'T VLIEGEND BLAADJE.
KLEINTE COURANT
VOOR HELDER. NIEOWEDIEP EN TESSEL
No. 1117.
Dinsdag 30 October 1883.
Elfde Jaargang
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Abonnement
per 3 maanden binnen de gemeente 50 Cent.
>3 franco per post75
Afzonderlijke nummers2
Uitgevers: BERKHOUT Co. te Helder.
Braam: SPOORSTRAAT ea ZUIDSTRAAT.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels 25 Cent.
Elke regel meer5
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 30 Oct. 1883.
Donderdag jl. werd in de Ma
rine-club alhier de tweede voordracht
gehouden van de Vereeniging tot be
handeling van onderwerpen, betrek
king hebbende op de zeemacht.
Als spreker trad op de kapt.-luit.
ter zee C. Ten Bosch, die een rede
hield over den aanval en de verde
diging van de Tesselsche zeegaten,
de Vliegaten en de toegangen tot de
Zuiderzee.
Hoogst belangrijke gezichtspunten
werden door den spreker gegeven,
die na het eindigen zijner rede met
luide toejuichingen werd begroet. De
kapt. ter zee W. F. A. Cramer rele
veerde naast de rede van den heer
Ten Bosch, hoofdzakelijk het nut der
Lay-torpedo's voor de verdediging
onzer gaten. Op voorstel van den
voorzitter werd besloten de discus
sie over het verhandelde uit te
stellen tot een volgende vergadering
hetgeen werd aangenomen.
De gepens. vice-admiraal R. L. De
Haes en andere zeeofficieren van buiten
de directie te Willemsoord, en vele
officieren van het garnizoen alhier
woonden de vergadering bg.
Door den minister van marine
zjjn de navolgende medailles voor
eerlijken en trouwen dienst toegekend
alsde zilveren medaille (24 jaren
dienst) aan den 2en schrijver V. C.
J. C. Goethals, den matroos le kl. J.v.
d. Harst, beiden aan boord wacht
schip Hellevoetsluis, den machinist le
kl. K. E. J. G. H. Hofman, aan boord
Hydra"; id. P. v. Wingaarde aan
boord j-Marnix." De bronzen me
daille (12 jaren dienst) aanbotte-
liersmaat W. E. Smit aan boord
Hydra," machinist 2e kl. A. Sizoo,
marinier le kl. J. C. Koppenliout,
beiden aan boord wachtschip Helle
voetsluis; matroos le kl. J. N. J.Gooijer,
id. 2e kl. P. O. Blans, id. 2e kl. G.
Slegt, marinier le kl. H. Paardekamp
en id. 2e kl. E. Velderman.
Naar men uit goede bron ver
neemt, verwacht men eerstdaags een
promotie bij het korps officieren
machinist van 's Rijks zeemacht.
Cocksdorp, 26 October 1883.
Heden is door J. G. Stark, vis-
scherman alhier, uit zee aangebracht
een vlet, gemerkt W O. No. 102
1881, de boorden van buiten blauw,
van binnen groen geschilderd, waar-
schgnlijk afkomstig van de marine.
Onophoudelijk worden zaken,
afkomstig van een vergaan schip of
vergane schepen, bij Terschelling
aangebracht. Wat de aldaar aange
voerde lijken betreft, wordt het vol
gende medegedeeldHet eene is
dat van een forsch, stevig ontwik
keld man in de kracht des levens,
lang 1.70 meter, naar gissing 38 a
39 jaar oud, met vol, rond gezicht,
lichtbruin haar, idem snor en sik.
De oogleden waren gewond, de oogen
zijn blauw, 't Lijkdroeg een scaphander
met stempel van den fabrikant, zeer
onduidelijk en alleen Hamburg te
lezen, 't Was gekleed in zwart
leêren jekker, die van binnen met
rood flanel gevoerd is. In den zijzak
een doek van twijfelachtige kleur en
een adreskaartje, waarop op de eene
zgde gedrukt staatËduard Woer-
mann, met in het Duitsch geschreven
Hernn Eek. Op de andere zgde
staat in het Duitsch geschreven
»Ik verzoek u brenger dezes, den
heer Ingenieur Gilli, de Alice Woer-
mann, (schip en machine) te laten
zien. Met vriendeljjken groet", volgt
de naamteekening, doch onleesbaar,
daarop in den hoek 6/9 1883. 't
Was gekleed in grijs flanellen hemd,
bijna nieuwe zeelaarzen, blauw laken
broek, in den linkerzak een knipmes,
blauw baaien gezondheid, geweven
onderbroek, gekleurde sokken, de
eene gemerkt G. E. de andere E. G.
Op het lijk werd aan den linker
ringvinger gevonden een gouden
ring, zonder oenig herkenningsteeken.
Het tweede lijk was dat van een
minder ontwikkeld persoon, 1.80
meter, licht bruin haar en idem
dunne knevel, blauwe oogen. Ook
dit lijk droeg een scaphander van
denzelfden fabrikant, 't Was ge
kleed in zwarte oliejekker en gele
oliebroek, zoo goed als nieuwe zee
laarzen, had een paar sokken en
een paar kousen aan, was verder
gekleed in blauw duffel jekker, waarin
een witte zakdoek, blauw gestreepte
das, blauw oxford boezeroen, blauw
baaien hemd, blauw keper broek,
waarin in den rechter zak een knipmes,
blauw baai onderbroek. De linker
hand, bij den duim en voorvinger
was getatoüberd met een anker. Naar
gissing was het iemand van 25 a
28 jaar.
Nog zijn onder anderen aldaar
aangebracht eenige photographische
portretten. Onder deze bevindt zich
dat van een jonge dame, terwijl
aan de keerzjjde in 't Duitsch ge
schreven staat
»Ter vriendschappelijke herinnering
aan Emelie Madsen, 15 October 1883
Hamburg."
Te Nes op Ameland is aan
wal gespoeld het lijk van een on
bekend manspersoon van meer dan
gemiddelde lengte, niet zwaar van
postuur, naar gissing tusschen de
25 en 30 jaar oud, met blond haar,
gekleed met blauw wollen hemd,
grijs gestreept flanellen hemd, blauw
wollen onderbroek, grijs wollen kousen
en een scaphander, alles zonder
merken.
De Surinaamsche vrouw, die hg
het vertrek der inboorlingen door
ongesteldheid gedwongen werd te
Amsterdam te blijven, is thans zoo
goed als hersteld en zal met man en
kind in de volgende week naarWest-
Indië terugkeeren.
Met de Voorwaarts zijn Zater
dagochtend al de artisten van de
gamalang vertrokken, die gedurende
de tentoonstelling een der interessant
ste hoekjes van het terrein door mu
ziek en dans op vr ooi ijkten.
De burgemeester van 's Grave-
zande bericht, dat op 22 Oct. aldaar
uit zee is aangespoeld het lijk van
een man, oud naar gissing 45 jaren,
met zwart haar en dito ringbaard en
knevel, en voorzien van een zwem
gordel, waaraan verhonden was een
beurs, bevattende 43.24 fr. in Fransch
en Belgisch geld. Aan een der vin
gers bevond zich een gouden ring,
waarop gegraveerd isM. B. Bruning,
Ewige Treue, 30 Augustus 1868.
Den lOden September had te
Kota Radja (Atjeh) een treurige ge
beurtenis plaatsde straf des doods
door middel van den strop werd, na
voorafgaande vervallen verklaring van
den militairen stand,- voltrokken aan
twee Europeesche militairen, den
sergeant K. en den fuselier S., beiden
wegens desertie. Zij zijn voor on
geveer 15 maanden weggeloopen, om
zich bij de vijandelijke benden aan
te sluiten, maar door de Atjehers
teruggebracht.
Na afloop der executie keerden de
troepen, die hiertoe onder de wapenen
waren gekomen, naar hunne kazernen
terug.
Donderdagavond zjjn aan het
station van den Holl. Spoorweg te
Haarlem gearresteerd zekere H. B.,
oud 30 jaren, geboren aan de Kaap
de Goede Hoop en een Engelsche
dame, die hem vergezelde. Zij wor
den verdacht zich te Amsterdam
aan oplichting en diefstal van ver
schillende gouden voorwerpen te heb
ben schuldig gemaakt. Zij zijn ge
vankelijk naar Amsterdam overge
bracht.
Zaterdagochtend werd een po
litieagent te Breda opmerkzaam ge
maakt op de vreemde handelwijze van
een schrijnwerkersknecht (thans zon
der werk), die in de herberg van
Simons buiten de voormalige Bosch
poort met een pistool zat te spelen.
Op het gezicht van den agept ver
wijderde zich de man en schoot zich
een kogel door het hoofd. De oorzaak
van dezen zelfmoord is onbekend.
Des morgeus had de man het graf
van zijne vóór ruim vijf weken over
leden vrouw bezocht.
De gezagvoerder van het schip
»Cleomene", te Calcutta aangekomen,
rapporteert, dat hij den 1 Sept. op
58 N. B. en 86 gr. OL. door on
metelijke velden puimsteen gezeild
heeft, over een afstand van 450 tot
460 mijlen en ongeveer 1000 mijlen
afstand van Java.
Cornelis Snoek heeft den 3den
October heimelijk de echtelijke woning
te Krimpen aan den IJsel verlaten,
zijne vrouw en vier kinderen in hulp
behoevenden toestand achterlatende.
Een werkman, die dezer dagen
per spoor te Leeuwarden aankwam
en door de zijnen werd afgehaald,
werd onmiddellijk naar het bureau
van politie medegenomen, als ver
dacht van diefstal van bankpapier.
Aanvankelijke ontkentenis mocht
niets baten bij nauwkeurig onder
zoek werd in de voering van 's mans
pet het corpus delecti gevonden
waarna hg zijn schuld beleed.
In een vlaag van wanhoop trachtte
hij zich in de arrestantenkamer het
leven te benemen.
Toen de spoortrein van Leeu
warden naar Sneek Vrijdagavond te
8VS uur was vertrokken, werd aan
het station Jellum-Boxum de conduc
teur vermist. Op een te Leeuwarden
ontvangen telegram werden eenige
mannen de spoorbaan opgezonden,
om onderzoek te doen. Weldra echter
bleek dit verder onnoodig te zijn,
daar de vermiste in levenden lijve
hen tegemoet kwam. Hg was onder
weg van den trein gevallen en in
een sloot naast de spoorbaan terecht
gekomen, zonder eenig letsel te heb
ben opgedaan.
De wed. G. Watermulder, die
den 17n Augustus haren echtgenoot
in hare woning te Deventer met
petroleum insmeerde en toen in brand
stak, waardoor zijn dood veroorzaakt
werd, zal den 15n November voor
het Gerechtshof te Arnhem terecht
staan. Zij zit thans in hechtenis.
P. H. Paulus, scheepmaker te Arn
hem, beschuldigd van moedwilligen doodslag,
zal Donderdag 15 November e. k. voor het
gerechtshof aldaar terechtstaan. Uit de
akte van beschuldiging blijkt, dat de be
schuldigde en de verslagene J. Eijsvogel
verhuurders waren van roeibootjes aan de
vluchthaven, waardoor tusschen hen brood
nijd bestand, die dikwijls aanleiding gaf tot
ruzie en plagerijen. Zoo was het 12jarig
zoontje van besch. in den avond van 3
September 11. met kameraadjes gaan varen
in de bootjes zijns vaders, maar daar in
een der vaartuigen een paar riemen ont
braken, hadden zij er twee van den wal
gehaald, die aan Eijsvogel toebehoorden.
Deze dit ziende, nam hen de roeiriemen
weder af en gaf het zoontje van besch. een
paar klappen om de ooren. Dit werd ter
stond aan besch. overgebracht, die daarop
kwam aanloopen en aan Eijsvogel die mis
handeling verweet; het eene woord lokte
het andere uit, en van woorden kwam het
tot daden, althans een oogenblik later zagen
de schippers fl. en P. Engelsman, dat bei
den handgemeen waren, zonder te weten
wie de eerste aanvaller was, terwijl beschul
digde onderlagzij liepen er heen en scheidden
de veehtenden, waarop besch. naar het
water liep, om het bloed van zijn gezicht
te wasschen. Toen dit geschied was, liep
besch. weder naar Eijsvogel toe, schold hem,
verweet hem de verwonding en dreigde
hem met aangifte, waaruit weder een nieu
we worsteling ontstond, waarbij besch. op
nieuw onder kwam te liggen. H. Engelsman
met W. Nijman trokken daarop Eijsvogel
van den besch. af en plaatsten zich tusschen
hen, om een eind aan den strijd te maken.
Toen nam echter de besch. een stuk hout
van den grond op en gaf, tusschen En
gelsman en Nijman door, Eijsvogel zulk
een slag op het hoofd, dat deze ineenzonk
en den volgenden dag aan de gevolgen be
zweek.
Bij de lijkschouwing is gebleken, dat
door den toegebrachten slag een gedeelte
van het voorhoofdsbeen, aan de rechterzijde,
in vier stukken was gebroken, welke in de
schedelholte waren gedrongen, met bloed
uitstorting op het harde hersenvlies, welke
fractuur en uitstorting onvermijdelijk binnen
een zeer kort tijdsverloop den dood tenge
volge moest hebben.
Zoowel de verslagene als de beschuldigde
stonden niet ongunstig bekend, zijn gehuwd
en kostwinners voor twee groote huisge
zinnen. Gedagvaard zijn vier getnigen,
namelijk: H. Engelsman, schipper; W. Nij
man en J. W. Van Kessel, scheepstimmer
lieden; J. West, zeeftenmuker en twee des
kundigen, drs. Thijssen en De Voogt.
Mr. H. A. Elias, advocaat, zal den be
schuldigde in deze verdedigen. (A. C.)
Door de toestellen tot Let schie
ten van reddingslijnen naar in nood
verkeerende schepen, zijn aan de
Britsche kusten gedurende 1882 niet
minder dau 83,450 personen gered.
In een staalfabriek te Crenzot,
in het Fransche departement Saöne
en Loire, zijn vier werklieden om't
leven gekomen, doordien men hij het
beproeven van het gesmolten metaal,
dit in vergissing te vroeg liet weg
vloeien. De ongelukkigen werden door
den gloeienden stroom overvallen en
vonden jammerlijk den dood.
Te New-York is in het museum
tegenwoordig een negerinnetje te
zien van elf maanden, dat volmaakt
gezond, en goed -ran bouw, zich on
derscheidt door het bezit van 4 armen
paar behoeftige negers uit het zuiden
van Amerika.
De doctoren, die hetkindbezochten,
verklaarden dat het kind zich goed
zal kunnen ontwikkelen, ondanks de
overdaad, waarmede de natuur haar
begiftigde.
Onder zeer treurige omstandig
heden heeft onlangs een Berlijnsche
jonge dame een reis over den Oceaan
gemaakt. Haar broeder, die te New-
York in een groote zaak werkzaam
was, had haar verzocht naar New-
York te komen en had tegelijk het
bedrag voor de reis er bijgevoegd.
Het reislustige jonge meisje had zich
onmiddellijk reisvaardig gemaakt en
vertrok naar Bremerhaven om zich
van daar naar New-York in te schepen.
Echter had zg het ongeluk, wegens
oponthoud, te laat te Bremerhaven
aan te komen, toen de boot reeds ver
trokken was. Zij moest toen acht
dagen wachten en maakte van de
volgende gelegenheid gebruik. Te
New-York aangekomen, stond zg
in deze groote stad geheel alleen,
daar zij haar broeder niet kon vinden.
De onbekendheid met de Engelsche
taal maakte het zoeken nog moeie-
lijker. Eindelijk gelukte het haar
de zaak te vinden, waar haar broeder
werkzaam moest zgn. Een treurige
tijding wachtte haar toen. In plaats
van haar broeder weder te zien, ver
telde men haar, dat hij bg het be
stijgen van het schip, waarmede hg
meende, dat zgn zuster zou komen,
van het dek in 't ruim gevallen
was en zgn hals had gebroken. Al
leen het graf van den geliefden doode
kon men aanwijzen, en toen de jonge
dame een immortellenkrans op het
graf had gelegd, viel zij in onmacht.
Den volgenden dag aanvaardde het
jonge meisje weder de terugreis uit
het beloofde land naar haar vaderstad,
waar zij voor eenige dagen is aan
gekomen. Zoo duur, zeide zg, zal
wel niemand de reis naar Amerika
te staan zijn gekomen. Mijn broeder
heeft mijn reis met zgn leven betaald.
Te Straatsburg is een soldaat,
die op zgn wachtpost stond, zoo
gruwelijk aangevallen, dat hg eenige
uren later bezweek. Een paar uren
vroeger werd aldaar ook een apothe
kersbediende vermoord en nog een
andere moordaanslag gepleegd. Om
trent dezen laatsten aanslag verneemt
menEen huurkoetsier vervoerde met
zgn rijtuig drie personen, die met
den Lautzerburger spoortrein waren
aangekomen, en waarvan één bg hem
op den hok plaats nam. Onderweg
aan het portierraampje hoorende klop
pen, liet hij het paard stilstaan, klom
van den bok en wilde in het rijtuig
1-"1-n, toen hg door laatstgenoemden
persoon, die hem bg het afstggen
was gevolgd, bij de keel gegrepen en
tegen het rijtuig gedrukt werd. Ter-
wgl de genoemde persoon tevens po
gingen deed om hem te worgen,
poogde een der andere passagiers
hem met chloroform te bedwelmen.
Op zgn geschreeuw namen allen drie
de passagiers de vlucht.
Op een landverhuizersschip van
Liverpool naar New-York werd on
langs onder de lading een negenjarig
knaapje gevonden, in lompen gehuld
en den hongerdood nabij. Zgn stief-
u.ueu vader had hem 's nachts aan boord
en 4 beenen. Hare ouders zijn eengebracht en hem gewaarschuwd zich