eenigen tijd vermiste mevrouw P. alhier een nieuwe zijden japon en een cachemiren mantel van groote waarde, zoomede eenige anderen fijne damesgoederen. Er rezen eenige ver moedens tegen hare vroegere dienst bode A. K., die eenige dagen vóór de vermissing haren dienst had ver laten, en die men daarop niet uit het oog verloor. Dezer dagen trad de gewezen dienstbode elders in het huwelijk en vestigde zich daarna al hier. Naar men vernam, was zij bij de huwelijksvoltrekking zeer fijn in een zwart zijden costuum gekle Nu meende men zekerheid te hebben, dat zij de dievegge was. Een Don derdag door de politie te haren hui ze ingesteld onderzoek bracht de waar heid aan het licht. De gestolen trouw japon en de andere goederen werden bij haar gevonden en in beslag ge nomen. Aan de jonggehuwde vrouw zal natuurlijk voor gernimen tijd een ander verblijf bezorgd worden. Maria Cristina de Leeuw, te 's Hage, heeft bet thans tot haar hon derdste veroordeeling wegens dronken schap gebracht. Het kantongerecht veroordeelde haar tot drie dagen ge vangenis. Daar het merkwaardig cijfer van 100 nog wel door haar zal overschreden worden, is er kans, dat zij ten slotte naar een bedelaars gesticht zal opgezonden worden en wij deze stadgeiioote" kwijtraken. (Vad.) Men schrijft aan de L. C. Op den 15 Juli is de thermome ter voor een paar uren geklommen tot 84o Fabr.voor of na dien dag van half Mei af, bereikte hij den stand van gemiddeld 70o, zeer dikwijls slechts van 60o. Maart, de anders zoo gure maand, was bestendigzonneschijn en warmte iederen dag. Ook het laatst van Mei heeft vele schoone warme dagen voortgebrachtdoch na dien tijd is ^cle geheele zomer te koud geweest. jZells terwijl de wind onafgebroken uit het anders zoo zoele zuidwesten kwam, bleef de lucht te koud en was bjj dat alles eeu groote gevoeligheid in den dampkring waar te nemen. Wiudstilte kwam bijna niet voor, storm zeer dikwijls niet één dag eindigde, zooals bij begonnen was. Onweer pakte telkens samen en hagelbuien behoorden niet tot de zeldzaamheden. Ook nu, terwijl de anders door hunne groote hitte zoo gevreesde hondsdagen reeds ver over de helft zijn, dreigen er steeds hagel wolken en doet de harde noordwes tenwind aan October denken. Voor al de nachten zijn thans bijzonder koud. Zelfs te Parijs teekende dezer dagen in den morgenstond de ther mometer niet hooger dan 54e Fahr. Als ten gevolge van een en voor geheel noordelijk Europa te zachten winter zulk een zomer de prijs is, wordt hij duur verworven. In het voorgaande jaar kwamen gedelegeerden der Oostenrijk-Hon- gaarsche regeering in Amerika, om de verschillende daar in gebruik zijnde bereidingsmethoden van levensmidde len te leeren kennen. Bij die gelegenheid, zegt de Che- miker Zeitung, waaraan we dit bericht ontleenen, kwam het aan den dag, dat niet alleen vleesch van geslachte paarden en honden, maar ook zelfs het uitgekookte vet van gestorven dieren (vooral paarden, honden en varkens) zijn weg in de kunstboter- fabrieken vond. Ook in St. Louis is door de personen, die voor de openbare gezondheid moeten waken, een bezoek gebracht aan de oleomargarine fabrieken, die zich in die stad bevinden, en toen weer de ontdekking gedaan, dat ook daar het vet van paarden en honden tot boter verwerkt wordt. Een Deensche expeditie naar Frans Jozefsland is verleden week uit Kopenhagen vertrokken, met het stoomschip »Dijmpha," onder bevel van Luit. Hovgaard. Zij zal eerst naar kaap Chelynskin gaan, vandaar naar Frans Jozefsland, en in het voorjaar een sledevaart naar het Noorden ondernemen. Het schip is voor 27 maanden van mondvoorraad voorzien. De expeditie stelt zich voor de gesteldheid van het eiland te onderzoeken, of het zich werkelijk tot kaap Chelynsken uitstrekt, of' het geschikt is tot uitgangspunt voor verdere expedities, en zij zal bij genoemde kaap of op de zuidkust van Frans Jozefsland overwinteren, en gedurende dien tijd deelnemen aan de internationale waarnemingen in het hoog.s Noorden. Voor eenigen tijd werd te Parijs een Nederlander, Van Cottenberghen, gevat, wegens het verkoopen van een aantal valsche loten van verschillende loterijen. Sedert zijn inhechtenisne ming zijn van alle kauten aanklachten tegen hem ingekomen, en het aantal getuigen bedraagt niet minder dan tienduizend. Er komen nog aanhou dend postwissels aan het adres van Van Cottenberghen, maar zij worden door de politie aan de afzenders terug gezonden. Volgeus de Russische bladen was de vorige winter de zachtste de zer eeuw. In geen 130 jaren is de maand Januari zoo zoel geweest, en door elkander zijn de drie maanden Januari, Februari en Maart zoo zacht geweest als nog nooit sedert de stichting van St. Petersburg. De zee is nog geen 120 dagen bevroren geweest, terwijl er jaren zijn dat zij ruim 170 dagen dicht blijft. De datum van den dooi is de vroegste veest, dien men zich herinneren kan. Nooit is er zoo weinig sneeuw gevallen. Maar nooit ook is het zoo koud geweest in de Caucasische en Transcaucasiscke provinciën en in midden-Azië. Brand op den Oceaan in een mailboot. De jongste reis met de Trans-Atlantische stoomboot „Gellert" in de vaart tusschen Hamburg en New-York op 't voordeeligst bekend, zal zeker aan allen, die destijds aan boord waren, lang in 't geheugen blijven. Op 20 Julijl. verliet het schip de haven van New-York, met bestemming naar Ham burg. Er waren 270 passagiers aan boord en de bemanning telde 100 koppen, uit makende een totaal van 400 personen. Vrijdagochtend daaraanvolgende, kwam men tot de ontdekking, dat er brand aan boord was ontstaan en wel iu de kuil van het vaartuig. Zware rookkolommen stegen op uit het achterste waterdichte vak van het ruim. In dit gedeelte van het schip be stond de lading, naar men wist, uit niets anders dan naaimachines en tabak, en sedert men de haven van New-York had verlaten, was deze waterdichte afdeeling van het vaartuig voortdurend gesloten gebleven. Met bet doel om de voortgang der vlam men te stuitun en den ontstanen brand te blus8chen, was de gezagvoerder, de heer Kuklewein, en zijn officieren van oordeel, dat dit gedeelte van bet ruim met water moest worden volgepompt. Terstond werd het middel toegepast, maar in plaats van den brand op die wijze te zien blusschen, nam hij allengs in hevigheid toe. Dit was in zoodanige mate het geval, dat in den vroe gen ochtend van dien dag, om 4 u. 30 min. het besluit door den gezagvoerder werd genomen, om het schip aan de golven prijs te geven en de opvarenden zoo mogelijk iu de sloepen te redden. De passagiers op het dek geroepen zijnde, vernamen uit den mond des gezagvoerders, dat hij het zijn plicht achtte het schip te verlatenTerstond hierop gaf bij aan een gedeelte der bemanning den last om de 8 sloepen, die zich aan boord bevonden, van het noodige te voorzien, zooals drinkwater en velerlei andere levensbehoeften, lampen, compassen, enz., enz. Onder de passagiers 1ste kl., die allen tot den laatsten man op het dek geschaard bleven, waa er slechts één en dit was nog wel een man die zich niet ordelijk gedroegdaarentegen van al dc overigen, zoo mannen als vrouwen, mag met hot volste recht worden gezegd, dat zij allen kalm en bedaard bleven. Hetgeen niet weinig bijdroeg om den toestand zeer gevaarlijk te maken, was de volgende bijzonderheid. Men wist dat in het daarnaast gelegen waterdichte vak een zeer aanmerkelijke hoeveelheid hars was ge stuwd. Ging dit in brand, dan was alle hoop voorgoed verloren. Intusschen bieren de vlammen onophou delijk voortwoeden en het stond te vreezen, dat de ijzeren platen door de geduchte hitte zouden uitzetten, bersten en dat derhalve de brand zich verder zou verspreiden. Er werd bevel gegeven gaten te hakken in het dek, ten einde op die wijze een grootere massa water dan vroeger in het aangetaste vak te pompen. Nauwelijks had men een gedeelte van eenige houten luiken wegge kapt, en werd dc ijzeren bedekking zichtbaar, daar bleek het dat die reeds gloeiend stond. Weldra had men hierin de noodige gaten geslagen, en nu werden alle pompen aan den gang gehouden en een verbazende massa water iu het ruim gestort. Eindelijk bespeurde men, dat de hevigheid van den brand begon af te nemen, en om streeks half zes was men de vlammen in zooverre meester, dat bet gevaar voor de „Gellert" was geweken. Was men vroeger uit den koers gestoomd en had men den steven zuidwaarts gericht, om op die wijze het gedeelte van den oceaan te bereiken, waar de vaart het levendigst is en derhalve hulp van andere schepen het eerst kon worden tc gemoet gezien, nu was de toe stand dermate verbeterd, dat de vroeger ingeslagen richting weder kou worden ge volgd en men stoomde derhalve voort met het doel om Liverpool zoo spoedig doenlijk te bereiken. Zoodra de vlammen derwijze waren be dwongen, dat een nauwkeurig onderzoek naar den toestand kon worden ingesteld, werd onverwijld daarmee een aanvang ge maakt. Hieruit bleek, dat indien de brand, zooals die op het hevigst had gewoed, nog gedurende een korte poos was voortgegaan, de state-roorns zonden zijn aangetast ge worden, hetgeen den spoedigen ondergang van de „Gellert" onvermijdelijk na zich zou hebben gesleept. Zoolang de brand aan het woeden bleef, strekte de rookkamer tot toevluchtsoord aan de dames en 't kan niet genoeg worden herhaald, dat zij zich in den benarden toestand, waarin zij verkeerden, allen hebben onderscheiden door kalm en moedig gedrag. Onder de tusschendeks-passagiers, meeren deels bestaande uit Poolscbe Israëlieten, beerschte niet een dergelijke kalme beraden heid. Zulk een gehuil en gejammer, zulk een bulderend gekrijscb als door hen werd aangeheven, laat zich met geen woorden uitdrukken. Terwijl een gedeelte der bemanning zich nog ijverig bezig hield met het voorzien van de sloepen van al 't geen voor het levens onderhoud en de redding der aan boord zich bevindende personen gevorderd scheen, werd vrij algemeen deze beduchtheid gekoesterd: komt het zoover, dat wij onze toevlucht tot de sloepen moeten nemen, dan laat het zich klaar en duidelijk voorzien, dat de massa der tusschendeks-passagiers zich met geweld in de sloepen zullen werpen, 't geen hun ondergang en die van de overige passagiers onvermijdelijk zal tengevolge hebben. Ten einde in het onverhoopte geval niet hulpe loos tegenover een met geweld aandringen de radelooze massa te weerstaan, werden op last van den gezagvoerder zoodanige maatregelen genomen, dat de handhaving der orde en tucht als verzekerd kan worden beschouwd. Toen eindelijk alle gevaren te boven wa ren gekomen, werden de passagiers bijeenge roepen. Het voorstel in die bijeenkomst gedaan, om den gezagvoerder Kublewein, de verdere officieren en bemanning aan boord den innigaten dank aan te bieden voor ban beradenheid en manmoedig gedrag, vond uit den aard der zaak een onverdeelden bijval. Voor meer dan 1000 dollars werd tevens bij die gelegenheid ingeschreven ten behoeve van het reddingsfonds van de „Gellert." De schade, aan de lading toegebracht, wordt op ruim 10,000 doll. geschat. Naar men onderstelt, moet de oorzaak van den brand worden toegeschreven aan zelfont branding van de tabak.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1882 | | pagina 1