'T VLitiGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 1014. jstbot ij dag 3 November 1882. Tiende Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. Atoonnem exxt per 8 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 UitgeversBERKHOUT Co. te Helder. Bureau: SPOORSTRAAT ea ZUIDSTRAAT. Advertentien van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlyk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NOVEMBER, (Slachtmaand), 30 dagen. Opkomst der Zon 7 u. 5 m. Ondergang 4 u. 21 m. Zondag 5 Maandag 6 Dinsdag 7 H. Willebrordus. Woensdag 8 Donderdag 9 Vrijdag 10 Nieuwe Maan. Zon-Eclips, (in ons land onzichtbaar). Zaterdag 11 NIEUW STIJ DIN GEN HELDER, 3 Nov. 1882. Het alhier verongelukte schip »Gulf of Panama" was in 1880 nieuw gebouwd, metende 1031 ton netto, of 1592 ton bruto. Door experts is een onderzoek op het stoomschip ingesteld. Het vaar tuig en de lading is geheel verloren te beschouwen. Schipper J. Krijnen, van den loodskotter n°. 6, uit het Engelsche kanaal binnengekomen, rapporteert dat hg veel stormweer beeft doorge staan en Zondag namiddag ter hoog te van Goodwinsand veel wrakhout zag drijven, waaronder een wit ge schilderd naambord met het opschrift: sBexhill." Blijkens een bij het departe ment van marine ontvangen telegram is Zr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. Tromp", onder bevel van den kapt.- ter-zee H. D. Guyot, ter aanvulling van den steenkolen-voorraad, in den avond van 28 dezer, te St. Vincent aangekomen. Aan boord was alles wel. De kommandant had het voorne men de reis van daar rechtstreeks naar Batavia te vervolgen. De oostelijke storm, welke Vrij dag en Zaterdag, woedde, antwoord gevende op den zuidwestelijken orkaan van Dinsdagnacht, heeft de oostkust van Engeland met wrakken bezaaid. De »Barents," die eerst den weste lijken storm op de Hollandsche kust ontvloog, om te gaan bijleggen on der de Engelsche kust en daar een oostelijken storm te doorstaan, heeft den eerbied van Engelsche en Hol landsche loodsen verworven voor de sterkte en zeewaardigheid van het schip en de zeemanschap van zijn officieren en bemanning. Op de Engelsche kust zijn tal van schepen met man en muis vergaan. De Engelsche loodsen zagen enkelen in de diepte verdwijnen, zonder dat het mogelijk was hulp te verleenen. Bij Lowestoft werd een schoener stuk geslagen, waarbij twaalf man om kwamen. De reddingbooten en het vuurpijltoestel hebben verschillende bemanningen aan wal gebracht. Volgens opgaaf van bureau Ve- ritas zijn in de maand September ver ongelukt 90 schepen, alsvan Duitsch- land 4, Amerika 19, Engeland 35, Oostenrijk 3, Chili 1, Denemarken 3, Spanje 2, Frankrijk 8, Grieken land 1, Nederland 1, Italië 2, Noor wegen 8, Rusland 8, Zweden 2, waar onder 3 schepen waarvan bijzonder heden ontbreken. Stoomschepen 8: van Amerika 1, Engeland 5, Neder- 2, waaronder 1 waarvan men geen bericht heeft. Te Scheveningen kwamen van de visschersvloot, tot dusver bijna 200 schepen tellende, 66 schuiten aan den wal. De laatst aangekomenen hadden geen averij. Met begrijpelijke spanning ziet men naar de nog ontbrekende vaartuigen uit. Omtrent de redding van een der schepelingen van de »Gulf of Pana ma," te Petten, schrijft men nog het volgende Toen de sloep den grond raakte, was het moeielijk den ongelukkigen man aan den wal te brengen. De gol ven gingen zoo hoog, en hoe licht kon men van de been geraken en meegesleurd worden De schipbreukeling smeekte echter zoo hartverscheurend om bijstanddat Gerrit Doorn het niet langer kon aan zien. Hij sprong van een der hoofden in zee en bereikte, wadende en zwem mende, den ongelukkige. Hg tilde hem uit de boot en wilde zoo met hem naar den wal, doch de last was te zwaar. Doorn zette hem neer en beproefde of hij verder kon komen, terwijl hij den vreemdeling ondersteun de. Het ging een paar stappen goed, doch toen wierp een golf den afge- tobden Engelschman van de heen. Op hetzelfde oogenblik echter werden beiden door vier paar krachtige armen omvat, nl. van eenige werklieden. Nog twee geweldige golven naderden maar de armen om elkander heen geslagen, met den geredde in hun midden, stonden de kloeke mannen pal en brachten den schipbreukeling behouden aan wal. Eere zij den kloe ken mannen, die aldus hun leven waagden om dat van een medemensch te redden. Indien het gerucht waarheid bevat, staat de kans om den voort- vluchtigen Amsterdamschen graan handelaar Engels in handen te krijgen, niet zoo goed als men aanvankelijk had verwacht. Twee dagen na zijn vertrek uit Amsterdam zou hij na melijk te Hamburg scheep zijn gegaan naar Buenos-Ayres, waarmede wij geen uitleveringstractaat hebben. (Hbl.) Te Amsterdam is sprake van een drijvend hotel, dat door een con sortium von ondernemers, met het oog op den grooten stroom van tentoonstellingsbezoekers in 1883, in overeenstemming met de commissie voor de Koloniale Tentoonstelling ge bouwd zal worden. Woensdagmorgen ontsierde een treurige volksoploop de nog altijd gekeeten Bloemmarkt te Amsterdam. Middelpunt van den stoet en mikpunt van de uitjouwingen was een agent van politie, in blijkbaar benevelden toestand. Toen het gedrang al te hinderlijk werd, trok de beschonken man de sabel en zwaaide die in het rond, bij welke gelegenheid een sla gersknecht nog een gevoeligen slag schijnt gekregen te hebben, 't Duurde niet lang of een waardiger politie dienaar maakte zich van zijn ambt- geuoot (no. 406) meester, waarbij thans door het volk gretighulp ver leend werd, en vervoerde hem naar den politiepost in de Molsteeg. 't Ware te wenscben, dat het publiek a 11 ij d zoo bereidvaardig was, ook als het geen politieagent geldt. Naar men verneemt, heeft Z. M- de Koning den bekenden sergeant Musquetier benoemd tot Hds. tweeden particulieren secretaris. Met de bokkingvangst op de Zuiderzee is een begin gemaakt, als ook met het rooken van die visch te Harderwijk. Aan Z. M. den koning werd reeds in 't begin dezer week de eerste nieuwe Harderwijker bok king aangeboden door den Heer M. A. Cageling, bandelaar in visch al daar. Te Zevenaar heeft Maandag, zoo de beschuldiging luidt, een gehuwde vrouw, een harer kinderen, een. jon gentje van 4 jaren, door het inmen gen vac luciferskoppen in zijn voedsel, van 't leven beroofd. Zij geeft voor, door jaloezie gedreven te zijn, omdat haar man meer van dit kind hield dan van haar. Gevankelijk werd zij naar Arnhem vervoerd. Over de zwaluwen als bijenver delgers, zegt de »Landbouw-kroniek« van de N. Gron. Ct. het volgende Zooals wel bekend is, behooren de zwaluwen tot de insectenetende vogels, en het is gebleken dat zg boe nuttig andersschadelijk worden döpr hunne, insecten ver volgingen tot de bijen uit te strekken. Zoo deelt een ijmker er van bet volgende mede: In vroegere jaren nestelden de zwa luwen altijd onder mijn dak en had den daar het burgerrecht verkregen. Op zekeren dag, toen de jongen in 't nest reeds ongeveer half volwassen waren, maar door de ouden nog vlijtig gevoederd werden, besloot ik eens na te gaan wat er waar was van het gezegde dat zij bijen vangen. Ik nam een der jongen om den in houd der maag er van te onderzoeken, en ziet, zg bevatte niets anders dan bijen, 't Gevolg er van was dat ik hun de gastvrijheid opzei en de deur ;es. Dat de bijen de zwaluwen kennen als hunne vijanden, heb ik dit jaar gezien. Bg het veelal heerschende nat en koud weder, waren, er naar t scheen zeer weinig insecten, en, wanneer nu de bijen, bg het naderen van een regenbui, bij troepen naar de korven vlogen, vielen de zwaluwen er bij dozijnen bestormenderwijze op aan en verslonden ze in menigte. Ik heb naar die roovers met steenen geworpen, ik heb er op geschoten, maar niets baatte. Plotseling kwam echter eens de zon door en het too- neel veranderde geheel. De bijen herkenden hunne vijanden en bij tien, twintigtallen vervolgden zg de zwa luwen, die jammerend de vlugt namen. Zelfs werden een paar zwaluwen zoo danig in den kop gestoken, dat zij kopbuitelend dood neervielen. Niet wg alleen hebben over 't wisselvallige weder te klagen. Ware stortvloedeu werpen de wolken op alle deelen van Europa neder. Tus- scben Marseille en Cannes is bet spoorwegverkeer geheel gestaakt, ten gevolge van zware overstroomingen. Het dorp Grindelwald in Zwitserland werd door water en wiud geheel ver nield. Er zijn te Mühlhausen, volgens de Strassb. Ztg., 20 jonge Israëlieten in hechtenis genomen, wegens het ontduiken van de bepalingen der militiewet. Zij hebben nl. bij de beslissende keuring anderen, met lichaamsgebreken, in hun plaats laten opkomendie dan op bun naam werden afgekeurd. Ongeveer 32 per sonen moeten zich daaraan schuldig gemaakt hebben. De gevangenen zijn allen van welgestelde, sommige van rijke familie, en hun inhechtenisne ming heeft groot opzien verwekt. Reeds sedert 1876 heeft men deze wets-ontduiking toegepast, en ook op andere plaatsen moet een dergelijk bedrog gepleegd zijn. Op de Noord- en Zuidkust van Spanje heeft een hevige storm ge woed, die de oorzaak is geweest van tal- rgke ongelukken. In den omtrek van een klee- dermagazgn te Chicago was verleden week een onafzienbare menigte ver gaderd. De eigenaar had namelijk aange kondigd, dat hij op een bepaald uur honderd overjassen van het dak zgner woning zou gooien, ten behoeve van zijn medeburgers, die geen jas konden koopen. Het verkeer in de naburige straten was uren te voren geheel gestremd, en de toevloed van belanghebbenden was zóo groot, dat de burgemeester, die mede tegenwoordig was, in het belang der orde liet verzoeken een half uur vóór den bepaalden tijd te beginnen. Van de jassen, die daarop een voor een naar beneden vlogen, kwam voor de grootste helft niets terechtde meeste werden door de honderden begeerige handen, die ze elkander be twistten, aan stukken gerukt. Een aantal bleef op de telegraaf draden boven de straat hangen. Zg werden er afgehaald door een tele graaflijn-beambte, die naar boven klom. Hij behield een er van voor zich zeiven, maar durfde daarmee, bij de vele op hem gerichte begeerige blik ken, niet beneden komen en gooide de jas door een openstaand venster in een huis, om ze later te halen. De menigte was zoo uitgelaten in haar begeerte naar jassen, dat een paar heeren, die toevallig met over jassen aan voorbijkwamen, gedwon gen werden hun jassen uit te trekken en af te staan, en nog bigde moesten zijn er zoo af te komen. Nadat de vertoonig een paar uren geduurd had, verzocht de politie den weldadigen winkelier, met zijn uit- deeling op te houden, en het volk ging, na een geruimen poos gewacht te hebben, langzamerhand uiteen. De vrouw van den arbeider A. Schenkel te Onstwedder-Tange heeft zich door het vlam vatten van hare kleederen boven een misschien wat al te goed van vuur voorziene stoof aan beenen, buik en borst zóó erg gebrand, dat baar leven zeer bedreigd wordt. Was haar man niet in de onmiddellijke nabijheid geweest, toen zij, in vlammen gehuld het huis ont vluchtte, dan zou zij ongetwijfeld levend verbrand zijn. Een kind, dat zg op haar schoot hield, had zij bij 't ontdekken van bet dreigend onheil tijdig van zich afgeworpen, zoodat dit niet in brand geraakt en alzoo aan een ellendigen dood ontrukt is. Blijkens de te üundeeontvangen berichten hebben de tien van daar ter walvischvangst in Straat Davis gezonden stoombooten een goede vangst gehad. De geheele vangst be droeg 78 visschen, die te zamen 685 ton traan opleverden. De Aurora had de grootste vangst, nl. 15 walvisschen. (In het vorige jaar bedroeg de geheele vangst slechts 47 visschen, die 514 ton traan gaven.) Verhaal van den matroos J. Steel, na de schipbreuk der »Gulf of Pa nama" op Zondag jl. De volgende inlichting geeft de matroos J. Steel, geboren in Schot land, behoord hebbende tot de equipage van het Eng. stoomschip »Gulf of Panama," gestrand Zondag 29 October 1882 op de Noor der-Haaks. „Wij kwamen naar mijn gissing des mor gens half zes uren aan den grond. Tot half acht naar redding uitge zien te hebben, verlieten wij het schip met drie booten. Ik was in een boot met 17 man en in de andere twee booten waren ieder 5 man. Nauwe lijks waren wij van het schip af, of onze boot sloeg om en wij lagen in de branding. Ik klom op de kiel der boot en zag nog 15 man zich vast klemmen aan de zijde der boot. De tweede stuurman was reeds verdwenen. Ik keek rondom en zag een loods kotter komen, die op de boot aan hield, waarin de kapitein, stuurman, bootsman, kok en een matroos. Ik zag de menschen overnemen en twee loodsen in den mast klimmen om uit te kijken, maar zij werden ons niet gewaar, wegens de hooge branding. Ik stak mijn arm op, maar werd niet gezien en zag dat de kotter over en weder stuurde en ten laatste voor den wind weg zeilde, zoodat wij allen bijna de moed lieten zakken. Wij bleven nog 2 uren in het ge vaar rondmartelen met 16 man, terwijl de boot gedurig rechts en onderste boven werd geslingerd, waardoor van tijd tot tijd een voor een zich los lieten en verdwenen van mijn zijde. Ons getal was ingekrompen tot 7 man 1 machinist, 4 stokers, 1 jon gen en mijn persoon. Zg gaven mij de hand en wenschten mij goeden nacht. Nu werd ik weemoedig en was op bet punt mij ook los te laten, maar daar ik op den jongen zag, kreeg ik moed en hielp hem ieder oogenblik weder op de boot. De machinist trok zijn kleederen uit, maar de krachten begaven hem en hg zonk weg in de diepte. Later ontwaarde ik land en zag dat wg zuidwaarts dreven en in beter water kwamen. Wg hadden zoo wat een half uur rust, daar de boot vol water was en recht bleef en wij ons maar stil vast hielden. Op eens kwam de boot in de branding en sloeg om. Bevende van koude, verwondde ik mij aan het linkeroog. De jongen kreeg de boot voor het hoofd nogmaals greep ik hem en hielp hem in de boot. lU uur daarna zag ik op het strand een man, stak mijn arm op en be speurde dat die man mg gezien had. Ik sprak den jongen moed in en zeide wij zullen spoedig wal hebben, houd moed, maar ontwaarde tot mijn schrik, dat ik tegen een lijk sprak. Dit perste mij tranen af, daar ik r- maar alleen was. Later zag jJ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1882 | | pagina 1