'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINTE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL No. 1039. Diasdag 30 Januari 1883. Elfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. A toonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder. BlircMUSPOORSTRAAT ei ZUIDSTRAAT. Advertentien van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 30 Jan. 1883. Tot onderwijzers aan de Rijks normaalschool alhier, zijn benoemd de heeren J. C. Reijers en J. M. Prins, de laatste tevens tot onderwijzer aan de voorbereidingsklasse. Op 's Rijks werf alhier zullen drie geschuttorens worden gebouwd, ter oefening voor de zee-miliciens in het plaatsen, stellen, richten en af vuren van torengeschut. Door de op richting van die torens zal het kost bare exerceeren aan boord van de to renschepen, die daartoe jaarlijks van de eene directie naar de andere worden overgevoerd, vervallen. Men schrijft uit Muiden van 26 JanuariJan Ruijzendaal, een der zwaar gekwetsten bij het onheil dat onze plaats onlangs heeft getroffen, is eergisterenavond ten 11 ure in het Binnengasthuis te Amsterdam overleden. Hij laat een vrouw en vier kinderen na. Er heerscht, naar wij verne men, èn te Muiden èn te Weesp zoo mogelijk nog meer angst en spanning, dan kort na het onheil van 11. Vrijdag. Hoewel dit een zeer verklaarbare re actie is van den doorgestanen schrik en ontsteltenis, bestaat er, gelijk ons van zeer vertrouwbare zijde verzekerd werd, echter voor die bezorgdheid geen grond. Alle mogelijke voorzorgen voor eventueele verdere onheilen zijn genomen, zoodat geen meerdere ont ploffingen zijn te duchten. Wat voorts het gerucht betreft dat op de fabriek petroleum werd gebruikt, kunnen wij mededeelen, dat uit het aange vangen onderzoek naar de oorzaak der plaats gehad hebbende ontplof fing, is gebleken dat dit alleen in de machinekamer geschiedde, maar niet in de fabriek. De directie van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij beeft aan de zorg van een ingezetene van Alkmaar toevertrouwd de som van f710, om aan de weduwe en jeugdi ge kinderen van den zoo nootlottig omgekomen portier Bronsveld eenig middel van bestaan te verschaffen. Te Harlingen is een vergadering gehouden van belangstellenden in de oprichting eener zeevisscherij aldaar. Eene breedvoerige bespreking werd hieromtrent gehouden, waarbij men ten doel had bij den bestaanden haring- logger nog drie te voegen, ten einde door dezen nuttigen en voor Harlin- lingen zeer zeker voordeeligen tak van bestaan, een nieuwe bron van welvaart te openen. Het grootste deel der aanwezigen verbond zich als aandeelhouders, en de heeren F. Lieftinck, lid van de 2de Kamer der Staten-GeneraalL. Hannema, lid der Provinciale Staten van FrieslandP. Posthuma, kassier, en M. C. Teves, scbeepsreeder en fabrikant, werden benoemd tot de verdere exploitatie van het benoodigde kapitaal, dat op f100,000 werd begroot. Het mocht Vrijdag aan de politie in den Haag gelukken zes werklieden in handen te krijgen, ver dacht van diefstal van een belang rijke partij fijnen wijn uit den kel der van een huis, waarin zij werk zaam waren. Op het werk zelf waren reeds zes flesschen uitgedronken, terwijl door genoemde politiebeambten nog een 80tal flesschen wijn werden in be slag genomen. Van den vermoedelijken diefstal werd eerst den avond te voren ten ongeveer 11 uur aangifte gedaan, terwijl èn de daders èn de gestolen wijn reeds den volgenden namiddag in handen der politie waren, niet- instaande de dieven zeer ver van elkander verwijderd wonen en sommigen hunner den wijn bij an deren hadden verborgen. Drie huisgezinnen uit Zeven- wolden, twee jaar geleden naar Ame rika vertrokken, hebben aan hunne families bericht, dat zij hopen terug te keeren, omdat het hun in de Nieuwe Wereld erg tegenvalt. Een hunner, die een aardig sommetje had meêgenomen, was reeds tot armoede vervallen. Te Westergeest (Friesland) is de zer dagen weer een grof voorbeeld van bijgeloof vertoond. Een echtpaar aldaar heeft een driejarig zoontje dat in den jongsten herfst eenigszins kwijnende was. Nadat men keur van huismiddeltjes had gebruikt en geen baat had gevonden, achtte men het kind »betjoend," en ging men den wonderdokter te Kuikhorne raadple gen. Deze zeide dat er een booze st in bet spel was, doch overi gens vermocht hij niets. Een tuinman te W. echter wist raad, naar aanleiding van Deut. 23, vers 13, laatste gedeelte. »Neem die stof," zeide deze man, »leg haar in een bordje en braad haar. Dan zal de tjoenster er uit vallen en tot asch verbranden. Echter moet gij zorgen, dat de schoorsteen, de deuren, zelfs de sleutelgaten en alle andere kleine openingen gesloten en gestopt worden. Niemand der aan wezigen mag gedurende het braden de kamer verlaten." Zóó gezegd, zóó gedaan. Het spel begon entwee guiten, die van de zaak wisten, be gonnen buitenshuis een kattengeluid te maken. Reeds toen kregen de on derzoekers het zoo benauwd, dat de vrouw van angst naar bed vluchtte, de man de tang greep en een ander van angst over de kachel sprong. Men ging nog voort met braden, maar de tjoenster is tot dusver niet ver schenen. Te Brouwershaven is vermoe delijk een kindermoord gepleegd door verstikking. Althans het lijkje van een kind, waarvan zekere wed. B. de zer dagen bevallen is, is door de ju stitie in beslag genomen en aan een gerechtelijke schouwing onderworpen. Het geneeskundig onderzoek moet het treurige vermoeden versterkt heb ben. Vrijdag begaven zich zes vis- schers op het ijs van het Tjeukemeer. Ongemerkt raakte de ijsschots waar op zij zich bevonden, los en, voort- gezweept door wind en stroom, dreven zij het meer in. Gelukkig werd hun hachelijke toestand door eenige per sonen op den wal bemerkt, die met behulp van een boot er in slaagden allen van een wissen dood te redden. Een ruim 70jarige vrouw te Oostelbeers (Noord-Brabant) heeft een poging aangewend om hare buurvrouw, met wie ze in onmin leefde, te ver giftigen. Met dat doel zond zij deze een potje eten, .met de verzekering dat het zeer lekker was en door haarzelve gereed gemaakt. Toen de ze spijs gewarmd werd, bespeurde men blauwe vlammetjes aan de op pervlakte, en bij onderzoek bleek, dat de spij s vermengd was met lucifers koppen. De justitie houdt zich met de zaak bezig. Men moet zijn tijd weten af te wachten Een man uit Harrisburg (Ver. Staten), die in 1852 tot 30 jaren tuchthuisstraf veroordeeld werd, kreeg onlangs zjju vrijheid terug. Voor zijn huis, dat toen 1200 dolt. waard was, werd hem nu 40000 doll. geboden. De stad San Francisco werd op oudejaarsdag voor het eerst, sedert menschenheugenis, in een sneeuwkleed gehuld. Het daar zoo zeldzame ver schijnsel wekte er groot opzien. Iedereen, jong en oud, hield zich met de sneeuw ig: men maakte in allerijl sleden en reed daarmee ronder werden glijpartijen gehou den, maar vooral het sneeuwballen- gooien vond tal van lief hebbers, ook onder heeren en dames. Op ver scheidene tramlijnen werd 't verkeer gestaakt, omdat de conducteurs wei gerden zich langer bloot te stellen aan de sneeuwballen, waarmede men hen op hun rit aanhoudend van alle kanten bombardeerde. En dat vooral ook de Chineezen het ontgelden moesten, spreekt van zelf. Zij durfden zich bijna niet meer op straat ver- toonen. Te Aken is een bende van twaalf jongens en meisjes, van 8 tot 14 jaar oud, in hechtenis genomen. Dit jeugdige clubje legde zich toe op het zakkenrollen en had in de laatste da gen aan een aautal personen de por- temonnais ontfutseld. Terwijl ver scheidene van die portemonnaies door hen uit den weg zijn geruimd, zijn I er nog 34 bij hen gevonden. Uit het voorloopig verhoor is gebleken, dat een meisje van 14 jaar er bijzonder goed slag van had, kleine kinderen op dat werk te dresseeren, en dat de toepassing der hierbij aangeleerde handgrepen gemakkelijk werd gemaakt doordien het te Aken gebruikelijk is, de portemonnaie niet in een binnen- maar in een buitenzak te dragen, De nalatenschap van prins Ka- rel van Pruisen vertegenwoordigt een waarde van 27,000,000 Mark. Daar van krijgt prins Frederik Karei 12,000,000 en ieder der beide doch ters van den prins 6,000,000 Mark. Aan de Johanniterorde, waarvan de prins grootmeester was, is 1,000.000 M. vermaakt tot oprichting van een herstellingsoord te Lichterfelde, terwijl een even groote som voor andere in stellingen van liefdadigheid beschik baar is gesteld en daarbij nog 1,000,000 Mark aan verschillende legaten is be steed. De goederen, die de prins in West-Pruisen bezat uit de nalatenschap van Frederik Willem III en die steeds het eigendom moeten blijven van het oudste lid der niet regeerende zijlinie, komen nu aan prins Frederik Karei. Wanneer echter prins Wilhelm eens den troon beklimt, blijven zij niet het igendom van de linie van prins Ka- rel, maar komen zij aan prins Hen drik, den tweeden zoon van dén Kroon prins. Op merkwaardige wijze zijn 2 tusschendekspassagiers van de Cim- bria," man en vrouw, Pfeifenkopf genaamd, gered. De man lag te sla pen toen de botsing geschiedde, vloog uit zijn bed, schoot eenige kleederen aan en ging ijlings zijne vrouw zoe ken, die wegens een gebrek aan haar voet, juist den vorigen dag naar de ziekenkajuit was overgebracht. Met groote moeite baande hij zich een weg daarheen, maar vond haar niet zij had in weerwil van haar lijden op dek weten te komen. Hier vond haar eindelijk de man, toen het schip op het punt was van te zinken, en een golf spoelde beiden over boord. De man wist zwemmende een der booten te bereiken en werd daarin opgenomen hij kon niet anders den ken dan dat zijne vrouw verdronken was. Maar even daarna bespeurde men in de boot een vrouw, drijvende op een wijden pelsmantel, in de on middellijke nabijheid. Het was Pfei- fenkopf's vrouw, en zij slaagde er in, zich aan de boot vast te klemmen. Maar hare kleederen waren zoo zwaar geworden, dat men eerst na 2 uren gelegenheid vond, de ongelukkige in de boot te brengenal dien tijd bleef zij in het water, door de boot voortgesleept. Gelukkig duurde het niet lang meer voordat de boot door de »Theta" ontdekt werd, waar de verkleumde schipbreukelingen zoo goed mogelijk verpleegd werden. Aan boord van de »Cimbria" had men, in de vreeselijke oogen- blikken welke aan het zinken van het schip voorafgingen, vooral veel te stellen met de zes Indianen, die eenigen tijd te Berlijn te zien waren geweest en nu naar Amerika terug keerden. Zij waren sedert hun komst aan boord niet nuchter geweest en werden in hun angst hoogst gevaarlijk voor hunne medepassagiers. Zj trachtten zich met geweld van de booten meester te maken, velden allen, die hun in den weg stonden neder of gooiden hen overboord, en moesten eindelijk met geweld van wapenen terugge dreven worden. Twee hunner deden later nog een poging om in een der booten te komen maar deze was overvol en zou zinken als er nog twee man bijkwamenmen stiet hen dus met geweld terug en zij vonden den dood in de golven. Naar aanleiding van het vreese- ljke ongeluk, komen weder verschil lende middelen ter voorkoming van zulke aanvaringen ter sprake. Een inzender in Daily News o. a. oppert opnieuw het plan van een interna tionaal wetboek van mistsignalen, waardoor schepen van allerlei natiën zich door verschillende geluiden el kander verstaanbaar konden maken, en elkander inlichten omtrent den koers dien zij volgen, de snelheid van hun vaart enz. Daardoor zou den noodlottige misverstanden wel niet voorkomen, maar toch eeniger- mate verminderd worden. De Belgische justitie vleit zich eindelijk de hand gelegd te hebben op den misdadiger, die zich aan de vree selijke mishandeling en den móórd van de lljarige Marie Walschaert te Mo lenbeek heeft schuldig gemaakt. De rechter van instructie heeft althans een bevel tot inhechtenisneming uit gevaardigd tegen zekeren Louis Pol ders, volgens zijne opgave van beroep handelsreiziger. Sedert de Maand October ver loor de Hamb.-Amerikaansche Stoom vaart-maatschappij drie stoomschepen. Den 28sten October verongelukte het stoomschip Herder," op de kust van New-Foundland. Den 24sten vertrok het stoomschip »Lotbaringia" van Hamburg naar West-Indie, en sedert heeft men er niets meer van vernomen. En nu laatstelijk, den 19den Jan., de »Cimbria" bij Bor- kum, door aanvaring met het stoom schip Sultan". Hamburg, 24 Jan. Op het stoomschip Sultan is beslag hetwelk echter tegen een borgtocht van 500,000 mark weder kau opgeheven worden. De gezag voerder heeft zich des Zöndagsochtends 11., onmiddellijk na aankomst, bij den Engelscben consul aangemeld en zich in alles naar diens raad gedragen. Om den gezagvoerder te arresteeren bestaan er geen termen, zoodat het bericht daarover onjuist is. Deze beweert dat bij onmiddellijk na de aanvaring meer dan genoeg met zijn eigen schip te doen had, om het vreesselijke gat, door de aanvaring veroorzaakt, zoo goed mogelijk dicht te maken waarvoor de geheele bemanning, die slechts uit twintig koppen bestond, meer dan noodig was, dat hij zoo veel mogelijk op de plaats der aanvaring is geble ven en door klokluiden en signalen met vuren zijn tegenwoordigheid heeft laten blijken. Door den mist heeft hjj ook des nachts zijne booten niet op goed geluk weg kunnen zenden, de wijl zij dan zijn schip niet weder hadden kunnen terugvinden, terwijl het voor de sloepen onmogelijk geweest zoude zijn, om in den mist de boren water uitstekende toppen der masten van het gezonken stoomschip te vinden. De gezagvoerder, opperstuurman en 12 passagiers van de Sultan hebben deze verklaring onder eede bekrach tigd. Yoor eenige weken stierf in Italië een voorname Ras, die wel een zonderling mag heeten en graaf C. genoemd werd. Hij bezat in Rusland uitgestrekte goe- deren toch had hij zijn geboortegrond niet lief én maakte dikwijls groote reizen, die hem soms jaren van huis hielden. Nie- mand wist dan waar de graaf was. Het geld, dat hij noodig had, droeg de reiziger steeds bij zich. Raakte het op, dan keerde hij terug. Eens liet hij zijn jonge schoone vrouw thuis en toen hij terug kwam ver nam hij, dat de gravin naar Florene gereisd was. Hij reisde haar na en vond sijne vrouw.doch in gezelschap vau een Ita- liaansch officier, die zwoer dat hij de schoone Russin afgodisch beminde. Graaf C. liet zijne vreuw en haar ver eerder bij zich komen. „Ik zal n, zeide hij, de grootste straf opleggen, die ik bedenken kan ik zal u met uw minnaar vereenigen. Ik vermaak u een vermogen, groot genoeg om van te leven en hier is een ambtenaar, die u iu den echt vereenigen zal. Ik laat mij van n scheiden." De graaf sloeg een gordijn weg en wer kelijk stond daar een persoon, die het schijn huwelijk voltrok. In den roes der taligheid, wierp het jonge paar zich aau de voeten van den graaf noemde hem weldoener em.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1883 | | pagina 1