"T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 1027.
Dinsdag 19 December 1882.
Tiende Jaargang.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nnmmers2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
BareamSPOORSTRAAT el Zl'IDSTRAAT.
Ad.verten.tien
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 19 Dec. 1882.
De Minister van marine heeft
bepaald, dat de marine-autoriteiten de
uoodige maatregelen zullen nemen, dat
bij overlijden of bij ziekte met doo-
delijken afloop van personen, behoo-
rende tot de zeemacht of het korps
mariniers, daarvan onverwijld kennis
wordt gegeven aan de familiebetrek
kingen.
Zaterdag is op de werf van
den heer J. C. Ceuvel, te Arasterdam
de kiel gelegd van een ijzeren schroef-
stoomschip, genaamd Terschelliug,
voor rekening vau den heer A. D.
Zur Mühlen aldaar en bestemd voor
een post-, passagiers- en goederen
dienst tusschen Harlingen en Ter
schelling.
Te Noord-Scharwoude is Vrijdag
een boerenplaats door de vlammen
vernield. Alleen het huis was ver
zekerd. Van den inboedel is haast
niets gered.
In het kamerverslag van het
Handelsblad lezen wij omtrent de
ramp van de Adder" het volgende:
Gelijk te verwachten was lieeft de
ramp van de Adder" de Kamer den
geheelen dag beziggehouden, zoodat
aan het Zesde Hoofdstuk Marine
nog een avondzitting moet worden
gewijd. De minister van marine heeft
het hard te verantwoorden gehad
en niet zonder reden. Het vergaan
van een kostbaar schip met nog kost
baarder menschenlevens, midden in
den zomer, vlak voor de kust, is
dan ook een zoo ongelooflijke, onge
hoorde gebeurtenis, dat men moeie-
lijk gelooven kan aan iets anders
dan hoogst laakbare onvoorzichtig
heid of nalatigheid.
Maar wie is er onvoorzichtig of
nalatig geweest Het spreekt van
zelf, dat de levenden liefst de schuld
werpen op de dooden, op de slacht
offers, die niet meer spreken, zich
niet verdedigen kunnen. In 't rapport
der staatscommissie wordt dat ook tot
zekere hoogte gedaan, maar tevens
aangeduid, dat de marine-directeuren
te Hellevoet niet vrij zijn van schuld.
In de Kamer ging men verder
men zeide het wel niet met zoovele
woorden, maar men zocht toch den
meest schuldige in Den Haag, aan
het departement van marine, waar
bepaald wordt hoe een schip zal
bemand en aangevoerd worden. Daar
heeft men een Ȏtat major" aange
wezen, die onbekend was met het
vaartuig dat zij moesten voeren, of
schoon dat vaartuig hoogst onzeker
was in het gebruik op zee.
Voor een ongelukkigen, noodlotti-
gen samenloop van ongelukkige om
standigheden is zeker niemand aan
sprakelijk die samenloop is ditmaal
helaas zoo groot geweest, dat men
denkt aan de figuren in de oude
Grieksche tragedie. Maar wat niet
toevallig was, is de uitzending vau
een zoo moeielijk te hanteeren, zoo
kunstig samengesteld schip als de
Adder" was, niet met een volkomen
te vertrouwen leiding, maar onder
officieren die er vreemdelingen op
waren.
De verdediging van den Minister
was zeer flauw, hetzij uit bedeesdheid,
hetzij uit onbespraaktheid, en wij
begrijpen dan ook volkomen de ver
ontwaardiging van vele leden, waaruit
men den indruk kreeg dat de Marine-
begrooting gevaar liep te worden
verworpen. Hij gaf enkel eenige
feiten op en verklaarde eerst te zul
len handelen, nadat de Kamer ge
sproken had.
Evenwel is de zaak nog niet uit,
omdat de Minister het rapport der
Staatscommissie wel aan elk der
leden, maar niet officieel aan de
Kamer heeft ingezonden en dat nu
nog gebeuren zal, zoodat de Kamer
schriftelijk haar oordeel zal zeggen
en de Minister schriftelijk antwoorden
kan, evenals de instructie aan den
commandant Van der Aa, en die,
volgens zijn vriend, den heer Lieftinck,
den bekwamen, zoo jong gestorven
marine-officier ten volle zal recht
vaardigen. Heb doet goed te lezen,
hoe men om strijd in de Kamer de
verdediging van Van der Aa op zich
nam, gelijk Mars en marine-officieren
reeds in het Handelsblad en anderen
elders hebben gedaan.
De Minister heeft althans voor de
toekomst maatregelen beloofddat
is de gewone loop van zaken,
totdat men weder is ingeslapen door
langdurigen voorspoed en de routine
hare heerschappij hervat.
Ook over de gebreken bij onze
marine werd nog gesproken en het
gebrek aan oefening, waarop in ons
blad van verschillende zijden is ge
wezen.
De tribune was zeer bezet, ook met
marine-officiereu, maar men keerde
zeer teleurgesteld huiswaarts. De
Minister heeft geen fraaie figuur ge
maakt, en heeft daardoor ook de Ka
mer eigenlijk in de onmogelijkheid
gesteld, over de zaak te oordeelen.
De begrooting van marine is Vrijdag
door de Tweede Kamer aangenomen
met 35 tegen 12 stemmen.
Een amend. van den Heer Casem-
broot om de adspirant-administrateurs
van Nieuwediep naar Amsterdam te
verplaatsen, wijl de opleiding daar
beter kon plaats hebben (en om dus
de som van f 4150, voor de opleiding
dezer jongelieden uitgetrokken, door
een memorie-post te vervangen) werd
na zeer korte bestrijding van den
Minister verworpen met 39 tegen 8
stemmen.
Te Haarlem zijn door de poli
tie aangehouden en naar het huis van
arrest overgebracht 3 jongens van 18
en 1 van 19-jarigen leeftijd, ter zake
van diefstal van pantoffels, een partij
worst, kaas, brood en sinaasappelen
uit verschillende winkels, waarin zij
bij nacht waren ingebroken.
De 3 eerstbedoelden hebben reeds
meermalen met de politie kennis ge
maakt.
Is er allerwege door den laat-
sten hoogen waterstand veel nadeel
geleden, niet het minst heeft deze
ramp onze steenfabrieken getroffen.
Men berekent dat langs Waal, Rijn
en IJsel omtrent 40 millioen steenen
zoo goed als geheel zijn verloren ge
gaan. Het lijdt geen twijfel of deze
zoo veel mindere productie zal een
stijging in de steenprijzen ten gevolge
hebben.
Wat al niet van de gading van
dieven isTe Driesum is de bliksem
afleider van den toren gestolen.
Tengevolge van den gunstigen
afloop der Haringvisscherij in dit
jaar, zal de Vlaardingsche visschers-
vloot weder een belangrijke uitbrei
ding ondergaan waardoor de scheeps
timmerwerven weder druk werk
hebben. Op 4 verschillende wer
ven zijn de kielen gelegd van 6 a
7 loggerschepen, allen bestemd ter
haringvisscherij, waarvan verscheidene
voor rekening van Scheveningsche
reeders, welke echter allen te Vlaar-
dingen havenen.
De heer Gamél seintDe heer
Yolck, de Deensche gezant te Peters
burg, vernam van zijn Zweedschen col
lega aldaar, dat de man, die op 30
Oct. jl. het telegram aande»Novoje
Vremja" zond, omtrent het vergaan
vau een stoomschip de(»de Dymphna),
bij Vaigatz, nu heeft verklaard, dat
nadere informatiën bij de Samojeden
te Mezen aan het licht hebben ge
bracht, dat het bedoelde wrak niet
van een stoomschip maar van
een zei 1 s ch i p was.
De ontslagen brievenbesteller
W. B., te Sinilde, door zijue voor
malige huishoudster aangeklaagd
brieven te hebben geopend, doch bij
de instructie onschuldig bevonden, is
in zijne betrekking hersteld.
Donderdag namiddag kwam te
Elburg de veroutrustende tijding, dat
er een beer in de omstrekeu van
Elburg rondliep, die veel nieuwsgie
rigen, waaronder de politie mét ge
laden revolvers, op de been bracht,
om een onderzoek deswege in te stel
len. En werkelijk tusschen Elburg
en Doornspijk trof men het dier aan,
dat echter met sterke hulp spoedig
gevangen werd. Het beest was door
de eigenaars (twee rondtrekkende
lieden) in een onbewoond huis op
gesloten en was, toen iemand wilde
in zien of het nog wel van
brood voorzien was, bij het openen
der deur ontvlucht,
Te Heereveen zijn een drietal
jongens, die wegens het ijs de school
verzuimden, er doorgezakt, en twee
van hen verdronken. De oudste wist
zich door zwemmen te redden. Zijn
herhaalde pogingen, om zijn jongeren
broeder te redden waren vruchteloos
De ouders zijn ontroostbaar.
Een groot bewijs van eerlijk
heid werd Vrijdagavond te Nijmegen
door een armen jongen gegeven,
die een zakboekje, waarin ongeveer
f400 aan bankpapier was geborgen,
op den weg aldaar vond en dit on
middellijk ter beschikking van den
eigenaar ging stellen, voordat deze
nog wist het verloren te hebben,
Een goede belooning was het deel
van den eerlijken vinder.
Misschien herinneren velen zich
nog zekeren C. Schoorl, die in het
jaar 1877 door de rechtbank te
Breda veroordeeld werd tot 1 jaar
celstraf en een boete van f25 wegens
bedriegelijke oplichterij, waarvan de
heer J. F. C. De Graauw aldaar de
dupe werd. Deze persoon nl. had,
onder voorwendsel De Ridder te
heeten en kapitein te zijn vau het
stoomschip Conrad, van deNederland-
sche Stoomvaart-maatschappij, eerst
een bedrag van f100 en daarna van
f400 van den heer De Graauw we
ten machtig te worden, en was boven
dien nog door dien heer overladen met
tal van weldaden.
Schoorl nu is dezer dagen overle
den en heeft den directeur van het
gesticht, waarin hij in den laatsten
tijd verpleegd werd, universeel erfge
naam zijner nalatenschap gemaakt.
Deze laatste is echter met die eer niet
zeer ingenomen, aangezien hij bekend
is met de wijze, waarop Schoorl in
zijn leven aan geld was gekomen.
Hij heeft daarom den heer De
Graauw aangeboden de f500, waarvan
Schoorl op oneerlijke wijze in het bezit
was gekomen, terug te geven.
Dover, 14 Dec.
Twee passagiers, kapt. Oleaga en
21 man, zijnde de equipage van het
stoomschip Campeador, te Barcelona
te huis behoorende en van Londen
met een lading stukgoed naar Cartha-
gena bestemd, zijn hier hedennacht
geland. De kapitein rapporteert, dat
de Campeador gisterennanriddag vijf
mijlen van de Owers in den grond
gevaren is door het schip Knight of
the Thistle van Calcutta naar Dun-
dee, met jute, welk schip de equi
page opnam en later overzette op het
stoomschip Edward Williams, van
North Shields, waarmede zij alhier
aankwamen, Drie man der equipage
zijn verdronken.
In een enkele week werden
uit Amerikaansche havens 40.000
vaten appelen naar Europa verscheept.
De oogst van fruit was dit jaar in
Amerika zóo groot, dat men op een
uitvoer vau een millioen vaten rekent
Uit de Zuid-Willemsvaart te
Neeroeteren (Belgisch grondgebied) is
opgehaald het lijk van een onbekend
manspersoon dat, geheel naakt, vele
wonden aan arm, hals en hoofd droeg.
Men vermoedt dat hier een misdaad
achter schuilt, daar het onaannemelijk
is, dat de schroeven van stoombooten
den drenkeling geheel van kleeding zou
den hebben ontdaan.
Op een van de laatste dagen der
maand November jl. werd in het dorp
Ayassuluk, gelegen in de nabijheid
van Smirna, een bruiloft gevierd ten
huize van een der meestgegoede in
woners dier plaats. Eeu menigte
bloedverwanten van bruid en bruide
gom en andere genoodigden zaten aan
den welvoorzienen disch, toen onver
wacht eenige nieuwe, maar ongenoo-
digde gasten het ruime vertrek bin
nentraden. Men stelle zich de ver
bazing der aanwezigen voor den geest,
toen de man die door een viertal
personen op de hielen werd gevolgd,
te kennen gaf dat hij, Takirdji, en
vier zijner getrouwen het zich tot
eeu bijzondere eer zouden rekenen,
indien ook hun werd vergund deel
te nemen aan het feest. Stom van
verbazing en schrik hoorde men deze
beleefde uitnoodiging aan en 't was
niet zonder reden dat menigeen zich
wat beklemd gevoelde, want Takirdji,
het hoofd eener talrijke bende ban
dieten, had stellig meer moorden ge
pleegd dan er gasten aan tafel zaten.
Dewijl niemand een woord sprak,
zette hij zich naast de bruid, nadat
hij met zeker gebaar den gast, ter
linkerzijde van haar gezeten, had be
duid ruim baan te maken.
Onze rooverhoofdman, zoo galant
en onbevangen als wijlen Fra Diavolo,
maakte allerlei complimenten aan de
bruid en overlaadde haar, in een
woord, met beleefdheden. Intusschen
tastte hij dapper toe. Eensklaps werd
de doodelijke stilte afgebroken door
een revolverschot, door een der gas
ten op Takirdji gelost, die echter on
gedeerd was gebleven. Als een tijger
viel hij op den onbekwamen schut
ter aan en stiet hem met zijn dolk
in de borst. Onmiddellijk daarop
vermoordde hij de bruidegom, diens
neef en nog een paar personen, die
hem in den weg traden. Al de overi
gen schenen zich niet te durven ver
roeren, want de vier getrouwen van
Takirdji hadden het verboden met de
wapens in de hand.
Nadat onze vijf roovers zich flink
te goed hadden gedaan alsof er niets
bijzonders ware voorgevallen, stonden
zij op en bevalen dat ieder zich zou
ontdoen van zijn gouden en zilveren
sieraden. Vergeet niet ook uw beurs
er bij te leggen," zoo luidden de
laatste woorden van den gevreesden
man en aan zijn bevel werd stipt vol
daan, en weldra vertrokken onze roo
vers -met den bijeengelegden buit.
- Twee negentienjarigejongelieden,
die een vrouvtr op den openbaren weg
aangevallen, beroofd en mishandeld
hadden, zijn dezer dagen door een der
Londensche rechtbanken tot vijftien
jaren dwangarbeid veroordeeld, en een
hunner daarenboven tot 30 slagen met
de beruchte Cat o' nine tails.
DE ZEGELWET.
Onder de nieuwigheden, die we al vaat
weten dat 't Nieuwejaar ons brengen aal,
behoort ook de gewijaigde zegelwet, en om
onze lezrs door onbekendheid met de aaak
niet in ongelegenheid te wikkelen, willen
we daaromtrent 't een en ander mededeelen.
Reeds volgons de wet van 1843 zou men
verplicht zijn iedere kwitantie, boven het
bedrag van f10 op een klein zegel van
21^ cent te schrijven, maar 't wordt meestal
niet gedaan en er schijnt ook niet streng
op gelet te worden, waartoe misschien 't
vrij hooge cijfer der zegelbelasting aanlei
ding geeft.
Met 1 Januari zallen verkrijgbaar gesteld
worden plak zegels, niet te verwarren met
poBtzegek, die men eenvoudig op de kwi
tantie te plakken beeft, en wel ten koste
van den schaldenaar, tenzij dit tnsschen
beide partijen anders mocht bepaald zijn.
Echter staat 't vrij van 't gewone zegel
papier gebruik te maken of papier voor dat
doel te laten stempelen.
Ontduikt de ..deischer de zegelwet,
dau kan he- -en boete van f 25 worden
opgelegd ^ok behoort hij 't zegel onbruik
baar <o maken, bijv. door er zijn naamtee-
kening gedeeltelijk overheen schrijven.
Yoor handelspapier is 't bedrag voortaan
voor een wissel tot hoogstens f 100 5 ct.
Van hoven f100 tot 200 10
200 300 15
300 400 20
„400 500— 25
„500 „1000— 50
Dan klimt 't op bij sommen van f 500
tot f 10000, en verder bij f 1000.
Van elke maal f 500 bedraagt dns 't recht
25 ct. en van elke maal f 1000 50 ct.
Niet alleen den koopman en winkelier,
maar ieder die weieens geldzaken heeft,
verwijzen we, tot een volledig begrip der
zaak, naar een werkje, pas verschenen en
getiteldEenvoudige Handleiding voor
particulieren, ten gebrnike bij de wet op
het recht van zegel, zooals die op 1 Jan.
1883 in werking treedt, bij eiken boek
handelaar te ontbieden, a 10 ct. Ook is
voor menigeen onmisbaar de Wet van den
3den October 1843, op het Recht van Zegel,
prijs 25 ct.