'T VLIEGEND BLAADJE. KLEINE COURANT VOOR HELDER. N1EUWEDIEP EN TESSEL. No. 1108. Vrijdag 28 September 1883. Elfde Jaargang. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Kalender der Week. Abonnement per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent. >3 franco per post75 Afzonderlijke nummers2 UitgeversBERKHOUT <fc Co. te Helder. Barend!SPOORSTRAAT es ZUIDSTRAAT. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze geabon- "neerden buiten de ge meente Helder wordt verzocht 't bedrag der abonnements gelden 3de kwartaal in postzegels of per postwissel te willen overmaken vóór 5 October, zullende anders over die gelden daarna met 10 cents ver hooging per post worden beschikt. DE UITGEVERS. SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 6 u. 2 m. Onderg. 5 n. 36 m. Zondag 30 OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen. Maandag 1 Nieuwe Maan. Dinsdag 2 Israël. Nieuwjaar. Woensdag 3 Leidens ontzet. Donderdag 4 Vrijdag 5 Zaterdag 6 NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 28 Sept. 1883. In de zitting van den Raad dezer gemeente, jl. Dinsdag gehouden, werd de nieuwbenoemde ontvanger, de heer A. J. de Jongh, beëedigd en door den voorzitter met een hartelijk woord toegesproken. De gemeente rekening over 1882 werd goedgekeurd en vastgesteld, sluitende met deze cijfers Ontvangsten f 200.535.915 Uitgaven 179 388.106 Batig saldo f 21.147.81 Tevens werden goedgekeurd de re keningen van het Burgerlek Arm bestuur en van de dd. Artillerie schutterij, die deze eindcijfers hadden Armbestuur. Ontvangsten f 9060.62 Uitgaven 7967.886 Batig saldo f 1092.725 Schutterij. Ontvangsten f 2236.01 Uitgaven 1402.62 Batig saldo f 833.39 Er werd besloten om eerlang over te gaan om het perceel Kanaalwegl 79, dat aan de gemeente toebehoort, opnieuw voor den tijd van 5 jaren te verhuren, en voor den tijd van 3 jaren bij de Hooge Regeering aan l te vragen concessie voor het houden leener Bank van Leening. Aan 'mej. de wed. P. Jonker, wier echt genoot sedert 20 jaren ter secretarie werkzaam was, werd op haar verzoek gedurende 10 jaren een toelage toe gezegd van f 300 's jaars. Na langdurige discussie werd op voorstel des voorzitters besloten omnaar aanleiding van ingekomen brieven, ter zake van de stichting van een gebouw voor den vischafslag, in de volgende zitting over die zaak nader te handelen. De heer Strikwerda wilde dat uitstel niet en verlangde, vóór de stemming over het voorstel des voorzitters, mededeeling van de over deze zaak met de Regeering gevoerde correspondentie. Het zou dan blijken, meende spreker, dat in deze sp^öüeischende zaak niet met spoed was gehandeld. De heer van Gijn wilde onmiddellijk besluiten om bjj den Minister van Marine aan te vragen vergunning voor de visscbers om aan den mond der haven te lossen. Er werd besloten tot behandeling van een en ander in de volgende zitting, Aan den onderwijzer A. Koomen werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend. 't Adder-monu ment op de algemeene begraafplaats alhier werd officieel door 't gemeente bestuur in eigendom overgenomen. Er werd bepaald, dat ten behoeve van de noodlijdenden op Java en Sumatra een inteekenljjst bij de in gezetenen zal worden rondgezonden. Door den heer Vos werd toegezegd de schriftelijke indiening van een voorstel, om op de begrooting voor 1884 een post van uitgaaf op te ne men voor het bouwen van een brug over het Heldersche kanaal nabij de Keizerstraat. Door 't collegie »Entre Nous" werd Dinsdagavond in Tivoli een bijeenkomst gehouden, waarvan de opbrengst moet strekken tot leniging van den ramp op Krakatau etc. Mu ziek en tooneelspel hielden de aan wezigen aangenaam bezig. De zang nummers die in plaats van 't obli gaat op de cello werden voorgedragen, voldeden uitmuntend en de zanger verwierf een welverdiend applaus. Bij den boekhandelaar J. C. de Buisonjé Zoon alhier, is ter perse, een brochure getiteld: Kweekschool voor Zeevaart voor inlandsche onder officieren bij de Nederlandsche en Gouvernements Marine in Oost-Indië, Slechte toestand bij die takken van dienst en middelen tot verbetering daartoe," door M. J. E. Kriens, Konstabel-majoor, bekend bij de zee macht door het schrijven van het Holl.-Maleisch Marine woordenboek en Maleische excercitiereglementen. Voor de slachtoffers van de ramp in Indië is door officieren, leeraren en adelborsten van het Kon. Instituut voor de marine alhier een som van f71 bijeengebracht. Eenigen tijd geleden, zoo schrijft de heer J. C. Berntrop, chem. sted. keurmeester te Amsterdam, aan het N. v. d. D., is mij een monster brei katoen in handen gekomen, dat bij het breien er mede ongestelheid deed ontstaan. Ik geloof daarom het publiek geen ondienst te doen, door de resultaten van mijn chemisch onderzoek bekend te maken. Hierbij is mij namelijk gebleken, dat bovengenoemd breika toen, in den handel onder den naam van ^gemarmerd katoen" bekend, veel arsenicum bevat. Mijne onderzoe kingen voortzettende, bleken meer soorten arsenikhoudend te zijn, voor namelijk die waarin rood de hoofd kleur was, Redenen waarom ik uwe lezeressen niet genoeg opmerkzaam kan maken hierop bij hare inkoopen te letten. In de Govert Flinckstraat te Am sterdam is een vrouw door het om vallen van een petroleumtoestel in brand geraakt en aan de bekomen wonden bezweken. Men meldt uit Breda: Toen de stoomtram, komende van Oosterhout, het station bijna gena derd was, had mej. A., dochter van den emeritus-predikant A. te Ooster hout, de onvoorzichtigheid onder het rijden van den eenen waggon in den anderen te willen overstappen, ten einde bezit te nemen van haar koffer tje. Ongelukkig echter struikelde zij, en voordat de tram kon stilhouden, waren haar de wielen van 2 wagens reeds dwars over het lichaam gegaan. Hoewel de ongelukkige nog eenig teeken van leven gaf, is zij spoedig bezweken. Bij het afrijden te Ooster hout had zij ook gewaagd, buitenom van het eene balkon op het andere over te gaan en had het er toen goed afgebracht. Ofschoon door de passagiers gewaarschuwd, wilde zij dit bij Breda herhalen, doch thans kostte het haar het leven. Aan den korporaal K. L. Smit, te Breda, werd Dinsdag de vergulde kroon uitgereikt, als eervolle ver melding voor zijn dapper gedrag op Atjeh. Niet onaardig is de wijze waarop hij indertijd, nl. in 1875, deze onderscheiding heeft verdiend. Volgens de N. Bred. Ct. heeft het zich als volgt toegedragen Smit rukte 26 Dec. 1875 uit als fuselier bij het 6e bataljon te Atjeh, voor een verkenning door het dorp Aroë, met nog 14 anderen. Zijn commandant, den lsten luit.-adj. Ernst, volgde hij op den voet, toen deze alléén op een versterking aan liep, buiten genoemd dorp door Atje- hers opgewdrpen, tn verdedigde hem, toen deze doodelgk getroffen op den grond viel. Zeker zou hij deze stout moedige verdediging, waarbij hij menig Atjeher in het zand deed bijten, toch met den dood hebben moeten be- koopen, als hij niet door een list den vijand had verjaagd, door zoo hard mogelijk in het Maleisch te roepen: vooruit die 200 man." Ofschoon er slechts 8 soldaten waren, geloofde de vijand aan een sterker macht. De 6 anderen waren nog een eindweegs achter. Door deze misleiding heeft hij, behalve zijn of ficier, ook het leven gered van zijn kameraden. Ook viel de versterking verder zonder slag of stoot in handen van de compagniedie ter hulpe snelde. De doodgeschoten huzaar te Venloo is de milicien Theunissen, van Maastricht, die Woensdag met groot verlof naar huis zou gaan. Hij was iu beschonken toestand en wilde een kameraad bevrijden, die door de maréchaussee's Sanders en Weede gearresteerd en geboeid was. Met dat doel greep hij de karabijn van den eenen maréchaussée vast en be gon met hem te worstelen. Op aan maningen en bedreigingen van den anderen maréchaussee bleef Th. hals starrig zijn gang gaan. Te ongeveer drie uren viel het schot, dat hem onmiddellijk doodde. De kogel trof ook een jonkman, die daarachter stond, en bleef in diens arm zitten. Eerst Dinsdagvoormiddag kon de kogel daaruit verwijderd worden. De justitie is van de zaak verwittigd. Drie der mede-veroordeelden van Jannetje Struik wier zaak eerlang voor 't Gerechtshof te 's Hage in appèl komt namelijk Hoetink, Gerrit Struik en Jools, zijn voorloopig in vrijheid gesteld, Maandag werd te Zwartsluis een gerechtelijk onderzoek ingesteld naar aanleiding van het verdrinken van den schippersknecht H. Van Raaide. Zondagochtend werd het lijk ge vonden in de nabijheid van het vaar tuig, waarop hij diende en toen aan het lijk sporen vau vermoedelijke verwonding werden ontdekt, leidde het onderzoek tot de feiten, dat de drenkeling Zaterdagavond met zekeren L. D. aldaar gezamenlijk in een her berg was geweest, dat ze die herberg te zauien hebben verlaten en dat de verklaring van L. D. omtrent de plaats waar en de wijze waarop hij v. R. heeft verlaten, zooveel duisters en tegenstrijdigs bevatten, dat de po litie het noodig heeft geoordeeld tegen genoemden L. D. een instructie in te stellen. Het onderzoek heeft echter niets bezwarends voor dezen aan 't licht gebracht, zoodat hij onmiddellijk weer op vrije voeten is gesteld. De dood van den schippersknecht wordt uit sluitend aan een ongeval, hem over komen, toegeschreven. Te Siddeburen werd Zondag avond omstreeks 8 uur bij een arbei der uit een kabinet 12 gulden ont vreemd en tevens een poging beproefd om de behuizing in brand te steken. Gelukkig echter werd door voorbij gangers het vnur opgemerkt en door inklimming mocht het hun gelukken verder onheil te stuiten. Te Deventer werden Vrijdag zooveel appelen aangevoerd, dat hoe wel de boereu ze laat markt voor f 0.70 a f 1 per hectoliter te koop aan boden, vele partijen onverkocht bleven. Zij moesten ze weer mede naar huis nemen of gedeeltelijk wegschenken. De kampong Aua'glé, een broei nest van verzet en van waar o. a. ook op den Gouverneur van Atjeh ge schoten werd, is, bijwijze van waar schuwing voor anderen, op de na- drukkelijkste wijze getuchtigd. On der bevel van kolonel Demmeni, trok het 10e bataljon infanterie met 2 sectiën artillerie, de mineurs en 50 man cavalerie, later nog versterkt door vier compagniën infanterie, op 1 Augustus tegen de vijandelijke kampong op. Aan een beschrijving van de tuch tiging in het Bat. Hbld. is het vol gende ontleend Op het bepaalde uur gingen den ln Augustus nu de troepen op marsch eu kwamen ruim 5 uur, met het eerste lichten van den dageraad, ter bestemde plaatse aau. Het was een indrukwekkende macht, die daar in de nabijheid van de vijandelijke kam pong stond. Een deel der troepen werd opge dragen om te surveilleeren en, zoo noodig, te defendeeren, terwijl een ander deel met de tuchtiging der zoo weerspannige kampong werd belast en tevens de mineurs, door 150 kettinggangers versterkt, bevel kregen het voorgelegen terrein te raseeren. De kampong werd omsingeld. Tegen half zeven was alles in volle actie. Wat weerstand bood en niet vluch ten kon werd gedood,. De huizen werden geplunderd en verbrand. De hoornen werden omgehakt, of, zoo zij te zwaar waren, door dyna miet omver geworpen. De gevangen Atjehers stonden ver baasd dit schouwspel aan te staren en schenen bij de uitwerking van het dynamiet, dat de grootste hoornen velde, voor een oogenblik zelfs hun ongeluk te vegeten. De geheele kampong is geraseerd. De tuchtiging was volkomen. Men zegt, een opschrift is er ge plaatst, waarop in het Maleisch ge- schreveu is: »hier stond eenmaal de kampong Ana'glé« terwijl er nog wordt toegevoegd, dat het zóo elke kampong gaan zal, die voortaan ver- radelijk op onze troepen of trans porten zal vuren. Omstreeks elf uur was Ana'glé verdwenen en de opdracht reeds ge heel volvoerd, zoodat men een kwar tier later den terngmarsch weer kon aannemen. Vrouwen en kinderen, ten getale van wel 120, werden eerst weder vrijgelaten. In onze handen vielen een 7tal dooden en ongeveer 150 gevangenen, waarvan plus minus ruim 30 gevan genen werden gehouden en naar Kotta Radja opgezonden, waar zij in het gevangenhuis in de wijk Ge- dab zijn opgesloten. Men meldt uit Kopenhagen, dat met het Groenlandsche koopvaardij schip »Lucinde" 't bericht ontvangen is, dat luitenant Greely, de bekende aanvoerder der Amerikaansche pool expeditie, door zijne bemanning moet vermoord zijn. Het verhaal luidt als volgtMet de expeditie van Nor- denskjöld naar Westgroenland, ging de welbekende Groenlander, Hans Hendrik, mede, die aan verschillende arctische tochten heeft deelgenomen. Op een van deze trouwde hij met een Eskimoosch meisje uit de streek van Kaap York, welke aan den in gang van Smithssound gelegen is. Tijdens zijn bezoek aldaar in dit jaar vernam hij van de Eskimo's, dat in den loop vau dit voorjaar de tijdrekening der Eskimo's is niet ge- uakkelijk te volgen toen de zon weer aan den hemel was gekomen, twee Groenlanders met hondensleden van de Lady Franklinbaai waren aangekomen. Deze Groenlanders, die tot de expeditie van Greely behoor den en weer naar deze terugkeerden, vertelden, dat Greely door zijn volk vermoord was, maar het bericht moet natuurlijk niet onvoorwaardelijk ver trouwd worden. Inmiddels moet gezegd worden, dat Haus Hendrik als een zeer betrouwbaar man bekend staat, die nauwkeurig teruggeeft, wat hij waarneemt en die, vooral omdat hij met een Eskimosche getrouwd is, volkomen hunne taal verstaat. Hij deelde het bovenstaande mede aan den kolonie-bestuurder te Upernivik eu onze zegsman was bij dit gesprek tegenwoordig. Van de zes personen, die onlangs te Glasgow werden gearresteerd als deelnemers aan eene dynamietsamen- zweering, heeft zich een als aanbren ger van zijne medebeschuldigden aau- geboden. De regeering nam dit aan bod aan. De mededeelingen van den aanbrenger brachten het bestaan van een uitgebreid geheim genootschap aan het licht, zoodat men nog een aantal nieuwe arrestatiën verwacht. South Shields, 21 September. Heden is alhier voor het Zeerecht de volgende verklaring afgelegd door

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1883 | | pagina 1