Om op te ruimen
100 GULDEN
S, I11T Dz,, li 1
4711,
Ytiriiaar til Hel. Prins si ie 1. Dito, Weker m Staalman.
S'ï'EJ
DE (MAKKELIJKSTE IANIEE VAN BETALEN.
BÜ M. A, GRUNWALD,
Puik beste geconfijte
GEMBEB,
M. A. GRUNWALD,
PLANKEN, SCHROOTEN, PAALTJES,
PLAAT- en BADDINEEINDEN, enz.,
Plaatsvervangers
zullen de DAMES- en KINDER-ZOMER en
REGENMANTELS van af 4 gulden worden
TTITVBEKOCHT.
alle soorten
Handel in
THEEÉ1,
E. BRANDSMA, te Amsterdam.
Deze Machines worden desverkiezende met Zelf-Spoeler geleverd.
Spoorstraat. G. B. SCHÜLMAIM G°. Den Helder.
A D E L A I D E.
Het goedkoopste en meest gesorteerde Magazijn in MANUFACTUREN is „DE TIJDGEEST."
Ontvangen de nienwe Najaarsstoffen voor Dames, Heeren en Iiinderkleeding. Ontvangen nieuwe Omslagdoeken, Overdoeken, Avonddoeken en Kiuderdoeken. Ontvangen nieuwe
Aajaars-Mantelstoffen en Regenmantelstoffenin de uitgebreidste sorteeriug. De uitgebreidste sorteering in Flanellen, Baaien en Bevers en gestikte Katoenen Dekens.
Woensdag l>ü goed weder van één tot aes uur, verkoop van Lappen, allerhande soort.
VLOOTSTRAAT B 72, Helder, zijn in
de 209e Staats-Loterij onderstaande
prijzen gevallen:
Op No. 12685 f 5000.
7216 - 400.
18353 - 200.
18373 - 200.
18380 - 100.
18315 - 100.
8788 - 100.
Bij wien voor de 310e Staats-Loterij
weder HEELE, HALVE en GE
DEELTEN van LOTEN te bekomen
zijn. Van een accurate verwisseling
kan inen verzekerd zijn.
Trekking der le klasse:
SI A.U.gUStU.3.
a 45 Cent het half Kilogram en bij
de 2i Kilogram 40 Cent, bij
Vlootstraat B 72, Helder.
Te lioop
bij PRINS, Binnenhaven, een partij
per stnk en per dozijn,
TEGEN BILLIJKE PRIJZEN.
Gevraagd
voor nazaken. Tevens kunnen zich
geschikte Personen voor INDISCHE
DIENSTNEMING aanmelden bij
3VE.
BnitenbantamnierstraatWo.2.
AMSTERDAM.
Heele en gedeelten van Loten
der 310®-Staats-Loterij zijn te
bekomen bij J. KORPORAAL,
Westgracht 283.
21 Augustus begin der trekking.
die ook b ij de maat verkocht wordt.
die niet geheel herstelt of wiens
gezondheid niet verbetert door het in
geheel Europa, en ook reeds daar
buiten, met roem bekende medicament,
dat den Heer HARTZEMA, Adj.-
Apotheker, Prinsengracht 509, te
Amsterdam, volkomen van verouderde
Rheumatiek met verstijving en ver
kromming van de gewrichten bevrijd
heeft. Dit medicament verwijdert de
concrementen van urinezuur de
eenige oorzaak van alle vormen van
Rheumatiek en Jicht uit het
lichaam van den lijder, en is bijgevolg
het eenigste middel, dat, zelfs in ge
heel verouderde gevallen, volledige
genezing schenken kan. Brieven van
dankbare herstelden, alsmede van
geneeskundigenzijn voor belang
stellenden te zien. Toezending, met
brochure, naar alle plaatsen van het
Rijk. Heele fl. f 3.50 halve f 2.
FIRMA R. HAGENDOORN ZOON.
Adres M. KLEUN, Binnen
haven, Nieuwediep.
GEURIGE WATERHOUDENDE
nit het Magazjjn van
Losse Zwarte Thee 20 Ceut per Ons.
Zwarte Thee in pakjes van één ons 22
Allerbeste Stofthee, id. 22
Prima Souclion Thee id. 26
DepótsSpoorstraat en Zuidstraat.
K O IR V HI IR.
De ondergeteekende
maakt aan zijne geachte
begunstigers bekend, dat
hij wederom zich alhier gevestigd
heeft als KLFEDERMAKER en LE
VERANCIER, hopende zich een ieders
gunst waardig te zullen maken.
Tevens voorradig een nienwe col
lectie NAJAARSSTOFFEN voor De-
mi-saisons, Vestons en Pantalons,
Uw Dienaar,
J. M. DE MUNCK,
Hoogstraat 327.
Aan hetzelfde adres kan een JON
GEN geplaatst worden, die eenigs-
zins met het vak bekend is.
Volkomen genezing door
:deBandage Régulateur v.
Dr. Waersegers, gebreveteerd Breuk
meester der Hospitalen, Commandeur
en Ridder van verschillende Orden.
Groenplaats 35, te Antwerpen.
Familie Trap-Machine,
is van de nieuwste Ap
paraten voorzien.
Prijs f40.00.
!Nri0AA.N7N7'0
Familie Trap-Machine
met smaakvolle afsinitkast.
Prijs f 45.00.
ISJxeiü'w©
Familie Trap-Machine,
voor hand- en trapkeweging;.
Prijs f50.00.
Nieuwe
Familie Trap-Machine,
voor hand- en trnpbewcging.
met kast. Prijs f55.00.
FEUILLETON.
Een verhaal van Cla&a Cbon.
Uit het Hoogduitsch vertaald door
38.) J. W. BEVER8EN.
Melanie was even verbaasd als beangst
geworden. Nu ze Adelaïde in zoo'n toestand
van ongewone opgewondenheid aantrof, wilde
ze haar maar niet eens meedeelen, dat haar
vader ook lang niet op zijn gemak was en
werkelijk zeer bang was, dat 't met de
zaken van Madling zeer slecht stond.
De oude heer von Sterne en Arthur had
den besloten den volgenden morgen naar
de stad te gaan om iets naders te verne
men aangaande de vreemde geruchten, die
zich reeds begonnen te verbreiden. Dit be
zoek en het wonderlijk gedrag van den
geheimraad ten opzichte van Adelaïde zette,
naar Melanie's meening, do kroon op al
die geruchten.
Terwijl deze met de grootst mogelijke
voorzichtigheid zich poogde nit te drukken,
zat Adelaïde stil voor zich heen te zien.
Ze hoorde sints lang niet meer, wat haar
vriendin sprak, want al haar gedachten wa
ren uitsluitend op Hermsdorf gericht. Wat
bekommerde zij zich om Madling en diens
zoon, wat om alle andere menschen, wan
neer alle geloof en liefde haar ontzonken
waren, wanneer ze zonder eenige hoop hem
moest laten varen, op wien ze al het gelnk
haars levens gebouwd had! Eu 't was im
mers al weg, hij was immers reeds onher
roepelijk voor haar verloren!
Want wat had te gedaan? Wat had ze
Oswald Hermsdorf gezegd P Ze had hem iu
het aangezicht geslagen door hem toe te
voegen, dat ze hem verachtte. Dat had
ze hem gedaan! Maar had zij er werkelijk
het recht toe gehad? Nog nooit immers had
hij haar over liefde of over een huwelijk
gesprokenze had immers nog hoegenaamd
geen recht op hemmocht ze hem dan nu
al tronweloos noemen en hem verachten P
Maar die brief danP Wat ging die brief
haar aanP Was hij wel echtP Was 't mis
schien niet alles leugen en bedrog om
Hermsdorf bij haar te belasteren?
Met onweerstaanbare kracht drongen in
deze oogenblikken al die gedachten zich op
aan haar geest en zij beefde voor zich zelve
terug. Waartoe had zij zich toch door wan
trouwen en hartstocht laten meesleepen
waar was dan nu haar liefde en vereering
gebleven, toen zij zich blindelings overgaf
aan de macht van die andere booze geesten
En terwijl al die gedachten in rnstelooze
vaart haar brein doorkruisten, bedekte ze
als in vertwijfeling haar gelaat met haar
handen en zuchtte diep; ze had zich wel
voor zich zelve willen verbergen.
,,'t Is alles gedaan!" barstte ze onwille
keurig uit.
„Wat meen je tochP" vroeg Melanie ver
baasd, want dat paste in 't geheel niet als
een antwoord op hetgeen zij gezegd had.
„Je verontrust je meer, dan ik dacht, mijn
kind! Bedaar toch wat; geen macht ter
wereld kan je toch immers tot dat huwelijk
dwingen
Troosteloos schudde Adelaïde het hoofd
en smeekte haar vriendin om haar een poos
alleen te laten, zeggende, dat ze wat wilde
uitrusten. Maar dat was sleehts een voor
wendsel, want zoodra Melanie de kamer
verlaten had, begon Adelaïde onrnstig op
en neer te loopen.
Hoe meer ze nadacht, des te onrustiger
werd 't op nieuw in haar binnenstege
durig werd ze heen en weer geslingerd
tusschen de onvoldaanheid met zich zelve
en de twijfelingen ten opzichte van Herms-
dorffs gedrag, die door den brief, in allen
gevalle aan hem gericht, in haar ziel op
rezen! Maar hoe meer het haar gelukte zijn
beeld in haar geest, als het ware, vast te
houden en duidelijk zich te herinneren, hoe
hij zich altijd en vooral tegenover haar had
gedragen van het begin der kennismaking
aan, des te meer verloren die twijfelingen
aan kracht en invloed. Ze aanschouwde weer
den ernst zijner gelaatstrekken, die ver
trouwen inboezemde, zijn vriendelijk lachje,
dien blik van innige liefde en vreugd,
waarmee hij zoo dikwijls, vooral in den laat-
aten tijd haar had begroet, ze hoorde weer,
als uit de verte den toon, waarop hij in
het bosch haar naam, waarop hij „Adelaïde"
had uitgesproken entranen van bit
teren rouw en smart besproeiden ten laatste
haar wangen.
Er waren eenige uren verloopen en nog
vertoefde ze in haar kamer; daar werd haar
een briefje overhandigd, dat een bode te
paard gebracht had. Ze begon to beven van
angst en was bijna niet in staat om een
licht aan te steken en te lezen- Het briefje
kwam van Emilie en luidde aldns:
„Kom zoo spoedig mogelijk in stad;
er zijn dingen gebeurd, die nw tegen'
woordigheid noodzakelijk maken."
Adelaïde schrok geweldig, natuurlijk
dacht ze in 't eerst aan Hermsdorf. Zon
hij misschien haar stiefvader of Theodoor
hebben opgezocht om rekenschap te eischen
ten opzichte van den brief? Zou er ook
een ongeluk gebeurd zijn? Zon er ook een
duel hebben plaats gehad? Maar
redeneerde ze weer zou Emilie haar
schrijven en zoo dringend ontbieden, wan
neer er met Hermsdorf ieis noodlottigs ge
beurd was? Neen, dat kon ze toch ook niet
veronderstellen. Adelaïde begreep eindelijk,
dar het hartstochtelijk omzwerven harer ge
dachten haar op die wijze nooit zou bren
gen tot dien toestand, die op ditoogenblik
noodzakelijk was; ze herinnerde zich, dat
het lot van Hermsdorf, even zoowel als dat
van haar zelve, in Gods hand waren en
door die gedachten eensklaps weer tot rust
komende, ging ze met het briefje van Emilie
naar haar vrienden, om den baron terstond
een rijtuig te vragen.
Nadat deze de weinige regelen gelezen
had, aarzelde hij geen oogenblik om aan
haar verzoek te voldoenhij en Melanie ont
roerden zeer en vermoedden vreeselijke din
gen, maar wilden er Adelaïd» maar niets
van zeggen. Ze snelde weer naar boven
om zich voor den laten reistocht gereed
maken en spoedig stond het gemakkelijk
rijtuig met Eriesing's beide rijpaarden be
spannen voor de deur, een blijk van
zóó groote welwillendheid en beleefdheid,
dat hieruit volgens Melanie's schalksche
opmerking, duidelijk te bespeuren was, hoe
hoog haar vriendin bij haar man stond aan-
gesc breven.
Met de grootste snelheid reed ze voort,
terwijl het duister was en stormde en het
onweer gestadig heviger werd. Maar 't
hinderde haar niet. Terwijl 't rondom haar
stormde, werd het binnen in haar van lie
verlee stiller en helderder. Allengskens kwam
ze tot de overtuiging, dat ze te voorbarig
was geweest, toen ze Hermsdorf had ver
oordeeld en dat ze hem onbillijk had be
handeld. En met die overtuiging keerde ook
weer een zeker gevoel van vreugde in haar
hart terug.
Want al mocht de geliefde vriend ook
boos op haar wezen, al mocht ze ook voor
altijd zijn liefde verspeeld hebben, die hij
zoo duidelijk in blik en woord had doen
blijken, 't was niets anders dan haar
verdiend loon en weer aan hem, aan deugd
en aan waarheid te kannen gelooven, dat
was toch immers al op zich zelf iets heer
lijks en ze wilde het doen!
Voor de eerste maal in haar leven voelde
ze de volslagen onmacht van den mensch
tegenover den samenloop der levensomstan
digheden, wanneer hij enkel en alleen op
zich zelveu vertrouwt, maar tegelijk onder
vond ze ook de opbeurende kracht der oot
moedige overgave van do ziel aan de liefde
volle almacht Gods.
En gelijk ze, wat de uiterlijke omstan
digheden betrof, onbevreesd door storm en
onweer voortreed, zoo ging ze ook innerlijk
getroost en goedsmoeds dat tegemoet, wat
ale een in het duister liggende ramp haar
scheen te verbeiden, en wanneer zoo nu en
dan nog een zacht vol bezorgdheid of een
bede uit haar zie! oprees, dan luidde die
slechts in woorden vertolkt: „mocht er
toch maar met Hermsdorf niets ongelukkigs
zijn voorgevallen
Intusschen verkeerde juffrouw Mohnhaupt
in voortdurenden angst. Nadat ze aan Ade
laïde een bode had gezonden en naar huis
was teruggekeerd, was er op het eene
geluk zoo'n nieuwe en groote ramp gevolgd,
dat het waarlijk geen wonder was, wanneer
't de onde dame moeielijk viel om rustig
en bedaard na te denken.
Nog altijd toch kon zij zich geen recht
begrip vormen van den samenloop der ora
standigheden en er was ook niemand in huis,
met wien ze over de duistere en ontzet
tende gebeurtenissen der laatste uren zou
hebben kunnen spreken. Wat ook den ge
heimraad mocht gedreven hebben tot zijn
vreeselijke daad, 't stond in allen gevalle
in verband met het lot van Adelaïde, maar
al zou de naaste toekomst ook wel licht over
de zaak verspreiden, zon het wel ooit iets
goeds kunnen zijn? Was niet de verwon
ding van Theodoor een ongelukkig gevolg
van den noodlottigcn stap zijns vaders en
in welk verband kon ze toch wel staan met
den dood van Madling P Den naam van
Sylvius had ze zoo ter loops hooren noemen
in de verwarde berichten der dienstboden,
maar die menschen wisten zeiven niets
meer en deels hadden ze 't zeiven te drnk,
deels belette de afgezonderde levenswijze
van Emilie, waaraan zij gewoon was ge
worden, iets meer nit hun mond te ver
nemen. Nanny poogde nog wel het een en
ander te weten te komen, maar ze hoorde
alleen, dat er personen van het gerecht en
geneesheeren in huis waren en dat de jonge
heer dokter Hermsdorf had herkend, dre
van zijn kant verklaard had, dat de ver
wonding niet gevaarlijk was.
Toen Nanny die dingen aan juffrouw
Mohnhaupt berichtte, beval deze haar om
den dokter te verzoeken even bij haar te
komen, wanneer hij heenging, 't Schonk
haar ten minste het vooruitzicht, dat ze
eindelijk eens eenige opheldering zou ont
vangen aan hem kon ze oolc haar angst
klagen ten opzichte van Adelaïde, die
haar meer dan &1 het andere begon te fol
teren. Want met toenemende bezorgdheid
had ze het onweer zien aankomen, terwijl
zij zelve door haar dringend Behrijven het
meisje daaraan han blootgesteld, en toen
't nu ieder oogenblik al donkerder en don
kerder werd, toen de storm gestadig meer
begon te woeden, zoodat de sterke onde
boomen in de laan kraakten en braken
toen de hagel met groote stukken tegen de
vensters kletterde en ze dreigde stuk te
slaan, toen zag de goede oude dame in
haar ontstelde verbeelding de paarden met
haar Adelaïde op den hol gaan, het rijtuig
omwerpen en haar lieveling op den weg
neerslingeren.
In het oogenblik, waarin haar fantasie
juist het eene ongeluk op het andere sta
pelde, werd tot haar geluk dokter Herms
dorf aangediend, en zijn bedaard, mannelijk
voorkomen zoowel als zijn vriendelijke groet
waren alleen reeds geschikt om haar tot
kalmte te stemmen.
Al spoedig had juffrouw Mohnhaupt hem
haar grootsten angst met betrekking tot
Adelaïde meegedeeld, niet vermoedende, hoe
nabij hij haar in de laatste uren geweest
was en welk een diepe klove toch alweer
beiden van elkander scheidde. Hij poogde
ze geruBt te stellen door de opmerking, dat
de Friesing's de freule wel zouden verhinderd
hebben om in dat weer heen te rijden, dat
overigens de weg goed was en het onweer
reeds aftrok. Toen vroeg ze hem, of hij
haar ook eenige opheldering kon geven om
trent den samenhang der noodlottige ge
beurtenissen van dien dag en juist wilde
bij er, zoo goed en zoo kwaad als hij kon,
eenig antwoord op geven, toen de deur
geopend werd en Adelaïde binnentrad.
(Wordt vervolgd.)