m VAN DER POLL LÜRZ,
Heldersclie Gasfabriek.
mm Tan umeie si:
Hut pittigst) ia int inHHrik Maieziii li Imofactirei Is „DE TIJDGEEST," limit 61-88,
DE CONCURRENT,
ei en mii teize van le SM LAMPEN.
4711,
«riteer lil Mei. Pis ei le BE. Dite, f eter n Staalman.
DE GEMAKKELIJKSTE MANIER VAN BETALEN.
C. B. SCHULHAIJER C".
DRIEMAAL GEVANGEN.
VEEREK, GLAZEN, WIJZERS ei SLEUTELS, worden direct in- en opzet.
compl. fl.25
Bij C. DE BOER Jr„ Spoorstraat, Helder.
Deze Machines worden desverkiezende met Zelf-Spoeler geleverd.
Spoorstraat.
Den Helder.
Ontvangen de NIEUWE NAJAARSSTOFFEN voor Dames-, Heeren- en Einderkleeding. Ontvangen de nieuwste Flanellen OMSLAGDOEKEN en KINDERDOEKEN tot bijzondere
prijzen. Ontvangen de nienwe gehaakte AVONDDOEKEN, OVERDOEKEN en KINDERDOEKEN. Ontvangen de nieuwe Stoffen voor REGENMANTELS en PEIGNOIRS. Ontvangen
een groote keuze in gekleurde Flanellen voor OVERHEMDEN en JAPONNEN. Ontvangen de nieuwe Wollen Kinder- en Vrouwen-MUTSJES en aanverwante Artikelen. Ontvangen
de nieuwe dessins in machinaal bewerkte gestikte KATOENEN DEKENS en MOLTON DEKENS. Prachtige patronen in PIQUÉ O VERSPREIEN.
De BAAIEN, BEVERS, FLANELLEN en DUFFELS van „DE
de Stalen en vergelijkt prijzen en kwaliteiten.
Woensdag bij goed weder van één tot zes uur LAPPENVERKOOP.
Dagelijks bij goed weder, groote uitstalling van Baaien, Bevers, Duffels, tot zeer lage prijzen.
T IJ D G E E S T,'' zijn onovertrefbaar door prijs, kwaliteit en kleur. Ontbiedt de
(eerstgenoemde 18 jaren b(j den Heer B U H 8 E werkzaam geweest.)
Horlogiemakers, Binnenhaven No. 3, naast de Heeren Bebrs. Nas,
liebben de eer het geachte publiek van HELDER, NIEUWEDIEP en
Omstreken bekend te maken, dat zij hunne zaak S©OJp©33LCL
hebben en zullen trachten door een goede bediening een ieders gunst
waardig te mogen worden.
Ruime keuze in Gouden en Zilveren Heeren en Dames Horlogiën,
nieuwste modellen vergulden en marmeren Pendules, Regulateurs,
Sclieeps- en Huisklokken en Wekkers, alles tegen concnr-
reerende prijzen en met gnarantie.
Alle reparatiën, in ons vak voorkomende, zoowel Uur- als Speelwerken,
worden met de meeste zorg spoedig en billijk uitgevoerd. Yisites en kleine
reparatiën, gedurende den guarantietijd, worden niet in rekening gebracht*
GRAVEEREN OP GOUD EN ZILVER.
ABONNEMENT VOOR OPWINDEN.
Daar wij direct met de eerste fabrieken in Duitschland in verbinding
staan, zoo kunnen bij ons op teekening bestelde artikelen binnen 14
dagen afgeleverd worden. REGULATEURS met kalender, die zich zelf
reguleeren, en van 1 tot 12 maanden loopen en met verschillende tijd
rekeningen. KLOKKEN met FLUIT, TROMPET- en SPEELWERK,
mechanisch zingende VOGELS, beweegbare FIGUREN, WACHT, CON
TROLEKLOKKEN, enz., enz.
Alles onacr guarantie.
Weststraat L 87. Weststraat L 88.
HANGLAMPEN met koperen hanger, porceleinen kap en
grooten brander
HANGLAMPEN opschuif baar met tegenwicht
Groote ronde Brander
Ballons voor Lampen
Petroleumkann en
van af f 1.50.
- 4.00.
- 0.75.
- 0.25.
-0.25.
Zoolang de voorraad strekt,
worden de COKES dagelijks af
geleverd 's morgens van 9 tot
12 ure, aVIJF-EN-DERTIG
CENTS per Hectoliter.
Helder, 22 Augustus 1882.
Volkomen genezing door
deBandage Régulateur v.
Dr. Waersegers, gebreveteerd Breuk
meester der Hospitalen, Commandeur
en Ridder van verschillende Orden.
Groenplaats 85, te Antwerpen.
die ook bij de maat verkocht wordt.
met gedrukt adres, van af f2,30 per duizend.
Nieuwe
Familie Trap-Machine,
is van de nieuwste Ap
paraten voorzien.
Prijs f40.00.
Nieuwe
Familie Trap-Machine
met smaakroUe afsluitkast
7 Prijs f 45.00.
3NJ"1©-UL"W©
Familie Trap-Machine,
voor hand- en trapbeweging.
Prijs f 50.00.
Nieuwe
Familie Trap-Machine,
voor hand- en trapbeweging.
met kast. Prijs f 55.00.
FEUILLETON.
Historische Schets.
Vertaling van Geekit J.
8.)
„Dat is gauw genoeg gezegd, maar niet
zoo gauw gedaan, als je denkt. Hij is zoo
sterk, dat hij 't zonder moeite tegen een
half dozijn kerels epueemt en komt slechts
dan, als hij zeker is geen overmacht bij me
te vinden. Doe ik in stilte aangifte, dau
is hij plotseling als weggeblazen en ik kan
hem nakijken."
„Laat hem dan vervolgen. Hij kan toch
niet verdwijnen!"
„Ik heb 't geprobeerd, maar 't helpt niet,
want hij is in Wüstrow te huis en kent
de landstreek als zijn eigen zak. Is hij een
maal weg, dan wil ik weieens zien, wie
hem kan vinden. Eenmaal is hij op den
terugweg door een korporaal en twee man
aangehouden. En wat gaf 't? Hij heeft ze
alle drie afgeranseld, dat ze bónt en blauw
zagen en heeft ze met hun eigen wapens
over de grenzen gejaagd, waar men hen
onder Pruisische troepen heeft gestoken."
„Dat is een duivelsche kerel, dien ik
weieens zou willen zienMaar nu moet ik
weg. Heb je me nog wat te zeggen:"
De luisteraar vond 't thans zaak zich te
verwijderen.
Hij keerde langs denzelfden weg terug
en trad met een slaperig gezicht de gelag
kamer weer binnen, nam een hartige teug
uit zijn bierglas en ging toen, met de eene
hand voor 't gezicht, op de rustbank liggen.
De kastelein, die kort daarop binnen
kwam, sloeg in 't geheel geen acht op hem
hij zag wel meer zulke slapers in zijne ge
lagkamer en had 't ook te druk met de
overige gasten.
Daar trad een man binnen, die een
snellen blik door 't vertrek wierp en spoedig
bemerkte dat er alleen aan de achterste tafel
nog plaats te vinden was. Met wijde schre
den stapte hij voorwaarts en nam plaats
op denzelfden stoel, waarop voorheen de dikke
gezeten had.
De aanwezigen konden niet nalaten hem
hnnne aandacht te schenken, omdat hij in
zijn voorkomen een verrassende gelijkenis
had met den kastelein.
Beiden waren lang en mager, maar stevig
gebouwd. Beiden hadden de zestig al achter
den rug, droegen een knevel van gelijken
verm en konden, wat hunne gelaatstrekken
betrof, best voor broeders doorgaan. De
nieuw aangekomene droeg een blanwlinnen
kiel en had een zweep met dikken steel
over den rechterschouder hangen, 't Scheen
alsof hij een langen weg had afgelegd, want
zijne hooge laarzen waren tot over de knieën
met stof en modder bedekt.
„Hedaar, kastelein!" riep hij, daar hem
niet aanstonds naar zijne begeerte werd ge
vraagd, moet men in „De blauwe Ster" van
dorst versmachten P"
„Bedaar wat," antwoordde Fahrmann, „of
denk je wellicht dat we op jon gewacht
hebben
„Zanik niet, maar rep je wat en bezorg
me een kruik bier!"
Bij de klank dezer dreunende stem was
de man, die op de rustbank lag, verschrikt
in elkander gekrompen; hij bleef echter
stil leggen.
„Daar is je bier," sprak Fahrmann, terwijl
hij de krnik op de tafel plaatste, en nu
mag je wel tevreden zijn."
„Als 't bier goed is, ja; anders mag je
de krnik zelf leegdrinken."
Hij dronk, klapte met de tong en dronk
daarna de kruik in een enkelen teug ledig.
„Nog een!" beval hij glimlachend,
„Smaakt 'tP"
„Beter dan ik had kunnen denken."
Fahrmann haalde 't begeerde en begon
toen eenige nieuwsgierige vragen. De on
bekende soheen hem belangstelling in te
boezemen.
„Je moet al heel wat geloopen hebben,
dat kan men wel aan je laarzen zien. Waar
ga je heenP"
„Nog verder."
„Zoc, nu is men even wijs als te voren.
Waar is de reis naar toe?"
„Verderop."
„8acrement, onwe, je bent drommels kort
aangebonden."
„Dat raakt jon niet."
„Meen je datP 't Zon misschien goed
voor je wezen, wanneer je op een goed
gemeende vraag wat beleefder wildet ant
woorden. Men kan zoo dadelijk hooren en
zien, waarmee je dagelijks omgaat."
„ZooP Waarmee danP"
„Wel met beesten, anders niet."
„Daar heb je gelijk in, want ik doe 't
op dit oogenblik ook. Je bent een snuggere
bol, hoor!"
„Bah! Wie dagelijks met een honderdtal
gasten omgaat, kan den verkooperj op een
half uur afstands ruiken. Ga je naar de
markt te Lenzen om paarden of runderen
te koopen P
„In 't geheel niet. Ik heb een geheele
kudde in Perleburg afgezet en wil ledi
naar Clenze terug, waar ik thuis behoor,
antwoordde de man.
„Dus ben je een Hanoveraan?" zeide
Fahrmann, terwijl hij zijn stoel wat dichter
bij schoof ©u aan zijn zoon, die even te
voren was binnengekomen, een wenk gaf om
't werk van hem over te nemen. „En je
woont in Cleinze? Dan zijn we naburen
geweest, want mijne geboorteplaats is Lü-
chow. Heb je een goede pas om ongehin
derd over de grenzen te komen P"
„Een pas P Hoe zon ik er aan komen F
Ik ben zonder pas hierheen gekomen."
„Daarin zou je je weieens kunnen ver
gissen." Hij boog 't hoofd wat lager, om
niet door de anderen gehoord te worden en
fluisterde, nadat hij zich overtuigd had, dat
de man op de rustbank gerust sliep. „Was
je wat vroeger gekomen, dan had je een beste
gelegenheid gehad om ongehinderd de gren
zen te passeeren."
„Hoe dat F"
„Er was iemand bij me, die alle sluip
wegen kent en je gaarne bad meegenomen.
Ik zeg je dat, omdat je mijn landsman
bent en, even bIb ik, den Potsdamsohen
fluitspeler zeker ook niet moogt lijden."
„Hm. Hij is dan zeker een vervloekt
goed patriot!"
Wie is dan hier geweest P Misschien ken
ik hem ook wel, want lieden van die soort
ken ik van nabij.
„Werkelijk P Ja, de keurvorstelijken zijn
goede menschen en aan elkander gehecht.
Als je den man kent, dien ik bedoel, dan
kan ik je vertrouwen. Hij is kastelein op
een dorp aan de Zehre. NuP"
„Hemelelement! 't Is Hammerlein, uit
Gartow."
„Wie anders P En je kent hemP Van
waar, als ik vragen mag?"
„Hm. Ik weet niet, of ik 't je wel zeg
gen mag!"
.Waarom niet, hè P"
Omdat het gevaarlijk is. Hammerlein
doet zaken met lieden, die 't oog geslagen
hebben op iederen flink opgegroeiden kerel,
en ik weet niet, ofhm. ja begrijpt me P:
„Volkomen. En daar 't zoo staat, wil ik
je een weg aanwijzen, die volkomen veilig
is en waar je passeeren kunt, zonder lastig
gevallen te worden."
Hij greep een stuk krijt en beproefde
zijne beschrijving door een teekening op
de tafel duidelijker te maken.
Men kon duidelijk zien, dat do weg hem
perfect goed bekend was. „Zoo, nn ben je
zeker, dat je geen laat znit hebben van 't
volk van dien ouwen grobiaan."
„De ouwe grobiaan Wien bedoel je
daarmee P"
„Wel, de onwe Dessauer, die even vol
van grofheden en vloeken zit als een hond
van vlooien."
„Ah, zoo," klonk 't onder den geweldig
bewogen knevel. „Als je hem zoo goed
kent, pas dan maar op, dat je niet in zijne
handeD valt, want dan zou je ondervinden
dat vlooien lastige dieren zijn."
„Bah! Voor dien ouwen duivelstoejager
ben ik niet bevreesd."
„Dat is goed voor je. Thans zeg ik je
dank voor je goeden raad."
Hij stond op, betaalde zijn gelag en ging
de denr uit.
Bniten gekomen, sloeg hij de richting
naar 't marktplein in. Daar ontmoette hij
een jongen luitenant die, op den eenvoudig
gekleeden man geen acht slaande, hem met
kletterende sporen voorbij liep. Met een
snellen greep pakte hij hem bij een der
vangsnoeren en kommandeerde„Halt! Front
Oogen recht uit! Zeg eens, waar ligt de
opperwachtmeester von Dennau in kwartierP'
„Wie ben je, vlegel, dat je 't waagt een
offi
„Bek hondenAntwoord gevendonderde
de vertoornde man hem tegen. Hemelele
ment! wil je me dadelijk antwoorden!"
De stem van den ouden veekooper klonk
zoo gebiedend, dat de aangesprokene on
willekeurig den arm ophief en op vrij wat
lager toon vervolgde: „Daar op dien hoek,
't tweede huis, links met die trap!"
.Mooi! Oogen rechts! Rechtsomkeert,
marsch
't Voor de deur geplaatste schilderhnis
liet verder geen twijfel, waar *t kwartier
van den plaatskommandant was. De vee
kooper stapte den schildwacht voorbij, liep
de trap op en opende de eerste de beste
deur, die hij zag. In de kamer, waar hij
binnentrad,bevonden zich twee onderofficieren.
„Wie ben je en wat wil je?" vraagde
de eene met barsche stem.
„Is de heer opperwachtmeester von Den
nau te huisP"
„Wat wou je van dien heer?"
„Dat gaat je niet aan. Ik vraag of de
heer wachtmeester te huis is!"
„En ik vraag, wat
„Wil je je eigenwijzen snater dichthouden,
jijTau8end8chwerenothJijIk
„Snater! Eigenwijs! viel hem de onder
officier in, terwijl hij naderbij trad en den
man bij den arm greep." Jij gaat mee naar
beneden in de wacht! Ik zal jon dien ei
genwijzen snater op je huid laten tee
kenen, dat
„Wat beteekent dat heidensche geweld
hierP" klonk het op scherpen toon. 't Was
de opperwachtmeester zelf, die zich met
eenige officieren in zijne kamer bevond en
nu plotseling de deur openrukte. „Wie is
de rustverstoorder, die 't waagt, hier in
„De rustverstoorder P" sprak de veekooper,
zich omkeerende, „kijk hem maar eens goed
in 't gezicht, heer opperwachtmeester."
„Donder enIk wil zeggen, ik
vraag duizendmaal verschooning, uwe door
luchtigheid ExcellentieIk kon onmogelijk
weten, dat
,,'t Is goed't ls goedDoe echter op
een anderen tijd je oogen beter open, eer
je gaat schelden."
Hij tiad de kamer in, waar de officieren
in stijve bonding zijne komst afwachtten.
„Goeden morgenJë hebt zeker niet ge
dacht, dat er heden zulk een bezoek te
Lenzen zou komen. Ik wilde toch ook eens
zien, hoe 't hier toegaat. Toch zeker gis
teren een order ontvangen, heer opperwacht
meester
De aangesprokene stond voor hem met
de pink op den naad van de broek en zoo
recht op als een laadstok.
„Om u te dienen, Excellentie! Ja.
„Heb je den kerel?',
„Mag ik eerbiedig vragen welken P"
„Welken kerel? Wel, wien anders dan
Hammerlein?"
Hammerlein P Ik heb dien naam nooit
gehoord. Ik verzoek onderdanig me te willen
zeggen, wie (Wordt vervolgd.)
Gedrukt bij C. DE BOER Jr.
ing
I
aiu
eri