/orSne en ■PiL in GELD. WIERINGES. DORSCH-LEVERTRAAN „AURORA," 25 CENT VERKRIJGBAAR een VISCH3CHUIT, RICHARD MOOR BarbierBrugwachter. BERKHOUT Co. Bij M. BUTTER, Rüilaaflscle Drniven-Borsl-Honia VaaW e^oopC pr^en. Gedroogde en geconserveerde GROENTEN (merk Hoogstraaten), tot zeer billijke prijzen; maken te vens liunne begunstigers bekend met de groote sor teering COMESTIBLES, reeds in vorige advertentiën breedvoerig opgegeven. Groote en kleine sommen geld beschikbaar, tegen Eerste Hypotheek. Adres: Jn. BLiAIJBOER Uz. T© Koop met volledigen Inventaris, alsmede VISCHTUIG voor Kor-, Beug- en Ansjovis-Visscherij. Nadere informatiën bij den Heer TIENSTRA alhier, of bij den eigenaar G. DE VRIES, te Enkhuizen. De ondergeteekende, zich in deze gemeente gevestigd hebbende, beveelt zich aan tot het maken van Ontwerpen, Bestekken en Begrootingen voor gebouwen, en al wat tot het Bouwvak behoort. D. J. VAN WIJNGAARDEN, Architect. Nieuwediep, Ankerpark K 224. Volkomen genezing door .deBuodage Régulateur v. Dr. Waersigers, gebreveteerd Breuk meester der Hospitalen, Commandeur en Ridder van verschillende Orden. Groenplaats 35, te Antwerpen. LOFODINSCHE van H. SARDEMAN, te Emmerik u. d. Rijn. Onderzocht door Dr. D. de LOOS, directeur der Hoogere Burger school te Leiden. Professor Dr. M. Freytag te Bonn. Dr. R. Fresenius, Geheim Hofrath en Professor te Wiesbaden, Deze uitsluitend voor medicinaal gebruik bereide Levertraan is, bij hare erkende geneeskundige waarde, vrij van eiken onaangenamen reuk en smaak en wordt vooral dopr kinde ren gemakkelijk ingenomen en ver teerd. Verkrijgbaar in flacons a 25, 35 en 65 cents. Een daaruit bereide, door Neder- landsche en Duitsche geneesheeren aanbevolen Ijzerhoudende Lever traan, tegen bleekzucht, klierziekte, verzwakking, bloedarmoede, enz. is verkrijgbaar a 75 CtS. de flacon te Nieuwediep bij W. V. BRUINVIS. Sonouwtourg TIVOLI. VOLKS-VOORSTELL1NG door de Vereeniging op Zondag 28 Januari 1883, des avonds half acht uur precies. OP TE VOEREN STUKKEN. Drama in 4 Bedrijven, uit het Pransch vertaald van H. Meijer, door C, H. R. Spoor, voorafgegaan door een Voorepel: EEÏIV UXJR TJE3 LAAT. Het stuk speelt in Engeland in 1744-1759. Daarna: Kluchtspel in één Bedrijf, door W. Mets Tz. Met volledige Costumes van den Hr. CULP. Entre'e: voor een Heer f 0.4-9, voor een Dame f0.25. !HLQ/d>!TtjOS zijn te bekomen bij de HH. HENNING. BEU GELING, VENNIK, KOENEN, KOCH en A. G. J. DE VRIES en aan 't lokaal, alwaar plaatsen zijn te bespreken. afloop BAL. Uit de hand te koop, in de nabijheid der Nieuwebrug, twee BURGERWOONHUIZEN, onder een dak en een flink WOON HUIS, van alle gemakken voorzien. Adres Berkhout Co. Vrouw bij den Vesuvins. Zeg eens Lodewijk, waarom spuwt de Vesuvius vuur? Man. Hm't een bergheet is ie, tijd heeft ie, voor wat zou ie geen vuur spugen? o EEN SERMOEN. Vrouw tot haar man. Eergisteren ben je eerst gisteren thuis gekomen, gisteren eerst heden, en vandaag zou 't weer morgen geworden zijn, als ik je niet was komen halen. is de prijs van een HUMORISTISCHE!* SCHEURKALENDER, met op ieder blaadje een aardigheid als hier boven. Nog een klein getal kan verkocht worden door Mej. O VER DE LINDEN, Spoorstraat, de Heeren BUISONJE ZOON, Hoofdgracht, STADER- MANN, Dijkstraat en oondergetee- keude aan de Zuidstraat. Buiten-Bantammerstraat No. 2, Amsterdam worden gevraagd PLAATSVERVANGERS en NUM- MERVERWISSELAARS voor de lichting 1883. Tevens kunnen ge schikte personen voor Indische Dienstneming zich aanmelden. Gegadigden vervoegen zich in per soon, bij den Heer J. F. VOLKERING, ^Koningskroon," NIEUWEDIEP. Voor Hoesten, Verkoudheid, Asthma,Borstaandoeningen, enz. is geen aangenamer en zekerder middel als de alom bekende van W. A.ZICKENH EIMER te Mainz. Redburg, (Rijnprov.) Mijne vrouw, die aan Asthma lijdt, heeff een proef met Uwe Borst- honig genomen, en vindt zich na het gebruik zeer verlicht. J. Brünnagel, keizerl. Post-Directeur. Alleen echt met nevenstaand fabriek- gg'.stempel in fiesschen van ^£^SP«£*/f2.fl.en 65 Ct. Nieuwediep by W. V. BRUINVIS; Burg op Texel by P. J. SMIT; te Wieringen by J. BRUUL; te Schagen by J. GROOT Tzn. FEUILLETON. Hoogmoed komt voor de val. Roman naar 't Duitsch, 21. VAN FRIEDRICH FRIEDRICH. „Ik ben in deze aangelegenheid onbe- vangener en onpartijdiger, omdat ik daarbij niet het minste belang heb," zeide Tappert, terwijl in zijue kleine oogen als 't ware de vreugde te leien stond, die hij ondervond bij den angst van den koopman. „Voor u komt mij de zaak zeer bedenkelijk voor; neem echter aan, dat de gerechtigde erfgenaam van mejuffrouw Zeifig het gerecht verzoekt haar, op grond vau gekrenkte geestvermogens, onder curateele te stellen, dan is, naar mijne meening, ieder gevaar voor u geweken." „Ik durf dat niet te doen," antwoordde Baum, terwijl hij aaa zijn vleezige en hoog- roode vingers zoo sterk trok dat zij kraakten. „Wanneer zij te weten komt wat ik wilde doen, zou zij mij doodelijk haten en indien het gerecht niet gunstig op mijn verzoek beschikt, ben ik verloren, want zij zou mij dan onterven." „Ik begrijp u volkomen," zeide Tappert, die zich net voordeed als een nadenkend en deelnemend man. „Uwe positie boezemt mij belang in en zij vereiscbt de meeste voorzorg en overleg. Ik verzoek u mij te beschouwen als uwen vriend en beantwoord mij eens openhartig een vraag. Zoudt gij, indien ge zekerheid hadt, dat het gerecht uw verzoek inwilligde, haar het dan doen toekomen." Baum aarzelde antwoord te geven. „Ik wil er dit nog bijvoegen," vervolgde Tappert, terwijl hij den koopman een weinig naderde, „dat als uwe tante, wegens be perkte geestvermogens, onder curateele wordt gesteld, uwe aansprakeu op hare erfenis volkomen verzekerd zijn." „Ja, ik zal het doen, zij is half krank zinnig," riep Baum, die al meer en meer van atreek raakte, daar hij zag, dat een derde dienstmeisje in den winkel trad. De grond scheen onder zijne voeten te branden. Over het opgeblazen gelaat van den bouw meester gleed een glimlachje van voldoening. „Beste heer Baum, als vriend raad ik u niet overijld te handelen," zeide Tappert op dringenden toon. „Ik kom spoedig weer eens bij u, om betreffende den toestand van de geestvermogens uwer tante nog eens te overleggen, tot zoolang doet ge echter niets niets." „Ja, ja," riep Baum, met een verlicht hart, snelde naar den winkel en had toen tenminste nog de voldoening het laatst binnengekomen dienstmeisje bet pond koffie, dat zij gevraagd had, af te wegen en daar aan drie lood te laten ontbreken. Tappert was over den uitslag van zijn bezoek zeer tevreden, want bij bad uit den mond |van den koopman vernomen, dat deze er niet tegen zou opzien zijne tante als beperkt van geestvermogens te laten ver klaren, wanneer dit geschieden kon zonder dat hij er gevaar bij liepslechts de angst hield den kleinen man terug. Met langzame schreden begaf Tappert zich nu naar het huis, door mejuffrouw Emmeline Zeifig bewoond. Het was het eigendom der dame, welke daarenboven een niet onbeduidend vermogen bezat, hetgeen baar veroorloofde er goed van te kunnen leven, bijaldien zij niet al te spaarzaam ge weest was. Zij hield er van zich als be hoeftig voor te stellen, ofschoon Tappert zeer goed wist dat dit niet het geval was. Toen de gewezen bouwmeester aan het huis der dame schelde, deed zich onmiddel lijk het gekef van eenige houden hooren. Juffrouw Emmeline opende in persoon de deur, doch trad verschrikt terug, toen zij Tappert herkende. In haar rechterhand droeg zij een licht, daar de avond bereids was gevallen, en met de linker trachtte zij een groen oogenacherm, 't geen voor haar voorhoofd was gebonden, zoo snel mogelijk te verwijderen, doch dit ging zoo spoedig niet, daar zij vreesde dat het scherm eenige haarlokken zou medenemen, aangezien zij valsch haar droeg. „Mag ik u ook helpen," zeide Tappert zoo voorkomend mogelijk. „Neen, neen," gaf juffrouw Zeifig haastig ten antwoord, terwijl zij hem het licht voorhield. Tappert nam de lamp aan en nu gelukte het der juffrouw eindelijk zich van haar oogenscherm te bevrijden. „Ik had heden hevige pijn in mijne oogen, daarom daarom" zeide juffrouw Emmeline en noodigde den bouwmeester met een vriendelijk lachje in hare kamer. Haar drie bonden maakten nog altijd zulk een geweld, dat betgeen zij zeide nauwelijks was te verstaan. Zij trachtte met woorden de dieren tot bedaren te brengen, doch dit had volstrekt het ge- wenschte gevolg nieteindelijk greep zij naar het onfeilbaar middel om hare lieve lingen tot zwijgen te brengenzij gaf ieder een stukje suiker en dat hielp. „Ik heb de dieren inderdaad reeds ver wend," zeide zij verontschuldigend. „Dat begrijp ik, juffrouw," zeide Tappert, „zoo dikwijls ik die prachtige dieren zie, benijd ik ze uhet zijn de mooiste hon den, die men hier in de stad kan vinden.' Tappert was echter een geheel andere overtuiging toegedaan, want hij haatte de drie keffers, die zoo vet waren, dat zij zich nauwelijks konden bewegen. ,Ja het zijn lieve dieren," bevestigde juffrouw Emmeliue, terwijl zij hare lieve lingen streelde. Juffrouw Zeifig kon er geeu aanspraak op maken, dat zij mooi was. Zij telde volgens hare opgave eerst 42 jaren en ver telde dit bij iedere gelegenheid als zij het maar te pas kon brengeninderdaad was zij echter 11 jaren ouder. Zij was bijna geheel en al spitshare neus, haar tong, baar kin en zelfs hare ellebogen waren pun tig. Hare oogen waren klein en stonden dwars, alsof zij onder hare voorouders Chi- neezen geteld had, wat echter in geenen deele het geval was. Met die oogen kon zij echter, hoe oud ze ook waren, nog aar dig koketteeren en mejuffrouw Emmeline hieid er van, door het langzame opslaan harer kijkers, hare jonkvrouwelijke schuch terheid te toonen. Nog nooit 4iad zij op het hart van een man eenigen indruk gemaakt, maar toch deed zij het voorkomen of zij de leden van het sterkste geslacht u. atte en door niets te bewegen geweest zoude zijn hare jonk vrouwelijke vrijheid prijs te geven. Des niettegenstaande was zij tegenover Tappert, die haar somwijlen bezocht, buitengewoon voorkomend. Had hij ook vele zwakheden, was zijn rood gelaat het duidelijkste teeken aan welk euvel bij mank ging, zijn gestalte was nog flink, en dat hij eenige jaren jon ger was dan zij, kon zij hem wel 't minst als een fout aanrekenen. „Mejuffrouw, ik heb weder nader voor u onderhandeld," zeide Tappert toen hij op een stoel had plaats genomen. „Ik heb uwe vordering voor deu bouwgrond tot op zestig duizend thalers verhoogd." Emmeline Zeifig schrikte bij het noemen dezer som. „Mijnheer ds bouwmeester, gij gaat te ver," riep zij. „Daar mijnheer Polier den vroeger door mij gevraagden prijs niet heeft willen geven, zal hij het thans nog veel minder doen." „Hij moet, hij moet," antwoordde Tap pert lachende. „Haha. Yoorloopig zijn er geen middelen te vinden u tot verkoop te dwingen en Polier moet den grond hebben, wanneer hij zijn gan&che plan, waarin be reids honderdduizend gulden steken, niet in duigen wil zien vallen." „Ik had nooit den moed gehad zooveel te vragen." „Daarom heb ik mij aangeboden voor o alles in ordö brengen, en gij weet wel, dat niemand uw belang meer ter harte gaat als mij." Ja, gij zijt steeds zeer vriendelijk," bracht Emmeline in 't midden, terwijl zij schuchter de oogen nedersloeg. „Een alleenstaande maagd als ik, vindt zoo zelden een vriend. die het goed met haar meent en waarop zij zich geheel verlaten kan." „Gij kunt n geheel op mij verlaten," zeide Tappert, terwijl hij zijn groote hand op het hart legde. „Het schrikken van Polier, toen ik hem die som noemde, be viel mij kostelijk. Hij weet niet meer wat bij beginnen zal; hij beeft zichzelf in een val begeven en er is slechts een uitweg, nl. deze: dat hij de door u gevraagde som betaalt." „Loop ik geen gevaar alles te verliezen, wanneer dit plan mislukt." „Niet het minste, Polier is rijk." „Mij is gezegd geworden, dat de tegen woordige onderneming toch waarschijnlijk zijn krachten zal te boven gaan." „Wie beeft dat gezegd?" vroeg Tappert. „Mijn neef, de koopman Banm." „Ha, wat weet bij daarvan P" „Mijnheer Tappert, mijn neef is een zeer berekend en voorzichtig mensch. Hij gaf mij den raad den grond liever voor een bil lijken prijs te verkoopen, dan er niets voor te krijgen." „Uw neef is wel zeer voorzichtig," zeide Tappert, spottend lachende. „Hij wil be paald zekerheid hebben van de erfenis, die hem eenmaal ten deel zal vallen." „Daaraan denkt hij niet," antwoordde Emmeline. „Hij zal toch eens van u erven." „Ook dat is nog niet zeker, ofschoon hij mijn eenigste en naaste bloedverwant is. Doch, zooals ik reeds zeide, hij denkt daar aan niet." „Weet ge dat zoo precies P" „Ja, hij is mij zeer goed gezind en heeft niet noodig op het weinige, dat ik eenmaal zal nalaten te rekenen, want hij is een vermogend man. Hij is dat door zijn vlijt en spaarzaamheid geworden. Zoo dikwijls hij hier komt, biedt bij mij zijne hnlp aan." „Omdat hij weet, dat u daaraan geen behoefte hebt." Wordt vervolgd. Snelpersdruk van C. DE BOER Jn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1883 | | pagina 4